Beste lotgenoten,

Waarschijnlijk net als jullie die dit lezen ben ik iemand met een stemmingsstoornis. Dit is vaak lastig, vraagt oplettendheid en is soms
buitengewoon moeilijk. Ook is het leren omgaan met deze gevoeligheid een stevige uitdaging om, ondanks de bijkomende hindernissen je leven beter in de hand te hebben, waar mogelijk te controleren en door alle emoties, gevoelens en gebrek aan gevoelens heel veel te leren over het leven, het menszijn en bovenal je gevoel.
Als geen ander worden  manisch-depressieve mensen geconfronteerd met de aard en hoedanigheid van hun gevoelsleven.

Toen mijn gevoeligheid zich openbaarde was ik vrij jong, negentien jaar en stond vol in het leven, althans dat dacht ik.
Ik had een fijne jeugd gehad en de meeste zaken in mijn leven gingen me goed af. Mijn opvoeding was redelijk liefdevol en op school en in mijn gewone relaties functioneerde ik normaal. Wel voelde ik veelal wat leegte in de contacten met "vrienden" en voelde mij toch wat anders. Ik dacht toen dat dat normaal was en dat iedereen dat wel zou hebben.

Als ik terug kijk dan realiseer ik me dat ik wel gevoeliger was dan anderen om me heen en ik kon slecht tegen grofheid en disharmonie. Ruziën vond ik heel vervelend en ik was reeds jong wat "mystiek" geïnteresseerd. Op mijn twaalfde was ik reeds enorm geïnteresseerd in de serie "Kung Fu", niet zozeer vanwege de vechtkunst, als wel om de zuivere manier van het benaderen van het leven vanuit een kalm en evenwichtig perspectief. De mensen die hier de beheersing van de vechtkunst overbrachten op hun leerlingen deden dit vanuit een innerlijke stilte en vol liefde en sereniteit.

Nu begrijp ik, denk ik, beter waarom dit me zo fascineerde. Niet het gevecht met het leven, maar het aanvoelen van een diepere orde waar je verbinding mee kunt hebben. Die je kracht gaf, ook als je alleen was.

Als je ouder wordt verlies je soms het een en ander van die oorspronkelijke connectie met het leven en ga je op in al die dingen die je ouders en de samenleving van je verwachten. Presteren wordt al vroeg heel belangrijk gemaakt en er worden veel waarden geleerd, die samenhangen met zaken buiten je. Zoals je uiterlijk en je imago, je opleiding, je manieren en bijvoorbeeld je prestaties in de sport en op school. Meer en meer wordt je verteld dat je belangrijk bent om wat je doet en minder om wie je bent en wat je van binnen beleeft.
Je verliest meer en meer van je oorspronkelijke beleving en conformeert tot een bepaalde graad aan je omgeving en de normen die hier gelden.
De volkomen eenheid van zijn die je als kind ervaarde, en waar alleen een eeuwig nu was schuift heel subtiel naar de achtergrond. Deze kinderlijke beleving, zo leek het, hoorde je je ook achter je te laten om alles te leren van die competitieve wereld, waar je niet één mee was, maar waar het anders en met name beter zijn belangrijk leek te zijn. Je moest iets worden.......Je was dus blijkbaar niet genoeg.

Wellicht herkennen jullie iets in dit geschetste beeld bij het opgroeien in
deze samenleving. Voor mij is dit een basis geweest om later spiritueel
enigszins te ontwaken en me te realiseren dat MD soms ook een zegen kan zijn om de jas die vervelend knelt zonder dat je het door hebt toch af te werpen, om je vervolgens te kleden in een persoonlijkheid, die wel aansluit bij hoe je je diep van binnen voelt. Een eenheidsgevoel. Dat gevoel wat zovelen zoeken bij de "ander" in relaties en vriendschappen.

Toen ik 19 was openbaarde zich mijn MD. Ik was bijna twee jaar werkzaam bij een accountantskantoor en werd geabsorbeerd door de maatschappij in een rol waar het verstand, geld, ambitie en de prestatie het systeem van waarden vertegenwoordigde waaraan je je kon afmeten. Gevoel is in die wereld niet belangrijk en voortgestuwd door mijn eigen ambitie manoeuvreerde ik mezelf in een rol, waar ik me meer en meer onprettig in begon te voelen.
Het contact met de andere studiegenoten was veelal competitief en had veel te maken met direct of indirect aftroeven op wat voor terrein dan ook.

Toen mijn eerste manie zich aandiende groeide ook in mijn gevoel meer en meer een spiritueel besef. Ik voelde een zweem van mystiek in de alledaagse grijze zakenwereld. Een gevoel van ordening in de levensgebeurtenissen. Ik voelde hierbij iets van het avontuur bij het leven, wat ik als kind ook had. Je zat even midden in het leven en beleefde het niet alleen vanuit de buitenkant. Mensen hadden iets speciaals. Je kon meer verwonderd zijn over een gewoon, alledaags contact. Maar ook gevoelens dat deze speciale gewaarwording niet zomaar iets was. Gevoelens van speciaal zijn werden in mijn gevoel steeds concreter en leken meer op een openbaring van iets dat altijd in mij was dan op iets nieuws. Er werd iets geactiveerd.
Het opwellen van deze gevoelens versnelde, ook door de combinatie van zware studie en de periode van adolescentie waar de lading van de ziel steeds meer invloed krijgt op de persoonlijkheid.

De sterke verandering in gevoel en gewaarwording leidde tot beelden in mijn bewustzijn wat ik toen persoonlijk zag als inspiratie van hogerhand, maar wat voor mijn omgeving onbegrijpelijke wanen waren. Ik zag het leven als één totaliteit, waarbij het leven op aarde alleen maar in kwaliteit kan functioneren, als het als een eenheid geleefd wordt in harmonie, en  duidelijk als collectief en niet als een collectieve verzameling ego´s. Verder kwam ook een samenzweringsgevoel naar boven. Waarbij ik krachten dacht waar te nemen, die dit juist probeerden te voorkomen.

 

Mijn ideeën vond ik zeer revolutionair en de gevestigde orde zou hier alles behalve blij mee zijn, veronderstelde ik.

Verdeel en heers was de lijfspreuk van de gevestigde orde dacht ik.

Vanuit mijn disbalans in denken en energetisch evenwicht sloeg het eerdere vertrouwen om in angst en deze angsten namen het over. De duisternis in de maatschappij werd enorm uitvergroot en ik voelde me angstig en enorm bedreigd. Geestelijk was ik uit balans en spiritueel stond ik teveel open.
Mede door de angsten stond ik verkeerd getuned en open en dit resulteerde in een opname. Hierop volgde een ongelofelijk moeilijke tijd. Ik was het contact met mijn oude "persoonlijkheid " kwijt en voelde me in de nieuwe situatie vreselijk onthand en eigelijk tussen twee realiteiten in.

De medicijnen deden hun werk en ik werd stilgelegd.
Na 2 maanden was ik weer thuis en alles leek een boze droom. De gevoelens en beelden waren weggestorven en ik pakte mijn leventje weer op. Ik had te hard gewerkt en geleerd en koos daarom maar een ander baantje.
De schijnbare balans was even omgezet in chaos en ik trachtte mijn oude
zelf weer te vinden, terwijl ik moest zoeken naar mijn "nieuwe" zelf.
De geschiedenis herhaalde zich nog een aantal keren, maar de details zal ik jullie besparen.

Mijn leven ging verder en ik verlangde naar het oude gevoel uit mijn jeugd terug. Dit leven kon niet het volledige leven zijn. Uit alle macht
proberen carrière te maken, voldoen aan het maatschappelijk imago van
geslaagd en succesvol zijn, terwijl ik keer op keer teruggeworpen werd.
Er  moest een andere weg zijn om je goed te voelen. Iets of iemand hield me tegen.........Was het God?


Tot ik op een "toevallig" moment getroffen werd door een Boeddhistisch
gedicht wat ik onder ogen kreeg.
Iets van dat gevoel uit mijn jeugd, die onbeschrijfbare eenheid flitste
door mijn gevoel. De onbewuste herkenning van iets diepers, iets heels
sprak tot mij.
Geraakt door de emotie van het moment ging ik direct op zoek naar de bron van dit gedicht. Via de bibliotheek kwam ik in aanraking met verwante literatuur.
Mijn zoektocht begon. De zoektocht naar het grotere, de zingeving, maar
toch voornamelijk naar mezelf en dat verloren gevoel uit mijn jeugd.
Ik las me een slag in de rondte en verdiepte mij in allerlei stromingen.
In deze jaren werd ook de diagnose manisch-depressief gesteld en ik
overleefde met medicijnen en veel geknok. De balans was ver te zoeken, maar ik had mijn nest "geroken". Er leefde een gevoel in mij dat ik ieder moment het antwoord op al mijn vragen kon vinden en dat de eindoplossing binnen handbereik was. Het gevoel door de schijnrealiteit van ons materiëel wereldbeeld heen te kunnen prikken was sterker dan ooit.
Iedereen raadde me aan deze "moeilijke" dingen los te laten en me te
richten op de belangrijke dingen en geld verdienen, meisjes en de aardse
zekerheden te omarmen. Daar gaat het om zei mijn omgeving in koor.
Sterker en sterker werd de stem in mij, die zei  dat mijn psychiater in
geen miljoen jaar mij de oplossing zou kunnen schenken.
Ik moest zelf tot inzicht komen. Geen pil kon me dat eenheidsgevoel geven.
Het was er al, ik moest alleen de deur vinden.
De jaren schreden voorbij. De deur die ik verwachtte bleek de deur te zijn naar een volgende deur. Ik ontdekte dat al deze deuren geopend dienden te worden, maar het "oude" zo gewilde gevoel bleef slechts te korte perioden in mijn beleving om vervolgens weer even mysterieus te verdwijnen als het zich had aangediend.


Nu ben ik 35 en weet dat mijn MD beleving die eerste deur heeft geopend.
Die deur die me uit het harnas van het wereldbeeld van het ego heeft
getrokken, waarbij het altijd de ander en jij is. Waar relatieve waarden en afgescheidenheid de boventoon voeren.
De grote dingen, die versluierd aan mij steeds weer hun boodschap gaven waren verborgen in mijn onbewuste geest om vervolgens vervormd en versluierd in mijn niet evenwichtige geest geboren te worden. Een erfenis, die me in het moment alles leek te ontnemen, maar de belofte in me grondvestte dat ik eens de laatste deur zal mogen openen, om vervolgens te zullen weten,

 dat het altijd in mij geweest is............

Dat de sleutel in een ieder is, als we ons hart maar durven te openen, om
de angsten te laten wegsterven, zodat de boze droom oplost en de ander de ander niet meer is.

 

Liefs, Meindert