De transpersoonlijke psychiatrie

 

Interview met psychiater Gradus van Florestein door José Hoekstra

 

Gradus van Florestein noemt zichzelf naast psychiater ook “raadgever”. Hij heeft meerdere boeken uitgegeven in de transpersoonlijke psychiatrie, heeft een eigen centrum opgezet en werkt nauw samen met complementair (alternatief) therapeuten in het geven van cursussen en trainingen, o.a. aan psychiaters.

 

Hoe bent U ertoe gekomen transpersoonlijk psychiater te worden?

 

In 1979 ben ik in aanraking gekomen met een engelse opleiding voor spiritual psychotherapy, toen ik die opleiding gedaan had ben ik zo enthousiast geworden dat ik die opleiding, samen met anderen hierheen heb gehaald. In de jaren 90 werd ik door een collega uitgenodigd van het genootschap voor parapsychiatrie, dat was een gesloten gezelschap, dat het grensgebied bestudeerde tussen pathologie en spiritualiteit in de meest brede zin van het woord. Ik werd voorgedragen en mocht mee participeren. Ondertussen ging ik door met mijn praktijk en mijn activiteiten hier – ik kon een gebouw neerzetten - , waardoor er meer mogelijkheden kwamen. Ik heb naast die spirituele psychotherapie een cursus mystiek opgezet, en daar is het in eerste instantie bij gebleven.

Het genootschap parapsychiatrie ontwikkelde zich tot de Vereniging voor Transpersoonlijke Psychiatrie (www.transpsy.nl), en zij zocht aansluiting bij internationale bewegingen. Inmiddels geef ik, samen met iemand anders, ook een cursus voor psychiaters en een cursus voor andere hulpverleners en is er ook een boek verschenen “transpersoonlijke psychiatrie”. Ik voel me geen “transpersoonlijk psychiater”, maar meer een psychiater die op transpersoonlijk gebied dingen probeert te onderzoeken, wat pathologisch is, en wat natuurlijk is. Ik wil de criteria onderzoeken: wat is nu pathologisch en wat is natuurlijk.

 

Waar staat de transpersoonlijke psychiatrie voor in vergelijking met de reguliere psychiatrie?

 

We willen het bestaande referentiekader van de psychiatrie niet wegdoen, in tegendeel, we willen het uitbreiden. We willen openstaan voor andere referentie kaders. We zoeken naar de zin van spirituele ervaringen. Sommige leden van de transpersoonlijke psychiatrie voelen ook de noodzaak om hun behandeling aan te passen, dat heb ik zelf niet, ik verwijs wel door bijvoorbeeld naar een reïncarnatietherapeut of een kinesioloog, als dat nodig is. Er zijn heel veel mensen in de complementaire zorg die heel goed een behandeling kunnen doen.

 

Wat zou de remedie zijn voor iemand met manisch depressiviteit?

 

Dat vind ik moeilijk. Voor mij is manisch depressiviteit vooral een verstoring van het evenwicht – het evenwicht tussen hemel en aarde, zeg maar. Dan is het voor mij zaak dat het evenwicht hersteld wordt. Daarin houd ik me toch aan de reguliere behandeling. Het is wel zo dat wanneer mensen in een hypomane of manische fase zitten ik er een heel eind in mee kan gaan. Ik kan hun spiritueel getinte ervaringen volgen, zonder dat ik dat benoem. Die ervaringen zijn mij niet vreemd, maar het vraagt toch om het herstel van het evenwicht.

 

Ik denk dat het al heel belangrijk is dat mensen zich gehoord en begrepen voelen met hun ervaringen.

 

Ja, misschien wel, maar het is wel belangrijk om er niet al te ver op in te gaan tijdens een manisch fase en je niet te laten meeslepen door die spirituele ervaringen. Het gaat tenslotte om het herstel van evenwicht.

 

Maar ná zo’n fase is het wel prettig om begrip te krijgen.

 

Ja zeker – dat het geen gekke dingen waren waar je mee bezig was.

 

Hoe kijkt U aan tegen kundalini-ervaringen?

 

We hebben het gisteren op een dag voor complementair therapeuten uitgebreid gehad over kundalini. Ik vind het jammer dat het in de medische wereld niet erkend wordt. Zo worden soms mensen behandeld voor bepaalde symptomen terwijl dit niet zo zinvol is. De verschijnselen zijn zo gevarieerd dat het moeilijk is voor behandelaars om het te herkennen. Mensen die het meemaken zeggen dan soms wel: had iemand me maar verteld dat het kundalini was, dan was ik geruster geweest, had ik het misschien beter kunnen hanteren.

Wat ik ook jammer vind dat het boek van Bonnie Greenwell, een Amerikaanse die er veel grondig onderzoek naar heeft gedaan, in Nederland niet zo erkend wordt. Dat heeft er ook mee te maken dat het vertaald en uitgegeven is bij Ankh Hermes. Alles wat daar vandaan komt wordt niet zo serieus genomen door de wetenschappers. Daarmee wordt het gelijk in een hoek geduwd. Dan wordt het niet bekend bij de reguliere behandelaars. Het is belangrijk om bij kundalini-ervaringen in ieder geval genuanceerd om te gaan met medicijnen.

 

Denk je dat het mogelijk is dat mensen die manisch depressiviteit ervaren, ook kundalini ervaringen hebben?

 

Ja, dat denk ik zeker - het hangt ervan af wat voor symptomen mensen hebben, dat zou je dan goed moeten uitvragen. Je zou moeten kijken of ze de kundalini-symptomen herkennen bij zichzelf. Het zou best wel eens een versterking van die energie kunnen zijn, dat mensen te hoog gaan als het ware. Dan wordt het evenwicht verstoord. Als behandeling zou ik vooral voorstellen: aarden, een rustig ritme instellen, niet te laat naar bed etc. Maar als de manie te ver doorgeschoten is, moet je toch regulier, met medicijnen behandelen.

 

De transpersoonlijke psychiatrie heeft twee facetten: aan de ene kant om duidelijk te maken aan de reguliere psychiatrie dat er meer is tussen hemel en aarde. De transpersoonlijke psychiatrie wordt nog steeds niet erkend in Nederland, we krijgen er geen punten voor als we trainingen op transpersoonlijk psychiatrisch gebied volgen e.d. (We dienen als psychiaters per jaar een verplicht aantal punten te halen om onze registratie te behouden). Maar voorzichtig aan proberen we meer terrein te winnen, begrip te krijgen binnen de reguliere psychiatrie. Zo gaf ik laatst een symposium bij de geestgronden over de werking van de ziel, met familieopstellingen o.a.. Daar krijgen de aanwezige psychiaters geen punten voor.

Het tweede facet is dat de complementaire therapeuten toch meer zicht krijgen op de psychiatrie, met name op persoonlijkheidsstoornissen. Soms voelen ze zich onbekwaam omdat het hen soms niet lukt adequaat bepaalde cliënten te behandelen, maar als je dan doorvraagt dan komt het doordat die cliënt zo ingewikkeld in elkaar zit, en bijvoorbeeld een persoonlijkheidsproblematiek heeft. Deze cliënten zijn dan sowieso moeilijk te behandelen en dan ligt het niet zozeer aan de behandelaar. Het is mijn missie om de psychiatrie en complementair therapeuten veel meer samen te laten gaan.

Wat heeft het transpersoonlijke nu voor toevoeging voor manisch depressieven? Het belangrijkste zou voor mij zijn dat een manisch depressieve cliënt zich er niet slecht onder voelt. Het is uit evenwicht, maar er zitten ook goede kanten aan die er ook bijhoren. En het draagt bij aan bewustwording want je gaat op zoek naar wat het leven is, en hoe komt het nou dat mij dit overkomt. Hoe lastig de ziekte ook is, dat kan een zinvolle ontwikkeling zijn.

Maar aan de andere kant, als manisch depressieven bij mij komen, die zelf nog niet zien dat ze deze stoornis hebben, dan kan ik niet zoveel voor ze doen. Ze vluchten dan als het ware in het transpersoonlijke. Ze zien dan alleen: kijk eens wat ik allemaal meemaak, maar zien dan niet de verstoring van de balans die er ook is. De eerste stap is toch om te kijken: wat is er nou pathologisch aan, en wat niet – bij alles, niet alleen bij de bipolaire stoornis. Manisch depressiviteit is zo herkenbaar als pathologie, dat de eerste stap toch moet zijn de aanvaarding, de acceptatie van de ziekte.

 

Stel nu dat je zowel een kundalini-ervaring hebt gehad als dat je manisch depressief bent, is het dan van belang om te onderscheiden wat nou manie is en wat kundaliniverschijnselen zijn?

 

Ja dat lijkt me essentieel om dat onderscheid te maken. Er zal ongetwijfeld een overlap zijn in de manische fase. Ik heb daar geen onderzoek naar gedaan, maar dat is wel zinvol. Wanneer je kunt zeggen: dit is kundalini, maar ik ben nog niet manisch – dan is het helder. Maar ook die manische fase…op zich is het niets nieuws, ook dan zeg ik: ga wandelen, in de aarde werken in de tuin, zorg dat je weer aard, houd regelmaat erin.  Niet echt verschillend van wat een reguliere psychiater zou zeggen. Maar ik geloof wel dat de transpersoonlijke psychiatrie toevoegt aan het begrip van wat er aan de hand is. Wij maken een stap vóór de normale gang van zaken in de psychiatrie en kijken eerst of symptomen wel pathologisch zijn of dat er sprake is van een natuurlijke spirituele ontwikkeling. En als het pathologisch is, dan pas kijken we: welk beeld is het eigenlijk. Wij voegen dus het begrip “transpersoonlijke ervaring” in, dat is ook verwarrend, want daarmee bedoelen we ook hallucinaties en wanen, dus alles wat de persoonlijkheid overstijgt. Iemand kan een ervaring hebben van een engel, maar dat hoeft niet pathologisch te zijn. Terwijl de reguliere psychiatrie dat als een hallucinatie af zou doen. Er zijn een aantal criteria, aandachtspunten waar wij een dergelijke ervaring aan toetsen, maar de belangrijkste zijn de bewustzijnsfasen*: in welke fase van bewustzijnsontwikkeling zit je. Als je bijvoorbeeld een persoonlijkheidsstoornis hebt moet dat eerst goed worden afgerond voor je verder kunt naar de volgende fase. Al die fases moeten goed doorlopen zijn. Pathologische en spirituele ervaringen kunnen dan door elkaar lopen.

 

* De 9 bewustzijnsfasen zoals beschreven door Ken Wilber: 3 prepersoonlijke fasen, 3 persoonlijke fasen en 3 transpersoonlijke fasen. Aan die laatste 3 fasen besteedt de reguliere psychiatrie geen aandacht.

 

 

Gradus van Florestein leidt “the school of new directions” (www.theschoolofnewdirections.nl) in Gieten, waarbinnen hij samen met anderen allerlei cursussen en trainingen geeft.

Zijn nieuwste boek is: “Transpersoonlijke psychiatrie, realiteit in beweging”