Het is opgezet als een op zichzelf staande rustige buurt binnen het Waterkwartier van Nieuwland. Het eiland (ook wel een ravelijn, een verdedigingswerk genoemd) bestaat uit een schil en een binnengebied. De schil bestaat uit  woningen die 'staccato' aan elkaar geschakeld zijn. Als contrast tot deze levendige, dynamische vormen geeft het  binnengebied een rustiger beeld met woningen van twee onder een kap met platte daken. Dit gebied is als het ware een rustig groen plein met huizen erin. De bestrating is hiertoe een geheel, zonder stoepranden, vloeiend overlopend in parkeerplaatsen voor bezoekers.
Binnen de schil met staccato woningen valt onderscheid te maken tussen de west-rand, onderaan de geluidswal en de zuidoost-rand langs het water. Het wooneiland heeft zijn eigen Bovenover, de vestingswal rond Nieuwland, die het verkeersgeluid op afstand moet houden. De woningen langs de zuidoost-rand zijn volledig op het water georienteerd. Bij de situering van de woningen is voldoende afstand gehouden tot de zgn. hoogspanningszone; volgens normen van de overheid.
Het eiland telt twee entrees (dit i.v.m. calamiteiten of wegwerkzaamheden).
Aan de zuidzijde is een recreatieve uitloop gemaakt naar het water, waar men zicht heeft op het parkgedeelte aan de overkant en ‘s avonds de zon kan zien ondergaan.
 

De woningen in de staccato zone karakteriseren zich door een vertikale geleding en opbouw in blokvormen, schijven en lichte zolder opbouwen op de garages. De begane grond en verdieping van de woningen hebben een zware massa, de zolders boven de garages zijn licht, van houtskeletbouw. Alle dakvlakken van de zolderopbouwen richten zich op het zuidwesten en zijn voorzien van optionele zonnecollectoren (t.b.v. zonnegascombi). De mogelijkheid is aanwezig om later zonnecellen toe te voegen. Verder hebben de woningen een goede isolatie, een EPN kleiner dan 1,2 en zijn er DUBO maatregelen genomen.
De woningen aan de westkant van de staccato zone (type G geschakelde woningen) zijn vrijstaande geschakelde woningen van twee lagen met een kap boven de garage, welke half uitsteekt boven het platte dak van de eerste verdieping. Hierin is een kleine vliering opgenomen, als extra bergruimte.
Tussen de woongedeeltes liggen de garages. Het aardige van dit type is dat de entree naast de garage verruimd  is, door de woonkamer te draaien zodat een schuin portiek ontstaat. Er is een open of dichte keuken, drie slaapkamers op de verdieping en achter de zolderruimte een optioneel terras.De daken zijn onder een gunstige helling voor de plaatsing van zonnecollectoren.gemaakt. De noordgevel is een gesloten schijf, de zuidgevel is meer open van karakter d.m.v. zonwaarts gerichte erkers. De gevels zijn van baksteen in twee hoofdkleuren, een donkere steen en een wit-gele strengperssteen en voorzien van enkele kleurbanden. De dakopbouw en de garagedeur is van hout, met lijnolie behandeld.
De eindwoningen (G3 en G4) hebben op de begane grond een extra ruimte, bij G3 een erker, bij G4 een aanbouw naast de garage, welke te gebruiken is als atelierruimte. Deze ruimte is half ingegraven in de geluidwal.