Penitentiaire Inrichting Ter Apel

Het verhaal van Aman

een Afghaanse vluchteling in Penitentiaire Inrichting Ter Apel

Aman in Asielzoekercentrum Zwolle, 2002

Op donderdag 25 maart 2004 werd onze Afghaanse vriend Aman aan de Duits-Nederlandse grens uit een Eurolines-bus met eindbestemming Noorwegen gehaald, omdat hij bij de grenscontrole niet in staat was gebleken een geldig reisdocument te tonen. Na een nacht in een Duitse cel gezeten te hebben werd hij in de vroege ochtend van vrijdag 26 maart overgedragen aan de Nederlandse politie, die hem vervolgens ‘staande hield’ en naar het politiebureau van Enschede overbracht.

Kort voor zijn poging om naar Noorwegen af te reizen, was Aman uitgeprocedeerd geraakt en was hem middels een brief van de IND medegedeeld dat hij 28 dagen had om Nederland vrijwillig te verlaten, dat wil zeggen: terug te keren naar Afghanistan, dat hij drieëneenhalf jaar eerder ontvlucht was. Terugkeren naar zijn geboorteland was echter nooit een optie voor Aman: zijn leven was en is er nog steeds in gevaar. Liever dan voortaan illegaal in Nederland te verblijven, ondernam hij de riskante reis naar Noorwegen om daar asiel aan te vragen. Zijn poging om zich aan de hem opgelegde vertrektermijn te houden mislukte, sterker nog, zijn ‘illegale grensoverschrijding’ leverde hem een detentie voor onbepaalde termijn op. Inmiddels zit hij bijna drieëneenhalve maand vast in de penitentiaire inrichting Ter Apel: een gevangenis waar illegalen worden gedetineerd in afwachting van hun uitzetting.

Aman voelt zich in de gevangenis totaal van de buitenwereld afgesloten, ongewenst en vergeten door Nederland en de Nederlanders. Hij begrijpt niet hoe het mogelijk is dat hij als oprechte vluchteling in Nederland asiel aanvroeg en vervolgens na meer dan drie jaar onzekerheid te horen kreeg dat hij weg moest om vervolgens voor onbepaalde tijd en zonder dat hem een strafbaar feit ten laste gelegd is te worden opgesloten in een gevangenis. Deze behandeling door de Nederlandse overheid leidde bij de – door zijn ervaringen in Afghanistan al getraumatiseerde Aman - tot een ernstige depressie en zelfs lichamelijke klachten. Professionele psychische hulp is in Ter Apel echter nauwelijks voorhanden.

De vraag rijst of dit handelen van de Nederlandse overheid niet ernstig in strijd is met internationale – en door Nederland ondertekende - verdragen over de mensenrechten en de rechten van vluchtelingen in het bijzonder. Inderdaad is de overheid op dit punt al meerdere malen op de vingers getikt door de VN, de UHNCR en verschillende NGO’s als Human Rights Watch en Amnesty International. Het willekeurig opsluiten van asielzoekers, vluchtelingen en illegalen in gevangenissen, uitzetcentra en vertrekcentra (ongeacht hun leeftijd en geestelijke of lichamelijke gezondheid) leidt tot een criminalisering van een grote groep mensen die hier met oprechte bedoelingen gekomen zijn, maar daarvoor in ruil door de Nederlanders met de nek aangekeken worden.

 

Het vluchtverhaal van Aman

Half september 2001 – vlak voor de Amerikaanse inval in Afghanistan - kwam Aman na een meer dan anderhalve maand durende reis via Pakistan, Iran en Turkije vanuit Afghanistan aan in Nederland. Hij meldde zich bij het aanmeldcentrum in Zevenaar en vroeg op 9 oktober asiel aan. Er werd hem een advocaat toegewezen. Aman was toen 24 jaar oud, gehuwd en had drie kinderen.

Aman is afkomstig uit Laghman Kheel, in de provincie Parwan, ten noorden van Kabul. Zijn familie, die tot de etnische minderheid van de Tadzjieken behoort, bezat daar een aanzienlijke hoeveelheid grond. Zij leefden van de opbrengst van deze landerijen en van de verhuur van hun Mercedes vrachtwagen. Voor Afghaanse begrippen waren zij redelijk bemiddeld. Na de machtsovername van de Taliban in 1996 was hun woongebied jaarlijks het doelwit van campagnes van Talibanstrijders, die er vochten tegen de Moejaheddin, gewapende plaatselijke bevelhebbers die het verzet ten tijde van de Sovjet-bezetting hadden geleid en zich na het vertrek van de Sovjets als lokale warlords gevestigd hadden. Tijdens een van deze campagnes werden Aman ’s vader en broer meegenomen en vermoedelijk vermoord door de Taliban. Vanaf dat moment raakte het gezin in ernstige problemen. Tijdens zijn leven was de vader van Aman er steeds in geslaagd om zijn zoon uit handen van de plaatselijke milities te houden door de krijgsheren bij ronselingen af te kopen. Na zijn dood kostte het Aman aanmerkelijk meer moeite om niet te hoeven deelnemen aan de gevechten. Zijn weigering om zich bij een plaatselijke militie te voegen kwam hem op een ernstige mishandeling te staan. Vervolgens diende een nog groter probleem zich aan: de plaatselijke warlord Asef vroeg een van zijn zussen ten huwelijk als tweede vrouw. Als oudste zoon en dus nieuwe gezinshoofd was het aan Aman om over dit huwelijk te oordelen. Aangezien de aanzoeker een belangrijke speler was op het plaatselijke politieke toneel besloot hij zijn zus ten huwelijk te geven aan een nog ongehuwde kandidaat van neutralere signatuur. Dit leidde tot een persoonlijke vete tussen de warlord Asef en Aman. Asef liet zijn militie een bom voor de voordeur van het huis van Aman's familie plaatsen, bedoeld om hem te doden. Hoewel Aman normaal gesproken als eerste het huis verliet om naar de moskee te gaan, ging op de bewuste dag een boer in dienst van de familie het de voordeur door. Deze stapte op de mijn en verloor daarbij een been. De dreiging voor Aman was daarmee niet voorbij. Verschillende dorpsbewoners spoorden hem aan te vluchten. Uiteindelijk bracht hij zijn vrouw, kinderen en moeder naar een vluchtelingenkamp in de omgeving om vervolgens zijn lange reis naar Nederland te beginnen. Later hoorde hij via zijn moeder dat de milities hun huis tijdens hun afwezigheid geplunderd en in brand gestoken hadden en dat hun land en vrachtauto onteigend waren. Omdat zij nu zonder middelen van bestaan en verblijfsplaats zaten werden zij gedwongen beurtelings bij de getrouwde zussen van Aman te logeren. Asef meldde aan zijn moeder dat hij haar zoon zou doden zodra deze een voet in Afghanistan zou zetten.

De dreiging van deze warlord vervaagde dus niet na de val van de Taliban, integendeel: de warlords werden steeds machtiger toen het centrale gezag van de Taliban was weggevallen. Inmiddels wordt Aman gezocht door alle aan de betrokken commandant gelieerde bevelhebbers die onder opperbevel staan van commandant Fahim, onder andere door een zekere Molana Abdul Rahman. Ook in Kabul is hij dus niet veilig zolang er geen sterk centraal gezag is dat de macht van de plaatselijke milities kan breken. Ondanks de buitenlandse bemoeienis en bezettingslegers lijkt een solide overheid in Afghanistan nog ver weg. Zelfs het relatief veilige Kabul is het laatste jaar verder afgegleden in een geweldsspiraal en wordt bovendien overspoeld door uit de Pakistaanse vluchtelingenkampen teruggekeerde Afghanen. Het ooit voor 4 miljoen inwoners bedoelde Kabul telt –volgens een recente documentaire van radio 1 - nu naar schatting 20 miljoen inwoners, waarvan de meesten in tentenkampen wonen, zonder eerste levensbehoeften en zonder vooruitzichten op een betere toekomst. De Afghaanse overheid van president Hamid Karzai heeft de Westerse landen dan ook met klem verzocht om Afghaanse vluchtelingen de eerstkomende tijd nog niet gedwongen terug te sturen, omdat zij hen op dit moment geen enkele middelen van bestaan of woonruimte kan bieden.

 

De asielprocedure van Aman en het falen van de Nederlandse vreemdelingen-advocatuur

Aman zocht een veilig heenkomen in Nederland. Dat heeft hij niet gevonden. Tijdens zijn asielprocedure werd hij vertegenwoordigd door een vreemdelingenadvocaat die onherstelbare fout op onherstelbare fout stapelde. Zijn beroep werd te laat ingesteld en dus niet-ontvankelijk verklaard. Een zienswijze en de gronden van beroep werden niet ingediend. Op herhaaldelijke verzoeken van de rechtbank om opheldering over de reden van het te laat beroep aantekenen, reageerde de betrokken advocaat simpelweg niet. Uiteindelijk vond zelfs een second-opinion advocaat Aman's zaak kansloos, onterecht zo bleek later: zij liet eenvoudigweg na zijn dossier door te nemen en miste zo een reële kans om hem alsnog in het systeem terug te krijgen. Ook wees zij Aman niet op de voor de hand liggende mogelijkheid om in ieder geval een schadevergoeding van de blunderende oorspronkelijke advocaat te eisen. Het enige wat Aman nu nog restte was het indienen van een klacht tegen deze eerste advocaat. Hierin werd hij in het gelijk gesteld: de advocaat had in meerdere zaken ernstig nalatig gehandeld en werd dus voor zes weken geschorst met een proeftijd van een jaar. Voor Aman maakte dit echter weinig meer uit, hij was inmiddels uitgeprocedeerd zonder dat zijn zaak ooit voor een rechter geweest was.

Na zijn in bewaring stelling ontfermde een nieuwe vreemdelingenadvocaat zich over de zaak van Aman. In de rechtszitting die volgde op zijn overbrenging naar Ter Apel en waarin de rechtmatigheid van zijn detentie ter discussie stond, bleek zij echter uitermate slecht geïnformeerd (ook zij liet na kennis te nemen van het dossier) en zodoende totaal niet opgewassen tegen de officier van justitie. Op een tweede zitting over het voortduren van de detentie kwam zij in het geheel niet opdagen. In de afgelopen drie maanden, waarin zij Aman's juridische vertegenwoordigster was, heeft zij hem welgeteld 1 keer gezien, namelijk tijdens de eerste zitting. Zij heeft vooraf niet met hem gepraat en ook na de zitting heeft zij hem niet bezocht in Ter Apel of hem zelfs maar (telefonisch of schriftelijk) op de hoogte gesteld van nieuwe ontwikkelingen.

Er zijn vele gevallen zoals Aman. De meesten blijven totaal onzichtbaar voor de buitenwereld en zodoende krijgt ook het telkens falen van de vreemdelingenadvocatuur maar weinig bekendheid. Het beeld van deze bedrijfstak als ‘afvoerputje’ van de Nederlandse advocatuur dringt zich op. Vreemdelingenadvocaten blijken in vele gevallen nauwelijks door idealisme of compassie bevlogen. Asielzoekers blijken gemakkelijke cliënten: zij kiezen hun advocaat niet zelf uit, maar moeten het doen met degene die hen wordt toegewezen. Bovendien zijn zij onbekend met de Nederlandse rechtsorde en de Nederlandse taal vaak onvoldoende machtig, zodat de precieze strekking van officiële documenten hen vaak ontgaat. Wanneer de advocaat het laat afweten weten zij grotendeels niet de gang naar de juiste instanties te maken.

Ondanks zijn bijzonder ongelukkig verlopen asielprocedure en slopende maandenlange detentie heeft Aman in zekere zin nog geluk gehad. Hij heeft tijdens zijn verblijf in Nederland vrienden gemaakt en daardoor loopt zijn zaak niet de kans om ‘vergeten’ te raken, zoals zoveel andere zaken van lotgenoten. Sinds kort wordt hij vertegenwoordigd door een advocaat die wel bereid is alles op alles te zetten om zijn cliënt vrij te krijgen. Zelfs een nieuwe asielprocedure is in voorbereiding, zodat het niet geheel ondenkbaar meer is dat Aman ondanks alles toch nog een status zal krijgen. Volgens de gegevens van Amnesty International krijgen vele reeds uitgeprocedeerde asielzoekers tijdens een tweede, derde of zelfs vierde procedure alsnog de status waar zij recht op hebben. De bewering van minister Verdonk dat alle uitgeprocedeerden een eerlijke procedure gehad hebben en dat een negatieve beslissing over hun aanvraag automatisch inhoudt dat zij in het land van herkomst niets te vrezen hebben van de machthebbers en dus terug kunnen keren, kan dus in een toetsing aan de praktijk nauwelijks stand houden. Nederland zet wel degelijk vluchtelingen uit naar landen die voor hen onveilig zijn: Soedan, Iran, Irak en Somalië zijn slechts enkele voorbeelden van onveilige landen waarnaar de overheid vluchtelingen dwingt terug te keren. En ook Afghanistan is er sinds '11 september' niet veiliger op geworden. De beslissing om vanaf 1 april j.l. uitzettingen naar Afghanistan mogelijk te maken strookt dus niet met de harde realiteit in dit land. Aman kreeg 27 juli als deadline om nieuw bewijs in zijn zaak aan te dragen, daarna zal hij volgens de IND worden uitgezet. Het is aan ons allemaal om dit laatste te voorkomen.

 

 

Help Aman Ter Apel door en stuur hem een kaart!

Laat Aman weten dat hij niet vergeten is en stuur hen een leuke, gekke, spannende of interactieve kaart! Aman heeft alle aandacht hard nodig, dus help mee om Aman's tijd in Ter Apel zo dragelijk mogelijk voor hem te maken. Stuur een extra postzegel mee waneer je een kaart terug wilt ontvangen!

Cluster P.I. Ter Apel
t.a.v. Amanullah Ranjbar
Postbus 69
9560 AB Ter Apel

 

Lees het verhaal over Aman

Lees de brief aan de tweede kamer over het geval van Aman

Reageer op het voorgaande