Een eeuw gemeentepolitiek in Menterwolde

 

*  Vrijzinnigen en anarchisten

*  Algemeen Kiesrecht

*  Na 1945

*  Afkortingen

 

De politieke geschiedenis van onze gemeente moet nog geschreven worden. De dorpshistories besteden er betrekkelijk weinig aandacht aan. De namen van bekende personen zijn vastgelegd in straatnaamborden, maar de herinnering aan deze heren (en een enkele dame) vervaagt snel. In mijn oude aantekeningen vond ik allerlei gegevens die hier maar eens op een rijtje heb gezet. Het socialisme krijgt misschien wat veel aandacht: helaas had ik over de overige stromingen minder genoteerd. Aanvullingen en verbeteringen zijn welkom.

 

Vrijzinnigen en anarchisten

De geschiedenis van de moderne politiek in onze regio begon met de opkomst van het socialisme in het laatst van de negentiende eeuw. De huidige gemeente Menterwolde bestond toen uit vier gemeenten: Noordbroek, Zuidbroek, Muntendam en Meeden, die ieder hun eigen politieke kleur hadden. Over het algemeen waren de boeren en enkele middenstanders de baas. Die stemden liberaal en waren georganiseerd in kiesverenigingen. De meeste arbeiders hadden nog geen stemrecht. Een deel van de boeren was conservatief, maar er waren ook nogal wat vooruitstrevende of 'vrijzinnige' boeren en middenstanders. Enkele daarvan waren aanhangers van de 'Volkspartij' van Derk Roelfs Mansholt, die samen met de arbeiders naar verbetering van de schrijnende sociale omstandigheden streefde. Vanuit Noordbroek werd een tijdlang het radicale krantje 'Dollard en Omstreken' verspreid. Daarnaast bestond er in Zuidbroek en Meeden een protestants-christelijke stroming.

De eerste afdeling van de Sociaal Democratische Bond (SDB) werd in april 1889 opgericht in Noordbroek. Dit naar aanleiding van een propagandatocht uit Sappemeer. Toen Domela Nieuwenhuis drie jaar later in Noordbroek sprak, besloot de plaatselijke werkliedenvereniging 'Self Help' in zijn geheel tot de SDB toe te treden. De boerendochter Jantje Muller-van Delden herinnerde zich later:

Er trokken mensen door het dorp met rode vaandels en de hele arbeidersbevolking volgde, getooid met rode strikken, vlaggen en linten. Het was zondag, want staken was er toen nog niet bij, omdat de arbeidersbevolking niet georganiseerd was. Het was een reuzen optocht zoals ik dat als kind van vijf jaar ervoer. In de zaal van Schröder volgde de éne spreker de andere op. Het was er eivol. Ze hingen zelfs uit de ramen. ... Mijn moeder was nieuwsgierig en ging ook op de weg kijken. Ze ontmoette een vrouw van Siddebuursterveen, ook helemaal versierd met rode linten, die ze zelfs om haar benen had gebonden. Dit ontlokte mijn Moeder de vraag: 'Loop ie ook mit rooie strikken om bainnen, Aaltje?' 'Joa man, ik dou ook mit. Aalmoal mouten mitdoun!'

In de hongerwinter van 1892/93 stond het Oldambt op de rand van een revolutie. Maar het liep allemaal met een sisser af. De regering stuurde soldaten en liet in verschillende dorpen marechaussee-kazernes bouwen. De pas opgerichte partijafdelingen in de vier dorpen gingen al snel weer ter ziele. Tevergeefs staakten de landarbeiders van Zuidbroek in maart 1893 om hoger loon. Bovendien ontstond er een tegenbeweging van christelijke boeren en arbeiders, die vonden dat men er samen in onderling overleg uit moest komen. In Zuidbroek en Meeden werden afdelingen van de christelijke organisatie 'Patrimonium' opgericht onder het motto 'Bidt en Werkt'.

Slechts enkele arbeiders sloten zich aan bij de nieuwe SDAP, die veel anderen te beschaafd en burgerlijk vonden. In 1897 werd de eerste socialist in de gemeenteraad van Zuidbroek gekozen. Dat zorgde voor veel commotie. Burgemeester Talma Stheeman ergerde zich zo dat hij uiteindelijk het dorp verliet. De aanhangers van de SDAP probeerden een strakke strijdorganisatie op te bouwen, die de situatie van de arbeiders kon verbeteren. De meeste arbeiders kozen echter voor het anarchisme of vrije socialisme. Ze zetten al hun hoop op een revolutie. Maar in Meeden richtte de vrije socialist Willem Luttje in 1901 een vakbond voor landarbeiders op die door stakingen en onderhandelingen wist te bereiken dat de lonen verhoogd werden. Ook onder de landarbeiders en bouwvakkers in Noordbroek en bij de arbeiders op de aardappelmeelfabriek van Zuidbroek hadden de anarchisten nogal wat aanhang. In Zuidbroek, Muntendam en Meeden werden bovendien christelijke vakbonden voor landarbeiders opgericht.

 

Algemeen Kiesrecht

Pas na 1910 groeide de steun voor de SDAP en de 'moderne' vakbeweging. Allerlei beroepsgroepen organiseerden zich nu in vakbondsafdelingen van het NVV, de voorloper van het FNV. In Zuidbroek kregen de socialisten zelfs een eigen verenigingsgebouw 'Ons Gebouw' aan de Heiligelaan, op de plaats van het huidige café De Koepel. Bij de eerste Tweede Kamerverkiezingen met algemeen kiesrecht in november 1918 had de SDAP in drie van de vier gemeenten een meerderheid: Muntendam 57%, Noordbroek 53%, Zuidbroek 52% en Meeden 32%. De aanhang van de anarchisten was nog steeds aanzienlijk. Stemmen was verplicht, maar in Noord- en Zuidbroek verscheen maar liefst 17% en 21% van de kiezers niet op het stembureau.

In de gemeenteraden liep het echter niet zo'n vaart. De verkiezingen van 1919 liepen uit op een teleurstelling voor de SDAP. De liberale partijen Vrijheidsbond en Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) zorgden er samen met de christelijke partijen voor dat de socialisten niet al te veel macht kregen. Bovendien deden allerlei plaatselijke lijsten van middenstanders of voormalige anarchisten mee aan de verkiezingen. In 1923 en 1927 bijvoorbeeld de Volkspartij en de Neutrale Arbeiderspartij in Meeden, in 1931 de Arbeiderspartij en Algemeen Belang in Zuidbroek. Helemaal chaotisch was de situatie in Noordbroek. In 1919 behaalde de SDAP nog drie zetels, maar de aanhang smolt als sneeuw voor de zon weg na een teleurstellend verlopen landarbeidersstaking. De erfenis van het anarchisme bleef de socialisten parten spelen. Ze kozen daarom voor een hele andere strategie en gingen de verkiezingen in onder de naam Algemene Volkspartij. Dat lukte wonderwel. Al in 1923 had de nieuwe partij met vier zetels de absolute meerderheid. Raadsleden werden Sientjo van der Veen, Jan Taaij, voormalig vakbondsman Kornelis Buurke en P. ter Laan. De boerenoppositie bestond uit de Plattelandspartij van J. Doornbos en E. Tonkens, terwijl de kleine burgerij op de vrijzinnig-democraat J. Eendhuizen had gestemd. In 1931 werd bovendien T. Wolthuis van de Arbeiderspartij verkozen, die samen met een van de overige volkspartij-mannen wethouder werd.

Tijdens de crisisjaren groeide de onvrede over de SDAP. Toen de partij in Noordbroek in 1939 weer meedeed aan de verkiezingen, kreeg zij niet meer dan twee zetels (Korn. Kruijer en E.J. Sligter). De Volkspartij en de Vrijzinnig Democraten moesten het ieder met één zetel doen, terwijl Gemeentebelangen maar liefst drie zetels in de wacht sleepte. Veel stemmen gingen verloren aan drie radicale partijtjes die tevergeefs aan de verkiezingen deelnamen: de Landarbeiderspartij van Mozes Wolf jr., de Nieuwe Arbeiderspartij van E. Wieringa jr. en de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij van T. Wolthuis.

In Muntendam verloor de SDAP in 1939 zijn meerderheid van zeven zetels, doordat de communisten twee zetels in de wacht sleepte. Twee zetels gingen naar Gemeentebelangen, twee zetels naar de vooruitstrevende Christelijk Democratische Unie (CDU). Die laatste partij kreeg vooral stemmen van hervormden, gereformeerden en baptisten die ontevreden waren over het conservatieve beleid van minister-president Colijn. Ook in Meeden had de CDU een flinke aanhang. Hier zakte de SDAP terug van drie naar twee zetels, de rest ging naar de liberalen en de christelijke partijen. In Zuidbroek bleef de SDAP met drie van de zeven zetels de grootste partij. Overigens had ook de NSB nogal wat aanhang in Muntendam en Meeden.

 

Na 1945

De 'doorbraak' van 1946 was geen onverdeeld succes voor de nieuw gevormde PvdA. Die was ontstaan als fusie tussen SDAP, VDB en CDU. Veel ontevreden arbeiders stemden echter op de communistische partij, die in alle vier dorpen in de raad kwam. Later viel de aanhang voor de CPN weer weg ten gevolge van de Koude Oorlog. De ex-communist Wieringa uit Noordbroek werd bijvoorbeeld in 1958 verkozen onder het vooroorlogse vaandel van de Arbeiderspartij. Zijn aanhang ging later over naar de PSP, een linkse afsplitsing van de PvdA. De PvdA kwam in Noordbroek nooit verder dan drie van de zeven zetels, de VVD had er steeds twee of drie. Beide groeperingen leverden een wethouder.

Ook in Zuidbroek kwam de PvdA, die onder leiding stond van Pieter Kuiters, niet verder dan drie van de zeven zetels, twee of drie zetels gingen naar Gemeentebelangen en één naar de ARP. PvdA en Gemeentebelangen leverden ieder een wethouder. In 1962 kreeg de PvdA tijdelijk de meerderheid, waarna ze met de protestants-christelijken in zee gingen. Maar in de nieuwe gemeente Oosterbroek (gevormd in 1966) had de PvdA slechts vijf van de elf zetels. De VVD met twee zetels leverde voortaan een wethouder, in 1970 ingeruild voor de PSP: boderijder H. Bos werd een van de weinige PSP-wethouders van Nederland. In 1978 verdween de PSP en behaalde de PvdA tijdelijk een meerderheid. Vier jaar later koos men toch maar weer voor samenwerking met de VVD.

In Meeden had de doorbraak het meeste succes. De PvdA balanceerde jarenlang op het randje de meerderheid. In 1958 kreeg de partij voor het eerst vier van de zeven zetels, definitief in 1974. Sinds 1949 koos de PvdA consequent voor samenwerking met de ARP, die twee zetels had en één wethouder leverde. De overige zetels gingen naar Gemeentebelangen.

Muntendam kende de meest turbulente ontwikkeling. Lange tijd had de PvdA hier een comfortabele meerderheid van zes van de elf zetels. De partij leverde tot 1958 beide wethouders. Daarnaast had de CPN een of twee zetels. De rest ging naar plaatselijke lijsten, waarin liberalen en christelijken samenwerkten. In 1958 barste echter de bom, toen de wethouders en raadsleden in conflict kwamen met de burgemeester. De landelijke partij koos de kant van het hoogste gezag: bij de volgende verkiezingen moesten de zittende wethouders J. Loots en A. Holtjer plaats maken voor hun jongere fractiegenoten O. van der Wijk en J. Groenewoud. De oudgedienden pikten dit niet en lieten zich met steun van de andere partijen (waaronder de CPN) alsnog tot wethouder kiezen. Beiden werden vervolgens door de landelijke partij geroyeerd en namen in 1966 deel aan de verkiezingen met een onafhankelijke lijst. Ook de CPN boekte winst, waardoor de PvdA haar meerderheid verloor en tijdelijk steun moest zoeken bij de communisten. Ernstiger was de crisis in 1982. Een groep ontevredenen onder leiding van Frits Muurman maakte zich los van de PvdA en ging onder de naam Sociaal-Democraten Muntendam de verkiezingen in. Ook de CPN onder Daan Grofsmid won een derde zetel, waarna beide groeperingen samen een college vormden.

De gemeentelijke herindeling van 1990 heeft tot dusverre geen grote veranderingen laten zien. In de drie oude gemeenteraden hadden de PvdA 16 zetels (59%), Gemeentebelangen vier zetels (15%) CDA en CPN ieder drie zetels (11%) en PSP 1 zetel (4%). In de gemeenteraad van Menterwolde had de PvdA 9 zetels (60%), VVD-Algemeen Belang, CDA en Groen Links ieder twee zetels (13%). In 1994 verloor de PvdA in het voetspoor van de WAO-crisis twee zetels aan D'66 en SP. In 1998 wonnen PvdA en SP weer een zetel, terwijl Groen Links er een verloor en D'66 van het toneel verdween. In 2002 won de VVD, terwijl de SP er weer een verloor. In het college van B&W werkten twee PvdA-wethouders samen met één CDA-er, sinds 1998 met een VVD collega en sinds 2002 met een wethouder van Groen Links.

Otto S. Knottnerus

©Historische Kring Menterwolde 2001/03

 

Afkortingen:

ARP      Anti-Revolutionaire Partij

CDA      Christen-Democratisch Appèl

CDU      Christelijk-Democratische Unie

CHU      Christelijk-Historische Unie

CPN      Communistische Partij Nederland

NSB       Nationaal-Socialistische Beweging

PSP       Pacifistisch Socialistische Partij

PvdA     Partij van de Arbeid

SDAP     Sociaal-Democratische Arbeiderspartij

SDB       Sociaal Democratische Bond

SP         Socialistische Partij

VDB       Vrijzinnig Democratische Bond

VVD       Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

 

Terug naar boven