verklaring Arabische staatshoofden inzake het Saoedische vredesinitiatief (28 maart 2002)

Op 17 februari 2002 presenteerde de Saoedi-Arabische kroonprins Abdallah Bin Abdulaziz een vredesintiatief, dat de steun kreeg van de Arabische staatshoofden die aanwezig waren op de 14e topconferentie van de Raad van de Arabische Liga in Beiroet (Libanon) op 27 en 28 maart 2002. Vanwege de escalatie van het Israelische geweld tegen de Palestijnen in die dagen en de weigering van Israels premier Ariel Sharon om PNA-President Yasser Arafat de garantie te geven dat hij na afloop van de topconferentie naar Ramallah kon terugkeren, was slechts de helft van de 22 Arabische staten in Beiroet vertegenwoordigd. Afwezig waren Jordanië en Egypte (die beide een vredesverdrag met Israel hebben gesloten) en zoals gezegd Arafat.

Hieronder de tekst van verklaring van de staatshoofden inzake het Saoedische vredesinitiatief:

Opnieuw de resolutie van juni 1996 van de buitengewone Arabische topconferentie in Cairo [Egypte] bevestigend, dat een rechtvaardige en alomvattende vrede in het Midden-Oosten de strategische optie van de Arabische landen is - te verwezenlijken in overeenstemming met de internationale rechtsorde - en een vergelijkbare betrokkenheid van de kant van de Israelische regering vereist;

Gehoord hebbende de verklaring van Zijne Koninklijke Hoogheid prins Abdallah Bin Abdulaziz, kroonprins van het Koninkrijk Saoedi-Arabië, waarin Zijne Hoogheid zijn initiatief presenteerde, waarin Israel wordt opgeroepen tot een volledige terugtrekking uit alle Arabische gebieden die het sinds juni 1967 bezet houdt, waarmee VN-Veiligheidsraadresoluties 242 en 338 worden geïmplementeerd, die opnieuw tijdens de Conferentie van Madrid van 1991 zijn bevestigd, en [op basis van] het land-voor-vrede-principe; en Israels aanvaarding van een Palestijnse staat, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, in ruil voor het aangaan van normale betrekkingen in het verlengde van een alomvattende vrede met Israel;

In het verlengde van het besef bij de Arabische landen dat een militaire oplossing [aanpak] van het conflict noch vrede, noch veiligheid voor de [betrokken] partijen zal brengen;

De Raad:

1 Verzoekt Israel zijn politiek te heroverwegen en te verklaren dat een rechtvaardige vrede ook zijn strategische optie is.

2 Roept Israel voorts op om te bevestigen:

a. Een volledige terugtrekking uit al het sinds juni 1967 bezet gehouden grondgebied, waaronder de Hoogvlakte van Golan, tot de [bestands]lijn van 4 juni 1967, evenals uit het resterende bezette [deel van het] Libanese grondgebied, in het zuiden van Libanon.

b. Het tot stand brengen van een rechtvaardige oplossing van het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk, overeen te komen op basis van Resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de VN.

c. Aanvaarding van de vorming een soevereine onafhankelijke Palestijnse staat, met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, in de sinds 4 juni 1967 bezette Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever en in de Strook van Gaza.

3 In het verlengde daarvan bevestigen de Arabische landen het volgende:

a. [Zij] beschouwen het Arabisch-Israelische conflict als beindigd, sluiten een vredesverdrag met Israel en dragen zorg voor de veiligheid van alle staten in de regio.

b. [Zij] gaan in het verlengde van een deze alomvattende vrede[sregeling] normale betrekkingen met Israel aan.

4 Bevestigt de afwijzing van elke vorm [re]patriëring [?; hervestiging, deportatie; red.] van Palestijnen die in strijd is met de specifieke omstandigheden in de Arabische gastlanden.

5 Roept de regering van Israel en alle Israeli's op om op dit initiatief in te gaan, om zo de vooruitzichten op vrede veilig te stellen, verder bloedvergieten te voorkomen, het voor de Arabische landen en Israel mogelijk te maken om in vrede en in goed nabuurschap te leven en voor toekomstige generaties veiligheid, stabiliteit en welvaart te scheppen.

6 Nodigt de internationale gemeenschap en alle landen en organisaties uit om dit initiatief te ondersteunen.

7 Verzoekt de voorzitter van de topconferentie om een speciaal komitee te vormen, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van enkele van de betrokken lidstaten evenals uit de Secretaris-Generaal van de Arabische Liga, om de noodzakelijke contacten te leggen, om zodoende op alle niveau's steun voor dit initiatief te verwerven, met name van de Verenigde Naties, de [VN-]Veiligheidsraad, de Verenigde Staten van Amerika en van de Europese Unie.

 


 

uit: Journal of Palestine Studies, Volume 31, Number 4 (Summer 2002), p. 182

vertaling: Koen Bos

verschenen in Soemoed, jaargang 31, nummer 3-4, mei - augustus 2003, dossier, pp. 14-15