VN-Resolutie 194(III) Algemene Vergadering (11 december 1948)

(Recht op Terugkeer)


De Algemene Vergadering,

[...]

7. Besluit dat de Heilige Plaatsen - inclusief Nazareth - en religieuze gebouwen en plaatsen in Palestina moeten worden beschermd en dat vrije toegang gewaarborgd dient te worden, in overeenstemming met de bestaande rechten en historische praktijk; dat maatregelen die hiertoe worden getroffen onder daadwerkelijke toezicht staan van de Verenigde Naties; dat de Verzoeningscommissie van de VN bij de presentatie van haar gedetailleerde voorstellen voor een blijvende internationale regeling voor het grondgebied van Jeruzalem aan de vierde gewone zitting van de Algemene Vergadering, ook aanbevelingen doet met betrekking tot de Heilige Plaatsen in dat gebied; Dat de commissie met betrekking tot andere Heilige Plaatsen in de rest van Palestina een oproep doet aan de politieke leiders van het betreffende gebied om afdoende formele garanties te geven met betrekking tot de bescherming van de toegang tot de Heilige Plaatsen; en dat deze verbintenissen aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.

8. Besluit dat, gezien de verbondenheid met drie wereldgodsdiensten, de regio Jeruzalem, bestaande uit de huidige gemeente Jeruzalem plus de omliggende dorpen en steden, waarvan Abu Dis de meest oostelijke is; Bethlehem de meest zuidelijke; Ein Karim (met inbegrip van het pas bebouwde gebied Motsa) de meest westelijke; en Shu'fat de meest noorderlijke, een in vergelijking met de rest van Palestina, speciale en afzonderlijke behandeling moet worden toegestaan en moet worden geplaatst onder effectieve controle van de Verenigde Naties.

Verzoekt de Veiligheidsraad verdere stappen te ondernemen om de demilitarisering van Jeruzalem zo snel mogelijk te verzekeren.

9. Besluit dat, hangende overeenstemming over meer gedetailleerde regelingen tussen de betreffende regeringen en autoriteiten, aan alle inwoners van Palestina een zo vrij mogelijke toegang tot Jeruzalem over de weg, per spoor of door de lucht moet worden toegestaan.

[...]

11. Besluit dat vluchtelingen die naar hun huizen wensen terug te keren en met hun buren in vrede willen leven daartoe in staat gesteld moeten worden zodra dit te verwezenlijken is, en dat door de verantwoordelijke regeringen of overheden, krachtens volkenrechtelijke beginselen of krachtens billijkheid, schadevergoeding betaald moet worden voor eigendom van hen die ervoor kiezen niet terug te keren, alsmede voor eigendom dat verloren is gegaan of is beschadigd.

Draagt de Verzoeningscommissie op zorg te dragen voor de repatriring, her-vestiging en voor de economische en sociale rehabilitatie van de vluchtelingen en voor het uitbetalen van schadevergoeding, en nauwe contacten te onderhouden met [...] de geëigende organen en instellingen van de Verenigde Naties.

[...]


vertaling: Nederlands Palestina Komitee

Verschenen in Soemoed, jaargang 32, nummer 1 (januari-februari 2004), pp. 32-36