VN-Veiligheidsraadresolutie 1397 (12 maart 2002)


De Veiligheidsraad,

Roept in herinnering alle voorafgaande relevante resoluties, in het bijzonder de resoluties 242 (1967) en 338 (1973),

Bevestigt een visie op de regio waar twee staten, Israel en Palestina, naast elkaar bestaan binnen veilige en erkende grenzen,

Drukt zijn ernstige zorg uit over de voortgaande tragische en gewelddadige gebeurtenissen die sinds september [uitbreken Intifada; red.] hebben plaatsgevonden, vooral de recente aanvallen en het groeiend aantal gewonden,

Benadrukt de noodzaak voor alle betrokkenen om de veiligheid van burgers te waarborgen,

Benadrukt tevens de noodzaak om de universeel aanvaarde normen van het internationale humanitaire recht te respecteren,

Verwelkomt en moedigt de diplomatieke inspanningen aan van speciale afgezanten van de Verenigde Staten, de Russische Federatie, de Europese Unie en de Speciale Coördinator van de Verenigde Naties en anderen, om een alomvattende, rechtvaardige en blijvende vrede in het Midden-Oosten tot stand te brengen,

Verwelkomt de bijdrage van de Saoedische kroonprins Abdullah,

1. Verlangt de onmiddellijke beëindiging van alle daden van geweld, inclusief alle terrreurdaden, provocaties, opruiïng en verwoesting;

2. Roept Israeli's en Palestijnen en hun leiders op om samen te werken bij de doorvoering van het Tenet Werkplan en de aanbevelingen van het Mitchell-Rapport, met als doel de hervatting van de onderhandelingen inzake een politieke regeling;

3. Drukt zijn steun uit voor de inspanningen van de Secretaris-Generaal en anderen inzake het bijstaan van de partijen om een eind te maken aan het geweld en het vredesproces te hervatten [sic].

4. Besluit zich van de zaak op de hoogte te blijven stellen.

Aangenomen met 14 stemmen vóór en 1 onthouding (Syrië). Het is de eerste VN-resolutie die door de Verenigde Staten is gesteund waarin expliciet wordt gesproken over een Palestijnse staat (zij het dat - heel belangijk - over de grenzen van die staat niet wordt gesproken).

 


 

bron: Journal of Palestine Studies, Volume 31, Number 4 (Summer 2002), p. 175

vertaling: Koen Bos

verschenen in Soemoed, jaargang 31, nummer 3-4, mei - augustus 2003, dossier, pp. 13-14