Het begint steeds mooier te worden, mijn huis, zo dacht ik vanochtend nog.
Het was natuurlijk al heel leuk, maar iets stoorde mij toch zeer. Zo is de
straat waar de
voordeur woont een hele gewone straat (volgens sommigen zelfs een lelijke straat),
en
daar is niets te zien van de gracht aan de andere kant. Maar ja, als de voordeur
aan de
gracht zelf had gelegen was het vast een twee keer zo duur huis en zou ik hier
helemaal
niet kunnen wonen.
Bijna had ik ooit een bordje op de voordeur gehangen, snobistisch als ik natuurlijk
ben.
"Dit is maar de achterkant, het is heus een grachtenpand." Dat rijmt ook mooi
en schept
meteen duidelijkheid voor de achteloze voorbijganger, dat ze maar weten dat
het een huis
op stand is. Maar ja, dat is toch een beetje zielig, zo'n bordje, dus ik hield
me in en
vertelde mezelf dat een huis met twee gezichten toch ook wel leuk is.
Mijn stiekeme gebeden leken nu toch verhoord. Vanochtend sliep ik (wegens gisteravond
thuiswerken) heerlijk uit en stond rond elf uur onder de douche toen de bel
ging. De binnen-
bel. Ik vermoedde de meneer van de klemmende ramen.
(Da's een verhaal apart, die ramen. Sinds januari krijg ik afwisselend iemand op bezoek
die iets aan de ramen doet, en de opzichter die dan vindt dat het niet goed gedaan is en
weer een nieuwe ramen-firma belt. Een weekje later controleert hij weer, keurt de ramen
af en belt weer een ander bedrijf. Het heeft me al ettelijke vrije ochtenden en middagen
gekost. Ik heb geen enkel probleem met de ramen, maar ja, de opzichter zal wel weten
wat-i doet.
Zo werd ik dinsdagavond gebeld door het zoveelste ramen-b.v.tje of ik woensdagochtend
thuis was. Natuurlijk niet, zei ik. Om de een of andere reden is de bouw toch een zeer
traditionele sector die steeds maar denkt dat ik een werkende man heb en zelf de hele
dag thuis zit voor ramen-meneren. Vrijdagmiddag na een uur of 3 zou kunnen, maar dat
vond die meneer veel te laat. Na enig onderhandelen konden we het eens worden over
vrijdag tussen 1 en 2. Maar goed, toen de bel woensdagochtend ging tijdens de douche
dacht ik: da's vast toch die ramen man. Wel, ik moest om 1 uur op mijn werk zijn en
besloot gewoon niet open te doen voor het vrijdagmiddag was. Tot zover het ramen-verhaal).
Terug naar het andere verhaal. Toen ik, gedouched, aangekleed en na koffie
en vruchtenmuesli de
trap af liep, zag ik de vermoedelijke oorzaak van het belletje. Bij de buurman
stond de deur op
een kier en er liep een electriciteitssnoer bij hem naar binnen. Ik botste bijna
tegen twee jonge-
mannen die een groot raam droegen. Een glas-in-lood raam. Ik kon het raam net
ontwijken gelukkig,
en liep verder naar beneden. En oh! wat aardig, beneden waren de gewone ramen
al vervangen
door glas-in-lood. Er scheen prachtig gekleurd licht naar binnen, zeker in combinatie
met de
zon die door het lichtkoepeltje op het dak te zien was. Dus nu heeft de trap
glas-in-lood ramen
aan de straatkant. En daarmee onderscheiden we ons mooi van de huizen aan de
overkant, die
hebben niks geen glas-in-lood in het trappenhuis.
Alleen, toen ik vanavond weer thuis kwam, bleek het wel erg raar glas-in-lood.
Op de eerste
tussenverdieping rijdt een trein dwars door een stapeltje boeken heen, op de
tweede tussen-
verdieping staan grote glazen rode wijn, waar helaas een klein hondje en achterlijk
baasje
tussendoorlopen als lopen ze door een bos. De glazen staan in een grote gele
plas, die bij nader
inzien uit het hondje blijkt te komen. Op de derde tussenverdieping tenslotte
een benzinepomp
waaruit nog zo'n stripfiguur een kopje volschenkt.
Van een kennis hoorde ik later dat het originele Joost Swarte's zijn, die glas-in-lood
dingen. Hij
kwam direct kijken want hij is een fan van Joost Swarte. Naar aanleiding van
zijn enthousiasme
heb ik zojuist nog eens goed gekeken. Ik probeer de charme ervan in te zien,
zodat ik me kan
verzoenen met een huis dat misschien niet op stand, maar wel cool
is. Het lukt maar half, dan zie
ik het hondje weer dat goddelijke glazen rode wijn onderpiest.
Er is niks aan te doen. Ik moet onder
ogen zien dat men, met die groteske cartooneske glas-in-
lood ramen, mijn snobistische behoefte om op stand te wonen volstrekt belachelijk
heeft gemaakt.
Moniiq
terug