Buitenleven

Ik zat eersterangs op het balkon vandaag, of eigenlijk lag ik.

Ik lag op mijn buik langs het muurtje en hoefde mijn hoofd maar een klein beetje op
te tillen van mijn armen om het buitenleven te bestuderen.

Sinds vorige week wordt er hard gewerkt onder me. Dat wil zeggen dat ongeveer vijf
van de vijftien zandvlaktes aan de gracht inmiddels de naam 'tuintje' zouden kunnen dragen.
Hoewel. Vier van de vijf voormalige zandvlaktes zijn nu volledig betegeld. Bij een van die
vier meen ik zelfs de stoeptegels te herkennen die de afgelopen weken aan de andere kant
van het huis verwijderd zijn voor rioleringswerkzaamheden. In een hoek staat een potje met
groen erin, maar de rest van de tuin is mooi grijs.

De buurman van twee huizen verder, die vorige week moedig langs de gracht wankelde om
ondanks de schuttingen een praatje te maken met de tegelleggers, is gisteren begonnen.
Een beige-geel klinkertje in een iets kleiner model. Hij liet twee cirkels open waarvan ik
vermoedde dat het vijvertjes zouden worden of plantsoentjes, maar vandaag werden daar
ook steentjes geplaatst. Steentjes in een cirkelvorm. Daar werd veel bij gehakt met een
speciale machine en toen het allemaal naar wens was ging er een walsje over.

Meer naar links was een mevrouw gisteren hard aan het scheppen of spitten en ik hoopte
al dat daar binnenkort heel veel groen zou verschijnen. Het zou nog kunnen, hoewel de helft
van haar tuin vandaag belegd is met hout in een zig-zag motiefje.

Verder zijn er nog twee stenen tuinen (dat moet in mijn afwezigheid gebeurd zijn) en tien
zandvlaktes. Met veel gevoel voor humor heeft iemand midden in zijn of haar zandvlakte
een klein boompje gezet. Het is zo'n minimaal kerstboompje dat je op tafel kunt zetten in
een pot, en waar je ballen in kunt hangen ter grootte van een gulden. Ik zie de mensen van de
vlaktes nooit, behalve dat stel dat vandaag monter bleef zitten op in de grond wegzakkende
plastic tuinstoelen.

Het is goed dat ze tegenwoordig bouwen met veel buitenruimte, zodat ook de stadsmens van
een tuintje kan genieten. Ik ben benieuwd wanneer het eerste geasfalteerde tuintje verschijnt.
Dat lijkt me wel wat voor het wegzinkende stel.

De meneer met de stoeptegels heeft nu ook een klein bootje, een dieseltje zo te horen. Daar
kan ik verlangend naar kijken. Hij had vandaag bezoek, vrouwen, kinderen en honden. Toen
de zon rond vier uur achter het huis verdween ging een deel van het bezoek in het bootje
zitten, daar komen de schaduwen een half uur later.

Zelf had ik ook best zo'n terras en bootje aan het water willen hebben, al ben ik erg blij met
mijn bovenste etage en het uitzicht over de daken en kerken van de Jordaan. Er vliegen
reigers en meeuwen langs mijn raam en de maan kijkt me recht in mijn gezicht.

De afstand naar beneden is net groot genoeg om zonder voorbehoud te kunnen houden
van al die mensen in hun grijze tuintjes. Ik hoor hun geroezemoes zonder iets te kunnen
verstaan. En er zijn altijd nog de bomen, aan de straatkant van de gracht, en het binnen-
plaatsje van de monniken met klimop tegen een witstenen muur en een groene cirkel planten
en bloemen tussen eeuwenoude keien.


Moniiq

terug