LICHTVAL

Het zonlicht stort zich zo naar binnen
Valt als een waaier uit elkaar
Een zacht en vriendelijk gebaar
Alleen God kan iets als dit verzinnen

Een gewijde stilte neemt bezit
Van het eeuwenoude interieur
Het licht verandert weer van kleur
En stof stijgt op, eerst grijs, dan wit

De kathedraal lijkt zo te leven
In het zomermiddaglicht
Dat eindigt, onverwacht als het begon:
Een wolk schuift voor de zon

Maar even was de tijd ontwricht
God keek naar binnen, even

ML (30-1-99)