LIEDJE

                Er staat in mijn hart een boompje gegroeid,
                De wortels zijn bloedig rood,
                Maar de bloesems zijn, als het boompje bloeit,
                Sneeuwwit langs de tengere loot.

                's Nachts droom ik van vogels en laaiend vuur
                En hoor verward gekras,
                Maar een lied rijst in het morgenuur
                Als een feniks uit asch.

                En van de liefde verbleekt het rood
                Tot de smetteloosheid van het kind -
                Er is een zuiverheid van den dood
                Die reeds in het leven begint.

                Martinus Nijhoff