IMMORTELLE C

                Zooals ik eenmaal beminde,
                  Zoo minde er op aarde nooit een,
                Maar 'k vond, tot wien ik mij wendde,
                  Slechts harten van ijs en van steen.

                Toen stierf mijn geloof aan de vriendschap,
                  Mijn hoop en mijn liefde verdween,
                En zooals mijn hart toen haatte,
                  Zoo haatte er op aarde nooit een.

                En sombere, bittere liedren
                  Zijn aan mijn lippen ontgeleen;
                Zoo somber en bitter als ik zong,
                  Zoo zong er op aarde nooit een.

                Verveeld heeft mij eindlijk dat haten,
                  Dat eeuwig gezang en geween.
                Ik zweeg, en zooals ik nu zwijg,
                  Zoo zweeg er op aarde nooit een.

                Piet Paaltjens