Manuel Vázquez Montalbán: Autobiografie van Generaal Franco
Van Manuel Vázquez Montalbán (Barcelona, 1939-2003) verscheen eerder in Nederlandse vertaling de roman Galíndez, bekroond met de Europese Literatuurprijs 1992. Over Manuel Vázquez Montalbán Webpagina gewijd aan Manuel Vázquez Montalbán en zijn werk: http://www.vespito.net/mvm/ Uit de persNederland en Vlaanderen'Ongestoorde wandeling door de
bovenkamer van Franco. (...) In fictief zelfportret schetst
Vázquez Montalbán genadeloos beeld van de
generalísimo.' 'De Autobiografie van Franco als
roman: Montalbán gebruikt als verteller een middelmatige
schrijver, op wiens leven het bewind van Franco flink heeft
ingewerkt, en laat hem snijdend commentaar geven op Franco's
rooskleurige levensgeschiedenis. Het is een dubbele
autobiografie: die van Franco en die van de verteller.' 'De Spaanse schrijver Manuel
Vázquez Montalbán werd tijdens het Franco-regime vervolgd
als
dissident. Desondanks schreef hij een bijna zevenhonderd
bladzijden dikke 'autobiografie' van de generaal. Een monumentale
roman over het ontstaan van een dicatuur, de bestendiging en het
verval.' 'Een curieuze roman, een
geraffineerde satire, waarin feiten, verzinsels en geruchten
omtrent de dictator met elkaar zijn verweven.' 'Een boeiend, vlot geschreven
boek
dat niet alleen de herinnering aan Franco levend houdt, maar ook
een substantiële bijdrage levert aan de historische betekenis
van de Spaanse dictator.' 'Vázquez Montalbán
wilde Franco
"doen herleven om hem te doden", schrijft hij in zijn
proloog. Dat gaat hem goed af. Franco is bij hem een kleine man
die merkbaar te ruim zit in de grootspraak waarin hij zich hult.
In de taal waarin Vázquez Montalbán Franco aan het woord
laat
onluistert hij zichzelf genadeloos.' 'Als ex-communist en
arbeiderszoon
kent Vázquez Montalbán de kerkers van de
generalísimo als zijn
broekzak. De auteur kan niet op lichtvaardige beweringen worden
betrapt, want behalve zijn persooonlijke ervaringen verwerkte hij
een halve bibliotheek aan historische documenten in deze
monumentale roman.' 'In deze monumentale, lange (759
blz.!) en meeslepende geschiedenis van Franco en 'zijn' Spanje
heeft de auteur al zijn virtuositeit aangewend (...) Naast dat
andere monumentale boek over Franco, de meer dan verdienstelijke
biografie van Paul Preston, is de grensverleggende 'roman' van
Montalbán een mijlpaal geworden, een must voor wie de
eigenzinnige Spaanse versie van het gruwelijke fascisme wil
toetsen aan de opkomst van een neo-rechtse beweging die ook in
Spanje staat te trappelen om het roer over te nemen. Met dit boek
heeft Montalbán weer eens zijn naam van geniaal Spaans schrijver
alle eer aangedaan. Bij de Trouw Publieksprijs voor het Nederlandse Boek 1995 staat de Autobiografie van Generaal Franco op de derde plaats van het voorkeurslijstje van recensente Ilse Logie. Spanje`Wat een schizofrenie!
Vázquez
Montalbán is in dit boek zichzelf, en hij is Generaal Franco;
hij is de linkse intellectueel die de gedaante van Franco
aanneemt om een biografie te schrijven van deze sinistere
persoon, om die tegelijkertijd van kanttekeningen te voorzien, te
becommentariëren, zichzelf tegen te spreken en zich te beklagen
omdat hij niet over de middelen beschikt om enkele gruwelijke
feiten uit de geschiedenis te bewijzen. Het is een professionele
schizofrenie, beheerst, tot in de details uitgewerkt, geanimeerd
en bestudeerd.' ... `Hetgeen Montalbán ons in dit boek voorhoudt
is dat er geen verzachtende omstandigheden zijn: Franco was een
ordinaire crimineel, een historische delinquent, een
oorlogsmisdadiger (...) En het is curieus dat deze
ondubbelzinnige bewering -onderzocht en op literaire wijze
aangetoond- nu, bijna twintig jaar na de dood van de tiran, dient
te worden beschouwd als een moedige daad, die de zogenaamde
professionele historici niet durven te stellen; ingebed als zij
zijn in een imaginaire objectiviteit of professionele
neutraliteit, en wellicht vanwege andere redenen, die nog steeds
opgeld doen en samenkomen in die ene dubbelzinnige frase: `Dat
wat niet gezegd kan worden'.' `Vázquez Montalbán
wil degenen
die te jong zijn om de dampen van de grauwe soep waarin het
franquisme -op een laag, zeer laag vuurtje- werd gebrouwen goed
te hebben ingeademd, inzicht geven in deze bittere periode van
ledikanten en gebakken brood met de smaak van ranzige olijfolie,
bedekt met het stilzwijgen van de dood en de angst. Een
geschiedenis die werd getekend door de persoon van de laatste der
fascistische caudillo's, een man die dertig jaar langer leefde
dan zijn neven Hitler en Mussolini, die hem in de oorlog de hand
reikten die hij hen zelf later zou onthouden toen hij zag dat het
de as-mogendheden niet voor de wind ging. Dankzij zijn obsessies
veranderde Franco Spanje in de achterhoede van het Westen; ofwel
in een sinister land, gekweld en verstikt, verankerd in een soort
geïndustrialiseerde Middeleeuwen waarin de Inquisitie en de Seat
600 hand in hand gingen. Dat is de sfeer die Montalbán voor ons
schept in deze lijvige autobiografie van Franco, waarin de
generaal niet de enige protagonist is, want rondom hem verdringen
zich niet alleen de personen die hem gedurende zijn leven hebben
begeleid (van zijn echtgenote Carmen tot zijn neef Pacón en zijn
lijfarts Vicente Gil), maar ook zijn obsessies, die de obsessies
van een heel land waren: de strijd tegen het communisme, de
wreedheid jegens de overwonnen tegenstander, het eeuwige komplot
van joden en vrijmetselaars, de grootheidswaanzin die het ego en
de hofhouding van de Generalísimo bepaalde, de vergelding van
een man die zucht onder zijn complexen en zichzelf als heer en
meester van de natie beschouwt.' |