Volkspartij voor Vrijheid en Democratie / Amsterdam

Ingezonden brief
Parool 20051008
Yuen Keong Ng

(y.ng@vvdamsterdam.nl)


Op zaterdag 8 oktober 2005 stond bij post en e-mail van het Parool een ingezonden brief als reactie op een op een ingezonden stuk gepubliceerd in de Volkskrant en een persbericht van GroenLinks.
Onderstaand stukje is integraal overgenomen uit het Parool van zaterdag 8 oktober 2005. Boven het stukje stond een foto met twee Chinese leeuwen geplaatst. Zij maakten deel uit van een theaterstukje dat opgevoerd werd tijdens de opening van het festival.
Grote sprong voorwaarts

Als Chinees ben ik mij bewust van de mensenrechtenkwestie in China. In de westerse maatschappelijke discussie wordt hier al decennia lang veel aandacht aan besteed en terecht. Er gebeurt veel in China dat niet door de beugel kan.
Met de erkenning van het probleem moet er ook plaats zijn voor nuance, en deze ontbreekt vaak in het huidige debat. Dit bleek recent maar weer eens uit de reacties die naar aanleiding van het Amsterdam China Festival te horen waren. Het zou ongepast zijn een cultureel festival te organiseren zonder aandacht te besteden aan de mensenrechtensituatie, zo vindt de Amsterdamse GroenLinks-fractievoorzitter Maarten van Poelgeest. GroenLinks stelde daarom voor geld vrij te maken voor een kritische beschouwing over dit onderwerp in De Balie.

Dit voorstel is ondoordacht. Als de logica is dat een festival over de Chinese cultuur alleen kan als er ook aandacht wordt besteed aan mensenrechten, dan zou je pas bij een Chinees restaurant mogen eten als je het eerst hebt gehad over de mensenrechtensituatie aldaar. Ook vraag ik dan een ieder die in een Amerikaanse auto rijdt om van tijd tot tijd de behandeling van gevangenen in Guantanamo Bay aan te kaarten. Brie-eters moeten het Franse antisemitisme op de agenda zetten, de liefhebbers van Bollywoodfilms moeten regelmatig resoluut het kastesysteem veroordelen en een vakantie naar de Turkse kust mag alleen nog worden geboekt als daarbij de genocide op de Armeniërs wordt erkend.
Hoewel het bij de bovenstaande voorbeelden duidelijk is dat ze ridicuul zijn, vinden velen in het westen het normaal de mensenrechtenschendingen aan te halen als het over China gaat.

GroenLinks bedoelt het vast heel goed met zijn initiatief. Ik neem aan dat het ook het doel is de situatie in China te verbeteren. Maar hier zijn betere manieren voor dan nóg een keer praten over mensenrechten in De Balie.
Als GroenLinks echt geïnteresseerd is in het verbeteren van de situatie van de Chinese burger dan moet de partij ageren tegen handelsbelemmeringen en boycots die door de Europese Unie in stand worden gehouden. Deze belemmeringen treffen in ieder geval niet hen die voor het schenden van de mensenrechten verantwoordelijk zijn.
Het opheffen van handelsbelemmeringen en boycots zou de onevenredig grote armoede in China kunnen terugdringen. Bovendien kan het vermoedelijk de opkomende middenklasse, die in het verleden belangrijk is gebleken bij het streven van landen naar democratisering, een impuls geven.

Het zou ook goed zijn als, de inmiddels internationaal gedecoreerde burgemeester, Cohen een bezoek aan China zou brengen. Enerzijds als ambassadeur voor het vrije Amsterdam, anderzijds om de wederzijdse economische belangen te onderstrepen.

De kracht van onze Westerse samenleving is de vrijheid. Aan ons de eervolle taak de onderdrukten in de wereld te laten zien wat de verworvenheden van deze maatschappij zijn, opdat een goed voorbeeld goed doet volgen.

Yuen Keong Ng,
duo-raadslid de VVD-fractie,
gemeente Amsterdam

NB.

Dit stuk is ook geplaatst op de WEBsite van VVD Amsterdam. U kunt daar enkele reacties op dit stuk lezen. Verder heeft GroenLinks tijdens de raadsvergadering van 19 oktober 2005 een motie ingediend om extra gelden voor de Balie vrij te maken. Deze motie kreeg onvoloende steun van de raadspartijen. VVD, PvdA en Leefbaar Amsterdam steunden deze motie niet, omdat de Balie juist voor het organiseren van discussies over mensenrechten haar subsidiegelden van de gemeente verkrijgt. Een symbolisch extraatje zoals bepleit door GroenLinks, Amsterdam Anders/de Groenen, SP, CDA en Mokum Mobiel zat er derhalve niet in.
Rest voor mij de vraag: is het voeren van resultaatloze symboolpolitiek belangrijk wanneer het de mensenrechten situatie in China betreft? Of gaan we in Amsterdam voor het resultaat zoals vastgelegd in het programmaakkoord 2002-2006 en gaan we inderdaad ruim baan geven aan voorstellingen die uitdrukking geven aan het multie-culturele karakter van de stad!


Voor de volledigheid staat hieronder de volledige tekst van:
  • het betreffende stukje uit de Volkskrant van 20050929;
  • het persbericht van GroenLinks van 20051003;
  • een reactie van Fons Tuinstra in de Volkskrant van 20051010;
  • een naar een krant ingezonden reactie van Tsibo Lin dat niet geplaatst is.


  • De tekst overgenomen uit de Volkskrant van 20050929 is:
    Chinees Cultureel festival heeft nare bijsmaak

    Behalve op het terrein van cultuur is China kampioen op het gebied van opsluiten zonder proces, executies, censuur en beknotting van de rechten van werknemers, constateert Daan Bronkhorst.

    Een samenwerkingsverband van de gemeente Amsterdam, Nederlandse culturele instellingen en media, Nederlandse bedrijven en de Chinese overheid staat in oktober garant voor het grootste festival voor Chinese cultuur dat ooit in Nederland is gehouden. De kwaliteit van de huidige Chinese muziek, films, theater en beeldende kunst verdient zo'n kampioenschap. Wrang is echter dat China ook kampioen is in maatregelen die de culturele en andere vrijheid onderdrukken. Die maatregelen treffen juist de Chinese collega's van de Nederlandse organisatoren van dit feest: intellectuelen, kunstenaars, zakenlieden, journalisten en democratische bestuurders.

    Kampioen is China in gevangenschap zonder proces. Naar schatting 310 duizend mensen zitten voor twee of meer jaar in werkkampen. Als de detentie in 'verbetercentra', psychiatrische inrichtingen en huizen van bewaring - ook steeds zonder proces - daarbij wordt opgeteld, bereikt het totaal aantal een miljoen.
    Dergelijke gevangenschap treft ook schrijvers en vrijdenkers. Liu Xiaobo bijvoorbeeld, China's prominentste theoreticus van democratie en voorzitter van de Chinese PEN, zat al twee jaar in een kamp en werd pas weer gearresteerd.

    De hele top van de Chinese Democratische Partij, qua denkbeelden nog het best vergelijkbaar met de PvdA, zit al jaren gevangen. De leiders kregen elf tot dertien jaar. Het internationale Comite voor Bescherming van Journalisten kende China vorig jaar het record toe in het gevangenhouden van verslaggevers. Voor zover bekend zitten 43 Chinese journalisten vast, onder wie een correspondent voor The New York Times. Gronden voor arrestatie waren onder meer het openbaar maken van gegevens over aids en Sars, en het aan de kaak stellen van corruptie.

    Kampioen is China sinds jaren in het voltrekken van doodstraffen. Het jaarlijks aantal terechtstellingen wordt geschat op tien- tot twintigduizend, meer dan de helft van het wereldtotaal. China executeert naar verhouding tot de bevolking zestig keer zo veel mensen als de VS. Nog altijd zijn die executies vaak openbaar. Tussen proces en executie verlopen vaak niet meer dan enkele uren.

    Kampioen is China zowel in internetgebruikers (men verwacht dat het er eind dit jaar honderd miljoen zijn) als in de censuur op internet. Zo'n dertigduizend medewerkers van de Chinese Internetpolitie zien in cybercafes toe op ongewenst surfen. Een studie van de Amerikaanse Harvard-universiteit meldde dat 'China's wereld meest geavanceerde en uitgebreidste systeem van internetfilters heeft'.
    Op de zoekmachines leveren termen als 'freedom', 'democracry' en 'aids china' in China niks op. Onder meer Google en Yahoo zijn door de overheid gedwongen sites te blokkeren en verdachte bezoekers te melden. De sites van Amnesty International, Human Rights Watch en de BBC zijn onbereikbaar; CNN, Time, de r.k.kerk en joodse organisaties zijn lange perioden ontoegankelijk of alleen in zwaar verknipte vorm bereikbaar.

    Ook kampioen is China in het aantal werknemers, in overheidsdienst en de particuliere sector, dat de regering onder controle houdt. Slechts een vakbondskoepel, een verlengstuk van de autoriteiten, is toegestaan. Demonstraties en stakingen van arbeiders leiden steevast tot arrestatie van de leiders. De internationale vakbondsfederatie Icftu publiceerde een lange lijst namen van arbeidsactivisten die gevangenissen van vier tot zeven jaar hebben gekregen of direct naar werkkampen zijn gestuurd.

    Ten slotte is in China's snel groeiende markteconomie ook de positie van zakenlieden geenszins zeker. Rebiya Kadeer, een succesvolle zakenvrouw afkomstig uit de moslimgemeenschap van West-China, kreeg in 1999 acht jaar gevangenisstraf nadat ze contact had gezocht met een delegatie van het Amerikaanse Congres. Ze werd vorig jaar voortijdig vrijgelaten en in ballingschap gestuurd. Maar, berichtte Human Rights Watch in mei, haar zoon, vrienden en zakenpartners worden door de politie nog herhaaldelijk opgepakt, mishandeld en geintimideerd.
    China laat thans veel meer culturele bloei zien dan tijdens de 'Culturele Revolutie' - die tussen 1966 en 1976 wellicht een half miljoen mensen het leven kostte. Maar met het opheffen van de censuur en het garanderen van werkelijke vrijheid is zelfs een serieus begin nog niet gemaakt. Door de aantrekkingskracht die China op het Westen uitoefent, verspreidt de censuur zich als een olievlek. Zakenlieden, academici, bestuurders en journalisten - ze weten dat enige vorm van openlijke kritiek de volgende visumaanvraag in gevaar kan brengen. In de publiciteit rond het Amsterdamse China-festival wordt verwezen naar het 'zoetzure' karakter van de Chinese keuken en kunst. Zoetzuur is zeker ook een karakteristiek die bij dit hele feest past.


    De tekst overgenomen uit het persbericht van GroenLinks van 20051003 is:
    GroenLinks wil dat gemeente Amsterdam debatten over mensenrechten China betaalt

    GroenLinks is verbaasd dat de mensenrechtensituatie blijkbaar niet besproken mag worden tijdens het Amsterdam China festival. Daarom stelt GroenLinks voor dat de gemeente Amsterdam de twee debatten subsidieert die Amnesty International en De Balie hierover organiseren.

    Gisteren is het Amsterdam China festival 2005 van start gegaan. Politiek cultureel centrum De Balie organiseert in samenwerking met Amnesty Internationaal op woensdagavond 5 oktober een debat over de vergeten minderheden in China en op vrijdagmiddag 7 oktober een lezing van mensenrechtenactivist Harry Wu. Het bestuur van het cultureel festival heeft besloten beide debatten niet te subsidiëren en geen onderdeel uit te laten maken van het festival.

    GroenLinks is hierover zeer verbaasd. De situatie van de mensenrechten is dermate ernstig dat hieraan niet zo maar voorbij gegaan kan worden. Om dit duidelijk te maken stelt GroenLinks voor dat de gemeente Amsterdam de kosten voor beiden debatten voor haar rekening neemt.

    GroenLinks heeft het college van B&W al eerder kritische vragen gesteld over de wijze waarop de gemeente Amsterdam de banden met China wil aanhalen zonder dat hierbij aandacht wordt gevraagd voor de mensenrechten in China. Het college heeft toegezegd later dit jaar hierover een standpunt te bepalen.

    Voor meer informatie: Maarten van Poelgeest (020 6713921) of Lonneke Lodder (voorlichter, 06 28446911)


    De tekst overgenomen uit de Volkskrant van 20051010 is:
    Kritiek op China doet realiteit onrecht

    Mensenrechtenorganisaties hebben belang bij het herhalen van negatieve mantra's over China. Dat lokt donateurs. Maar de werkelijkheid, die positiever is, is kind van de rekening, vindt Fons Tuinstra.

    Wat hebben de Communistische Partij van China, de ANWB en Amnesty International gemeen? Net als de meeste gevestigde organisaties is na enige tijd hun eigen overleven belangrijker dan de oorspronkelijke reden waarom ze zijn opgericht.
    Maar waar de ANWB twee eeuwen geleden haar interesse verschoof van wielrijders naar automobilisten, daar waar de Chinese Communistische Partij vorige eeuw priveondernemers in haar midden omarmde, blijven mensenrechtenorganisaties waar het om China gaat de vertrouwde mantra van de afgelopen decennia herhalen: China is een repressieve staat, waar niets verandert en zeker niet ten goede (zie het artikel van Daan Bronkhorst, Forum, 29 september).
    In werkelijkheid verandert China in een razend tempo, al zijn veel van de oude etiketten hetzelfde. Zo noemt de Communistische Partij zich nog steeds communistisch, maar wie achter die etiketten kijkt, ziet dat nog maar weinig overeind is gebleven.
    Sinds het begin van de jaren negentig is de traditioneel bemoeizuchtige Chinese overheid zich snel aan het terugtrekken uit het leven van de gewone burger. Samenlevingsvormen anders dan het traditionele huwelijk worden niet meer vervolgd. Homoseksuelen mogen samenwonen en vertonen zich veel meer in het openbare leven.
    Sinds de Chinese overheid begin vorig jaar de relatie legde tussen seksueel gedrag en de tikkende tijdbom van aids, staan de grote steden bol van de voorlichting over veilig vrijen. Dat was zeker tien jaar te laat, maar de omslag was niet minder ingrijpend. En meer dan honderd miljoen Chinezen hebben toegang tot internet.
    De nieuw-verworven vrijheid zorgt geregeld voor grote paniek bij het conservatieve overheidsapparaat, dat - vaak tegen beter weten in en soms in blinde paniek - probeert die nieuwe vrijheden in banen te leiden.

    China is nog steeds recordhouder in het voltrekken van doodstraffen. Maar sinds vorig jaar is de oppositie daartegen, die zich eerder alleen in academische kring uitte, terug te vinden op de voorpagina's van de staatsmedia. Het communistische volksdagblad spuit teksten die op de burelen van Amnesty International gemaakt konden zijn. De overheid werkt aan een mediacampagne waarbij ze haar bevolking, die in meerderheid de doodstraf steunt, probeert te overtuigen van de noodzaak die traditie te stoppen.
    De routinematige onderdrukking van religieuze vrijheden is verdwenen. Nog steeds bestaat de angst voor grootschalige uitwassen en organisaties die de staat in gevaar brengen - zoals Falun Gong deed in 1999 - hebben wel een probleem. Daar staat China evenwel niet alleen in. Veel meer landen vinden het voornemen de staat om zeep te helpen reden genoeg op te treden. Maar de traditionele systematische onderdrukking van gelovigen uit China's verleden is voorbij.
    Hoewel officieel nog steeds verboden, bestaat in China een groeiende gemeenschap van niet-gouvernementele organisaties, vooral inzake hulpacties, milieu en vrouwenrechten. Opvallend genoeg zijn er ook werkgeversorganisaties. Legalisering daarvan lijkt een kwestie van enkele jaren.
    Onder Chinese burgers is een traditie ontstaan om bij het minste of geringste naar de rechter te stappen, of te klagen bij media of arbitrage-instanties. Buitenlandse bedrijven zien dat vaak, omdat de burgers denken dat bij buitenlandse bedrijven meer te halen is. Maar ook overheidsdiensten, tot aan de gevreesde staatsveiligheidsdienst toe, krijgen steeds vaker de klagende burgers op hun dak.
    Conflicten rond milieuproblemen, achterstallig loon, corruptie en illegale landonteigeningen groeien dank zij die toegenomen vrijheid, incidenteel zelfs openlijk aangemoedigd door de centrale overheid die moeite genoeg heeft om haar ambtenaren op lager niveau in het gareel te houden.

    Is China nu een luilekkerland op het terrein van de mensenrechten? Verre van dat: te veel gaat mis, maar door je te overschreeuwen ten einde meer donateurs binnen te halen, en geen oog te hebben voor dat wat ook goed gaat, doen de critici China geen recht.
    De traditionele media willen eenvoudige boodschappen over China, die de lezer niet in verwarring brengen. Mensenrechtenorganisaties gebruiken die media door hen te voorzien van voorspelbare, voorgekookte reacties in minder dan achthonderd woorden.
    Zo vermaken media en mensenrechtenorganisaties elkaar met voorspelbare mantra's, zonder zich te bekommeren om de realiteit.
    In een serieus debat over de mensenrechten in China is het verstandig inbreuken op die mensenrechten wat meer in perspectief te plaatsen, ook als dat minder mensen naar achterkamertjes lokt om boze brieven naar China's president Hu Jintao te schrijven.
    Druk uitoefenen, kritiek leveren blijft noodzakelijk, maar heeft alleen zin als dat tegelijkertijd getuigt van enig inzicht in wat in China werkelijk aan de hand is.

    Fons Tuinstra is correspondent in Shanghai
    voor de diverse media en auteur van onder meer
    Het andere oosten. Vijftien misverstanden over China en de Chinezen.


    De tekst van een niet geplaatste reactie ingezonden naar een krant op 20051003 naar aanleiding van het artikel van 20050929 in de Volkskrant is:
    Een brug te ver

    Het artikel komt bij mij over als een eenzijdig samenraapsel van welbekende gegevens, op een vergezochte manier gepoogd actueel te maken. Het in verband brengen van een cultureel festival in Nederland met de mensenrechtenpolitiek van de Chinese overheid is als roepen dat Nederlanders Tori Amos moeten wantrouwen omdat Bush president van de VS is. Een brug slaan tussen internetcensuur in China en -- zeg -- het optreden van de Peking opera in het Concertgebouw is voor ieder weldenkend mens een brug te ver.

    In het artikel passeert een hele rits buitengewoon complexe problemen de revue, zonder dat ook maar een ervan met diepgang wordt beschreven. Natuurlijk zijn er dingen fout in China, maar een artikel als dit stimuleert oppervlakkigheid en polarisatie. (Zeker als er feiten niet kloppen, zoals het zestigvoud aan executies.) Het is bijvoorbeeld een open vraag of democratie in dit stadium wel de beste staatsvorm voor China is. We praten niet over Nederland (16 miljoen) maar over China ( 1.3 miljard), waarvan een groot deel in armoede leeft. De stelling is zeer verdedigbaar dat een meerpartijenstelsel in China zou leiden tot onbestuurbaarheid en grote sociale chaos.

    Maar het belangrijkste is dat het hier niet om gaat. Dit is cultuur, geen politiek. Blijkbaar weet de schrijver het verschil niet tussen deze twee onderwerpen, noch om mee te gaan in het idee dat het westen superieur is. De auteur van het desbetreffend artikel heeft kennelijk bij het horen van het woord "China" een knee-jerkreflex en steekt direct een clichematige litanie af. Debat over "moeilijke" onderwerpen is prima, maar voer het op de juiste plaats en met de juiste diepgang.

    Tsibo Lin



    Yuen Keong Ng; E-mail
    Last modified: October 22, 2005