Dodelijke straal

Hoewel hij zich dit soort persoonsverheerlijking behaaglijk liet aanleunen, moest hij van mystieke opvattingen in het algemeen niets hebben - mensen waren 'machines van vlees', hield hij vol.

Al die aandacht uit verdachte hoek maakte zijn toch al wankele reputatie in de academische wereld er niet beter op: alleen een charlatan kon dat soort mensen aantrekken, zei men. Gedeeltelijk was die slechte reputatie onterecht en kwam ze voort uit triviale kinnesinne. Hij was een geniaal man met een weergaloze intuïtie en hij zag - avant-Popper - heel scherp in dat alleen uit de intuïtie nieuwe hypothesen worden geboren, de ballonnen waarop de wetenschap drijft. Maar de intuïtie kan ook falen - vandaar het strenge toetsen van hypothesen in de wetenschap. Het was onvermijdelijk dat uit het bruisende ideeënvat dat hij was menige foute hypothese opborrelde - en daar stortte de academische wereld zich op. Men mag nooit de gretigheid onderschatten waarmee middelmatige geesten zich aan afkeuring overgeven.

Aan de andere kant was er wel degelijk grond voor die slechte reputatie. Nooit in zijn leven heeft hij de moeite genomen een degelijk artikel te schrijven voor een wetenschappelijk tijdschrift. En de vraag is of hij daartoe in staat was. Eigenlijk kon hij zijn ideeën alleen maar in zijn eigen hoofd uitwerken en dan het resultaat eventueel in praktijk brengen; uitleggen kon hij moeilijk, zelfs aan vakgenoten. De reden daarvoor zal zijn geweest dat hij volledig dreef op zijn fabelachtige intuïtie: redeneren, technische kennis kwam er bij hem pas in de tweede plaats aan te pas. Maar, zoals eerder gezegd, de intuïtie kan falen en naarmate hij ouder werd, al boette hij niets van zijn creatieve vermogens in, kwamen zijn ideeën steeds scherper in conflict met de werkelijkheid en het technisch uitvoerbare. Welwillende wetenschapsjournalisten moesten alle zeilen bijzetten om te verhinderen dat zijn blunderende uitspraken het publiek bereikten. Hij was teveel een loner, hij vertrouwde te zeer op zijn gave genius. The boldness of ignorance, noemde hij dat trots. De ontwikkelingen in de ook toen al snel voortschrijdende wetenschap hield hij nauwelijks hij. Tijd was niet relatief, verklaarde hij apodictisch na het bekend worden van Einsteins relativiteitstheorie. En over het vrijkomen van energie bij atoomsplitsing zei hij hooghartig: 'I have split atoms, but no energy was released'.

Hij werkte in de laatste decennia van zijn leven aan twee grootse projecten: het 'draadloos overbrengen van energie' en een 'dodelijke straal' die door zijn vernietigende en snelle werking een eind zou maken aan alle oorlogen. Maar hij wist niets concreets over zijn plannen te vertellen, hoezeer welwillende deskundigen hem ook uitmolken. En wat hij er in lezingen wel over te berde bracht zette de haren van natuurkundigen recht overeind: hij had het bijvoorbeeld over snelheden groter dan die van het licht. Geen concrete plannen betekende ook geen geld, want zijn roem alleen was voor de financiers niet voldoende om de vele miljoenen op tafel te brengen die zijn droom moest kosten - als hij al uitkwam. Hij schraapte nog net genoeg geld bij elkaar om een gigantische stalen toren in de buurt van New York te laten bouwen, maar daarmee hield het op. De toren verroestte en werd aan het begin van de tweede wereldoorlog voor oud ijzer afgebroken.

Waandenkbeelden

De tantaliserende gedachte blijft bij zo'n groot man natuurlijk dat hij misschien toch, al is het maar een beetje, gelijk had, ook al roepen de natuurkundigen nog zo hard van niet. Toen hij voor het eerst op jonge leeftijd zijn ideeën over de inductiemotor ontvouwde werd hij ook streng door zijn natuurkundeleraar gekapitteld: wat hij wilde kon niet, zei deze, dat ging tegen de natuurwetten in, dat stond gelijk aan het perpetuum mobile.

Nog niet zo lang geleden - aan het begin van de jaren tachtig - is een Engelse fysicus, David Peat, in opdracht van de Canadese National Research Council eens precies nagegaan wat er waar zou kunnen zijn van de buitensporige claims die Tesla een het eind van zijn leven maakte. Met name de 'dodelijke straal' en het draadloos en verliesloos overbrengen van energie had de belangstelling van de Canadese overheid. Na zorgvuldige lezing van alle papieren die Tesla na zijn dood had achtergelaten en na een zo gunstig mogelijk interpretatie van alles wat hij over die twee onderwerpen ten beste had gegeven kon hij, in het licht van de moderne natuurkunde, maar tot één conclusie komen: het waren waandenkbeelden, het was onmogelijk. In het boekje dat hij over zijn onderzoek schreef (In Search of Nikola Tesla, even spannend als een detective) probeert Peat een verklaring te vinden voor het feit dat een zo scherpzinnige denker en geniale uitvinder als Tesla zo hardnekkig bleef vasthouden aan een idee dat ook volgens de toenmalige stand van de natuurkunde onmogelijk was. En zoals menigeen komt hij uit bij een psychoanalytische oplossing: Tesla was vanaf zijn vroegste jeugd een eenling, een buitenstaander die nauwelijks contact had met de wereld. Het denkbeeld van de draadloze en verliesloze overbrenging van energie (en 'informatie') moet een uitdrukking zijn geweest van zijn verlangen naar communicatie, naar éénwording van de wereld, naar het slechten van barrières.

Aardig geprobeerd. Ook 'aardig' in de zin dat de auteur welwillend wil blijven ten opzichte van zijn onderwerp. Maar de werkelijkheid is misschien veel eenvoudiger en platvloerser. Misschien wilde hij het enige dat hem een plaats gaf in de wereld, zijn roem, handhaven. En nu hij de mensen niet meer kon verbazen met ongelooflijke uitvindingen, moest hij het doen met ongelooflijke uitspraken. Het was misschien ook een soort zelfbescherming, want vergeten worden, zijn creatieve vermogens verliezen, was voor hem, eenzame zonderling met kip noch kraai in de wereld die hij was, het ergste wat hem kon overkomen.

volgende pagina

Valid HTML 4.01! Valid CSS!
Tesla op 64-jarige leeftijd
De elektrische "aardpomp" die voor draadloze overbrenging van elektriciteit moest zorgen
Tesla en Einstein in 1921
De stalen toren in Wardenclyffe