VOLKSLIED en VOLKSMUZIEK

Citaten (1981-1990)

terug Vorige blad



"In Nederland werd de laatste draailier gesignaleerd
in het begin van deze eeuw en wel in Groningen."

Drs. J.J. Mulder (1981)



"Het feit dat we nu een groeiende, aktieve folkbeweging hebben,
danken we aan de impuls die groepen als Fairport Convention,
Steeleye Span en discipelen zo'n 10 jaar geleden gaven
aan publiek dat voor een groot deel nog nooit van folk gehoord had
en dat niet 'konsumptiever en passiever' werd,
maar zich aktief voor folk bleek te gaan interesseren."

Bert Osnabrug (1981)



"Je kunt niet meer van een folkpubliek spreken.
De echte traditionele folkgroepen komen
volgens mij ook steeds minder aan bod.
Er zijn niet veel echte folkclubjes meer."

Bert Spin, accordeonist in Dommelvolk (1981)



"...het Nederlandse folk-publiek is te verwend.
Elke week treedt er wel ergens een volksmuziekgroep op.
Veel theaters hebben vier keer per maand een groep op de planken staan."

Fred Janssens (1981)



"Es 'n Brabants louster-lieke, van 'nen dörpsen troebadoer
blijheid brengt vur bèèj 'n bietje bè den burger en den boer,
lòt 't dan mèr diedel-deine wijd weg van de "Hit-parade",
't zal van èiges mense vijne, die 't pruuve zo gezeed."

Thieu Sijbers, Noord-Brabantse volkszanger (1981)



"De folkbeweging zou nooit bestaan hebben zonder
Baez, Dylan, Fairport, Steeleye, Dubliners en Fungus, de grote hitmakers."

Jos Koning, muzikant en medewerker Janviool (1981)



"Arme mensen kochten geen boeken, die waren te duur
en bovendien was een groot deel van hen analfabeet.
Voor het gewone volk waren er liedjes"

Rudolf Dekker en Lotte van der Pol ("Daar was laatst een meisje loos", 1981)



"Afhankelijk van de definitie die je als uitgangspunt kiest,
Kun je onze muziek dan weer niet en dan weer wel als volksmuziek zien"

Nanne Kalma, violist en voorman van de Friese groep Irolt (1981)



"De Friezen trachten in Nederland hun eigen kultuur te behouden.
Op de scholen wordt nu zelfs het Fries als tweede taal onderwezen,
daar is hard voor gevochten.
Wij Marokkanen proberen in dit voor eens vreemde land
ook iets van de eigen cultuur te behouden.
Muziek is daar een belangrijk onderdeel van."

Rachid Tahiri, leider Marokkaanse groep Majdawa (1981)



"De meeste straatzangers en zangeressen zijn onbekend gebleven.
Niet alleen omdat zij hun liedjes niet ondertekenden,
maar ook omdat hun namen niet belangrijk genoeg
waren om opgeschreven te worden,
zoals eigenlijk nooit met de gewone man en vrouw is gebeurd."

René van Hoften, Madelein Taen en Henny Ketelaar ("Geef terug die straat", 1981)



"Met de invoering van het protestantse kerkgezang
in een aantal West-Europese landen
verdween weliswaar de volksmuziek grotendeels uit het culturele bewustzijn,
tegelijkertijd werden echter de muzikale vormen en de instrumentensoorten
die behoorden tot de folklore, beter vastgelegd."

Rob J.M. van Acht ("Volksmuziek en volksinstrumenten in Europa", 1982)



"De vredesstrijd zal in de komende tijd steeds intensiever worden.
Daarbij is het lied een onmisbaar wapen."

Basislektuurdienst, (1983)



"Wanneer een folkloristische groep demonstreert wat vroeger
in de eigen streek gedanst en gezongen werd,
geeft die groep een momentopname.
Zo'n groep is dan ook niet in de eerste plaats,
zoals vaak wordt gezegd, een 'levend museum',
maar eerder het levend bewijs dat de overlevering gestopt is."

Ate Doornbosch, volksliederenverzamelaar (1985)



"... volkliederen werden vaak verkracht
door ze te brengen tijdens grote festivals,
waardoor er onder 't mom van traditionele uitvoering
een vertekend beeld werd gegeven van
de manier van zingen, tempo en intentie van het lied"

Harrie Franken, volksliederenverzamelaar (1985)



"... ik speel liever als muzikant dan dat ik
op een wetenschappelijke manier met mijn liedmateriaal omga..."

Rolf Janssen, volksliederenverzamelaar (1985)



"Het enige wat voor de volksliedstudie in Friesland interessant is,
is het feit dat Friese teksten werden geschreven
op bestaande wijzen van Nederlandse volkliedjes,
soms ook van buitenlandse herkomst."

S.J. van der Molen, muzikant en volksliedverzamelaar (1985)



"Volksmuziek is over het algemeen ontstaan in een gemeenschap
die niet is beïnvloed door kunstmatige populaire muziek."

Herman Dewit, volksmuzikant ("Muziek op hakkebord en klompviool", 1986)



"De straatzanger moest zijn liedjesrepertoire aktueel houden!
Andere gebeurtenissen in de samenleving
eisten de aandacht op van de bevolking
en de straatzanger sloot daarbij aan met een lied,
terwijl hij met een stok het bijbehorende plaatje aanwees."

Dick Wortel ("Zyt ghy oock een meyt?, dertien liedjes over meisjes loos", 1987)



" ... laten we de emotionele waarde van de volkskunst niet onderschatten
zoals de volksliederen die mondeling werden overgedragen."

Mr. Dr. L.C. Brinkman, Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1987)



"Dat sommige liedjes nog bewaard zijn gebleven is te danken aan het feit,
dat de straatzangers hun liedjes wel eens lieten drukken op een los blaadje."

Dick Wortel, taalkundig assistent bij het Woordenboek der Nederlandse Taal (1987)



"De invloed van de marktzanger kan moeilijk worden overschat.
In een tijd zonder de opdringerige media van tegenwoordig,
vervulde hij eeuwenlang de drievoudige rol
van informant, opvoeder en entertainer"

Willy Braekman, hoogleraar volkskunde ("Hier heb ik weer wat nieuws in de hand", 1990)



vooruit Volgende blad

begin pagina begin van deze pagina

terug Citatenmenu

home hand OLD FOLKS AT HOME PAGE
Deze pagina is bijgewerkt op: