Turkse Hoge Raad moet terug naar ‘core business’
Om alvast klaar te zijn voor de EU vraagt Turkije advies over harmonisering van het rechtssysteem. Een mooie kans de overbelasting van de Hoge Raad aan te pakken.
Ingelse, in het dagelijks leven vice-president van het gerechtshof in Amsterdam, verkeert in de bijzondere positie dat hij daadwerkelijk kan meewerken aan een herstructurering van het rechtssysteem in Turkije. Hij is anderhalf jaar gestationeerd in Ankara in het kader van een zogeheten Twinningproject.
Deze projecten zijn ingesteld door de Europese Commissie en zijn bedoeld om kandidaat-lidstaten van de Europese Unie te helpen en te ondersteunen op de lange weg naar Brussel. Ingelse (60) adviseert dit specifieke Twinningproject, dat beoogt gerechtshoven in Turkije in te stellen. Nederlandse, Zweedse, Franse en Turkse juristen werken samen aan het project. De Amsterdamse jurist, Resident Twinning Advisor:
‘Het is opvallend hoe inhoudelijk de debatten zijn. Ik ben erg tevreden over de deskundigheid bij de Turken.’
Het rechtssysteem in Turkije is verwant aan stelsels in Europa. Geen wonder, want Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van de moderne republiek, speelde leentjebuur bij de Zwitsers voor het civiel recht, bij de Italianen voor het strafrecht en bij de Fransen voor het administratief recht. Met het oog op het toekomstige lidmaatschap van de EU wil Ankara de organisatie van het rechtssysteem op één lijn brengen met wat gebruikelijk is elders in Europa.
Turkije wil twintig gerechtshoven instellen. Het land heeft nu alleen gerechten van eerste aanleg. De Hoge Raad houdt zich zowel bezig met hoger beroep (het opnieuw behandelen van een zaak door een hogere rechter) als met cassatie (de beoordeling of het recht is geschonden of verkeerd is toegepast).
Het gevolg is dat de Hoge Raad ernstig overbelast is, zegt Ingelse, en dat uit zich weer in soms al te korte motiveringen bij een vonnis en grote vertragingen. ‘De Hoge Raad is nu niet goed in staat om de eenheid van het recht te waarborgen, noch om betere formuleringen van de vonnissen te verzorgen.’
Doel van het project is volgens Ingelse het opleiden van duizend rechters en aanklagers en twaalfhonderd stafmedewerkers, die de gerechtshoven moeten gaan bemannen. Turkse, Nederlandse en Zweedse deskundigen leiden daarvoor veertig trainers op. Nederlandse deskundigen – onder wie officieren van justitie – komen een dag of drie, vier naar Ankara en werken samen met hun Turkse collega’s.
Medio volgend jaar zouden de gerechtshoven moeten functioneren. ‘Per 1 juni 2007 kunnen de Turkse burgers in hoger beroep bij die nieuwe gerechtshoven. Dus dan moet het klaar zijn, ook de huisvesting, en daar maak ik me wel zorgen over’, zegt Ingelse.
Hij onderstreept dat de Nederlanders niet zomaar eventjes komen vertellen wat er niet deugt aan het Turkse rechtssysteem. ‘We hebben twee uitgangspunten die mogelijke wrijvingen voorkomen. In de eerste plaats willen de Turken het zelf en ten tweede is het hun eigen project. Uiteindelijk beslissen zij wat er gaat gebeuren.’
Copyright: de Volkskrant