Zo kreeg ik recent de wereldwijde lancering van
Teleportatie-techniek onder ogen van het Engelse
bedrijf Teleportec.
Dat lijkt op driedimensionale projectie! Beam me up,
Scotty! Dit is evident een drastisch andere aanpak van
het tot nu toe niet zo goed aangeslagen fenomeen
videoconferencing. Een spreker op een congres wordt
bijvoorbeeld op ware grote geprojecteerd op een
doorzichtige glasplaat, die onder een schuine hoek op
een katheder is gemonteerd.
De suggestie dat het hier 3D
holografische projectie betreft, zoals de New York
Times meldt, is voorzover na te gaan onjuist. Teleportec
maakt die claim ook nergens op zijn website. Voor het
overzenden van een 3D hologram op levensgroot formaat is
namelijk een datarate van enkele tientallen Gigabit/s
vereist. Mark Lucente (what's in a name?) van MIT's
Medialab had begin jaren negentig voor het verzenden van
een hologram van het formaat van een golfbal al 100
MB/s (800 Mbit/s) nodig.
Teleportec's katheder kan echter al uit met normale
H.320 (voor circuitgeschakelde netwerken) en
H.323-codering (voor pakketgeschakelde netwerken) en
vereist de typische bandbreedte voor een roll-about
(verrijdbaar) videoconferencing systeem, d.w.z. 386
kbit/s symmetrisch verkeer. Een beetje zoeken brengt de
vermoedelijke achterliggende techniek naar boven. Laser
Magic Productions, brengt namelijk een transparant
video-projectiescherm op de markt dat een quasi 3D
holografisch beeld produceert onder de naam TransScreen.
Op zich is echte 3D-kleurentelevisie eenvoudig te
realiseren. Begin jaren negentig is dit bijvoorbeeld
gedemonstreerd door KPN Research,
waar tijdens de demonstratie gebruik werd gemaakt van
twee TV-beeldschermen, die door een schuine
halfdoorlatende spiegel verschillend gepolariseerd licht
stuurden. Om 3D te zien had je echter zelf nog een
niet-getinte polaroidbril nodig. Iets dergelijks kan ook
met de TransScreen worden gerealiseerd, wat het 3D
effect nog verder versterkt. Maar dat brilletje is niet
bepaald gebruiksvriendelijk.
Doordat men het principe omdraait, i.p.v. te kijken
naar een scherm, kijkt men naar een projectie in de
ruimte, kan toch al een redelijke illusie van 3D worden
geschapen. Laser Magic Production legt in een primer
uit hoe deze illusie werkt. De opzet van Teleportec
is ook handig gekozen. De spreker die wordt
geprojecteerd staat of zit zelf in een opname-studio,
waar in zijn zichtveld - onder de juiste zichthoeken -
een beeld van de zaal wordt geprojecteerd. Stelt iemand
in de zaal rechtsachter een vraag, dan keert de spreker
zich in de juiste richting en kijkt hij de vragensteller
rechtstreeks aan. Oogcontact!
Dit rechtstreeks aankijken herinnerde mij aan de
visie van Eckart
Wintzen en Fred
Kappetijn op het benadrukken van het
primaire belang van oogcontact voor (beeld)kwaliteit
en bedieningsgemak. Ook zij gebruiken voor het apparaat
dat Ex'ovision
ontwikkelt een optische beam-splitter techniek.
In hun geval staat er een camera achter een schuin
opgestelde (halfdoorlatende) spiegel. Deze optische
techniek is al dusdanig oud dat hij niet meer
patenteerbaar is. Die kans op een patent is
waarschijnlijk groter met de projectieschermen en de
gedachtensprong die onder de technieken van Teleportec
en Laser Magic schuil gaat, waarbij men overgaat op
projectie en 3D-illusie.
De eerste demo's van Teleportec werden deze zomer
gegeven. Een beetje zoeken via Google leverde een
artikel op waarin een prijs genoemd werd van 70 duizend
dollar. Deze prijs geldt vermoedelijk voor het
katheder-model. Er is ook een circa 6
meter breed Theatre-model, waarmee een hele
groep op een toneel kan worden geprojecteerd. Dit is dus
duur spul, vermoedelijk door de schermkosten en de nog
niet zo goedkope lichtsterke video-projectoren. Echter
begin jaren negentig liep een videoconferencing-studio
ook in de tonnen. Daar waren er diverse van te huur in
Nederland, en de Golfoorlog joeg de belangstelling voor
transatlantische conferencing, op toen nog magere
kwaliteit (over een peperdure 2 Mbit/s verbinding),
omhoog.
Sinds 11 september schiet ook nu weer de
belangstelling omhoog voor videoconferencing. Teleportec
is bij toeval precies op het goede moment met een gereed
model op de markt verschenen. Het eerste bedrijf is al
gestart dat met de Teleportec-apparatuur een teleporter-studioketen
uit de grond stampt. Zij vragen een uurtarief
voor de huur van zo'n Teleporter studio van $200-300.
Een videoconferencing-expert die de Teleporter
diepgaander had gezien, legde mij uit dat zij voor hun
apparatuur een fabrikantspecifieke versie hadden
gebruikt die afwijkt van de standaard
H.323-videoconferencing techniek, die onder andere in
Microsoft Netmeeting zit. Wanneer je de onderste
alinea's van de primer
van Laser Magic goed leest en enkele
voorbeeldfoto's bekijkt, dan wordt echter duidelijk
dat je met zo'n glazen Transscreen, een donkere (zwarte)
achtergrond, een vakkundige uitlichting en een goede
opstelling van (DV-)camera en video-projector hetzelfde
effect kan bereiken.
Het betekent dat alleen nog de prijs van een
Transscreen en de kostprijs van een Internet-aansluiting
met meer dan 386 kbit/s upstream een daadwerkelijk
hinderpaal kunnen vormen. Het aantal kleine bedrijven en
videohobbyisten dat al in bezit is van een goede
(DV-)camera en video-projector is niet gering in
Nederland.
Een TransScreen van 30 bij 40 inch (meer dan een
vierkante meter, de maat die Teleportec gebruikt in zijn
katheder-versie) kost tegen de 3000 dollar. Voor afname
van 1 tot 15 vierkante voet geldt een prijs van $450 per
vierkante voet. Het is ook mogelijk om alleen de voor
het effect vereiste film (TransFilm) te kopen, dan zakt
de prijs naar $350 per vierkante voet. Die film moet je
dan zelf lijmen tussen twee perspex- of glazen platen.
Om het cru te stellen, een beetje handigerd bouwt
zelf zo'n grote teleportatie-opstelling met
standaardcomponenten (wel compatible) voor 20% van de
$70.000 dollar. Een opstelling zelf bouwen met
standaardcomponenten vereist geen licenties van
patenten.
Wat betreft de andere potentiële hinderpaal van de
videoconferencing-opmars, een Internet-aansluiting met
hoge upstreamcapaciteit, is er sinds kort ook een aanbod
voor een redelijke prijs. Kijk maar naar de recente
aankondigingen van BBned met resp. SURFnet en Cistron
voor levering van ADSL-diensten met uploadsnelheden tot
512 kbit/s.
Eckart Wintzen en Fred Kappetijn stellen dat het
hebben van oogcontact datgene is dat videoconferencing
maakt of breekt. Gezien de nu beschikbare technieken,
die elkaar aankijken mogelijk maken, hun prijsniveau en
het recente marktsentiment dat even stevig ten faveure
van videoconferencing is, wordt 2002 het jaar van de
waarheid.
Is eind 2002 deze markt nog niet vooruit te branden,
dan kunnen ze de conclusie trekken:
"There is no
intelligent life down here".
Hendrik
Rood