Tips in September

Herfstaster: Novi-Belgii "Damnacus"


Bloeiperiode:
september/oktober/november? afhankelijke van het weer.

Hoogte: circa 100/150 cm

Standplaats:
zon/halfschaduw, vochtig/doorlatend

Grondsoort: geen voorkeur

Winterhard: ja

Plantgroep: vaste planten

Vermeerdering:
delen in de herfst of in de lente: kan ook door zachte stekken in de lente.

Hier onder de Sluier Aster

Foto gemaakt op 2 november 2009
Bloeiperiode: van juni tot november
 


Vaste planten en knollen die nog volop bloeien in mijn tuin.


Hibiscus Mauvelous


Op 20 augustus aangeschaft de hoogte is 40 cm en met veel knoppen er in,
de eerste die nu in mij tuin bloeit heeft een doorsnede van 18 cm

Bloeiperiode: augustus, september, oktober, tot aan de eerste nachtvorst

Hoogte: circa 70/100 cm

Bloem: doorsnede circa 20/30 cm

Winterhardheid: goed winterhard

Soort gewas: vaste plant

Standplaats: zet de Hibiscus Mauvelous op een lichte windluwe plaats.
Houdt bij plaatsbepaling er rekening mee dat de plant na jaren in omvang kan toenemen

Grondsoort: groeit op vrijwel alle gronden die luchtig, humusrijk en goed water doorlatend zijn.

Snoeien: om de omvang van de plant te beperken kan in het late voorjaar terug-getopt worden.

Vermeerderen: begin juli kopstek van circa 10cm snoeien, en in stek grond plaatsen om ze snel wortels aan te laten maken kunt u ze het beste in een kweek bak of in een oude 5 en een kwart diskette box planten, zorg er altijd voor dat de bladeren vrij blijven en zet ze op een lichte plaats maar niet in de volle zon daar ze dan verbranden. Na ongeveer 3 weken hebben zij dan wortels en kunt u ze in de tuin planten liefst met goede potgrond, of bemestte tuinaarde.

Dit vermeerderen mag alleen voor eigen gebruik, vanwege de patent rechten die op deze plant van toepassing zijn.


Guldenroede: Solidago ‘Golden Wings’


Bloeiperiode:
juli?, augustus, september, oktober

Standplaats: volle zon tot lichte schaduw.
Groeit op vrijwel elke tuingrond. Liefst goed doorlatend.

Hoogte: circa 150 cm

Blad: Lancetvormig, langwerpig-elliptisch, soms licht gezaagd.
Lichtgroen. Bladstand kruisgewijs

Bloei: Kleine gele bloemhoofdjes in grote pluimen aan het
uiteinde van de vertakkende stengels.

De plant trekt ook hommels, vlinders en nuttige insecten aan.
Ondanks de hoogte heeft deze plant geen steun nodig.

Algemeen:
Een makkelijke en sterke vaste plant, de lange bloeitijd en het feit dat de plant ook na de bloei in de winter nog attractief blijft is zo mooi om hem op een erf-afscheiding te planten of voor een donker haag in combinatie met, Anemonen, Asters,
Agastache, siergrassen, Helenium, Persicaria, Verbena, Venkel, Verbascum, enz.

Vermeerderen: delen/scheuren in de lente of herfst.
De plant kan flinke uitlopers vormen.


September-Charm Anemone

 

Late bloeiers zijn er genoeg, maar er zijn er maar weinig zo mooi als herfstanemonen. Je hebt twee soorten: Anemone hupehensis en Anemone hybrida. Beide met groot, diep ingesneden blad, vrij lange stengels en simpele, maar wonderschone bloemen.

 

 

Bloeiperiode: van augustus tot november

 

Een bekende herfstanemoon is Anemone hybrida ’Honorine Jobert’. De bloemen zijn stralend wit, met opvallende gele meeldraden in het hart. Anemone hupehensis ’September Charm’ heeft halfgevulde, donkerroze bloemen. Anemonen willen graag doorlatende humusrijke tuingrond, waarin ze diep kunnen wortelen.


Herfstanemoon is Anemone hybrida ’Honorine Jobert’.

Geef ze een plekje in de halfschaduw: ze houden van gefilterd licht.

Het is verstandig om de planten in hun eerste winter af te dekken, bijvoorbeeld met een laag blad.

 

Herfst Asters kan ook goed in combinatie met de Anemoon

 


Zonnebloem Helenium ‘autumnale’

Bloeiperiode: augustus/september

Bloei-kleur: geel

Hoogte: circa 200 cm

Grondsoort: goeddoorlatende grond

Standplaats: zon/halfschaduw

Vermeerderen: door zaaien in het voorjaar april/mei


Zonnenbloemen

Bloeiperiode: van juli tot oktober:

Er bestaan nog al wat soorten Zonnebloemen.
De hoge enkele gele Zonnebloem (H.Giganteus). De vertakte lagere rood-bruinbloeiende Zonnenbloem (H. Annuus) en de dubbele gele Zonnenbloem (Ook wel bekend onder de naam Sungold).
Daarnaast zijn er nog enkele andere soorten zoals die minder hoog worden de Zonnenbloem H. Cucummerifolius.

Alle zonnebloemen geven een extra dimensie aan je tuin. De omvang van de plant, de bloem en dergelijke zijn bijzonder.
De hoge planten krijgen vaak maar èèn bloem. Die is meestal vrij groot.
De vertakte soorten krijgen eerst aan de top van de hoofdstengel een bloem. Later volgen er meer op de zijtakken en vervolgens op de zijtakken van de zijtakken. Zo kunnen ze maanden achtereen bloeien.

Ook de Zonnenbloem zonder hart is erg mooi. Het is weer eens iets anders.
De bloemen zijn in hun geheel geel. De in het hart groeiende plant-organen vormen lange gele uitlopers die even lang zijn als de bloembladeren.
Jammer genoeg blijft er van de bloem een opvallend dor aandoend geheel over na de bloei. Terwijl de uitgebloeide bloem van de gewone zonnenbloem best nog wel decoratief kan zijn.
Ook deze soort Zonnenbloemen kunnen zijtakken met bloemen krijgen.

Zaai informatie over de plant:
Zonnenbloemen kun je gewoon in mei op de plek waar je ze wilt hebben zaaien. Geef de zaden in ieder geval voldoende water en let erop dat slakken de jonge plantjes niet opvreten.
Pas wel op voor slakken. Die zijn dol op zonnenbloemen. Door rond de stengels van de planten houtsnippers of stro te leggen, heb je er geen last van.

Winterinformatie:

Eenjarige plant die na de bloei sterft.

Vermeerderen ervaringen:
Op 28 maart 2006 in een potje in de schuur enkele zaden van dubbelbloemige zonnenbloemen gezaaid. Ze kwamen begin april reeds op. Nu in augustus september bloeien ze mooi, ook op zijtakken. Naast de gezaaide Zonnenbloemen kwamen er ook een aantal spontaan op in de tuin. Dat komt doordat ik vorig jaar een Zonnenbloemhart op de aarde in de tuin had gelegd. De spontaan opgekomen zonnenbloemen bloeiden eerder dan de gezaaide. Zelfs de planten die ik had verplaatst, waren later met bloeien.


Vetplant: Sedum -Muurpeper

De Sedum is er in allerlei variaties, van bodembedekkers tot planten van een halve meter hoog.

Bloeiperiode: van augustus tot oktober

Men treft ze over de gehele wereld aan. De lage soorten vetkruid zijn uitstekend geschikt voor rotstuinen. Ze groeien zelfs op muren en daken. Het vetblad dient als waterreservoir waardoor ze een lange tijd zonder water kunnen.

De Sedum Acre is een zode vormend plantje en wortelt zeer oppervlakkig. Elk bloemetje levert zaad, dus het is raadzaam om ze na de bloei te verwijderen.

De wat hogere soorten hebben groter blad en groeien graag in gewone tuinaarde, geef ze wel wat extra steun want ze willen wel eens uit elkaar vallen. Al voor de bloei is de plant prachtig om te zien en ook na de bloei blijft hij aantrekkelijk tot in de wintermaanden als er een laagje rijp of sneeuw op ligt. Het zijn echte bijen en vlinderlokkers.

Vermeerderen: Door scheuren


Hortensia’s in de tuin
 

 

 
Bloeiperiode: juni?, juli/september, afhankelijk van de omstandigheden.
 
Bolhortensia’s (Hydrangea macrophylla) zijn volop te koop als kamerplant. Je kunt ze echter ook heel goed in de tuin zetten. In augustus gekochte planten hebben nog voldoende tijd zich voor te bereiden op de winter. In een ruime tuin is een flinke groep erg mooi. Op een vochtige plek kunnen ze volle zon hebben. Zet ze bloeiend en wel in de grond en geef volop water. De bloeiwijzen kunnen tal van nuances blauw en rood hebben. De zuurgraad van de grond heeft invloed op de kleur. Blauwbloeiende hortensia’s hebben de neiging roze te worden in kalkrijke grond.

Vermeerderen:
Hortensia’s zijn te vermeerderen door zomerstek.
U knipt een jonge tak met 2 tot 3 bladparen af en zet hem in een pot met goede potgrond. Hierna
geeft u water en dekt de plant af met een stukje doorschijnend plastic, om verdamping tegen te
gaan. Na ongeveer 2 weken zitten de eerste wortels er al aan en kan het plastic er af.


 

Vinderstruik

Buddleja davidi-Vlinderstruik
 

Bloeiperiode: juni?, juli/september , afhankelijk van de omstandigheden.

De vlinderstruik met zijn prachtige pluimen zijn een lustoord voor vlinders en bijen doen zich te goed aan de nectar wat onder in de bloemen zit. De vlinderstruik komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Zuid-Azië. Het nadeel hiervan is dat de planten niet goed bestand zijn tegen al te strenge winters en daarom moeten ze ook niet voor de winter gesnoeid worden.

Deze snel groeiende plant met wat rommelige bloeiwijze is uitstekend geschikt om de schutting uit het oog te ontrekken. Vanwege zijn snelle groei is hij daardoor uitermate geschikt voor nieuwe tuinen. Vlinderstruiken kunnen wel tot 6 meter hoog worden, door ze op tijd te snoeien kunnen ze in toom worden gehouden.

Standplaats: zon/halfschaduw
 

Snoeien: Snoei de vlinderstruik in maart terug tot circa 50 cm boven de grond., dit om kale onderkanten te voorkomen.

Vermeerderen: In oktober kunnen we een 30cm stek met hieltje nemen met wat zijschuiten, nadat deze geplant is zal de stek spoedig wortelen. Zij kunnen in het voorjaar worden uitgeplant.

Enkele takken afleggen werkt ook goed.


Zonnekruid- Helinum ‘Moerheim-Beauty’

Bloeiperiode: juli/september

Hoogte: circa 100 cm

Standplaats: zon

Grondsoort: zeer voedzame, goed gedraineerde grond

Vermeerderen: delen/scheuren, liefst in het voorjaar, maar kan ook in het najaar.


De eerste bloeiende Lupinen uit zaadwinning van 2007
bloeien nu nog volop in september 2008.

Zaadwinning: laat de bloemen zolang mogelijk in de Lupinus zitten tot ze uitgebloeid zijn en zij bruinachtig gekleurd zijn, knip ze er dan uit, en bewaar ze op een droge plaats, en maak dan na een maand of twee de peulen open om het zaad er uit te halen, zelf heb ik dat in koffie filter zakjes bewaard en de kleur er op geschreven. Een was geel en de andere was donker paars.

Deze zaadjes heb ik in begin mei 2008 in mijn tuin uitgezaaid en hier boven ziet u het resultaat, let vooral op de extra kleuren die er uitgekomen zijn.


De bloeiende Dahlia’s die in mijn tuin staan.

 

Hier onder staan de laag blijvende Dahlia’s,
hoogte circa 50 cm

En deze hier onder wordt circa 25 cm hoog

Deze lage Dahlia’s bloeien meestal al vanaf half juni

Bloeiperiode: juni?, juli/oktober, afhankelijk van de omstandigheden.

Dahlia’s golden lange tijd als een beetje tuttige, ouderwetse bloemen. Maar nu zijn ze weer helemaal ‘in’. En terecht. Van dahlia’s heb je tot ver in de herfst plezier, zowel in huis als in de tuin.

Zet meerdere soorten in uw tuin indien hij groot genoeg is daar al die verschillende kleuren een lust voor het oog zijn. Exemplaren met enkele of halfgevulde bloemen ogen het meest natuurlijk in de border. In de vaas komt het uitbundige type beter tot z’n recht, bijvoorbeeld de zogenaamde cactus- of pompondahlia’s. Dit soort dahlia’s, met grote, zware bloemen, moet goed worden gesteund, soms wel met een stok per stengel.

Gaten vullen in de border
Vul rond deze tijd wat potten met kleurrijke bloeiers. Die kun je dan gebruiken om gaten in de border op te vullen. Dahlia’s en lelies zijn hiervoor heel geschikt. Ook hoge eenjarige, als siertabak en Salvia patens geven een mooi effect.

Vermeerderen: Knip de bloemen uit de dahlia’s en laat ze in de tuin staan tot het blad uitgestorven is, haal ze nu uit de grond en knip de stengels ervan tot op 10 cm boven de knollen af, maak de knollen wel goedschoon van de resterende aarde. En bewaar ze de hele winter op een koele en niet te droge plaats, om de knollen er van dan half mei weer in de volle grond te planten. ( lijkt het er op dat ze te veel zijn uitgedroogd? leg ze dan een paar uren in een teil met lauw water, of in een emmer, zodat ze er weer fris uitzien om dan geplant te worden)

Vermeerderen: Door te zaaien. Laat enkele uitgebloeide bloemen staan en rijpen, bewaren tot het voorjaar, zaaien in een bakje met potgrond dan spenen in potjes met potgrond en daarna in de volle grond poten. Ongeveer half mei. Door de knollen te delen en 4 stuk bij elkander na half mei in de tuin te planten.
 


Hosta -Hartlelie



 

Bloeiperiode: juli/september

Deze bladplant kan voor diverse doeleinden gebruikt worden zoals borderplant, randplant of als potplant. Bladkleuren variëren van blauwgroen “Halcyon”tot aan geelgroen van de Golden Tiara.

Veel soorten hebben een witte of gele rand om hun hart of lancetvormige bladeren. In de zomer komen er trossen buisbloemen op lange stelen uit, variërend in de kleuren wit, blauw en lavendel. De Hosta’s zijn vanwege hun blad planten met een hoge sierwaarde.

Hosta’s hebben dikke korte vlezige wortelstokken, de bladeren die daar uit ontspringen vormen een rozet, hieruit vormen zich recht opstaande bloemstengels die zelden vertakken en wel een hoogte van 1.50 cm kunnen halen.

Hosta’s stellen weinig eisen aan de bodem en zijn duurzame planten, ze kunnen jaren op dezelfde plek blijven staan. Als ze te groot worden is het raadzaam ze te scheuren .

Hosta’s zijn een paradijs voor slakken, strooi gedroogde koffiedrap rond de planten, daar moeten zij niets van hebben, zelf strooi ik het zoveel als mogelijk is in heel mijn tuin, om de slakken weg te houden.

Vermeerderen: In maart door ze te delen/scheuren


Lobelia x speciosa ‘Fan Burgundy’

Bloeiperiode: juli/september

Hoogte: circa 70 cm

Winterhard: ja/redelijk

Standplaats: Lobelia houdt van een plek in de halfschaduw. Hij groeit zowel op vruchtbare zand- als ook op leemgronden en kan tevens in een kuip geplant worden.

Snoeien: Om een mooie gevulde struik te krijgen, moet je de punten (net als bij fuchsia’s) enkele keren afknippen als de plant nog klein is. Je snoeit de plant circa 10 cm boven de wortel af, wanneer hij uitgebloeid is. In het voorjaar gaat hij weer uitlopen.

Vermeerderen: Lobelia kun je vermeerderen door, delen/scheuren in het voorjaar en najaar na de bloei.


Stokroos ‘Alcea rosea’

De stokroos (Alcea rosea) is een 2-jarige plant.

Bloeiperiode: juli, tot oktober

Standplaats: Hij groeit bij voorkeur op doorlatende, humeuze, kleihoudende grond, en op een warme, zonnige plek. De planten kunnen wel 2 m hoog worden.

Winterhard: ja/redelijk

Bijzonderheden: Na de bloei sterft de plant af. De afgestorven stengel kan in het najaar na de bloei afgeknipt worden. Aan de voet van de plant vormen zich meestal nieuwe uitlopers. Wanneer deze ‘stekken’ in de winter afgedekt worden met een laag blad of stro ter bescherming tegen de vorst, kunnen het volgende jaar op dezelfde plek weer nieuwe bloeiende planten staan. Bij vochtig weer kan de plant last krijgen van schimmelinfecties zoals roest.

Stokrozen kunnen zich sterk uitzaaien. Als u dat niet wenst kunnen na de bloei de bloemen verwijderd worden, zodat geen zaad gevormd wordt.

Vermeerderen: Planten gezaaid in mei of begin juni maken het eerste jaar alleen een bladrozet, en bloeien pas het jaar daarop. Wordt in augustus of september gezaaid, dan bloeit de plant (afhankelijk van het weer) in het tweede of derde jaar na het zaaien.

Wordt heel vroeg binnenshuis gezaaid, bijvoorbeeld in maart, en u plant ze als ze groot genoeg zijn circa 5 cm in potten en u ze half mei uitplant in de tuin, dan kunnen de planten als het weer mee zit nog hetzelfde jaar gaan bloeien.


Veronica gentianoides: Ereprijs

Bloeiperiode: juli/september

Bloeikleur: wit

Hoogte: circa 100/130 cm

Grondsoort: voedzame grond die niet te droog is

Standplaats: zon/halfschaduw

Vermeerderen: delen/scheuren


Eén maal bloeiende rozen

Vrijwel alle ouderwetse rozen bloeien één maal per jaar, in juni. Ze hebben vaak fluwelige bloemblaadjes, zijn sterk gevuld en geuren heerlijk. Voor en tijdens de bloei maken ze nieuwe scheuten, die volgend jaar bloemen produceren. Laat die dus zitten als je de struik snoeit.

De Stamroos die hier  is afgebeeld bloeit vanaf juni tot eind september.
 


Rudbeckia

Rudbeckia komt oorspronkelijk uit Noord- Amerika ,er zijn zowel eenjarige als vaste planten. Ze hebben een rijke bloei en zijn uitstekende snijbloemen.

Bloeiperiode: van juli tot oktober.

De Rudbeckia verlangt naar een zonnige en goed doorlatende vruchtbare tuingrond .Het is geen overbodige luxe om ze op te binnen als ze op een wat onbeschutte plek staan. Na de bloei de uitgebloeide bloemen verwijderen ,soms komt er nog een nabloei. In het najaar snijden we de bloemstelen tot de grond af .

Vermeerderen: Door scheuren.


Hertshooi- Sint-Janskruid ‘Hypericum adrosaemum’

Sint-Janskruid.

De plant heeft zijn hoofdbloei in juni, maar wordt tot in september/oktober
bloeiend aangetroffen.

Is een 60 tot 70 cm hoge, overblijvende plant met kleine
blaadjes en vertakte stengels met eindstandige bijschermen van goudgele
bloemen. Sint-Janskruid vraagt een goeddoorlatende tot droge bodem en een
standplaats in zon tot halfschaduw.
De stengel is enigszins roodachtig, rond op doorsnede met twee uitspringende
lijsten. De bladeren zijn tegenoverstaand en zittend, aan de onderzijde
enigszins blauwig van kleur. Ze bevatten doorschijnende oliekliertjes die, als
de blaadjes tegen het licht worden gehouden, op gaatjes lijken. De bloemen
hebben vijf kelkbladeren en vijf ongelijke kroonbladeren die ook bezaaid zijn
met oliekliertjes.

De vrij lange meeldraden die bovendien in groot aantal voorkomen gevende
bloemetjes nog meer een “stralend” uiterlijk. De vrucht is een driehokkige
doosvrucht met gesnavelde, eivormige vruchtjes. Ondergronds bevindt zich een wortelstok.

Vermeerderen: door zaaien of scheuren, beide kan zowel in het voor- als najaar.


Passiebloem Passieflora Wit
Deze witte bloeit wat later zoals u aan de datum kunt zien.

Passiebloem

De Passiebloem is er dit jaar erg vroeg bij in mijn tuin, normaal begint hij begin juni te bloeien.

De passiebloem is een snel groeiende klimmer met grote exotische bloemen.
Uit deze bloemen steken helmdraden met blauwe en paarse banden. De passiebloem is niet erg winterhard maar u kunt ze in de volle grond zetten, maar zet ze dan op een beschutte plek in de zon die goed water doorlatend is. Help hem in het begin even een handje met klimmen door hem vast te binden, en geef ze regelmatig water indien het droog weer is. Breng in het najaar een flinke laag blad aan rond de voet van de plant. Na een warme zomer komen er zelfs vruchten aan, de smaak van deze passievrucht is niet echt smaakvol.


Passiebloem vrucht. Foto gemaakt: 25-10-2007

Bloeiperiode: van mei tot oktober

Gevoelig voor bladluizen en spint.

Snoeien:

In het voorjaar. Dode takken terug knippen, de hoofdtak wordt tot ongeveer 1 meter terug gesnoeid.

Vermeerderen: door afleggen of zomerstek.

Stekken.

Normaal kunt u van de hele plant stekken snijden, zowel tussenstek als kopstek. Eenuitzondering vormen de delen die teveel ver-hout zijn en een kopstek die te slap of te jong is. Een goede stek is stevig en heeft twee ogen of knopen. Snij de stek net onder het onderste oog schuin af, zodat u boven- en onderkant kunt onderscheiden. Het is beter om de gesneden stekken eerst een nacht in koel water, evt. met een lichte oplossing voeding te zetten, voor dat u ze op gaat potten. Dit geeft de stek de kans om zoveel mogelijk water en voeding op te nemen via het blad. Verwijder voor het oppotten schutblaadjes, ranken, bloemknoppen en onderste blad(eren), maar laat de bovenste bladeren zitten. Zet de stek met een oog of knoop in de grond en met een oog boven de grond (met daarboven stengel van ± 5 cm). Als de stengel boven aan te ver (voorbij het oog) indroogt kan het ondergrondse oog ook nog voor uitlopers zorgen. Stekpoeder is goed maar niet noodzakelijk.

Stekken in water:

Dit is wel de meest succes volle methode?, neem een potje en vul dat met schoon leiding water voor een kwartvol en doe er een mes puntje stekpoeder in zorg ervoor dat de stekpoeder goed vermengd is met het water, en neem dan een stevige scheut van de Passiebloem van circa 15 cm steek de stek in het potje en wacht tot er wortels aan komen van circa een halve cm, en plant hem dan in goede tuinaarde. De wortelvorming kan ongeveer 2 weken duren afhankelijk van het weer, hou wel het water peil in de gaten zodat stek niet droog komt te staan, daar het water bij erg warm weer snel verdampt.


Fuchsia Magellanica


 

Fuchsia-Bellenplant:

Bloeiperiode: van juni tot november

De uit Chili afkomstige Fuchsia Magellanica is de enige soort die redelijk winterhard is en kan goed in de border worden gebruikt, hij kan wel 1.5 meter hoog worden.

Met winterharde fuchsia’s zijn er geen probleem zouden wij denken. Deze laten wij fijn buiten overwinteren. Dit is echter net iets te positief gedacht. Onder winterharde fuchsia’s verstaan we fuchsia’s die met een zekere verzorging en bescherming gedurende de winter in de volle grond kunnen blijven staan. Het bekendst zijn de Fuchsia’s magellanica en Fuchsia regia, beiden in het wild voorkomende fuchsia’s.

Het meeste succes op een goede overwintering hebt u wanneer u een minstens één jaar oude plant na eind mei buiten uitplant en daarbij een kuiltje rond de plant laat. Dit is gemakkelijk bij het eventuele water geven en bovendien slibt het in de loop van het seizoen dicht, waardoor ook de onderste vertakkingen in de grond komen. Hierdoor vormen zich extra wortels.

Een stevige wortelkluit geeft een betere kans tot overleving in de winter. In het najaar snoeien we ze niet terug, dat doen we dus in het het voorjaar. Wel dekken we de plant tegen vorst met sparrengroen af. Het voordeel van winterharde fuchsia’s is dat er geen winterberging nodig is. Er ontstaan zeer bossige struiken met vele uitlopers vanuit de grote wortelkluit.

Er zijn op de hortensia na - weinig struiken die in de schaduw gedijen en die bloeien van juni tot november. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen een grootbloemige fuchsia, zoals Dollar Princess, zomaar naast subtiele borderplanten als Zeeuws knoopje en hemelsleutel plant. Maar er zijn ook fuchsia’s met meer verfijnde bloemvormen, zoals bijvoorbeeld de wilde Fuchsia magellanica. Voor een iets grotere bloem is er de cultivar Riccartonii. En wie niet bang is voor karmijnrood met gloeiend paars, zou eens naar Enfant Prodigue kunnen uitkijken - een goed winterharde fuchsia van zo’n anderhalve meter hoog.

Vermeerderen: in augustus als je volgend jaar een tuin vol Fuchsia’s en Geraniums wil hebben, is het dan de tijd om te beginnen met stekken. Neem 5 tot 8 cm lange stekken van de moederplanten die sterk zijn en rijk bloeien. De stekken plant je in bloempotten gevuld met 50 procent hoeveelheid potgrond en 50 procent scherp zand goed door elkaar gemengd. Zorg dat de stekken vochtig blijven, maar niet te nat, lucht de plantjes regelmatig. Na enkele weken zullen de stekjes geworteld zijn en kunnen deze geplant worden in grotere potten met normale potgrond. Zorg er wel voor dat de planten koel en vorstvrij blijven (10 graden) en overwinteren in een lichte omgeving.


Meisjesogen

De Meisjesogen verlangen naar een zonnige en goed doorlatende vruchtbare tuingrond.
Het is geen overbodige luxe om ze op te binden als ze op een wat onbeschutte plek staan. Na de bloei de uitgebloeide bloemen verwijderen,soms komt er nog een nabloei. In het najaar snijden we de bloemstelen tot ongeveer 10 cm boven de grond af.

Bloeiperiode: van juni / oktober.

Vermeerderen: door delen / scheuren.


Klavertje Vier: Oxalis deppei ‘Iron Cross’

Oxalis deppei ‘Iron Cross’ zwartbruine kleur op de basis van de 4 bladeren.

Boeiperiode: juni/juli/augustus/september

Is zeer aantrekkelijk door de donkerpaarse vlek in het centrum van de blaadjes. De bladen zijn driehoekig van vorm en tot zes centimeter lang. De plant vormt een pol, die dicht met bladen is bezet. Deze klaverzuring bloeit met roodachtige bloemen in juni - juli- augustus - september. De plant wordt niet hoger dan 25 centimeter. Het is een prima bodembedekkende plant voor in de zon en halfschaduw.

Planttijd: maart/mei
Plantdiepte:
10 cm
Plantafstand:
10 cm
Lichtomstandigheden:
volle zon.

Vermeerderen: door in het najaar de bolletjes (kralen) er af te halen en ze in het voorjaar maart/mei weer uit te planten, of door ze te laten staan daar zij zich vanzelf uitbreiden.


Kamperfoelie: Lonicera periclymenum ‘Serotina’


Begin van de bloei

Bloeiperiode: van juni tot oktober

Standplaats: zon / halfschaduw, niet te droge grond.

Grondsoort: is niet zo belangrijk

Vermeerderen: van zomer, of winterstek


Kokardebloem: Gailllardia ‘Kobold’


Bloeiperiode:
juni/september

Standplaats: zon

Hoogte: 40/50 cm

Grondsoort: zand- en kleigrond

Blad verliezend

Winterhard: ja

Om hem over te houden is het beter om deze plant half augustus terug te snoeien, daar zij anders mogelijk de winter niet overleeft door een tekort aan voedings-stoffen.

Vermeerderen: door te delen/scheuren, in maart tot mei


Clematis ‘Pink Fantasy’


Nederlandse naam: Bosrank (wit rose pastel)

Bloeiperiode: juni/september

Grootbloemige cultivar met zeer lichtroze pastelkleurige bloemen, met een zwak purperrode streep. Vraagt een plekje in de zon, kan enige schaduw verdragen. De voet van de plant beschermen tegen de felle zon!. In maart het zwakke en dode hout weghalen, de rest van de plant goed terugsnoeien tot op circa 70cm boven de grond.

Standplaats: zon / half schaduw
Hoogte:
circa 300 cm
Bladhoudend:
nee
Winterhard:
ja
Vermeerderen: door zomer stek, of door afleggen.


Hebe ‘Pascal’

Bloeiperiode: juni/juli/ augustus/september

Hoogte: circa 50 cm

Winterhard: redelijk

Dit compacte bolvormig en bladhoudende Hebe struikje is een extra sierwaarde voor uw tuin.
In de winter en het voorjaar zullen de bladeren verkleuren naar donker rood.
En in de zomer zijn de bladeren prachtig groen, met zijn mooie bloemen er aan.

Vermeerderen: door in het late voorjaar de zijscheuten af te steken en ergens anders weer de jonge zijscheuten opnieuw te planten.


Phlox paniculata Eva Foerster

Phlox drummondi

Bloeiperiode: juni/augustus/september, 2e nabloei

Nederlandse naam: vlambloem

Standplaats licht: zon/halfschaduw

Plantgroep: Vaste planten

Grondsoort: Geen voorkeur

Bloemkleur: Roze/karmijn

Wintergroen: Nee

Winterhard: Ja

Hoogte: circa 100 cm

Snoeiperiode: Als de planten in de herfst zijn uitgebloeid,
moeten ze tot de grond toe worden terug gesnoeid.

Vermeerderen: delen/scheuren, of wortelstek in het voorjaar


Alant: Inula orientalis


Bloeiperiode:
juni, juli, augustus, september

Hoogte: circa 70 cm

Wintergroen: bladverliezend, vaste plant

Winterhardheid: goed winterhard

Standplaats: zon/halfschaduw

Gele composietachtige bloemen, zeer goede snijbloemen.

Kenmerk: vaste planten voor een kalkrijke droge grond, ook doen ze het ook goed in normale tuingrond.

Vermeerderen: delen/scheuren, in voor of najaar.


Spierstruik: Spirea japonica ‘Genpei’

Bloeiperiode: juni/september

Standplaats: zon/halfschaduw

Snoeien: direct na de bloei

Snoeiwijze: mag sterk gesnoeid worden indien gewenst

Grondsoort: niet zo belangrijk

Hoogte: circa 60/80 cm

Blad verliezend

Winterhard: ja

Vermeerderen: door de scheutstekken of houtige winterstekken


Gewone Margriet: ‘Chrysanthemum leucanthemum’

Bloeiperiode: juni/september

Hoogte: circa 40 tot 80 cm

Standplaats: zon/halfschaduw

Grondsoort: niet zo belangrijk

Blad verliezend

Winterhard: ja

Vermeerderen: door delen/scheuren, in het voor of najaar.


Zonnebloem 'Helianthus salicifolius'

 

 

 

Kenmerken van Helianthus salicifolius - ZonnebloemFamilie,

 Asteraceae


Bloeiperiode:
 augustus/september/november

 

Bloeikleur: Geel met bruin hartje


Bladkleur:
Groen


Hoogte:
circa 2 meter


Wintergroen:
Bladverliezend


Winterhardheid:
Goed winterhard


Standplaats:
zon/halfschaduw


Soort gewas :
Vaste plant


Grondsoort:
Normale bodem

 

Vermeerderen: delen/scheuren, na de bloei, of na half mei


Polyantha Hybride: Perk Roos

Polyantha Hybride Perk Roos:
Dit is een zeer gemakkelijke perkroos die weinig eisen stelt en zowel in de schaduw als in de zon volop zal bloeien.
Alleen is het wel aan te bevelen om in juni wat extra speciale rozenmest van organische samenstelling te geven.

In maart mag u ze terug snoeien tot ongeveer 15 cm hoogte.

Bloeiperiode: juni / oktober
Groei hoogte:
circa 70 cm


Struik Rozen


Witte Stamroos


Rode Stamroos

Bloeiperiode: juni / oktober
Groei hoogte:
circa 175 cm


 

Siergras in pot

 

Dé versierders van de nazomer zijn siergrassen. Met hun elegante bladeren en bloeiwijzen zijn ze een groot deel van het jaar mooi. De meeste bloeien laat en zijn daarom een aanwinst voor de tuin. Lagere soorten zijn heel geschikt voor in een pot.

 

Lampenpoetsersgras (Pennisetum alopecuroides) bijvoorbeeld, wordt in bloei ongeveer 70 cm hoog en heeft bruine borstelvormige aren. Ook heel mooi is het grijsblauwe schapegras Festuca glauca ’Golden Toupee’ (ongeveer 40 cm hoog). Half zo hoog, dus nog geschikter voor potten, is de variëteit ’Hameln’.
 


Bolchrysant

Foto gemaakt op: 1 november 2009

Deze was bij onze buren voor de vuilcontainer bestemd, maar dat vond ik in 2008 zonde van die plant, en heb hem toen in de zijtuin geplant. Zoals u weet hebben wij de afgelopen winter aardig wat vorst gehad met temperaturen van -10 tot -15 graden vorst maar daar heeft hij totaal niet onder geleden zoals u nu kunt zien.
Er is een heel mooi spreekwoord ! het geld ligt op de straat maar je moet het zien liggen.

Op het moment zijn ze weer volop te koop: bolchrysanten in pot. In allerlei kleuren en maten. Let er bij de aanschaf op dat de plant niet helemaal in knop zit. Soms gaan de knoppen niet open. Kies dus een plant waarvan een deel van de bloemen al zichtbaar is. Als je de plant na de bloei weggooit, hoef je hem niet te bemesten. Zorg wel dat de kluit niet uitdroogt. Als je een potchrysant wilt overhouden, ga dan als volgt te werk:

Knip hem na de bloei terug tot op 20 cm.
Zet de plant op een lichte en koele (+ 5 °C) plaats.
Verhoog na ongeveer een maand de temperatuur naar + 8 °C. De plant zal nu weer gaan groeien. Geef de chrysant voedzame, leemachtige grond. Tijdens de groei mag de grond nooit helemaal uitdrogen.


 Woekerende bamboe

 

De uitlopers van sommige soorten bamboe kunnen voor flink wat overlast zorgen. Ze zijn heel sterk, drukken de bestrating omhoog en groeien zelfs dwars door vijverfolie heen. Kies daarom altijd een soort die niet woekert, of sluit de wortels op zodat de bamboe op z'n plek blijft. 

 

Voor een stevige wortelbegrenzer kun je dikke kunststof (golf)platen gebruiken van minstens 50 cm hoog. Laat de wortelbegrenzer een stukje boven de grond uitsteken zodat de uitlopers er niet overheen groeien.

 

Tip: Bamboe kan ook in een betonnen ring worden geplant worden of als kuipplant in een pot.
 


 

Haag verwennen
 

Bij het bemesten van de tuin en verbeteren van de grond worden hagen helaas vaak overgeslagen. En dat terwijl ze juist optimaal moeten presteren: tweemaal per jaar wordt een deel van het blad afgeknipt en ze moeten er altijd maar weer mooi uitzien.

 

 

 Voor een goede groei heeft een haag veel voedsel nodig. Is dat niet aanwezig, dan gaan de wortels op zoek, bijvoorbeeld in de ernaast gelegen border. Verwen de haag daarom in het najaar eens met een laag compost en voeg daar in het vroege voorjaar nog een gemengde, organische mest aan toe.

 

Gazon herstellen

Op plekken waar veel wordt gelopen, heeft het gazon veel te lijden. Lelijke plekken kun je herstellen met zoden of door opnieuw in te zaaien. Dat laatste gaat heel goed met zogenaamde gazonvernieuwer. Dit is een combinatie van speciale mest in.

korrelvorm en graszaad dat is geselecteerd om kale plekken weer snel een goed aanzien te geven. Een zak van 1 kg is voldoende voor 25 tot 30 m2.

 
Tip:
Het gras groeit niet meer zo hard. Eén keer in de twee weken maaien volstaat.
 

 

Gras zaaien
Aan het einde van het tuinseizoen een nieuw gazon aanleggen is minder gek dan het lijkt. Eigenlijk heeft zaaien in september alleen maar voordelen. De grond blijft langer nat, waardoor het graszaad snel en regelmatig kiemt. Op een pas ingezaaid gazon mag je maandenlang niet lopen. In september is dat een minder groot probleem dan aan het begin van het seizoen. Wie nu zaait, heeft in het voorjaar meteen een mooie grasmat. Een goede voorbereiding is erg belangrijk:

Spit de grond voor het zaaien om en werk er een organische meststof door. · Hark de grond vervolgens glad, trap de aarde zorgvuldig aan en hark opnieuw. De randen zijn het kwetsbaarste deel van het gazon. Daar moet je dus extra dik zaaien. Maak langs de randen een klein gootje en strooi er een flinke hoeveelheid graszaad in. Schuif de gootjes vervolgens voorzichtig dicht en trap ze aan. Zaai pas hierna de rest van het grasoppervlak in.

Haastige herfsttijloos


Veel bolgewassen bloeien pas maanden na het planten, maar bij herfsttijloos (Colchicum) verschijnen de bloemen vrijwel direct. Ook als je ze op de vensterbank legt, produceren deze 'droogbloeiers' onmiddellijk bloemen. Dit bolgewas heeft nog een merkwaardige eigenschap: in het najaar verschijnen alleen de bloemen boven
de grond. Het volgende jaar, in april, zie je alleen maar blad. Wie dat niet mooi vindt, kan ze dus het beste zo planten dat het bollenloof in het voorjaar wordt gemaskeerd door andere bladeren of bloemen. Combineer ze bijvoorbeeld met narcissen, die je tegelijk met de herfsttijlozen in de grond stopt, of zet ze tussen vroeg uitlopende vaste planten.
Coniferen planten
September is een goede maand voor het planten van coniferen. Het is niet meer zo warm en de nachten zijn vochtig. Planten blijven 's morgens lang nat en daardoor is de verdamping gering. Doordat de grond nog lekker warm is, maken ze snel nieuwe wortels. Maak voor het planten een ruim plantgat en strooi er eventueel goed verteerde compost in.

Coniferen koop je 'met kluit': de aarde rond de wortels wordt bij elkaar gehouden door een gaaslap, meestal van jute.

Hoewel jute op den duur vanzelf verteert, is het beter om de lap voorzichtig los te maken. Doe dat als de conifeer in het plantgat staat en trek de lap er vervolgens voorzichtig onder vandaan. Vul de ruimte in het plantgat op met aarde en trap de grond stevig aan.
Narcissen planten
Bollen van narcissen mogen al in de tweede helft van september in de grond. Het voordeel van vroeg planten is dat ze hierdoor rijker gaan bloeien. Narcissen kunnen jaren achter elkaar op dezelfde plaats blijven staan. Ideaal dus om te laten verwilderen, bijvoorbeeld onder bomen en rondom heesters.
Ook tussen vaste planten zijn ze op hun plaats. Plant de bollen ongeveer 20 cm diep, dat is 15 cm boven de bol.
Steenvruchten snoeien

Pruim, kers, morel, perzik, nectarine en abrikoos worden steenvruchten genoemd. Allemaal hebben ze een grote pit, de steen, in het midden van de vrucht. September, zodra de laatste vruchten zijn geoogst, is heel geschikt om steenvruchten te snoeien. Als je nu snoeit is de kans op aantasting van de snoeiwonden door loodglans minimaal. Deze vervelende ziekte kan ertoe leiden dat de hele boom in enkele jaren te gronde gaat. Ga bij het snoeien als volgt te werk:

Haal eerst alle dode, zieke, gebroken of gescheurde takken weg.
Om te voorkomen dat takken elkaar kruisen, moet je ook alle naar binnen groeiende, lange takken verwijderen. De wat lichtere, zwakke takjes mogen blijven omdat ze de vorm van de boom niet echt verstoren, maar wel vrucht dragen.
Tip:
Door regelmatig te snoeien, voorkom je grote snoeiwonden.
Late courgettes

Warm septemberweer bevordert de vruchtzetting bij late courgettes. Zolang er geen nachtvorst is, kun je nog de hele maand oogsten. Snijd de vruchten in een jong stadium van de plant, bijvoorbeeld bij een gewicht van 100 tot 150 gram.
Zelf zaad winnen
Wat is er leuker dan planten zaaien van zaad dat je zelf hebt gewonnen? Veel vaste planten zijn nu uitgebloeid en hebben zaad gezet. Loop ze eens na om te kijken of het zaad al rijp genoeg is om te oogsten. Hoe weet je of het zaad rijp is?
Rijp zaad is bruin van kleur.
Zaden in een doosje (klaproos en primula) gaan rammelen.
Veel zaadmechanismen vouwen zich open, zoals bij de paardenbloem.
Het zaad moet zo droog mogelijk zijn.

Oogst alleen bij droog weer en pas na de middag als de dauw is opgedroogd. Bewaar het zaad in een papieren zak. Na het oogsten moet je het zaad schonen, dat wil zeggen dat het zaad ontdaan moet worden van stof, kaf en andere plantendelen. Dit is een echt winterklusje.
Tip:
Vergeet niet de naam van de plant waarvan je hebt geoogst op de zakjes te zetten. Bijschrift: Zaadbollen van de klaproos.

Meer Tips deze maand

Gazon herstellen

 

Op plekken waar veel wordt gelopen, heeft het gazon soms veel te lijden. Lelijke plekken kun je herstellen met graszoden of door opnieuw in te zaaien.

 

Opnieuw inzaaien gaat heel goed met zogenaamde gazonvernieuwer. Dit is een combinatie van speciale mest in korrelvorm en graszaad dat speciaal is geselecteerd om kale plekken weer snel een goed aanzien te geven. Een zak van 1 kg is voldoende voor 25 tot 30 m2.

 

  

 

 

Opruimen

 

Deze maand kun je voorzichtig beginnen met het opruimen van uitgebloeide eenjarige.

 

Op de vrijgekomen plekjes kun je tweejarigen planten. Of reserveer vast wat ruimte voor bloembollen. Spit de vrijgekomen stukjes grond om en maak eventuele harde kluiten fijn. De eerste bollen kunnen vanaf eind september de grond in.

   


   

Borderonderhoud

 

 

Een border is eigenlijk nooit 'af'. Sommige vaste planten verouderen vrij snel. Alleen door ze regelmatig te scheuren blijven ze in goede conditie.

 

Uitgebloeide zomer- en voorjaars-bloeiers kun je nu uit de grond halen, scheuren en opnieuw uitplanten.

Moet de border worden aangevuld? Bij kwekers is er in deze tijd een ruime keuze.


Knip de bloemen uit de hortensia en droog ze voor een droogboeket.


Voorjaarbloeiende bollen planten

Het kan vanaf nu tot in december. Plant de bollen en knollen van de vroege bloeiers (tulpen, hyacinten, sneeuwklokjes, krokussen, narcissen enz.) in groepjes op de plekken waar je ze wilt hebben. Liefst een beetje in de zon. Hoe diep iedere soort moet, staat op de verpakking. Het mooiste resultaat krijg je als je de bolletjes (en knolletjes, het verschil leggen we nog wel eens uit) in groepjes op de plek uitstrooit. Plant ze waar ze gevallen zijn. Eén ding: altijd met de groeineuzen (de puntjes die moeten uitlopen) naar boven! Wortels beneden