Meer dan 2000 praktische tips, voor in en om het huis, kunt u  hier vinden.
Gebruik geen chemische middelen vanwege de vele giftige stoffen die daar in verwerkt zijn.

Slechtzienden?. Klik op een rondje voor een groter letter type hier onder,
 
100% 125% 150%

Door op CTRL en F in te drukken, kunt u een trefwoord in typen, en komt u gemakkelijk waar u op zoekt. Het bewaren en levensmidden

Bewaren van groente en kruiden. Uien: in één laag door en door drogen op krantenpapier of aan trossen rijgen en ophangen.
kruiden (blad) drogen: Hang ze in losse bundels te drogen op een warme, droge plaats.
Wilgenbastbast drogen laat zich goed afschillen en moet verzameld worden van jonge takken of stammen. Bast laten uitdrogen op een droge, warme, luchtige, donkere plaats.
Wortelgewassen: in kistjes met droog zand eventueel omhullen met een laag stro van 15-20 cm.
Droogbloemen: Op een koele luchtige plaats in kleine bosjes ophangen. Regelmatig controleren of de steeds dunner worden steeltjes niet uit het bosje glippen.
Tuinkruiden: ophangen om te drogen op een luchtig, koele plaats. Beter is: de gewassen blaadjes van de eigen gekweekte kruiden in niet felle zon drogen of in een niet te warme oven. Het kan ook tussen twee velletjes vloeipapier met een matig warm strijkijzer. Dan opbergen in een goed sluitende stopflessen. Anders gaat de geur verloren. Er zijn ook kruiden die niet gedroogd kunnen worden, te weten: kervel en bieslook.
Rode- witte- savooienkool de zogenaamde sluitkool, kunnen opgehangen worden in een luchtige vorstvrije ruimte.
Bessentakken: op een koel plaats in een pot met vochtig zand blijven ze langer goed.
Fruit: bewaarfruit kan alleen worden opgeslagen als de vruchten onbeschadigd zijn. Uitleggen in ondiepe kistjes (één laagje) of in speciale laden. Steeltjes naar boven. Na 2 weken nazien en omdraaien: steeltjes omlaag. Zo doorgaan. In een luchtige vorstvrije en donkere kelder voelen ze zich het best.
Levensmiddelen mag men niet in koperen potten en pannen bewaren, omdat koper oxideert.
Restjes van het middagmaal bewaart men het best in glazen vaatwerk, daar ander gerei gemakkelijk de smaak aanneemt.
Jonge groenten blijven vrij lang goed in, een stenen kom, waarin men ze met een vochtige doek afdekt. .
Sla en groente blijven vers, wanneer men ze in vochtig papier wikkelt.
Tomaten kan men tamelijk lang bewaren, wanneer men ze in papier gewikkeld in een koele kelder legt.
Tomaten mogen niet aan vorst blootgesteld worden. Eventueel nog groene vrucht rijpen in de kamer.
Citroenen blijven goed, wanneer men ze stuk voor stuk in papier wikkelt en ze zó in droog zand legt, dat zij elkaar niet aanraken.,
Opengesneden citroenen blijven vers, wanneer men ze met de open gesneden zijde op een schoteltje legt, waarop men wat azijn gegoten heeft.
Citroenen blijven maandenlang goed, wanneer ze ,in turfmolm bewaard worden.
Noten kan men goed houden door ze in droog zand te bewaren.
Verschrompelde noten maakt men weer fris door er zout heet water op te gieten. Is het water afgekoeld, dan kan men ze van de schil ontdoen.
Goed en slecht meel onderscheidt men, wanneer men een handvol samenperst. Goed meel plakt, slecht niet.
Brood blijft vers, wanneer men het in een stenen pot doet en deze met een vochtige doek bedekt.
Rauw vlees blijft vers, wanneer men het met azijn afwrijft; daardoor wordt het ook zachter.
Vlees blijft goed, wanneer men wat zout en suiker in een weinig azijn oplost en enige minuten opkookt en, met deze substantie het vlees bestrijkt.
Vlees blijft vers, wanneer men het zó in een pot legt, dat er onder het vlees azijn is, zonder dat het vlees zelf met de azijn in aanraking komt.
Gerookt vlees en ham beschermt men tegen vleesvliegen en maden, wanneer men het stevig met vloeibaar gemaakt schapen- of ossenvet inwrijft en op een luchtige koele plaats bewaart.
Gesneden vlees, worst e.d. blijft enige dagen vers, wanneer men het in een pot doet en deze met een vochtige doek bedekt. Het vlees mag niet in aanraking komen met de vochtige doek.
Ham kan men ongeveer 2 jaar bewaren, wanneer men de vleeszijde met een flinke leemlap zó bestrijkt, dat deze bij het drogen een absoluut dichte korst geeft. Op het bot bijzonder dik insmeren. De ham mag pas bestreken worden, als hij droog is.
Schimmel op ham en worsten verwijdert men, doordat men een papje van keukenzout en water erover smeert. De schimmel verdwijnt dan dadelijk.
Eieren blijven op warme dagen goed, wanneer men ze in zout legt.
Eieren zijn gemakkelijk te houden, wanneer men ze 4--5 seconden in kokend water houdt en ze dan in lagen in een kist tussen haksel verpakt.
Eieren kan men bewaren, wanneer men ze met natte leem bedekt of in heet vet dompelt.
Te droge kaas legt men enige dagen in dikke zure melk. Hij wordt dan weer helemaal vers.
Om boter lange tijd vers te houden, giet men zout water erop, totdat ze helemaal daarmede bedekt is.
Olie wordt niet ranzig, wanneer men van tijd tot tijd wat zout eraan toevoegt.
Gedroogde peulvruchten beschermt men tegen wormen, wanneer men ze met zout bestrooit en nu en dan door elkaar schudt.
Paddestoelen droogt men, doordat men ze in fijne schijven snijdt en ze in de zon legt. Door ze met gaas te bedekken,houdt men de vliegen op een afstand. Paddestoelen kan men ook in de oven drogen.
Verse vis kan men constateren, door met de vingers erop te drukken. Verdwijnt de indruk dadelijk, dan is de vis vers; zo niet, dan is bij al wat ouder.
Vis kan men beter bewaren, wanneer men ze in een kom met zout water legt. Vóór het koken goed afwassen.
Mosterd droogt niet in, wanneer men er wat zout doorheen mengt.
 
Tafelzout wordt niet vochtig, wanneer men in de zoutstrooier een paar korrels rijst doet; deze trekken het vocht aan.
Fruit houdt men zo mogelijk niet in een ruimte, waar aardappelen of groente liggen.
Appels moet men op planken leggen met de steel naar boven en wel in een donker gemaakte kelder. Nu en dan luchten, later niet meer nodig.
Appels legt men in kisten of vaten in zand en plaatst deze in een koele kelder.
Kersen kan men lang vers houden, wanneer men ze met steel plukt en in een goed gesloten fles begraaft.
Druiven (trossen) blijven tot het voorjaar vers, wanneer men ze, bijna rijp plukt, de open plek met was besmeert en op een koele plaats ophangt.
Pruimen kan men op dezelfde wijze als druiven lang vers houden.



Kookadviezen

De lekkerste eieren zijn ongeveer een week oud.
Twijfels of een ei vers is?Leg het in water. Zinkt het ei dan is het vers.
Een ei weegt gemiddeld 61 gram.
Bruine eieren worden gelegd door een kip met een rood lelletje, witte door kippen met een wit lelletje.
Nederlanders nuttigen gemiddeld 181 eieren per jaar.
Tijden, die verschillende levensmiddelen nodig hebben om te verteren
1 uur: Gekookte rijst. Rijst is dus voedsel, dat gekookt gemakkelijkst verteerd word.
1.30 uur: Geklutste eieren, gerstesoep, gebraden wild, zacht gekookte appels en peren, fruit, als moes gekookt, gekookte zalm en gekookte forel,spinazie, selderij, asperges, gezeefde erwten en bonen puree, gerstepap, gort.
2 uur: Gekookte melk, rauw ei, gekookte gerst, gebraden osselever, gekookte zure appels, gekookte stokvis.
2.15 uur: Verse, ongekookte melk, gestoofde ,kalkoen.
2.30 uur: Gebraden kalkoen, gebraden wilde eend, gebraden lamsvlees, gebraden speenvarken, patates frites.
2.45 uur: Pudding van eieren en melk, gebraden zacht rundvlees.
Te zoute spijzen worden weer genietbaar, wanneer men ze onder toevoeging van enige gesneden rauwe aardappelen nog eens eventjes opkookt. De aardappelen, die men weer verwijderen kan, nemen de zoute smaak weg.
Te zoute spijzen krijgen hun goede smaak weer terug, wanneer men een zilveren lepel laat meekoken.
Overkoken van melk voorkomt men, wanneer men wat boter aan de rand van de koker smeert.
Verse melk, blijft ongeveer een week zoet, wanneer men ze in flessen doet en in een waterbad tot op ongeveer 4O-50 gr. verwarmt en ongeveer 2 uur op deze temperatuur houdt. Na het afkoelen de flessen goed sluiten.
Melk wordt niet zuur, door er wat suiker aan toe te voegen en wel ca. 1 eetlepel per liter.
Melkpannen e.d. blijven zuiver, wanneer men ze eenmaal per week met rauwe aardappels uitkookt.
Brandnetelsoep. Haal de jonge blaadjes van de stelen, kook ze gaar in water met wat zout en hakt ze fijn. Stoof ze in een beetje boter, voeg hierbij het bewaarde kooknat en bind de soep met een beetje bloem. Even laten doorkoken, desnoods wat schijfjes aardappelen erin en wat dille, op smaak afmaken. Eet u smakelijk.
Weidesalade. Neem gelijke delen waterkers, paardebloem (molsla), brandnetel, veldzuring, hoefblad, ruige weegbree, en hondsdraf. Gebruik alleen de bladeren. Hak of snijd ze fijn. Meng het groenvoer door elkaar, maak het gewoon aan alsof u met kropsla te doen heeft en laat de salade een half uur rustig bekomen. Vooral in combinatie met aardappelsla: een delicatesse, en gezond.
Zuringpuree. Smelt de blaadjes van de zuring in een beetje boter gaar, bind de puree met wat bloem. Roer er gewelde rozijnen doorheen en u hebt een zeer lekker hapje.
Eiwit, in het bijzonder van ingelegde eieren, kan men beter kloppen, wanneer men wat citroensap erbij doet.
Paaseieren kleurt men groen in spinaziewater, blauw in lakmoes en soda.
Groente nooit lang in water laten staan, maar dadelijk flink wassen.
Groente houdt bij het koken haar groene kleur, wanneer men de pan niet afdekt.
Groente ontdoet men van wormen en insecten, als men ze met zout water afwast.
Ramanas smaakt beter, als die niet lang aan de lucht blootgesteld is. Bij het meegeven, voor het ontbijt verdient het aanbeveling hem niet te raspen, maar alleen in schijfjes te snijden.
Gestoofde rode kool wordt sneller gaar, wanneer men hem eerst alleen met suiker kookt en de azijn of citroen pas aan het einde erbij mengt.
Rode kool wordt goed smeuïg, als men wat rijst erbij in kookt.
Geel geworden bloemkool kookt men door wat verse melk bij het kookwater te voegen,waardoor de kool weer wit wordt.
Soepen krijgen geen vlies; als men er kleine stukjes boter op doet.
Braadworsten springen niet open, als men ze in plaats van - wat gebruikelijk is - in heet water te leggen, vóór het braden door wat koude melk rolt.
Vis wordt pikanter door een ietsje azijn en suiker.
Taai vlees wordt gauwer mals door toevoeging van een beetje cognac.
Taai gevogelte wordt gauwer zacht gekookt, als men het vóór het stoven resp. braden stevig met suiker inwrijft,
Gevogelte wordt bij het braden bijzonder sappig, als men het met citroen inwrijft, vóór men het in de oven doet.
Vet wordt ,bij braden mooi bruin door ,er wat melk aan toe te voegen.
Uienlucht in de koekenpan verdwijnt, als men er wat azijn in giet.
Uien schilt men het beste onder de kraan. Dat voorkomt het zo lastige tranen der ogen.
Gebakken vis wordt pikanter, als men in het braadvet enige druppels citroen giet.
Vis kan men beter ontschubben, door ze korte tijd in azijn te leggen.
Aanzetten en aanbranden van rijst voorkomt men, als men de rijst rustig laat koken en niet roert.
Peulvruchten zout men pas na het koken, daar ze anders langer koken.
Erwtensoep kookt men praktisch door er een snee brood in te doen. De erwten zakken niet op de bodem en branden niet aan.
Aardappels blijven, als men ze enige tijd warm moet houden, droog en kruimig, als men ze met een schone doek bedekt, die de waterdamp absorbeert.
Aardappels koken sneller, als men wat margarine er aan toevoegt en het zout pas even voor het gaar worden.
Aardappels van de vorige dag worden weer goed, als men ze in kokend zout water doet.
Zoet geworden aardappelen brengt men ineen matig warm vertrek.
Oude aardappels krijgen een betere smaak, als men wat suiker bij het kookwater doet.
In de schil gekookte aardappelen kan men beter pellen, als men ze na het koken met koud water begiet.
Appels kan men gemakkelijker schillen, als ze een ogenblik in kokend water liggen.
Overkoken bij het inkoken van gelei wordt vermeden, als men voor elke hoeveelheid van een kilo een eetlepel glycerine erbij doet. Het product krijgt daardoor bovendien een mooie zijige glans.
Pruimen en rabarber hebben minder suiker nodig als men wat dubbelkoolzure soda er door mengt. Deze moet echter, voor men suiker erbij doet, men de pruimen of de rabarber opgekookt worden.
Citroenen leveren meer op, als men ze vóór het gebruik in het fornuis wat verwarmt.
Te scherpe azijnsmaak bij komkommers e.d. verdwijnt, als men ze enige uren vóór het gebruik in een oplossing van dubbelkoolzure soda (zuiveringszout) legt.
Ingelegde augurken krijgen een pikantere smaak, als men na enige weken alle kruiden uit het inlegwater haalt, opdat het helemaal helder wordt, door een doek giet en alleen de augurken er weer in doet;
Komkommers bij sla begiet men na het schillen met kokend water en koelt ze dan in koud water af. De komkommersla kan men dan beter verdragen.
Gesneden of geschaafde komkommers houdt men uren vers, als men ze met karwij en wijnazijn aanmaakt, in inmaakglazen doet en met olie begiet, Ter verbetering van de smaak kan men een paprikapeul er bij doen.
Spijzen en dranken koelt men snel af, als men ze in een. pot met koud water doet, waarin men eerst een handvol keukenzout heeft gemengd.
Kookluchtjes verwijdert men uit de keuken, door het plaatsen van een kom met heet water, waarin men wat lavendelolie druppelt.
Het aroma van de koffie wordt verbeterd, als men vóór het opgieten van heet water in de gemalen koffie een snuifje zout dóet.
Bij het cake bakken e.d. verdient het aanbeveling op de bodem van de vorm een goed met vet bestreken stuk perkamentpapier te leggen, dat precies op de bodem past. De cake laat gemakkelijker los.
Springvormen, die niet helemaal dicht zijn bestrooit men vóór het gebruik met paneermeel.
Gist onderzoekt men, door een stuk in een pot met heet water laat vallen. Wanneer de gist de oppervlakte bereikt, heeft hij zijn kracht behouden.
Deeg met gist rijst heel goed in de zon bij het raam. Wanneer geen verwarmd vertrek in de overgangstijd voorhanden is, beantwoordt een kussen als warmtegever aan dit doel.
De cake, taart, enz. krijgt een mooie korst, wanneer men hem met melk bestrijkt vóór men hem in de oven schuift.
Cake e.d. brandt niet aan, als men een kleine schaal water onder de bakplaat in de oven plaatst.
Vastklevend gebak kan men gemakkelijker uit de vorm halen, wanneer men hem een poosje op een natte doek zet.
Chocoladeglazuur op gebak wordt spoedig vast, wanneer men daaraan een eetlepel vloeibaar gemaakte palmine toevoegt.
Opdat bij het bakken van beignets het vet niet verbrandt, waardoor het baksel gauw te donker wordt, doet men enige erwten in het vet. Onder het bakken vervangt men deze.
Verse taarten zijn beter te snijden, als men het mes wat verwarmt of in heet water doopt.
Griesmeel en meel klonten niet, als men ze door een trechter giet.



Groentekalender

De groentesoorten met een * worden volop aangevoerd in de desbetreffende maand.
januari
andijvie*, aubergine, bietjes*, bleekselderij*, bloemkool*, boerenkool*, broccoli, champignons, Chinese kool, courgette, groenekool*, knolselderij*, komkommer, koolraap*, kropsla*, paprika prei*, raapstelen, radijs, rammenas, rettich, rodekool*, savooiekool*, schorseneren*, sperziebonen, spruiten*, suikermaïs*, taugeh of taugé*, tomaten*, uien*, veldsla*, venkel*, winterwortelen*, witlof*, wittekool, ijsbergsla, zuurkool
februari
De aanvoer is grotendeels dezelfde als in januari. maar nu is er een ruime aanvoer van komkommer en raapstelen. Rettich en rammenas worden vrijwel niet meer aangevoerd. In deze maand komt de eerste verse spinazie op de markt.
maart
Deze maand biedt volop broccoli, courgette, komkommer, paprika, raapstelen en spinazie. Verder de eerste postelein, snij- en sperziebonen en een geringere aanvoer van bleekselderij. Voor het overige klopt de kalender van januari nog.
april
andijvie, aubergine*, bietjes*, bleekselderij, bloemkool*, broccoli, champignons*, Chinese kool*, courgette*, groenekool, knolselderij, komkommer*, koolraap, koolrabi*, kropsla*, paprika*, postelein*, prei*, raapstelen*, rabarber*, radijs*, rammenas*, rettich*, rodekool*, savooiekool, snijbonen, sper- ziebonen, spinazie*, spitskool*, suikermaïs, taugé*, tomaten*, uien*, veldsla, venkel*, winterwortelen*, witlof*, wittekool, wortelen, ijsbergsla*, zuurkool
mei
De aanvoer is grotendeels gelijk aan de vorige maand. Knolselderij, koolraap en veldsla zijn niet meer verkrijgbaar. Er worden minder bietjes, winterwortelen en witlof aangevoerd. In deze maand liggen de eerste asperges en tuinbonen in de winkel. Er is een ruimere aanvoer van snijbonen en wortelen. Peulen zijn er volop.
juni
Nu zijn overal asperges, broccoli, bietjes, sperziebonen, snijbonen, tuinbonen en doperwten te koop. Prei, raapstelen en rodekool worden deze maand in kleinere hoeveelheden aangevoerd; van witlof is er zo goed als geen aanvoer meer.
juli
andijvie*, asperges, aubergine*, bietjes*, bleekselderij*, bloemkool*, broccoli* champignons*, Chinese kool*, courgette*, doperwten*, groenekool, komkommer*, koolrabi*, kropsla*, paprika*, peulen*, postelein*, prei, rabarber*, radijs*, rammenas*, rodekool, savooiekool, snijbonen*, sperziebonen*, spinazie*, spitskool*, suikermaïs, taugé*, tomaten*, tuinbonen*, uien*, venkel*, winterwortelen, wittekool, wortelen, ijsbergsla,
augustus
De aanvoer van verse doperwten vermindert; hetzelfde geldt voor koolrabi, peulen en tuinbonen. Van wortelen is vrijwel geen aanvoer meer. Er is weer volop groenekool, prei, rode- en savooiekool en winterwortel te koop. Ook de eerste spruiten zijn weer verkrijgbaar.
september
De eerste boerenkool, veldsla en witlof verschijnen weer. Knolselderij, koolraap en spruiten zijn er weer volop; van rabarber is weinig aanvoer meer.
oktober
andijvie*, aubergine*, bietjes*, bleekselderij*, bloemkool*, boerenkool*, broccoli*, champignons*, Chinese kool*, courgette*, groenekool*, knolselderij*, komkommer*, koolraap*, koolrabi, kropsla*, paprika*, postelein*, prei*, raapstelen, radijs*, rammenas*, rettich*, rodekool*, savooiekool*, schorseneren*, snijbonen*, sperziebonen*, spinazie, spitskool*, spruiten*, suikermaïs, taugé*, tomaten*, uien*, veldsla, venkel*, winterwortelen*, witlof*, wittekool, ijsbergsla*, zuurkool
november
De aanvoer van broccoli loopt terug; hetzelfde geldt voor rammenas, snijbonen, sperziebonen, spitskool en ijsbergsla. Van koolrabi en postelein is vrijwel geen aanvoer meer. Er is nu wel weer volop veldsla verkrijgbaar.
december
In deze maand worden er minder andijvie, bloemkool komkommer, paprika's, radijs en tomaten aangevoerd. Van snijbonen, spinazie en spitskool is vrijwel geen aanvoer meer.



Nuttige wenken voor de huishouding


Koper kun je schoonmaken met citroen.
Zilver weer schoon? Poets al uw zilverwerk met een oude tandenborstel met tandpasta.
Zeemleren lappen die erg vuil zijn? probeer dit eens: wassen in karnemelk. Daarna goed spoelen en wringen, uitslaan en laten drogen.
Roest op ijzeren voorwerpen kan men met spekzwoerd te lijf gaan. Goed wrijven.
Ramen, die gelapt worden met water waaraan wat azijn is toegevoegd, gaan weer mooi glanzen.
Matrassen kunnen heel goed schoon gezogen worden met de stofzuiger.
Ketelsteen kan verwijderd worden door in de ketel aardappelschillen te koken.
Behang kan met de stofzuiger stofvrij worden gemaakt. Wel even een schone doek om de stofzuigerborstel doen en van boven naar beneden zuigen.
Eikenhouten meubelen worden weer als nieuw als u ze behandelt met warm bier.
Voorwerpen van hout kunnen mooi blank geschuurd worden met een mengsel van krijt en een heel klein beetje water.
Aangebrande pannen kunt u gemakkelijk schoon krijgen. Zet de pan met water en een blokje zeep voor de afwasmachine op vuur. Laat het geheel even koken. Daarna het kokende water af laten koelen tot het koud is. U kunt met een schuursponsje het nu heel gemakkelijk de pan schoon krijgen.
Aangebrande gasbranders kunt u mooi schoon krijgen door deze met een pan met water op vuur even laten koken met een blokje zeep voor de afwasmachine. Daarna de vlam uit doen. Het geheel laten afkoelen tot het water koud is en u kunt daarna met een schuursponsje de branders goed schoon krijgen.
Vensters maakt men schoon met warm water en azijn, spiegels daarentegen met een zwakke zeepoplossing.
Vensterkozijnen wrijft men na het schoonmaken met boenwas in.
Doffe ruiten worden door bewerken met in regenwater bevochte brandnetels weer doorzichtig.
Ruiten beschermt men tegen vorst, doordat men ze met een in glycerine gedompelde lap afwrijft, laat drogen en daarna blank polijst.
Hard geworden zeemlappen zeept men 's nacht in, wast ze uit in geest van salmiak en droogt ze in de schaduw.
Zeemlapimitatie kan men zich verschaffen, wanneer men restjes van leren handschoenen enz, in kleine stukken snijdt en deze op een koord tot een rol aaneenrijgt.
Beslaan van etalageramen wordt aldus voorkomen: men lost glycerine in spiritus op, laat dit staan, tot het helder wordt en neemt met deze oplossing, het liefst met een zeemlap, de ruiten af.
Spiegels worden gauw dof, wanneer men ze zo hangt, dat de zonnestralen erop vallen.
Voor het schoonmaken van spiegels moet alleen een zwakke zeep oplossing gebruikt worden.
Glas wordt weer helder, als men het met een schijfje citroen afwrijft.
Troebele glazen worden weer geheel doorzichtig, als men ze vrij lange tijd, gevuld met een oplossing van potas en salmiak, laat staan.
Troebelheid van persglas in de verdiepingen verdwijnt, als men de doffe plaatsen met een borstel met vochtig zout flink afboent. Naspoelen met sodawater en dan met schoon water.
Badkamerspiegels beslaan minder snel als U deze insmeert met een dun laagje afwasmiddel en daarna met een droge doek uitwrijft.
Weinig gebruikte karaffen van glas maakt men vóór het wegzetten met vloei- of filtreerpapier goed droog.
Glazen schotels borstelt men met lauw warm zout water, af en droogt ze met een doek, waarop men van te voren wat geslibd krijt strooit.
Glazen springen bij het inschenken van hete dranken niet, als men er een vochtige doek omheen doet.
Glas wordt onbreekbaar, wanneer men het in een pot met koud water legt, waarin wat keukenzout opgelost is en het dan langzaam tot koken brengt. Na een half uur gekookt te hebben, alles weer laten afkoelen.
Glas beschilderen door het eerst grondig te reinigen met spiritus. Met glasinkt: 4 gram (nage-)lak in 30 gram spiritus oplossen en er langzaam aan toevoegen 5 gram borax en 25 gram gedistilleerd water. De inkt ligt dan muurvast op het glas. Door een laagje Arabische gom het glas te bestrijken en hier tekening of letters in te schrijven bestrijk de groeven met glasinktk, laten drogen. De gom daarna verwijderen een reinigingsmiddel.
Verfstrepen op glas kan men met geest van salmiak of groene zeep snel verwijderen.
Deksels met schroefsluiting op glazen maakt men los door ze voortdurend boven een vlam rond te draaien.
Glas kan men vijlen, als men de vijl met in benzine gedrenkte kamfer bestrijkt
Glas kan men zonder stukken te maken, doorboren, wanneer men op de plaats van het boren een druppel terpentijn aanbrengt. Voor het boren is een gewone spiraalboor voldoende.
Dun glas is met een grote schaar te knippen, als men dit onder water doet (b.v. in een grote emmer).
Flessenhalzen kan men snijden, als men een in terpentijnolie gedompelde draad zorgvuldig om de desbetreffende plek aanbrengt, aansteekt en de nog warme fles dadelijk in koud water onderdompelt.
Op glas kan men met aluminium letters krassen.
Waterflessen maakt men schoon door uitspoelen met water, waaraan gesneden aardappelschillen worden toegevoegd.
Flessen reinigt men, doordat men krantenpapier in kleine stukjes scheurt, met zout water in de fles doet en krachtig. schudt. Fijn gemaakte eierdoppen en schoon warm water hebben dezelfde uitwerking. Goed spoelen.
150 Sterk ruikende flessen en vaatwerk verliezen hun lucht, als men ze met zwart mosterdmeel en wat warm water meermalen flink schoon spoelt.
Flessen, thermosflessen enz. moeten geopend blijven, als men ze niet gebruikt. Ze worden dan niet muf.
Bij flessen, waar door gisting de kurk eruit gedreven wordt, sluit men liever niet met een kurk, maar met linnen- of perkamentpapier..
Glazen stoppen, die men met moeite eruit moet trekken, bestrijkt men rondom met wat olie en probeert dan de stop door draaien uit de fles te trekken.
Glazen stoppen, die vastzitten, kan men verwijderen, als men de hals van de fles voorzichtig licht verwarmt.
Etiketten van flessen verwijdert men, door ze goed vochtig te maken en eventueel boven een vlam te houden.
Flessen worden luchtdicht afgesloten, als men de stevig erin geperste kurk aan de halfs van de fles afsnijdt en in een oplossing van gelatine in sterke azijnessence dompelt.
Tin wassen in water met groene zeep en goed droog wrijven met een flanellen doek doet wonderen.
Porselein houdt men vóór het gebruik 2 uur in gewoon water. Het wordt daardoor steviger.
Plavuizen vloeren worden weer mooi met water en groene zeep, goed naspoelen met water.
Waardevol porselein wast men het best met een in lauw warm water gedompelde spons.
Porselein met gouden randen mag niet in sodawater gewassen worden.
Porselein en glas krijgen een mooie glans, als ze in een boraxoplossing afgespoeld worden.
Ingebrande vlekken op licht porselein verwijdert men met enige druppels zoutzuur, dat men enige minuten laat inwerken. De plekken, goed nawrijven en met warm water afwassen.
Vingerafdrukken op deuren, kasten en meubelen verdwijnen als zij in aanraking komen met 2 delen olie op 1 deel terpentine
Nieuw keukengerei van aardewerk kan men tegen springen beschermen doordat men het vóór het eerste gebruik in een grote pot met koud water zet, aan de kook brengt en het langzaam laat afkoelen.
Geëmailleerd vaatwerk gaat langer mee, als men het voor het eerste gebruik met water uitkookt en dit in het vaatwerk laat afkoelen.
Badkuipen van emaille of porselein reinigt men met opgelost geslibd krijt. Met koud water naspoelen.
Badkuipen en lampetkommen zijn uitstekend door het afwrijven met sinaasappelvruchten te reinigen.
Lelijke randen op wasbakken, emmers enz., die door bewerking met zeep en borstel niet weg te krijgen zijn, verwijdert men met een met petroleum of alcohol bevochtigd doekje,
Geëmailleerd vaatwerk, dat van binnen zwart geworden is, wordt met zeepwater uitgekookt en glimmend gehouden door het afwrijven met wat vochtig houtas.
Bruin geworden emaille wast men met in water opgelost speksteen. Alleen een vrij lange, bewerking heeft succes.
Leren bekleding, wordt weer schoon met een beetje wonderolie.
Grauw geworden geëmailleerd vaatwerk reinigt men met verdund zoutzuur.
Messen ontdoet men van uien- en vislucht, door ze enige tijd in vochtig zand te stoppen.
Uienlucht verwijdert men van messen, als men daarna worteltjes snijdt.
Lichte azijnvlekken op messen kan men door wrijven met spiritus en puimsteenpoeder of zand verwijderen.
Haringlucht op bestekken gaat weg, als men ze met kolenas afwrijft en met soda water naspoelt.
Vislucht op bestekken verwijdert men, als men ze in heet water spoelt en door een vlam haalt.
Messen worden gauwer scherp, als men ze van de rug naar het scherp toe slijpt, niet omgekeerd.
Keukenplanken, die krom getrokken zijn, legt men een dag tussen natte doeken.
Klerenborstels reinigt men het best door ze telkens weer over een stuk schoon papier te halen.
Alle borstels, die met water in aanraking komen, moeten na het gebruik met het haar naar beneden neergelegd worden. Anders roesten de bevestigingsdraden.
Nagelborstels waarvan het haar vol van niet-opgeloste zeep zit, weekt men enige uren in zout water. Een eetlepel zout op een kwart liter water is voldoende.
Bij het schoonmaken van haarborstels kan men het gepolijste hout sparen door dit vóór het wassen met vaseline in te smeren, die achteraf weer gemakkelijk verwijderd kan worden.
Haarborstels reinigt men op prachtige wijze in koud water, waaraan men wat geest van salmiak toevoegt. Een krachtige aluinoplossing maakt zachte borstels weer hard.
Nieuwe tandenborstels zet men voor het gebruik een dag met het haar, in water, wat een zeer goede invloed op de duurzaamheid heeft.
Zeperige en kleverige badsponzen worden in warm zoutwater grondig gewassen en dan enige tijd in karnemelk gelegd.
Sponzen blijven langer goed, als men ze na gebruik in de zon geheel laat drogen.
Sponzen reinigt men door ze met stukjes citroen te kneden en ze dan in schoon water goed uitte spoelen.
Sponzen worden mooi wit, als men ze in warm water, waarin men per liter een theelepel natron doet, wast, uitspoelt en in het water laat liggen. Later in de zon drogen.
Harde wassponzen zijn uitstekend geschikt voor raderen.
Kappen van kinderwagens en witleren overtrekken reinigt men met een lauwwarm aftreksel van houtzeep. Met een linnen lap nadrogen, met kleurloze schoencrème inwrijven en met een wollen lap nawrijven.
Wasdoek blijft mooi, als men het met koude melk reinigt.
Witte deuren reinigt men het geslibd krijt. Een kopje daarvan met warm water roeren en de deuren daarmee bestrijken. Met schoon water naspoelen en met zachte doeken drogen.
Houten vaatwerk wordt grauw, als men het met sodawater afwast.
Houten vaatwerk reinigt men het best met zeepwater.
Houten vaatwerk reinigt men, als men het met water vult en daarin zemelen schudt. De inhoud laat men zo lang in het vaatwerk, tot dat hij gaat gisten. Alle kwalijke stoffen worden door het water opgenomen.
Regentonnen lekken niet. Lekke regentonnen kan men weer sluitend maken door ze vol te proppen met hooi of stro en ze dan te vullen met water. Leg bovenop het stro of hooi een plank met zware keien. Na verloop van tijd zet het hout uit.
Gasfornuizen maakt men praktisch schoon, doordat men de ringen met de openingen voor het gas krachtig met een borstel bewerkt.
Vastzittende branders bij het gasfornuis bewerkt men met petroleum. en draait zo heen en weer, tot het vastzittende gedeelte losraakt. Nooit hamer en tang gebruiken.
Inktpotten reinigt men, doordat men het reservoir met azijn of verdund zoutzuur vult en enige dagen laat staan; dan met fijn zand, dat men in de oplossing mengt, krachtig schudden en goed spoelen.
Inktvlekken worden niet meer zichtbaar met ongezouten gekookt water van witte bonen. Deppen met absorberend papier of krijt helpt ook. Eventueel weken in azijn of karnemelk, daarna gewoon wassen.
Vuile speelkaarten wrijft men met droge magnesia af en boent ze met een zachte schone doek na.
Olieverfkwasten worden na gebruik in terpentijn-surrogaat uitgewassen en in een pot met water bewaard.
Hard geworden kwasten e.d. weekt men goed in heet zeepwater. Met terpentijnolie afwassen.
Touw taai maken. Touw wordt zeer sterk als men het een dag in een aluinoplossing legt en daarna goed laat drogen.
Tinnen voorwerpen reinigt men met petroleum tot een papje gemengde sigarenas.
Roest op staal verhindert men, door de instrumenten met paraffineolie in te vetten.
Een goed invetmiddel voor fietsonderdelen is een mengsel van gelijke delen was en terpentijnolie.
Schaatsen worden na het gebruik schoon gemaakt, met olie ingewreven en op een warme plaats opgehangen.
Om nikkelen vaatwerk jarenlang als nieuw te houden, wast men het nooit met soda en tinzand, maar wast men het met schoon heet water.
Dof geworden nikkelen voorwerpen gaan weer spiegelen, als men ze met stearineolie inwrijft.
Ongebruikt bestek roesten niet, als men ze met glycerine inwrijft en ze in zijdepapier wikkelt.
Het roesten van tuingereedschap wordt vermeden door het bestrijken van een papje van 3 delen uitgesmolten spek en 1 deel daarin gesmolten hars.
Metalen voorwerpen behoedt men voor roest door een laagje van 6 delen vet, 1 deel kamfer en wat grafiet.
Pas gevormd roest verwijdert men van het ijzer door het met een met olie bevochtigde kurk af te wrijven.
IJzer blijft jarenlang vrij van roest, als men het een kwartier in een oplossing van soda en potas legt en dan in de buitenlucht laat drogen.
Roest voorkomt men op emmers door ze na gebruik droog te wrijven en omgekeerd te bewaren.
Het vuilnisvat blijft langer geschikt voor het gebruik, als men telkens vóór het gebruik de bodem met een laag zaagsel bestrooit, opdat het niet roesten kan.
Schroeven zijn gemakkelijk los te krijgen, als men kaarsvet eraan doet.
Het inroesten van schroeven voorkomt men, doordat men ze voor bet gebruik in hete olie waarin men wat grafiet gedaan heeft, dompelt.
Om spijkers en ijzer tegen roest te beschermen, werpt men ze gloeiend in koude olie.
Spijkers die loslaten in de muur kan men vastzetten door een pluk watten om de spijker te winden, deze daarna in een papje van gips te houden En vervolgens in het gat te steken. Als het gips droog is, zit de spijker weer muurvast.
Een goed smeermiddel, dat het voordeel heeft, steeds bij de hand te zijn, is een gewoon potlood, dat zeer geschikt is voor het smeren van deurscharnieren, wat zó geschiedt, dat men de scharnieren met de punt van het potlood goed inwrijft.
Dikke inkt mag men niet met water verdunnen. Men neemt daarvoor wat azijn of wijngeest.
Zwarte inkt maakt men uit het sap van de blauwe bosbes,
Is een stalen pen in de inkt gevallen, dan moet hij direct eruit gehaald worden (het best met een magneet), omdat pennen de inkt ontleden.
Verbleekte handschriften frist men weer op, als men ze met een stuk vloeipapier bedekt, dat in opgelost ijzervitriool gedrenkt is.
Potloodschrift maakt men duurzaam door het met melk te pensélen. Dit schrift kan niet uitgevlakt worden.
Calqueerpapier maakt men. zelf doordat men goed schrijfpapier in petroleum drenkt en laat drogen.
Verstopte stempels maakt men weer gebruiksklaar, doordat men ze als een lakstempel op vloeibaar zegellak drukt. Aan het zegellak blijven alle vuildeeltjes hangen.
Verdroogde stempelkussens maakt men weer geschikt voor het gebruik, als men ze met glycerine bestrijkt. Daardoor wordt de kleurstof opgelost en het kussen kan weer gebruikt worden.
Schrijftafelbladen overtrekt men met een donker laken. Men bestrijkt daartoe het blad goed met meubelmakerslijm en rolt van één kant uit het van te voren goed op maat gesneden laken strak erover. Dan legt men er zware voorwerpen op (boeken). Praktisch is het, het laken wat groter te nemen dan het blad en om de kanten heen te plakken.
Schuifladen gaan makkelijker open, als men alle randen met droge zeep bestrijkt.
Opgeplakte postzegels kan men weer verwijderen door de binnenkant van het couvert te bevochtigen.
Aan elkaar klevende postzegels, rentezegels enz. legt men onder een transparant papier en strijkt ze met een heet ijzer. Men kan ze dan van elkaar halen.
Papier wordt onbrandbaar, als men het enige keren in een vrij sterke aluinoplossing dompelt en dan laat drogen.
Papier maakt men waterdicht, als men het met een boraxoplossing, waarin men schellak gedaan heeft, aan beide zijden drenkt.
Tenten en dekzeilen maakt men, waterdicht, als men ze enige dagen in een loog legt, die men verkrijgt, als men ca. 1 pond eikenschors in ca. 8 liter water kookt. Na het doordrenken goed spoelen.
Bindtouwen koord maakt men ongevoelig voor weersinvloeden door het te drenken in, een oplossing van aluin of lijnolie.
Scheuren in paraplus kan men zelf repareren, doordat men een stuk van dezelfde soort stof onder het gat plakt. Als plakmiddel neemt men collodium met een paar druppels ricinusolie. De stof moet bij de reparatie zo droog mogelijk zijn.
Paraplus, spant men om te drogen maar half open. De scharnieren moet men even oliën. Men bewaart ze onopgerold, met de knop naar beden, staande in de kast.
Vochtige vertrekken droogt men door het plaatsen van enige bakken met ongebluste kalk, die het vocht aantrekt.
Tegen huiszwam helpt een veelvuldig en overvloedig begieten met petroleum, waarin zout opgelost is.
Mos op daken enz. kan men verwijderen met een kalkpap, waarin men wat ijzervitriool gedaan heeft.
Vochtige keldermuren bestrijkt men meteen mengsel van 93 delen pannemeel en 7 delen loodglit, dat men met lijnolievernis tot een massa vermengt, die maar net uitgestreken kan worden.
Muren beschermt men tegen schimmel, door Ze te bestrijken met een oplossing van 1 deel salicylzuur op 4 delen alcohol.
Schimmel in en op vaten verwijdert men door ze nat af te borstelen en te wassen met heet sodawater, waaraan men wat zwavelzure kalk kan toevoegen.
Als tonnen en houten vaten lekken, dan vult men ze met hooi of stro, legt stenen erop en begiet ze herhaaldelijk met water. Het hout zet dan uit.
Houten palen (posten en stijlen) rotten niet weg, als men het in de grond uitstekende gedeelte met gekookte lijnolie, waaraan men wat gepulveriseerde kool toegevoegd heeft, bestrijkt.
Houten voorwerpen beschermt men tegen houtworm, als men ze met een als volgt samengestelde beits bestrijkt: keukenzout, peper, mosterdzaad, knoflook en alsem wordt in ongeveer dezelfde verhouding in azijnalcohol gekookt. Een of twee keer,bestrijken.
Dunne planken bespijkert men op de volgende wijze: Vóór het inslaan de spijkers op de kop zetten en een lichte tik op de punt geven. De wat plat geworden punt perst zich niet meer in de vezels, maar maakt ze kapot, zodat het hout niet meer splijt.
Spijkers kan men beter in hard hout slaan, als men ze van te voren met zeep heeft ingesmeerd.
Stoelpoten krassen niet op de vloer, als men er kleine stukjes vilt onder doet.
Om het uitglijden van ladders te voorkomen,plakt men aan de onderkant kleine stukjes gummi of vilt.
Aftgesplinterde mangelrollen omwikkelt men met flanel en naait het zó, dat het zeer strak zit.
Het barsten van linoleum verhindert men, als men azijn en olie in dezelfde verhouding mengt en daarmee het linoleum vaak inwrijft.
Behang wordt afwasbaar door het bestrijken met een mengsel van 2 delen schellak en 12 delen water opgelost.
Lucht van plakmiddelen verdwijnt, als men in het pas behangen vertrek een pot met gloeiende kolen brengt. Op de brandende kolen strooit men jeneverbessen en sluit de kamer 12 uur.
Olieverflucht in de kamer verdrijft men door enige platte bakken met zout water te plaatsen, die de lucht aantrekken.
Om tabakslucht uit de kamer te verwijderen, hangt men s nachts vochtige doeken op.
Kwalijke gootlucht wordt vermeden, als men nu en dan een stuk soda in de afvoer legt.
Slechte kamerlucht verbetert men door het branden van suiker. De zich daarbij ontwikkelende gassen zijn kiemdodend.
Slechte kamer lucht wordt beter, als men koffiedik op een gloeiende kolenschop door de kamer draagt.
Goede kamerlucht in de winter krijgt men, als men nu en dan een appel van de zilverspar in de kachel doet.
Aangename lucht in de kamer krijgt men, als men sterk geurende rozenbladeren in een fles doet (zonder ze te verfrommelen) en een dunne laag zout erop doet. Tenslotte wat wijngeest erbij en gesloten op een koele plaats ,bewaren. Als het dan nodig is, plaatst men de fles open in de desbetreffende kamer.
Ter verbetering van de lucht in de ziekenkamer plaatst men een pot met heet water, waarin men enige druppels lavendel- of eucalyptusolie doet.
Vloeren in ziekenkamers reinigt men met water, waaraan men per emmer 10 eetlepels lysol toevoegt (niet omgekeerd!) Bij het gieten van water op lysol vormen zich vergiftige dampen. Met dit mengsel reinigt men ook de kamerpotten.
Kerstbomen blijven langer goed, als men ze in een bak met vochtig zand plaatst en dit vochtig houdt.
Kerstbomen blijven langer fris, als men de boom met de stam enige dagen in een mengsel van glycerine en water plaatst.
Met Kerstmis heeft men bloeiende takken, als men begin december takken van seringen en andere lentebloemen afsnijdt en in een warm vertrek in een vaas zet. Er moet steeds zoveel water bijgegoten worden, als er verdampt, de bladeren moeten met warm water bespoten worden.
Sparrentakken blijven langer goed, als men ze in een mengsel van gelijke delen glycerine en water dompelt.
Sparrengroen blijft fris, als men de schuin afgesneden vlakken enige tijd in water zet en dan met zegellak bedekt.
Kaarsen branden langzamer op, als men, om de pit tot poeder gewreven zout legt.
Kerstboomkaarsen druppelen niet, als men ze vóór gebruik ongeveer een uur in zout water doet en naderhand van zelf laat drogen.
Kaarsen kunnen geheel op branden, als men het einde van de kaars reeds vóór het plaatsen in de houder met een stuk stanniool omwikkelt, daar het onbrandbaar is, deze zuinigheidsmaatregel mogelijk maakt.
Kaarsen doven van zelf uit, als men op de gewenste plek een gummiring strak spant. Deze trekt samen als de vlam nadert en dooft de kaars.
Goede parketboenwas krijgt men, als men 1 deel hele aardwas in 5-6 delen warm gemaakte boenwas oplost.
Vloeren worden ondoordringbaar, als men ze bewerkt met een oplossing van paraffine in petroleum.
Voegen in vloeren vult men met een mengsel van meubelmakerslijm en krullen. Om de gewenste tint te krijgen, doet men er van te voren wat lichte of donkere oker bij.
In de winter blijft de kamer warmer, als men onder het kleed kranten legt
Lijm-, kit- en kleefstoffen Waterglas is een eenvoudige lijm waarmee men bijvoorbeeld karton op glas kan plakken.
Een goedkope, provisorische lijm die vrij onzichtbaar is maar niet zo geschikt, voor gebruiksvoorwerpen is uiensap. De te plakken delen worden met warm sodawater afgewassen, daarna goed gedroogd en bestreken met het sap. Hierna de delen tegen elkaar drukken.
Een heel oude doeltreffende kleefstof maakt men, zelf door 1/2 pond roggemeel en 30 gram Arabische gom in 250 gram koud water te mengen. Als het een homogeen mengsel is geworden, dient men op het vuur al roerende beetje bij beetje nog een halve liter water toe te voegen en het geheel zodanig te verhitten tot een dikke lijm ontstaat. Hierna de lijm wat af laten koelen en er dan 60 gram glycerine en 20 gram kruidnagelolie aan toevoegen. Als men er nog een beetje borax doorheen roert bederft de lijm niet. Zuurgeworden lijm verliest namelijk zijn kleefkracht. Tegen het indrogen af en toe wat water er door roeren. De lijm wordt reukloos als men 10% spiritus toevoegt en wat minder water.
Als men 1 pond vislijm in 1/2 liter melk ruim een uur laat koken, ontstaat er een watervaste lijm.
Duurzame, vloeibare lijm bereikt men als men 250 gram vislijm aubair marie verwarmt tot 90 graden waardoor een dunne vloeistof ontstaat. Voeg dan 40 gram salpeterzuur toe om de duurzaamheid (minstens 2 jaar) te bereiken.
Celluloid lijm kan men maken door een oud voorwerp van celluloid (kam e.d.) met een scherp mes af te schaven en de snippers in 90% alcohol op te lossen. Hiermee kan men vele harde, gladde stoffen als celluloid, plastic e.d. lijmen.
Vóór het stoken ventileert men de kamer grondig, daar frisse lucht sneller warm wordt dan verbruikte.
Slecht trekken van de kachel is te wijten aan koude lucht in de schoorsteen. Men behelpt zich doordat men wat stro of losse krullen verbrandt, waardoor de koude lucht in de schoorsteen verwarmd wordt.
Vuur van kolen brandt langzamer, als men er een handvol zout op doet.
As stuift niet bij het verwijderen uit de kachel, als men" een emmer met een natte doek bedekt en de as telkens voorzichtig onder de doek in de emmer stort.
Voegen in tegelkachels besmeert men met een pap van bruinsteen en waterglas. De pap wordt na enige tijd geheel hard.
Lekkende warmwaterflessen zijn nog te gebruiken, als men ze in plaats van water met verhitte pitten van vruchten (kers, pruim) vult, die de warmte zeer lang vasthouden.
Waterleidingspijpen beschermt men tegen vorst door het aanbrengen van een dikke pap van kiezelgoer, die men met oude doeken omwikkelt.
Waterleidingen ontdooit men, als men de pijp met ongebluste kalk bedekt, resp. met stro omwikkelt en bevochtigt. De door het blussen van de kalk ontstane warmte zal meestal voldoende zijn.
Bevroren waterreservoirs in W.C.s ontdooit men door een hete warmwaterfles, die men erop legt met een doek bedekt.
Huisdeuren beveiligt men, door de sleutel te laten zitten en hem door een draad zó te bevestigen, dat hij van buiten af niet eruit gestoten kan worden.
Zware meubels moet men nooit helemaal tegen de wand, vooral niet tegen buitenmuren aan plaatsen, omdat ze anders van het vocht te lijden hebben.
Zware meubels kunnen gemakkelijk verplaatst worden, als men spekzwoerd met de vette kant naar beneden onder de poten legt.
Gelakte meubelen reinigt men door bestrijken met het in wijngeest opgeloste schellak. Met een linnen lap drogen en glimmend wrijven.
Geverfde meubels mogen alleen met een verdunde salmiakoplossing afgewassen worden. In geen geval mag men bij zulke meubelen zeep of soda gebruiken.
Eikenhouten meubelen wast men met warm bier af. Ze worden dan als nieuw.
Licht eikenhout kan men een veel donkere tint geven, doordat men het met bruine bijenwas in smeert.
Gebeitste meubelen reinigt men met wat boenwas en door ze met een wollen lap te wrijven. Geen water gebruiken.
Pluche bekleding wordt extra mooi met een borstel gedrenkt in zuurkoolwater
Uit nieuwe meubelen verdrijft men de verse lucht, wanneer ,men er een pot met kokende melk erin zet en de deuren dicht houdt.
Met leder beklede meubelen frist men weer op, door ze met bijenwas in te smeren.
Gevlochten manden moeten geregeld warm water afgeborsteld en dan afgewassen worden. Bij het water wat zout voegen. Daardoor gaan de manden niet alleen langer mee, meer ze blijven er ook als nieuw uit zien.
Manden blijven beter, als men onder de bodem latten spijkert.
Gevlochten zittingen worden weer mooi fris, als men ze met zout water afborstelt.
Losse stoelrotting wast men met spons en heet water aan de achterzijde. Op een warme plaats drogen, niet bij de kachel.
Onder vloerkleden en matten legt men krantenpapier, dat men eenvoudig behoeft op te vouwen om het vuil te verwijderen.
Kleine vloerkleden reinigt men, door ze over kort, vochtig gras te trekken.
Vloerkleden klopt men aan de achterzijde, want zó wordt het meeste stof verwijderd. De voorkant niet kloppen, maar stevig afborstelen.
Vloerkleden van stofrestjes worden bij het wassen gauw grijs, waarom het beter is ze alleen te kloppen en. niet te wassen.
Kokoslopers kan men het beste reinigen door ze in stromend water te hangen.
Omkrullen van vloerkleden komt niet voor, als men aan de onderkant van de hoeken stijf bordkarton vasthecht en daarover linnen naait.
Gipsmodellen reinigt men met een sodaoplossing en wrijft ze dan met een doek af. Dan bestrijkt men de figuren met een dunne magnesiapap. Deze laten drogen en afborstelen.
Gevoelige porseleinfiguren droogt men na het reinigen door ze met spiritus te besprenkelen. De vluchtige spiritus neemt ook het water bij het verdampen mee, zonder vlekken achter te laten.
Albast is het best met warm sodawater te reinigen. Na het drogen met een zachte zemenlap afwrijven.
Echte en onechte stenen reinigt men met een zacht borsteltje en wat eau de cologne. Eerst moeten ze echter enige minuten in eau de cologne liggen.
Echte en valse diamanten kan men onderscheiden, als men het sieraad of de afzonderlijke diamant in volkomen helder water legt. De echte diamant schittert onder water net zoals daarboven, de valse niet.
Barnsteen wordt weer glimmend, als men hem met een wollen lap en wijngeest bewerkt.
Koralen reinigt men met een in zeepwater gedoopte linnen lap. Met een stuk leer krijgt men een zeer diepe glans.
Gitten sieraden worden diep glanzend door ze met een in olie gedoopt watje af te wrijven.
Papier-maché wrijft men met warme alcohol glimmend, niet met water.
Geweien reinigt men het verdund zeepwater. Goed naspoelen en goed drogen door ze af te wrijven met een linnen lap.
Kaarsvet verwijdert men van metalen kandelaars door in heet water te dompelen. Afkrabben geeft krassen.
Sluitlak kan men zelf maken door 3 delen schellak op te lossen in 2 delen terpentijn en daaraan wat inkt in de gewenste kleur toe te voegen.
Een dunne lak maakt men door 3 delen schellak op te lossen in een mengsel van 1,2 deel terpentijn en 9 delen spiritus.
Voorwerpen van celluloid kit men, doordat men de uiteinden van de breuk in azijnzuur dompelt. Laten drogen, nadat ze samen gebonden zijn.
Gedeukte voorwerpen van celluloid worden glad, als men ze in heet water legt.
Eiwit is een goede briefsluiter, daar zelfs waterdamp dit niet kan oplossen.
Stijfselpap. Men maakt stijfsel met koud water aan (zonder klonters) en voegt er al roerende kokend water bij. Dit plaksel is geschikt voor het inplakken van foto’s.
Papier kan men op metaal plakken, als men het metaal met soda afwast en het nat van uien als kleefstof gebruikt.
Papier plakt op glas, als men waterglas als bindmiddel gebruikt.
Zaklantarenbatterijen blijven langer branden,als men ze droog bewaart en bij het verminderen van hun lichtvermogen herhaaldelijk op de kachelpijp verwarmt.
Gummispenen mag men niet koken. Het is voldoende, als men ze goed met water spoelt en in koud water laat liggen.
Bezems mogen niet in de buurt van de kachel bewaard worden, daar de warmte voor de haren schadelijk is.
Krom gedrukte haren of borstels in de bezem richten zich weer op door ze boven een ketel met stomend water te houden.
Oude kurken kookt men in water op. Ze worden daardoor zacht en verliezen tevens de, oude kurken eigen, slechte lucht.
Toiletzeep droog te bewaren. Dus niet op platte schalen leggen, maar op geribbeld karton of hout.
Zeep duurt langer, als men aan de onderkant een stukje stanniool perst, waardoor het oplossen van de zeep verhinderd wordt.
Breinaalden glijden niet zo gauw uit het handwerkje weg, als men aan de punten der naalden een stukje kurk bevestigt.
Alcohol heeft minder uitwerking, als men bij het drinken nu en dan enige koffiebonen kauwt.
Moutbier, selterwater e.d. kan men makkelijker inschenken, als men zijn lichaamswarmte op de drank enigszins overbrengt door de handen om de fles te leggen.
Sigarenroken is bijna onschadelijk, als men sigarenpijpjes gebruikt, die ten dele met katoen gevuld zijn.
Ongebruikte koffiekannen spoelt men vóór het gebruik met heet water uit, daar anders de koffie muf smaakt.
Brillenglazen beslaan niet, als men ze met wat glycerine en groene zeep in smeert en dan met een leren lapje schoon wrijft.
Spiritustoestellen mogen pas bijgevuld worden, als ze helemaal afgekoeld zijn, omdat een vonkje al een explosie kan veroorzaken.
Zinken badkuipen krijgen scheurtjes, als men er eerst heet water in giet.
Knellende ringen kan men makkelijk aftrekken, als men de vinger enige minuten dik omwikkelt en na het losmaken van het verband de arm enige minuten in de hoogte houdt. Eventueel herhalen.
Goud reinigt men met geslibd krijt.
Horlogekettingen reinigt men met droge sigarenas.
Zilveren voorwerpen reinigt men grondig door ze 15 minuten lang te koken in sterke oplossing van salmiakgeest. Na het afspoelen met krijt afwrijven.
Zilveren voorwerpen krijgen een mooie glans, als men ze met tot witte as verbrand papier polijst.
Vlekken op zilveren lepels verwijdert men door wassen in heet water onder toevoeging van borax. Ook het afwrijven met de binnenkant van aardappe1schillen in een praktisch middel.
Zilver, dat gepoetst moet worden. legt men in heet zeepwater met soda, poetst het stuk voor stuk en droogt het heeft af, opdat het ,zijn mooie glans behoudt.
Eivlekken op zilveren lepels verwijdert men met vochtig zout.
Oud zilveren bestek worden met wijngeest afgewreven, met heet water afgeborsteld en een wollen doek droog gewreven.
Vlekken op alpaca wrijft men met wat geslibd krijt af, dat met spiritus bevochtigd is,
Onecht metalen reinigt men met zuivere alcohol en een watje. Eventueel ingezette stenen met een stuk leer afwrijven.
Dof messing reinigt men door het af te wrijven met verdunde azijn en naspoelen met warm water.
Oud messing wast men met onverdunde geest, van salmiak af; flink borstelen en met schoon water goed naspoelen. Het wordt dan als nieuw.
Koperen vaatwerk reinigt men met houtas met toevoeging van wat geest van salmiak.
Koperen ketels zijn goed en vlug te reinigen, als men ze van te voren met heet water vult.
Ketelsteen verwijdert men, doordat men een half uur lang azijn in de ketel kookt die de ketelsteen los weken.


Verwijderen van vlekken

Vlekken door onbekende oorzaak in stoffen kan men vaak verwijderen doordat men de stof in een sterke zoutoplossing doet en in de zon bleekt. Met schoon water goed naspoelen en, zo nodig, de behandeling herhalen.
Randvlekken als overblijfsel van ontvlekken, kan men voorkomen wanneer men de stof, terwijl hij nog vochtig is, strijkt.
Roestvlekken in de was verwijdert men, als men een mespuntje zuringzout ineen kwart liter kokend water oplost en de vlekken erin houdt, tot ze verdwijnen. Dadelijk met schoon water krachtig naspoelen.
Verse roestvlekken zijn door afwrijven met zure melk te verwijderen.
Roestvlekken van elke soort verwijdert men door behandeling met een mengsel van aluinpoeder en azijn in gelijke verhouding.
Roestvlekken boven stoom van kokende thee houden. Vlek daarna met citroensap indruppelen en na een half uur uitwassen.
Stof die door te heet strijken geel geworden is wast men dadelijk in gewone kleurloze azijn uit. Is de azijn echter niet kleurloos dan wordt het kwaad verergerd.
Vochtvlekken in was verwijdert men door inwrijven met een oplossing van 10 delen water, 1 deel zout en 1 deel salmiak. In de lucht drogen en als was behandelen. Eventueel vaker herhalen.
Smoezelige vlekken met een heet strijkijzer bewerken, waarbij de stof geplaatst moet worden tussen krijtpoeder en absorberend papier.
Tabaksvlekken in witte zakdoeken verdwijnen, als men ze met spiritus inwrijft en enige tijd laat liggen. Eerst in alcohol en dan in schoon water wassen. Tenslotte met helder water afspoelen.
Levertraanvlekken in de was verwijdert men, als men de plekken in terpentijnolie dompelt en met warm zeepwater afspoelt. In de zon bleken.
Parfumvlekken in zijden zakdoeken verdwijnen door afwrijven der zijde met even verwarmde glycerine.
Cacaovlekken gaan alleen weg door water, zonder zeep.
Koffievlekken verdrijft men met verdunde glycerine.
Verwijderen koffieaanslag op bodem van thermoskan: een scheut zout in de kan en vervolgens vullen met een laag heet water. De nacht over laten staan en uitspoelen.
Verwijderen kalkaanslag op moeilijk bereikbare plekken (kranen e.d.): een pluk watten deppen in schoonmaakazijn en op of om de kalkplek heenleggen. Even laten intrekken en vervolgens afspoelen.
Theevlekken verdwijnen, als men er enige malen kokend water over giet. Anilinevlekken kunnen verwijderd worden met pure alcohol 40% of blanke spiritus. Nableken met waterstofperoxyde of oxaalzuur zal vaak nodig blijken. Arabische gom kan verwijderd worden met warm water waarin wat ammonia. Beitsvlekken: Deze vlekken kunnen met water met ammonia of terpentine op een linnen doekje weggewreven worden. Zonodig nableken. met waterstofperoxyde of een oplossing van citroenzuurkristallen. 
Vlekken in was door helse steen, verwijdert men door onderzwavelzure natron. Bij oude vlekken helpt rood bloedloogzout (bij drogist te krijgen).
Vlekken door krammen enz. verwijdert men met een wijnsteenzuuroplossing (1 theelepel wijnsteenzuur op een halve liter water). Als het middel geen succes heeft, bleekt men met waterstofperoxyde, dat in dezelfde verhouding verdund is. Dan nog zoveel geest van salmiak er bij doen, tot de oplossing duidelijk er naar ruikt.
Inktvlekken in witte was verdwijnen, als men het goed in wat citroensap legt. Hardnekkige vlekken laat men langer daaraan bloot gesteld en men herhaalt, zo nodig, de behandeling.
Inktvlekken in witte was verwijdert men, zolang de vlek nog vers i.a, door het goed in sterk zout. water te leggen. Grondig wassen.
Inktvlekken in vloerkleden wrijft men herhaaldelijk met sterk zout water af. Met verdunde oplossing van geest van salmiak naspoelen.
Inktvlekken verwijderen door het wrijven met vochtige sigarenas.
Urinevlekken verdwijnen in warm water met een scheut ammonia. Naspoelen met veel water.
Bloedvlekken moeten eerst behandeld worden met een Soda of zoutoplossing. Daarna, mits de stof daarvoor geschikt is, iets bleken met waterstofperoxyde. Verse vlekken met absorberend papier opnemen en daarna spoelen in lauw water.
Hardnekkige inktvlekken verwijdert men door ze herhaaldelijk af te wrijven met terpentijn.
Inktvlekken op bout verwijdert men het beste met sterk zwavelzuur.
Inktvlekken op de banden verdwijnen door ze af te wrijven met de binnenkant van een citroenschil.
Vette jaskragen borstelt men af met verdunde geest van salmiak (1 deel op 10 delen water) en dan met schoon water naspoelen.
Glimmende vlekken in kamgaren stoffen verwijdert men, als men ze in een oplossing geest van salmiak en water (1 : 10) drenkt en de plekken met een warm bevochtigde borstel borstelt. Met schoon water naspoelen.
Glimmende plekken op kostuums verdrijft men door ze met een afkooksel van klimopbladeren, waarbij men wat salmiak doet, af te wrijven.
Vet uit jaskragen, hoeden, stoffen verwijdert men, doordat men de te behandelen plekken bevochtigt en met hertshoornzout wrijft, tot er schuim ontstaat. Na enige minuten met lauw water naspoelen.
Vetvlekken verwijdert men door met zout te wassen, dat in geest van salmiak, wijngeest of brandewijn opgelost is.
Verse vetvlekken zijn door het afwrijven met droge aardappelschillen te verdrijven.
Vetvlekken op vloerkleden bestrijkt men met een dikke pap van leem en water. Na 1 dag afkrabben en met schoon water naspoelen.
Vetvlekken op gekleurde wollen stoffen en leer verwijdert men, door er een stuk vloeipapier over te leggen en er een heet ijzer op te zetten. Zo nodig herhalen.
Vetvlekken in marmer zijn door daarop aangebrachte benzinemagnesia te verwijderen. Met schoon water goed afwassen.
Vlekken op marmer. Met puimsteen of fijn schuurpapier afwrijven en met vlakgom glad maken.
Vetvlekken in Katoen: enkele uren weken in afgeroomde melk, daarna uitspoelen. In linnen: met warm strijkijzer en absorberend papier ertussen. In wol: 1 deel geest van Salmiak en 8 delen water.
Soepvlekken op wollen stoffen verwijdert men door afwrijven met een mengsel van gelijke delen terpentijnolie en benzine. Met lauw warm zeepwater nabehandelen.
Teervlekken in wollen en zijden stoffen wast men voorzichtig met zeepvlokwater uit.
Harsvlekken in stoffen verwijdert men, als men de plekken met terpentijn bevochtigt, zacht wrijft, met vloeipapier bedekt en met ,een strijkijzer bewerkt.
Harsvlekken verwijdert men door wrijven met spiritus.
Lippenstiftvlekken deppen met een in alcohol of terpentine gedrenkte doek; zonodig na behandelen met 3% waterstofperoxyde.
Regenvlekken op zijden stoffen zijn meestal te verwijderen, als men de hele stof met een vochtige spons en warm water krachtig afwrijft, voorzichtig in doeken rolt en, al naar de soort van de zijde, half droog of droog strijkt.
Regenvlekken strijkt men met een vochtige doek.
Vlekken van kopieerpotloden worden met spiritus ingewreven en dan luchtig met zeep uitgewassen.
Vlekken van kopieerpotloden zijn door ze voorzichtig aan te tippen met eau de cologne weg te krijgen. Daarna met schoon water goed spoelen.
Vlekken door rode inkt verdwijnen door 'bestrijken met zuivere mosterd. Na de behandeling goed uitwassen.
Biervlekken op lichte wollen kleren krijgt men weg, als men ze met een mengsel van lauw warm water en zuivere spiritus (gelijke delen) . zorgvuldig in één richting wrijft. Tussen twee schone doeken strijken.
Biervlekken verdwijnen door uitwassen met lauw warm salmiakzeepwater. Ook dadelijk wassen met scherp zout water helpt.
Melkvlekken eerst uitspoelen in lauw water, zonodig verder met water en borax.
Petroleumvlekken in fijne stoffen bestrijkt men met een pap van benzine en krijtpoeder. Na het drogen goed afborstelen.
Olievlekken strijken met toiletpapier ertussen
Nicotinevlekken op de vingers gedurende enkele dagen met puimsteen bewerken en dan met een badstofdoekje met citroensap nawrijven. Zit het in stof dan behandelen met een oplossing van 3% kaliumpermanganaat, daarna uitwassen
Stearinevlekken verdwijnen uit stoffen en tapijten, als men een vloeiblad erop legt en daar over heen gaat met een strijkijzer. Randen verwijdert men met eau de cologne.
Parfumvlekken wrijft men met spiritus. Ook helpt de behandeling met geconcentreerde warme glycerine.
Straatvuil op donkere kleren moet worden afgewassen met een rauwe aardappelschil.
Kalkvlekken wegvegen met een in blanke azijn gedrenkte doek
Kalkvlekken moeten dadelijk verwijderd worden om het weefsel niet aan te tasten. Eerst afborstelen. Uit witte stoffen worden kalkvlekken met azijn verwijderd.
Kalk- en loogvlekken wast men met schoon water af, of met sterk verdunde azijn.
Kalkvlekken in vloeren eerst met stro afwrijven. Dan worden de plekken met een in azijn gedoopte grove lap afgewreven en nagespoeld.
Olieverfvlekken verwijdert men met een mengsel van gelijke delen terpentijnolie en geest van salmiak. Om het sneller te doen drogen er azijnether aan toevoegen.
Etens, olie- en vuilvlekken te behandelen met eau de cologne.
Chocolade, koffie en theevlekken in katoenkleding wassen in heet water. Zonodig eerst inwrijven met alcohol of glycerine, vermengd met eigeel. Nawassen in lauw water. In wollen stoffen deppen in lauw, daarna in warm water.
Kauwgomvlekken eerst hard laten worden, weg krabben en restant met aceton wegwrijven. Door de haren in te wrijven met pindakaas verdwijnt de kauwgom op het hoofd
Lichtere olievlekken worden vochtig gemaakt, met een lap met benzine bestreken en met een heet ijzer in vloeipapier gestreken.
Vet- en olievlekken op vensterruiten, spiegels e.d. verwijdert men met natte sigarenas.
Olieverfvlekken zijn. als ze nog vers zijn. door het aantippen met lap met terpentijn of benzine te verwijderen. Oudere vlekken bestrijkt men stevig met groene zeep. Na een uur in regenwater uitwassen.
Roetvlekken zijn gemakkelijk te verwijderen, als men goed, schuimende zeep er met een borstel opbrengt en voorzichtig uitborstelt.
Roetvlekken op de handen verwijdert men door zwaveldamp. Men bevochtigt de handen en nadat men ze gezwaveld, heeft, wast ze met zeep af.
Gedroogd eigeel weekt men met glycerine en wast men met lauw warme zeespiritus uit. Eventueel met vochtig zout nawrijven.
Schimmelvlekken op het behang verdwijnen, als men ze met een mengsel van 1 deel salicylzuur en 4 delen spiritus aantipt.
Boter- en verfvlekken op papier verwijdert men door verwarmen van de vlek en bestrooien met bolus (zegelaarde), Vrij lange tijd laten liggen.
Verfvlekken verdwijnen door inwrijven met groene zeep en uitwrijven met terpentine
Poedervlekken nooit met water behandelen, maar altijd droog weg borstelen.
Ballpointvlekken verdwijnen in een sopje met spiritus of ammonia. Voor wollen stoffen en synthetische stoffen kunt U beter alcohol gebruiken.
Viltstiftvlekken behandelen met alcohol of spiritus en nableken.
Vliegenvuil op stoffen, verwijdert men door het voorzichtig af te wrijven met verdund lauwwarm azijnwater. .
Vliegenvuil op glas wrijft men met geest van salmiak er af.
Vliegenvuil op glas voorkomt men door dit met een leertje, dat met azijn bevochtigd is, af te wrijven. Het aldus behandelde glas wordt door de vliegen gemeden.
Vliegenvuil op metaal wrijft men met spiritus weg.
Vliegenvuil op meubelen wrijft men met petroleum af.
Watervlekken op vloeren, vensterbanken enz; gaan er uit, door er wat sigarenas op te strooien. De as pa enige dagen weer verwijderen en met een in petroleum gedrenkte lap nawrijven.
Voor vlekken en krassen op lichte deuren gebruikt men boenwas.
Lichte vlekken op lichte meubelen wrijft men niet vlakgom af. In hardnekkige gevallen met inktgom.
Melk- of watervlekken in eiken meubelen verwijdert men met een dikke oplossing van witte was en terpentijnolie. Met een wollen lap nawrijven.
Witte vlekken op gepolitoerde meubelen verwijdert men met papje van sigarenas en petroleum. De pap erop aanbrengen, enige tijd zo laten, dan bewerken met een even geschroeide kurk, tot de vlekken verdwenen zijn. Afwassen en met een met petroleum bevochtigde flanellen doek nawrijven.
Suèdebekleding met vuile vlekken alleen bewerken met een stuk wit oud brood of gum, maar nooit met schoonmaakmiddel.
Vlekken op metalen voorwerpen verwijdert men door het aanbrengen van een papje van sigarenas en petroleum. Na enige tijd flink wrijven enige keren met lauw warm water naspoelen en met een zachte doek afwrijven.
Vlekken door schoencrème zijn met wijngeest weg te krijgen
Vlekken op leer verwijdert men met verdund azijnwater.
Vlekken op linoleum wrijft men met schuurpapier af. De plek goed wassen. Kleurt vanzelf weer bij.
Bronsvlekken verwijdert men door te weken in terpentijnolie of benzinoform. Licht wrijven.
Punchvlekken in stoffen verwijdert men door water of vlekkenwater.
Vruchtenvlekken in tafellakens e.a. zijn goed te verwijderen, als men ze eerst met zout bestrooit.
Schoenpoetsvlekken met ether behandelen, goed uitwrijven.
Verse wijnvlekken zijn met citroensap weg te krijgen, als men ze eerst met zout bestrooit.
Vlekken door rode wijn behandelt men met goed gevolg door ze met groene zeep in te smeren en zo spoedig mogelijk daarop met lauw warm water uit te wassen.
Wijnvlekken, en zeker van rode wijn, zijn zeer hardnekkig. In de was verdwijnt de vlek meestal wel, maar U kunt ook het volgende proberen. Strooi zout over de natte wijnvlek. De zoutkorrels de wijn laten absorberen en het doordrenkte zout opvegen. Of U kunt op de rode wijnvlek direct een scheutje witte wijn sprenkelen
Likeurvlekken verwijdert men met verdunde geest van salmiak; als ze kleurloos zijn, is schoon water voldoende. Biervlekken direct na het morsen met absorberend papier e.d. is opgenomen, zal geen vlekproblemen opleveren. Als het bier blijft zitten en opdroogt dan bestrijden met: een aftreksel (afgekoeld) van thee van tamarinde. Of meteen oplossing van gelijke delen wijngeest en water. Maar in veel gevallen zal een warm zeepsopje en soms zelfs uitsluitend wat warm water al voldoende zijn.
Kaarsvet wordt weggestreken met een warme strijkbout en toiletpapier en nabehandeling met terpentine.
Fruitvlekken zijn meestal met kokend water te verwijderen.
Fruitvlekken in stoffen krijgt men weg met zuivere spiritus. die men eerst met water verdunt.
Carbonvlekken verwijdert men met wasbenzine of tri. Eventueel nabehandelen met waterstofperoxyde 3%.,
Cementvlekken. Het cement wegkrabben, de vlek met een stevige borstel borstelen. Met een badstoffen doek, bevochtigd met azijn de resterende vlek behandelen.
Dropvlekken kunnen worden verwijderd met een zacht zeepsopje. Blijft de vlek te oud of leent de stof er zich niet voor, probeer dan een oplossing van water met ammonia en spoel de stof goed met lauw water.
Eivlekken als de vlek niet te oud is is de vlek gemakkelijk te verwijderen met lauw water of een zeepsopje. Eventueel (na-)behandelen met alcohol,tri of terpentine.
Fecesvlekken zijn te verwijderen meteen lauw zeepsop je. Eventueel nabehandelen met water en ammonia en bleken met waterstofperoxyde 3%.
Grasvlekken kan men uit kleding wassen met een mengsel van een halve liter heet water, 2 delen spiritus en een scheut ammonia van 5 tot 10%. Ook pure alcohol werkt goed, evenals water met een flinke scheut ammonia. In wit linnen kan men deze vlekken flink wrijven met kalipermengaanoplossing en de bruine kleur die dan ontstaat bleken met waterstofperoxyde 3% of een oplossing van citroenzuurkristallen.
Jodiumvlekken wassen in warm water of sopje. De vlek deppen met alcohol is ook goed
Koperpoetsvlekken verdijen met een water en azijnoplossing.
Leukoplastlijm-vlekken laten zich verwijderen met benzine of aceton.
Lippenstiftvlekken laten zich, gemakkelijk verwijderen door ze te deppen met een in alcohol, spiritus of terpentine gedrenkte dot watten. Eventueel nabehandelen met waterstofperoxyde 3% of bijgekleurde stoffen: een oplossing van citroenzuurkristallen. 
Lijmvlekken als houtlijmvlekken verdwijnen in een warm sopje of in water met een scheutje ammonia.
Rubberlijmvlekken (solutie) lossen op in wasbenzine.
Make-upvlekken laten zich, gemakkelijk verwijderen door ze te deppen met een in alcohol, spiritus of terpentine gedrenkte dot watten. Eventueel nabehandelen met waterstofperoxyde 3% of bijgekleurde stoffen: een oplossing van citroenzuurkristallen.
Mascaravlekken, dep de vlekken met een lauwwarm sopje van zachte zeep.
Mercurochroomvlekken moeten snel worden weggespoeld met, lauw water. Dep de stof daarna met citroensap of blanke azijn of met alcohol, spiritus of wasbenzine. Nabehandelen met waterstofperoxyde 3% of een oplossing van citroenzuurkristallen.
Modder verwijderen. Modderplekken op schoeisel en kleding eerst goed droog laten worden (schoenen niet bij de verwarming zetten, want dan droogt het leer uit), vervolgens de harde laag in stukjes breken en verwijderen en dan het restant wegborstelen en voorzichtig wegkrabben. Eventuele overgebleven vlekken kunnen met gekookt water bestreden worden. Probeer modder, nooit weg te halen met een natte doek, want dan vervalt de vlek van kwaad tot erger.
Nagellakvlekken. De lak zoveel mogelijk verpulveren en daarna het restant in aceton of thinner oplossen. Eventueel met waterstofperoxyde 3% nabehandelen. Aceton niet bij kunstvezels gebruiken
Nicotinevlekken op de handen: dagelijks met puimsteen of schuurplaatje wegschuren en vervolgens met een badstoffen doekje met citroensap nawrijven.
Notenbolstervlekken verdwijnen door ze te behandelen met (zoutloos) kookwater van witte bonen.
Petroleumvlekken kunnen met een hete strijkbout, aardappelmeel en grauw, absorberend papier worden weggestreken. Men strooit een dikke laag meel op de vlekken, legt het papier er op en eronder en strijkt er dan met de bout over. Enkele malen herhalen met ververst papier en nieuw aardappelmeel kan nodig zijn. Daarna goed uitborstelen en in, de wind te luchten hangen.
Poedervlekken. Borstel met een zachte borstel de poeder weg. Dep daarna de vlek met alcohol, jenever of wasbenzine.
Potloodvlekken. Als de vlekken zich bevinden, op harde materialen kan' men de vlekten meestal weggommen met vlakgom. Een warm sopje is meestal voldoende om potloodvlekken op te ruimen. Maar ook alcohol en wasbenzine, helpen goed.
Rodekoolvlekken verdwijnen bij wrijven met alcohol of een 10% oplossing citroenzuur. Een zeepsopje kan ook hier toegepast worden.
Rougevlekken, dep met alcohol of wasbenzine of tri.
Scheerzeepvlekken kan men met gewoon warm water wegspoelen of deppend of licht wrijvend met water en azijn verwijderen.
Slijmvlekken uitgespoeld in een warm sopje van water met een weinig ossengalzeep, zullen beslist verdwijnen.
Stopverfvlekken kunnen met terpentine of wasbenzine behandeld worden. Als de vlekken oud zijn. moeten ze eerst met petroleum worden ingewreven. Na enkele; uren weken pas verder behandelen.
Tandpastavlekken verdwijnen met lauw of liever heet water als de stof de temperatuur verdragen kan.
Tomatenvlekken verdwijnen in een lauwwarm sopje. Ook wel met water en ammonia of verdunde spiritus.
Zweetvlekken zijn vrij eenvoudig te verwijderen: als ze vers zijn met lauw water. Als ze oud zijn met een mengsel van 3 delen ether, 3 delen alcohol en 1 deel geest van salmiak. Ook een oplossing van ammonia in water is een goed middel. Naspoelen met een oplossing van water en blanke azijn wordt aanbevolen.
Kersenvlek verdwijnt door de stof met de vlek in een bakje met Karnemelk een nachtje te laten liggen
Vlekken door zwarte bosbessen en fruit verwijdert men met sodawater of verdunde geest van salmiak. Voorzichtig bij niet wasechte stoffen!
Vlekken door blauwe bosbessen verdwijnen door ze met de binnen kant van een citroenschil af te wrijven of door er wat citroensap op te druppelen. Met lauw warm water naspoelen.
Vlekken van blauwe bosbessen in wit goed verwijdert men door ze te bestrijken met zure melk. Uitspoelen in lauw warm water.
Kersenvlekken in de was behandelt men met zeepwater.
Vlekken door gras, fruit en wijn kunnen, voor zo ver ze niet met water in aanraking gekomen zijn, verwijderd worden door flink te wrijven met wijngeest. Eventueel overblijvende grauwe tinten verdwijnen in de was.
Grasvlekken verwijdert men met een oplossing van tinzout (1 mespunt tinzout op een halve liter schoon regenwater). De plekken stuk voor stuk bevochtigen en dadelijk met helder water naspoelen.
Grasvlekken wast men met heet water en overvette zeep uit. Eventueel nableken.
Grasvlekken verdwijnen in heet, niet kokend water, met pure alcohol of 10% ammonia.
Persvlekken op pluche verwijdert men doordat men de achterzijde bevochtigt en strijkt. Ook helpt het, als men de stof over hete dampen haalt.
Vruchten als aardbeien en bosbessen en tuinbonen, spinazie en rodekool verwijdert u in wasbare stof: 1x uitspoelen in water en 2x wassen. In niet wasbare stof: met alcohol behandelen
Bietenvlekken: verdwijnen uitspoelen in water; dan behandelen met zuivere alcohol; zonodig bleken met 3% waterstofperoxide en op de stof liggend in een schaaltje paar druppels ammonia. Wat een werk hé.
Aardbeienvlekken: eerst het vruchtvlees grondig verwijderen. Daarna met lauw zeepsopje de vlek behandelen. Kwetsbare en geverfde stoffen kunnen worden behandeld met pure alcohol. Na de behandeling de stof goed spoelen (of uitwassen). Indien nodig (en mogelijk, gezien de aard en de kleur van de stof) nableken met waterstofperoxyde 3% of citroenzuurkristallen ).
Bietensapvlekken verwijderen door uitspoelen met lauw water of een lauw sopje. Vervolgens de plekken met ammonia 10% deppen en eventueel bleken met waterstofperoxyde 3% of oxaalzuur 10%.
Citroensapvlekken: snel uitspoelen in lauw water (tast de kleuren aan)
Bananenvlekken wassen in lauw water of sop van synthetisch wasmiddel. (katoen: mengsel van 1 deel bleekwater op 2 delen water. Wol: 5% oplossing van oxaalzuur, daarna in 5% oplossing van natriumsulfaat, goed uitspoelen).
Vogelpoepvlekken Laten drogen, daarna afborstelen. Wassen met azijn of citroensap.
Harsvlekken: behandelen met terpentine (oude vlekken eerst weken in terpentine, strijken tussen grauw papier, weer weken, weer strijken etc.).
Oude fluweel frist men op, wanneer men het met benzine afwrijft en, boven stoom houdt.
Vlekken in fluweel verwijdert men met gezuiverde citroenolie.



Behandeling van stoffen en was


Nieuwe wasknijpers moet men voor het eerste gebruik in zeeploog even uitkoken, daar ze anders steeds de was vuil maken.
Witte was wordt mooi wit, als men een citroenschil in stukjes snijdt en die bij het koken van de was in de ketel doet.
Wit wasgoed wordt extra wit, als men een linnen zakje met eierdoppen in het waswater mee kookt.
Transpiratielucht in de was verwijdert men door die in azijnwater te wassen.
Geel worden van zijden zakdoeken wordt vermeden, als men ze nooit kookt of met zeep inwrijft. In zeepschuim van lauw water drukt men het goed, wringt het luchtig uit en laat het drogen. Vochtig strijken.
Zwarte zijden stoffen wast men in een aftreksel van thee, waarbij men wat suiker gedaan heeft. De nog natte zijde aan de verkeerde kant strijken.
Zijden en kunstzijden kousen spoelt men in water, waaraan wat azijn toegevoegd wordt.
Waszijden kleren alleen met wasbenzine wassen.
Lichte zijden plissée's blijven beter in de plooi, als ze met benzine gewassen worden.
Satijn wassen gaat beter met wat borax erbij.
Witte parasols wast men met een schone borstel en groene zeep af. Goed met lauw warm water afspoelen en in de zon drogen.
Zijden lampenkappen worden in lauw warm water, waarin men wat geest van salmiak gedaan heeft, gewassen en in de lucht gedroogd.
Lampenkappen reinigt men door ze met benzine af te borstelen.
Stof onderzoekt men op zijn wasechtheid, als men een deel ervan bevochtigt en op wit papier heen en weer wrijft. Wasechte stoffen laten geen kleurvlekken achter, niet wasechte wel.
Spijkerbroeken krimpen minder hard als U ze eerst een dag in zout water legt. Is de spijkerbroek nu juist weer iets te lang dan is het mogelijk door deze in de droger tot 5 cm te laten krimpen. Tussen het drogen door steeds even meten als er 3 cm af zou moeten. Is het krimpen te ver gegaan gewoon de broek weer nat aan de pijpen ophangen waarna de lengte weer toe zal nemen.
Gekleurde was alleen in de schaduw ophangen.
Gekleurd goed wast men snel, en wel in azijnwater. Tussen doeken rollen, dat geen plek de andere aanraakt. Snel drogen en dan aan de verkeerde kant niet te heet strijken.
Licht blauwe verschoten kleren wast men in water; waarin men enige druppels blauwe inkt heeft gedaan.
Gekleurde crêpe marokijn verkleurt gauw bij het strijken. vandaar eerst proberen op een plek, waar het niet op aan komt.
Gekleurde katoen blijft bij het wassen kleurvast, wanneer men bij het waswater wat azijn doet of in een loog van houtzeep wast.
Gekleurd borduurwerk bij het wassen niet wrijven. maar in matig warm water, waaraan borax toegevoegd is, spoelen, Koud naspoelen. Om het op te frissen legt men het nog in azijnwater. Tussen doeken uitpersen.
Wollen kleren wast men goed in een koude loog van houtzeep. Koud naspoelen.
Wollen kleren en pull-overs worden voorzichtig gewassen, als men ze enige uren in regenwater legt en dan met zeepvlokken wast.
Broeken blijven langer in de plooi als U bij het persen iets stijfsel in de vochtige doek doet.
Verfrommelde franjes boven waterdamp houden en rekken. Bij het wassen niet uitwringen, maar ophangen.
Gewassen kant droogt men op praktische wijze boven een doek, die om een fles gewikkeld is.
Uitgehaalde wol wikkelt men stevig om een plank. In heet water dompelen en na het drogen weer los wikkelen. Ze wordt dan weer recht.
Stof kan men zonder vlekken verven, als men hem, zolang hij zich in de verf bevindt, voortdurend omroert. Eventueel aanwezige andere vlekken moeten van te voren verwijderd worden, vlekkig verschoten goed verft men zeer donker.
Stof en garen kan men bruin verven, als men groene notendoppen of tabaksbladeren in warm water legt en de voorwerpen enige tijd daarin laat liggen.
Verf moet, alvorens bij het water te voegen, door een stukje mousseline gezeefd worden.
Stoffen na het verven niet uitwringen, alleen maar uitpersen en ophangen.
Wit kant is zeer eenvoudig crème, te kleuren, als men ze in hete Chinese thee legt.
Mousseline gordijnen houden hun kleur, als men ze in aluinwater spoelt (1 theelepel op 1 liter water.)
Wasgoed moet men alleen warm sprenkelen.
Stijfsel voor extra fijne was kan men van kastanjes maken, als men deze schift, raspt en dan met koud water begiet. Deze massa stevig kneden en een tijdlang laten staan. Na het afgieten van het water blijft dan de stijfsel achter.
Aan stijfselwater moet men wat zout toevoegen, waardoor het lastige kleven aan het ijzer bij het strijken vermeden wordt.
Gesteven was moet tegen vorst beschermd worden, daar ze anders niet meer stijf gestreken kan worden.
Om het bevriezen van de was te voorkomen, voegt men bij het laatste waswater een handvol zout, dat goed opgelost moet worden. Niet al te veel, daar de was bij te veel zout slecht droogt.
Gesteven kragen, die aan de bovenkant scherp worden, maakt men glad door ze met een stuk stearinekaars te wrijven.
Het verfrommelen van gesteven overhemden bij het dichtknopen kan men voorkomen, als men de knoopsgaten van te voren van achteren vochtig maakt.
Gleeën (slijtage) in de plooien van de was voorkomt men, als men nu en dan de plooien anders legt.
Wasgoed met borduurwerk moet alleen aan de verkeerde kant op het wollen dek gestreken worden zonder strijkdoek tussen de onderlaag en het voorwerp.
Crêpestoffen strijkt men het bek op een badhanddoek.
Heren zelfbinders wast men in een loog van 1 eetlepel persil op 2 liter koud water. Bij het laatste spoelwater wat azijn voegen, in een badhanddoek drogen en heet strijken.
Lichte dassen reinigt men met een in benzine gedoopte lap, opdat er geen randen ontstaan, is snel nawrijven aan te bevelen.
Gebreide kleren die bij het wassen gerekt zijn, legt men eerst in heet, dan in koud azijnwater.
Gebreide kleren moet men niet ophangen, maar neerleggen.
Knopen aan gebreide kleren voorziet men aan de achterzijde van een tegenknoop.
Wollen kousen worden niet viltachtig, als men ze voor het eerste gebruik met een zeer natte doek en een heet ijzer zo lang strijkt, totdat de doek droog is.
Wollen truien kriebelen vaak, vooral bij jonge kinderen. Doe de trui in een plastic tas en leg deze eens een dag in de diepvriezer.
Scheef trekken van fijne stoffen voorkomt men, als men een stuk papier instikt, dat weer makkelijk weg te nemen is.
Zijden kant reinigt men, doordat men ze in koude zeepvlokkenloog even uitperst, goed spoelt en nog vochtig, aan de verkeerde kant strijkt.
Gleeën verwijdert men uit zijde, door ze eenvoudig met spiritus te bevochtigen.
Alle gladde lakensoorten moeten aan de verkeerde kant gestreken Worden.
Onder donkere stoffen, die vochtig gestreken moeten worden, legt men enige vellen krantenpapier, waardoor een eventueel afgeven op de zich daaronder bevindende stof vermeden wordt.
Harde, dichte stoffen kan men naaien, zonder dat de naald erbij breekt, als men de onderkant van de naald met vochtige zeep bestrijkt.
Knippatronen kan men glad op stoffen leggen, zonder eerst te spelden, als men de patroon eerst opperst.
Een draad kan men makkelijk door een naald halen, als men deze in een stuk papier steekt; Het oog is dan duidelijk te onderscheiden.
Stoffen worden waterdicht, als men ze 24 uur in een pap van 125 gram loodsuiker en 125 gram aluin, die men in een weinig heet water oplost en dan door de vereiste hoeveelheid lauw warm water geroerd heeft, legt, en dan niet uitgewrongen ophangt.
Mantels maakt men waterdicht, door ze te drenken in een oplossing van azijnzure aluinaarde (1 : 10) en zo snel mogelijk droogt.
Lichte zijden mantel- en jakvoering reinigt men plaatselijk met wijngeest.
Vettige fluwelen kragen aan overjassen reinigt men met benzine. Wanneer men bovendien het fluweel met een halve ui tegen de draad in afwrijft, krijgt het zijn vroegere mooie kleur weer terug.
Goudgalons en -biezen worden met een zachte borstel en spiritus gereinigd en met een zachte doek gedroogd.
Bont. Omdat de steken bij het naaien niet scheuren, moet de binnenkant van het bont bevochtigd worden.
Onaangename lucht aan nieuw bont verwijdert men, doordat men het bont met fijngemalen koffie bestrooit en het in een linnen doek wikkelt. Na enige dagen zal de koffie de lucht verdreven hebben.
Bontmantels reinigt men het best door afwrijven met zemelen.
Nat bont mag niet bij de warme kachel gedroogd worden, daar het bont dan hard wordt en barst. Het bont mag maar langzaam drogen en wordt na het drogen met een borstel weer glad geborsteld.
Vellen en huiden reinigt men door ze af te wrijven met hete zemelen. Zeer vuile vellen reinigt men met persil. Om te drogen ophangen.
Imitatie-persianer reinigt men door kloppen en stomen.
Veren reinigt men in lauw warm zeepvlakkenloog., Vezeltjes maar even persen. In. lauw warm water grondig, maar voorzichtig, spoelen en in een bloemenvaas zetten om te drogen.
Sousbras kan men zelf maken, als men van te voren op maat geknipte stukken batist enige malen in azijnzure aluinaarde legt en droogt.
Doorgetranspireerde kleren behandelt men door ze tussen twee doeken te strijken, die in salmiakwater gedrenkt zijn, eventueel herhalen.
Kunstzijden kleren en ondergoed mogen niet opgehangen bewaard worden, daar ze anders hun vorm verliezen. Men doet er goed aan ze in een doos te leggen.
Plooien in gekreukelde kleren gaan weg, als men de kleren in vochtige kelders ophangt.
Linnen bewaart men goed in een van binnen blauw geverfde kast, daar het op deze wijze niet geel wordt.
Voor het reinigen van gummi-jassen is warme zeeploog aan te bevelen. Na het wassen met een spons stevig naspoelen. Spiritus, terpentijn en vooral benzine zijn voor gummi niet geschikt.
Badmutsen en -schoenen bestrooit mem in de winter rijkelijk met talkpoeder en wikkelt ze in een doek.
Nauwe glacéhandschoenen rekt men op, als men ze in een vochtige doek legt en ze dan om te drogen over de hand trekt.
Glacéhandschoenen wast men, doordat men in een schoteltje met melk ongeveer 6 druppels zoutzuur doet, goed dooreen roert en de vuile plekken der hándschoenen met een met deze vloeistof bevochtigde flanellen lap stevig afwrijft.
Lederen handschoenen beschermt men tegen doorzweten, als men ze van binnen rijkelijk met talkpoeder bestrooit.
Handschoenen blijven langer goed aan de toppen als men een klein propje watten erin schuift.
Wolleen handschoenen reinigt men in lauw warm water met wat galzeep. Door wassen met heet water worden ze viltachtig.
Wollen handschoenen worden waterdicht, als men ze in een oplossing van azijnzure aluinaarde dompelt.
Zijden handschoenen wast men aan de hand met zeep en lauw warm water. Niet spoelen. Na het drogen trekt men ze recht.
Witleren handschoenen reinigt men voortreffelijk door ze af te wrijven met benzine en ze na te wrijven met talkpoeder of speksteen.
Transpiratievlekken op hoeden verwijdert men, als men onder de zweetrand stanniool aanbrengt.
Transpiratievlekken in lichte stof verdwijnen voor een groot gedeelte met een mengsel van 3 delen ether, 3 delen alcohol en 1 deel geest van Salmiak. Naspoelen met blanke azijn.
Doffe strohoeden maakt men glanzend door ze voorzichtig met kleurloze lak te bestrijken.
Vervormde strohoeden houdt men boven stoom en perst ze met een vorm weer in de juiste verhouding.
Verschoten vilten hoeden frist men weer op door ze te wassen in een oplossing van ammonia en koolzure natron.
Met een antimot middel behandelde vilten hoeden reinigt men met een oplossing van salmiak en water.
Natte vilten hoeden moeten vóór het drogen in de juiste vorm ..bracht worden, daar het anders niet meer gaat.
Natte hoge hoeden laat men drogen. Hierop vouwt men een schone doek en houdt deze boven kokend water. Dan bewerkt men de hoed met de doek als een borstel.
Fluwelen hoeden, die nat geworden zijn, moeten vanzelf drogen, dus niet afvegen. ..
Onooglijk geworden fluweel met petroleum afwrijven, afborstelen en luchten. Het wordt dan als nieuw.
Spatten op kousen kan men in de meeste gevallen met vlakgom. verwijderen.



Schoenen en hun behandeling


In natte schoenen brengt men, om ze te drogen, spanners aan, of als deze niet beschikbaar zijn, oude lappen of krantenpapier.
Dof geworden schoenen worden weer glanzend, als men ze met een doorgesneden ui inwrijft en met een wollen lap nawrijft.
Waterdichte schoenen krijgt men, als men de schoenen enige uren in een flink dikke zeeploog zet en goed laat drogen.
Schoenen van brokaat reinigt men met een in wijngeest gedoopt watje.
Lichte gekleurde schoenen reinigt men met kleurloze schoencrème. Wrijven met een wollen lap.
Een betere glans krijgt men bij het poetsen, als men aan de crème' enige druppels koffie toevoegt.
Barsten van het bovenleer, vooral bij militaire laarzen, wordt vermeden, als men de schoenen herhaaldelijk met ricinus inwrijft.
Gummischoenen repareert men, doordat men colophonium (vioolhars) in wijngeest tot een dikke pap oplost en met die massa de kapotte plekken bestrijkt.
Gummischoenen gaan langer mee, als men ze na elk gebruik met koud water afwast en met een doek droog wrijft.
Onaangenaam kraken der schoenen wordt vermeden, als men de zolen goed in lijnolie drenkt.
Neusleer dat knelt, wrijft en kneedt men, totdat het soepel wordt en meegeeft.
Te nauwe schoenen trekt men met natte kousen aan. Voeten flink bewegen. Ook brandspiritus erin gieten.
Lakschoenen barsten niet, als men ze op een leest gespannen bewaart. Inwrijven met glycerine is eveneens aan te bevelen.
Dof geworden lakschoenen worden weer glimmend, als men ze met terpentijnolie inwrijft.
Lastige transpiratielucht verdrijft men uit schoenen, als men ze met overmangaanzure kali uitwrijft.
Kousen worden beschermd, als men een zooltje van fluweel in de schoenen legt.
Schimmelen van schoenen bij het bewaren in vochtige vertrekken, wordt vermeden, als men de schoenen met een oplossing van 1 deel kamfer en 9 delen terpentijn bestrijkt. Ook ratten en muizen mijden bij deze behandeling de schoenen.
Lage schoenen kan men, als men geen laarzenknecht bij de hand heeft, ook met behulp van een samengevouwen zakdoek aantrekken.
Gladde zolen verliezen hun onaangename gladheid, als men ze met schuurpapier afwrijft.
Schoenzolen worden onverslijtbaar, als men ze vaak met glycerine afwrijft.
Schoenzolen worden stevig en waterdicht, als men ze met vernis bestrijkt.
Bij het verzolen van kinderschoenen laat men de zolen wat uitsteken. De kinderen stoten dan de punten niet door.
Verdroogde schoencrème maakt men weer bruikbaar, door ze met een mengsel van terpentijn en benzine (gelijke delen) te vermengen. Niet verwarmen.
Looistof, die niet goed uit het leer gekomen is, veroorzaakt juist bij nieuwe schoenen branden der voeten. Als men spiritus in de schoen giet wordt dit euvel vermeden.



Bloemen verzorging

Automatische plantenverzorging. Hoe behoeden we onze planten tegen verdroging als we met vakantie gaan en we niet over iemand beschikken die ze kan begieten?
Om te beginnen zorgen we ervoor dat de planten geen direct zonlicht krijgen. Laat dus de jaloezieën aan de zonzijde neer of sluit de vitrage. Om zo lang mogelijk het vocht voor de planten vast te houden zetten we de pot in een dunne plastic zak, die we van boven (niet al te strak) met een stukje elastisch koord samentrekken, zodat ook de aarde door het plastic wordt bedekt. Er kan nu alleen via de bladen vocht verdampen. De plant is op de normale wijze begoten.
We kunnen de pot ook in een grotere zetten en de ruimte tussen de twee potten opvullen met natgemaakt veenmos. Het mos houdt het vocht bijzonder lang vast; door de binnenpot dringt het in de aarde. Eventueel verpakken we zo'n combinatie nog in een plastic zak.
Planten die buiten kunnen worden gezet, geven we een schaduwrijk plaatsje in de tuin. Zet ze, zonder pot, op een rij in een geul, omgeven door een opvulling van compost. Vóór we weggaan begieten we de planten nog even. Laten we de planten in de pot, dan vullen we de geul met vochtige zandgrond.
Hydrocultuur Wat heb je nodig: speciale glazen potten met inzetplaatje, voedingstabletten, wat steentjes en (regen)water. Neem n het voorjaar jonge plant. Was de wortels schoon en steek ze door 't inzetplaatje tot ze in lauw water hangen. Doe de kiezelstenen tegen de stengel voor stevigheid. Hoge planten steunen met stokje. Er zitten in het inzetplaatje gaten hiervoor. Voordeel geen gemors, niet gieten, rustig met vakantie.
Onderhouden van de planten in de hydrocultuur.
Twee weken niets geven
2 weken daarna een 1/2 voedingstablet tablet oplossen in lauw water. Oude oplossing weggooien.
vervolgens 1 voedingstablet per maand
Bloemen langer in de vaas. Tulpen. Zet tulpen altijd in diep water en haal ze er dan niet meer uit. Alleen bijvullen.
Bloemtakken. Breek de taken op maat en sla met een hamer het uiteinde tot rafels. Zet ze in de ruim water met een superoltablet en een flinke eetlepel suiker. Sproei nu en dan de knoppen om uitdrogen te voorkomen.
Verpotten. Wat je nodig hebt is een pot een scherf, een emmer met water, wat aarde. Oude aangeslagen bloempot 24 uur in 10% sodabad onderdompelen. Flink naspoelen en uitborstelen met ruim water. Nieuw aardenpot net zo lang in een emmer water houden tot er geen luchtbelletjes meer opborrelen.Scherf onderin (tegen verstopte afvoer). Dun laagje goede potgrond erop. Plantenkluit erin en de randen met aarde opvullen. Losjes aandrukken met beide duimen.
Seringen. Zeer schuin de takken afsnijden. Daarna in vers water zetten. Crysal toevoegen Na een paar dagen deze bewerking herhalen.
Bloemen steeds van boven begieten. Luchtgat steeds open houden, nooit water in, de schoteltjes gieten.
De onderste opening bij bloempotten belegt men niet met scherven. maar het beenderresten, daar deze aan de planten belangrijke voedingsstoffen geven (kalk).
Kamerplanten worden extra krachtig, als men bij het gietwater een paar druppels spiritus doet.
Bloemen worden automatisch begoten, als men op een tafel, waaromheen men de bloemen geplaatst heeft, een emmer koud water zet, en van de bodem van de emmer wollen draden naar de bloemen leidt. De wollen draden zuigen zoveel water op, als de bloemen nodig hebben.
Bloemenmest wordt door de bloemen makkelijk opgenomen, als hij van te voren in water opgelost wordt.
Kamerbloemen begiet men met goed gevolg met water, waarin vlees afgewassen is. Dat is een goede bloemenmest.
Een goede bemesting voor bloemen zijn eierdoppen. Men legt deze in water en laat dit enige tijd staan. Al naar behoefte begiet men de bloemen er mee.
Snijbloemen bloeien langer als U bij het water een schepje suiker en enkele druppels bleekwater doet.
Kamermirten brengt men in de winter in een vorstvrij onverwarmd vertrek. Ze hebben weinig water nodig, maar de knollen moeten steeds vochtig zijn.
Kamerlinden hebben een zonnige plaats nodig en veel water.
Krokusjes, in glazen gekweekt gekweekt, hebben weinig water nodig.
Palmen gebruiken weinig water; echter meer vocht uit de lucht. Daarom steeds waterbakjes op kachel of centrale verwarming plaatsen.
Cacteeën krijgen in het winterhalfjaar bijzonder weinig water. In tamelijk warme kamers giet men ongeveer om de 14 dagen weinig. Te sterk begoten cacteeën geven geen bloesems.
Een goede plantenmest is as van tabak en sigaren.
Regenwormen verdrijft men uit bloempotten, als men walnootbladeren of groene walnootschillen kookt en daarmee in koude toestand de stam begiet. De wormen komen dan aan de oppervlakte en kunnen gemakkelijk verwijderd worden.
Stekjes knijpt men bij de stam af. Dan enige dagen in water zetten, tot ze wortel geschoten hebben en in de aarde zetten.
Stekjes krijgt men einde juli resp. begin augustus, doordat men de daarvoor geschikte takken naar de grond buigt, voor de helft insnijdt en de snijplaatsen in de aarde legt, met een steen erop. Na het wortelschieten voorzichtig potten.
Bloemen beschermt men tegen vorst door een laag krantenpapier tussen venster en potten.
Bloemen blijven 2 weken vers, als men elke dag het water verfrist en bij dit water een theelepel geest van salmiak doet.
Snijbloemen blijven langer goed, als men daarbij in de vaas een ciprestak plaatst.
Snijbloemen blijven langer fris, als men om de snijvlakken een vochtige doek wikkelt.
Bloemen blijven langer fris, als men een koperen munt op de bodem van de vaas legt.
Heidekruid blijft langer goed, als men de droge takken enige uren in water legt (eventueel wat zoutzuur 1 : 10 erbij voegen).
Bloemenvazen vallen niet om, als men een laag zand op de bodem aanbrengt.
Bloembakken blijven duurzaam, als men ze met een mengsel van gelijke delen kalkmelk en lijnolie enige malen bestrijkt.
Sterkers kan men in de kamer kweken, als men in een schaal o.i.d. bevochtigde watten legt en met zand van kers bestrooit. De schaal eerst op een warme plaats, later bij het raam plaatsen.
De Amaryllis komt uit tropisch Amerika. Wie eind oktober/ begin november een amaryllisbol plant, kan omstreeks kerstmis bloemen hebben met kleuren als: rood, oranje, wit.
Plant de bol in luchtige aarde (goede potgrond met wat turfmol erdoor) in een pot die ± 4 cm groter is dan de bol zelf. Zodat ruim de helft van de bol boven de grond uitsteekt. Zorg dat er ook tussen de wortels aarde terecht komt en pas op dat de wortels hierbij niet zo min mogelijk beschadigd.
Zet de pot op een plekje waar de warmte van onderen komt: op een schoorsteenmantel of boven een verwarming. Nauwelijks water geven.
Meestal komt eerst de bloemstengel te voorschijn, maar dat betekent nog geen verandering in het schrale dieet. Hoogstens 1 maal per week wat kunstmest.Pas als ook de bladeren eraan komen wat meer water geven en vaker bemesten. MAAR ZORG DAT DE AARDE NOOIT TE VOCHTIG WORDT!
Als de knoppen gaan kleuren willen ze het volle daglicht. De bloemen komen ± 8 weken na het oppotten uit. Grote bollen produceren soms ook nog een 2e bloemstengel, de  alleractiefste zelfs een enkele keer drie.
Als de bladeren volgroeid zijn, is de amaryllis aan vakantie toe: Laten afsterven, de geel geworden bladeren afdraaien en de droge bol op een koele plaats enkele maande laten rusten. Tot 't weer najaar wordt en het hele proces van voren af aan begint.
N.B.
Wie de amaryllisbloem op water wil zetten moet hem in de knop afsnijden. Kelken gaan vanzelf open. Kerfje in de holle steel, dan kan de lucht eruit. Als er een slap hangt 'n nachtje ondersteboven hangen. Holle steel vol water gieten.
Aardvlooien verdwijnen uit bloemenpotten, als men lucifers met de kop naar beneden in de aarde steekt.


Huisdieren en hun verzorging.

Om honden tegen ongedierte te beschermen, legt men in het hondenhok of bij kamerhondjes in hun mand gedroogde varens.
Een hond reinigt men door zijn huid met een stevige borstel met gebruik van zeep van kaliloog tegen de draad in borstelt en hem dan laat zwemmen. In de winter slechts in de kamer warm afwrijven.
Honden met ongedierte dat men in een sterk aftreksel van alsem. Met schoon water afspoelen en kammen.
Hondenvlooien bestrijdt men, als men het dier nu en dan in creolinewater baadt en op zijn ligplaats droge varens legt.
Jonge honden geeft men als voorbehoedmiddel tegen hondenziekte, wat zwavelbloem in het eten.
Honden- en kattenvoer moet zoveel mogelijk steeds hetzelfde en niet te fijn zijn, opdat men de dieren niet verwent en kieskeurig maakt.
Een hond went gauw aan zijn nieuwe baas, als deze een spekzwoerd enige malen in de oksel neemt en dan aan het dier geeft.
Bijtende honden worden rustig, als men enige druppels waterige ammonia op de neus of in de bek doet.
Honden gaan hoeken van huizen uit de weg, door deze te bestrooien met zwavelbloem, snuiftabak of peper.
Katten worden gauw kamerzindelijk, als men een karton met zaagsel voor ze klaar zet.
Kippenhokken houdt men vrij van luis, als men herhaaldelijk kalk en droge varens op de grond legt.
Kippen moeten meer leggen, als men zwarte karwij door het voer mengt.
Legnesten van kippen brengt men in donkere hoeken aan.
Broedeieren na transport niet onderleggen, het best pas na 3 dagen.
Bij broedende vogels plaatst men voer en water in de nabijheid van de broedplaats om het afkoelen der eieren te vermijden.
Tijdens vorst gevangen vogels eerst op een koele plaats brengen en pas na enige dagen in een warme kamer.
Marters en bunzingen vangt men met kastvallen of knippen, waarin een haring als lokaas bevestigd is.



Verdelgen van ongedierte.

Muizen en ratten blijven uit de kelder weg, als men elk voorjaar de muren met kalk bewerkt, waaraan men wat ijzervitriool toegevoegd heeft.
Ratten verdelgt men door het rondstrooien van deeg, waar doorheen men ajuin gemengd heeft. Voor huisdieren is dit lokaas niet schadelijk.
Ratten krijgt men te pakken, als men enige keren een mengsel van meel en suiker en daarnaast fris water neer zet. Na enige dagen mengt men fijn gepulveriseerd ongeblust kalkmeel bij meel en suiker. Voorzichtig met huisdieren.
Muizenvallen telkens vóór het gebruik met kokend water begieten en met spekzwoerd inwrijven. Als lokmiddel legt men een stukje geroosterd brood erin, waarvan de lucht voor elke muis onweerstaanbaar is.
Ratten en muizen lokt men gemakkelijker in de val, als men op het lokaas een druppel rozenhoutolie doet.
Ratten en muizen verdrijft men, als men chloorkalk uitstrooit. Het ongedierte kan deze lucht niet verdragen.
Muizen verdrijft men, als men tot poeder gewreven oleanderbladeren met droog zand vermengt en in de gaten strooit.
Muizen verdrijft men uit de woning, als men kamfer in de gaten strooit.
Muizen verdrijft men door het neerleggen van pepermunttakjes en wilde kamillen. Ze kunnen de lucht van deze planten niet verdragen.
Muizen in de eetkamer doodt men, door het neerleggen van stukjes kaas, waarin men wat fosfor doet, dat men van lucifers schrapt.
Ratten verdrijft men, als men op dezelfde plaats een stuk kaas legt, tot ze er aan gewend zijn. Dan dezelfde kaassoort neerleggen, maar met vergif.
Ratten en muizen verdwijnen, als men de gaten met lompen verstopt, die in carbol of teer gedrenkt zijn.
Een dode rat, in teer gedompeld, verdrijft de andere.
Een goede rattenval: men vult een vrij hoge bak rijkelijk voor de helft met water en brengt daarop 1-2 duim kaf, dat men met meel bestrooit. De bak plaatst men daar, waar veel ratten zijn en men maakt door middel van een plank een verbinding tot aan de rand van de bak. De ratten vallen er door en moeten verdrinken.
Spitsmuizen, in de kelder ondergebracht, raken levensmiddelen niet aan, maar verdelgen pissebedden en verdrijven andere muizen.
Spinnen zoeken elders hun heil bij de geur van water met azijn
Pissebedden verdelgt men, doordat men ca. een theelepel wijngeest in een fles schudt, dat de binnenkant van de fles vochtig is van de wijngeest. De zo behandelde fles plaatst men zó in de kelder, dat de mond de grond raakt en de diertjes er goed in kunnen kruipen. Ze worden dan door de wijngeest bedwelmd. Dan verzamelen en verbranden.
Pissebedden vangt men, als men lege bloempotten met gekookte aardappels vult en deze met verdord gras bedekt.
Kelderongedierte wordt snel verdelgd, als men een pad in de kelder brengt.
Kelderslakken doodt men door het strooien van gebrand gips. Slakken niet als kippenvoer gebruiken.
Slakken verdwijnen, als men met wagenteer bestreken plankjes in de kelder legt. 7
Tegen mieren helpt het volgende: men vult een vrij grote donkere pot, die volmaakt geglazuurd is, tot de helft met dun vloeibare honing, stroop of suikerwater, sluit de pot zo hermetisch mogelijk met een stuk sterk donker papier, in het midden waarvan men een gat zo groot als een erwt maakt. Tot de laatste toe gaan de dieren in de pot en gaan dood.
Mieren verdelgt men, als men een spons met suikerwater bevochtigt, en neerlegt. De in de spons kruipende dieren met heet water doden.
Mieren verdelgt men, als men verse kervel of potas met suiker vermengt en rond strooit.
Mieren verdrijft men door het bestrooien der reten, waaruit ze komen, met chloorkalk en begieten met water. Even praktisch is het, stukken kamfer, die in spiritus gedoopt zijn, neer te leggen.
Mieren verdrijft men, wanneer men suiker met petroleum mengt, op de aangetaste plekken uitstrooit en aansteekt.
Mieren doodt men, als men verschaald bier suikert en in platte schalen op de desbetreffende plaatsen zet.
Honingpotten beschermt men tegen mieren door ze in water te zetten.
Wie veel last heeft van mieren, zet tafels, waarop levensmiddelen staan, met de poten in water (bloempotschoteltjes).
Om honingpotten tegen mieren te beschermen, maakt men daarom dikke krijtkringen.
Kakkerlakken vangt men met poetslappen, die men in bier gedompeld heeft en gedurende een nacht neerlegt. De kakkerlakken verzamelen zich erin en kunnen 's morgens opgeveegd en verbrand worden.
Kakkerlakken verdelgt men door het uitstrooien van een mengsel gelijke delen suiker en borax. De dieren barsten, als ze daarvan eten.
Kakkerlakken verdrijft men, als men schillen van komkommers in de reten legt.
Om de eetkamer van vliegen vrij te houden, is het nuttig de vensterbank met citroensap te besmeren en een paar schijfjes citroen te laten liggen. De lucht verdrijft de vliegen.
Vliegen verdrijft men, doordat men op de plaatsen, die daarvan vrij moeten blijven, kalebasbladeren neerlegt, die enigszins verbrand zijn.
Vliegen verdrijft men van ruiten enz. als men in stukjes gesneden uien kookt en met het afgekoelde nat de ruiten afveegt.
Vliegen verdrijft men door platte schalen met laurierolie neer te zetten.
Vliegen komen niet bij het vlees, als men schijfjes ui op het vlees legt.
Vliegen blijven van de vensters weg door het plaatsen van ricinusplanten voor de vensters.
Een goede bescherming tegen vliegen zijn brandnetelstruiken, die men voor het venster plaatst.
Vliegen fokt men aan door een in lavendelolie gedrenkte spons. Daar gebruiken, waar vliegen de slaap storen.
Vliegenpapier maakt men, als men wat sacharine in water oplost, wat honing erbij en daarmee gewoon papier bestrijkt.
Met insectenpoeder gedode vliegen niet aan de kippen geven (vergif!)
Vliegen en muggen verdelgt men, als men schuim van goede toiletzeep op papier smeert en 's avonds op een goed verlichte plaats neerlegt. De vliegen verzamelen zich daar en sterven.
Muggen verdrijft men uit de kamer door een stukje kamfer op gloeiend ijzer te leggen.
De ricinusplant is de grootste vijand der steekmuggen.
Wespen met gebroed verdelgt men, wanneer men 's avonds laat of 's morgens vroeg een in petroleum of terpentijnolie gedrenkte lap in het vlieggat doet en aansteekt. Gat met een graszode bedekken.
Tegen wespen zet men schalen met geest van salmiak op de tafel.
Wespen zijn gemakkelijk te verdelgen, als men 's morgens over het vlieggat een glasvliegenvanger aanbrengt, die met water en petroleum gevuld is.
Wollen dingen en bont zijn in krantenpapier gewikkeld absoluut beschermd tegen motten, daar motten krantenpapier mijden.
Motten, die zich in tapijten genesteld hebben, verdelgt men absoluut als men een doek dn kokend. water met geest van salmiak dompelt, die aan de verkeerde kant van het kleed legt en met een zeer heet ijzer langzaam er over strijkt.
Motten verdrijft men, als men in de desbetreffende kamer, kast e.d. azijn verdampt.
Motten blijven weg, als men de kast van binnen met terpentijnolie bestrijkt.
Een populaire bescherming tegen motten zijn notenboombladeren.
Een reukloos beschermingsmiddel tegen motten krijgt men, als men pijpzwavel in kleine stukjes slaat en deze in de klerenkast en andere opbergplaatsen voor wol en bont neerlegt.
Motten en steekmuggen verdelgt men, als men in borden een oplossing van 1 deel formaline op 10 delen water doet en om de 48 uur ververst. Het verdient aanbeveling 's nacht een kaars in het bord te plaatsen.
Viltlaagjes in piano beschermt men tegen mot door ze met wat peper te bestrooien,
Ongedierte achter behang voorkomt men, als men in plaats van roggemeelplakmiddel e.d. alleen een bijvoeging van vergif gebruikt.
Veel lucht en nog meer licht zijn de grootste vijanden der wandluizen.
Wandluizen blijven van houten ledikanten weg, als men de binnenkant van het hout met olieverf bestrijkt.
Wandluizen verdelgt men, als men enige dagen in de kamer platte schalen met geest van salmiak plaatst. Vensters en deuren afdichten en het vertrek niet betreden.
Wand1uizen in houten bedden doodt men, als men alle voegen en reten herhaalde malen met lijn dicht strijkt.
Een goed middel tegen wandluizen zijn saliebladeren.
Zout in een 3 keer zo grote hoeveelheid water opgelost; verdelgt de wandluizen, als men daarmee alle reten uitspuit.
Ammonia in schoteltjes, in een goed gesloten kamer geplaatst, verdelgt de wandluizen.'
Alsem, die men in bedden, kasten en dozen doet, verwijdert wandluizen,
Wandluizen houden van droogte, daarom hebben ze een hekel aan het dagelijkse dweilen der kamers met zout water (100 gram op een emmer water).
Hoofdluis bestrijdt men, door het haar krachtig met petroleum in te wrijven en een wollen kapje er over te trekken; de volgende dag met lauw warm sodawater wassen en met een stofkam stevig kammen. Deze behandeling herhaalt men enige keren.
Dieren bevrijdt men van luizen, als men ze in water wast, waarin. aardappels gekookt zijn.
Bij varkens, die de luis hebben, wrijft men een in olie gedoopte lapstevig de rug.
Vlooien verdwijnen, als men bij het dweil water steeds aluin doet.
Vlooien verdwijnen eveneens, als men aan het dweilwater wat creoline toevoegt.
Vlooien verdelgt men, als een schotel zeepwater met een heel dunne. laag olie in h.et donker plaatst. In het midden boven de schotel bevestigt men, een brandende kaars. De nu naar het licht toespringende vlooien vallen in het water, dat ze dood.



Lichaams-, gezondheids en schoonheidsverzorging.

Een goede gezichtsverzorging? krijgt u door het overgieten van 15 gram gedroogde rozenbloemblaadjes met 100 ml water en laat 45 minuten trekken. Verzorgt uw gezichtshuid dagelijks met de vloeistof. Stomen met rozenwater kan ook.
Onopgemaakt bed is goed voor de gezondheid. Je bed 's morgens lekker onopgemaakt laten dat zou wel eens goed voor de gezondheid kunnen zijn. Volgens Britse onderzoekers kiezen vieze beestjes als huismijt het hazenpad als de dekens opengeslagen blijven liggen.
Teruggeslagen dekens maken dat het bed lucht en dat er vocht uit het beddengoed trekt. In een droge omgeving verdroogt de huismijt en legt hij uiteindelijk het loodje. Huismijt kan allergische reactie en ademhalingsproblemen veroorzaken.
Een goed uiterlijk krijgt men door 's morgens aan gymnastiek te doen.
Slaap is een schoonheidsmiddel, want hij verhoogt alle lichamelijke functies.
In de eerste uren slaapt men om het eten goed te verteren, steeds op de rechterzijde, dan pas op de linker. .
Een betrouwbaar middel om te slapen is het rauwe sap van 1-2 uien. Men moet het elke avond drinken.
Appels, laat op de avond gegeten, bevorderen het inslapen.
Tegen slapeloosheid helpt lauw warme kamillethee, waarin men een paar druppels valeriaan gedaan heeft.
Tegen slapeloosheid neemt men van tijd tot tijd een dennennaaldenbad. Goed is ook verdunde valeriaanthee, of een korte wandeling vóór het slapen gaan.
Warme voeten hebben grote waarde als slaapmiddel.
Kan men niet goed inslapen, dan maakt men in bed liggend ademhalingsoefeningen.
Slapeloosheid bij kinderen bestrijdt men door koude omslagen om de kuiten. Deze omslagen zijn geheel onschadelijk en veroorzaken nooit verkoudheid.
Zij, die aan slapeloosheid lijden, moeten zoveel mogelijk veren bedden vermijden.
Nachtmerries komen niet voor, als men op z'n zijde ligt of onder wollen dekens.
Tegen nachtmerries drinkt men vóór het slapen gaan een kop thee van 2 lepels anijszaad en 's morgens nuchter pepermuntthee.
Iemand, die snurkt, moet een in koud water gedompelde spons op zijn mond gelegd worden.
Snurken houdt op, als men zachtjes het strottenhoofd van de snurker aanraakt.
Tegen voorjaarsmoeheid helpt veel zuurkool in ongekookte toestand te nuttigen. Zeer goed is ook een kuur met ongegiste fruit- en druivensappen.
Een mooie teint krijgt men, als men het gezicht vaak met gedistilleerd melissewater wast. Door spoelen niet koel water, waarin men enige druppels benzoëtinctuur giet, wordt de werking verhoogd.
Rimpels in het gezicht verwijdert men, doordat men de groene appe18 van de zilverspar kookt, de verkregen pap door een linnen doek zeeft en met dit aftreksel voor het slapen gaan met een scheut zijn gezicht wast.
Tegen rimpels in het gezicht houdt men dagelijks minstens eenmaal het gezicht dicht boven een schaal met kokend water.
Tegen rimpels en groeven in het gezicht, masseert men de gelaatshuid 's avonds na het wassen luchtig.
Tegen een rood aangelopen gezicht helpt, als men het gezicht in verdunde azijnzure aluinaarde baadt en goed afwast.
Mensen met rode neuzen moeten weinig vlees, maar veel groente en nog meer fruit eten en alle kruiden vermijden, vooral de buitenlandse.
Tegen glimmende neuzen bepoedert men gedurende de nacht de neus met amandelzemelen, die men 's morgens met lauwwarm azijnwater eraf tipt.
Een rode neus kan men geleidelijk beter maken, als men de neus van tijd tot tijd met een in benzine gedrenkt watje afwrijft.
Tegen rode of bruine huid helpt wassen met koewarme melk en maakt men een kompres met wei. Dan met gekookte en weer afgekoelde melk wassen en 's avonds inwrijven met 1 : 5 verdunde glycerine.
Gelaatsolie moet men alleen voor de nacht gebruiken, daar ze enige tijd nodig hebben, eer ze ingedroogd zijn.
Een vettige gelaatshuid bepoedert men 's avonds met, amandelzemelen en wast deze de volgende morgen !het lauw warm azijnwater af.
Een droge huid niet poederen. Men gebruikt liever een goede doffe crème. (Macramé).
Een harde huid weekt men in hete van een weinig potas voorziene baden en wrijft ze met een goede huidolie in.
Een zachte soepele huid krijgt men als men de huid vaak met water bevochtigt, waaraan men enige druppels benzoëtinctuur toevoegt en vanzelf laat drogen.
Een schone huid krijgt men, als meen geschilde paardekastanjes raspt en bij het waswater doet.
Een zuiver teint krijgt men door het gezicht herhaaldelijk in te wrijven met citroenschil.
Een zuivere teint krijgt men, wanneer men 's morgens nuchter een kop koude thee van notenboombladeren drinkt, waardoor de onzuiverheden van de huid verdwijnen.
Huid met grote poriën wast men met hete melk.
Mee-eters bestrijdt men, doordat men ze met een oplossing van gelijke delen pepsine en borax, in water opgelost, bestrijkt.
Tegen zomersproeten 10 gram borax en 150 gram rozenratel.
Het sap van onrijpe aalbessen met zwavelbloem tot een dun papje maken en daarmee de zomersproeten 's avonds bedekken, helpt in de regel.
Zomersproeten kunnen met de volgende oplossing onzichtbaar gemaakt worden: het sap van een verse citroen wordt in een lepel eau de cologne, een theelepel zout en 1 kwart eiwit gemengd. Dit middel 's avonds op de betreffende plekken strijken.
Zomersproeten kan men verwijderen, als men ze geregeld voor het slapen gaan met citroensap afwrijft. Ze verdwijnen geleidelijk allemaal.
Kort gesneden mierikswortel met scherpe azijn aangemaakt en 14 dagen in de zon gezet, is een goed inwrijfmiddel tegen, levervlekken. (sproeten).
Hoofdzeer wordt bestreden met hete waterdamp" herhaaldelijk toegepast.
Klitwortelthee heeft bij vlekken van alle soort goed voldaan.
Bij baardschurft niet naar de kapper, maar naar de dokter gaan.
Z.g. baarduitslag wordt verwijderd, als men 3 nachten achter elkaar een dik gestreken masker van groene zeep aanbrengt.
Bij baarduitslag dagelijks meermalen flink hete waterdamp laten inwerken.
Bij huiduitslag van elke soort, vermijdt met zoveel mogelijk varkensvet, ganzenvet, sterke koffie en spiritualiën.
Bij alle gevallen van huiduitslag drinkt men dagelijks tot 3 koppen viooltjesthee.
Bij huiduitslag werkt wassen met teerzeep genezend.
De huid beschermt men tegen koude door inwrijven met glycerine.
Bij een gevoelige huid doet men wat melk bij het waswater:
Voor een ruwe springende huid, wassen met honingwater, 1-2 eetlepel op 1 liter water.
Gesprongen lippen bestrijkt men met room of ingezouten boter.
Het beplakken van de gesprongen plekken van de huid met het vliesje van een ei is nuttig
Gesprongen handen behandelt men door ze dagelijks enige malen met een mengsel van glycerine en citroensap af te wassen. Goed in laten werken trekken.
Ruwe handen vaak met boraxwater wassen. Men kan ze ook met olijfolie inwrijven.
Rode handen ontstaan door een sterke temperatuurverandering. Handen goed afdrogen niet van koud in heet water steken.
Rode handen worden blank, als men ze vaak met een pap van kruimige aardappels afwrijft.
Blanke verzorgde handen krijgt men als men de handen 's avonds met glycerine inwrijft en gedurende de nacht wasleren handschoenen er over aantrekt.
Ruwe handen: inwrijven der handen met een zwakke oplossing schellak in spiritus enige dagen voor de was voorkomt open handen.
Bij transpirerende handen 's nachts handschoenen aantrekken, die van binnen met talkpoeder bestrooid zijn.
Wassen met kamferspiritus is goed tegen transpirerende handen.
Transpirerende handen, wast men in lauw warm water, waarin men enige korrels aluin doet Zeep mag niet gebruikt worden.
Eeltige handen worden soepel, door ze te wassen met ruwe puinsteenzeep. Na het wassen met handen crème behandelen.
Wratten op handen worden verwijderd door ze vaak te wassen in een heet afkooksel van eikenschors.
Wratten, overdag met uiennat aangetipt en 's nachts met fijngehakte uien bedekt, verdwijnen.
Wratten verdwijnen, als men ze afkrabt en met peterselienat aantipt.
Wratten verwijdert men als men een grote ui enige uren in water legt en meermalen des daags een dikke schijf ervan op de wrat legt, tot deze week is geworden is, zodat men hem zonder moeite kan verwijderen.
Wratten gaan weg door aanstippen met azijnzuur.
Wratten verdwijnen met: 1 Lepel boraxin 1 fles regenwater aangemaakt en deze oplossing geleidelijk aan het waswater toegevoegd, is een goed middel tegen wratten.
Tegen wratten helpt een vrij lange tijd voortgezet inwrijven met een dikke massa van kernzeep(harde zeep).
Wratten met een dun onderend bindt men met een draad garen af.
Kwalijke lucht aan handen verdwijnen door ze af te wassen met overmangaanzure kali.
Onaangename uien- en vislucht aan de banden verdwijnt snel, als, men de handen met vochtig zout afwrijft.
Vuile handen door walnoot-, aardappel-, of appelschillen reinigt men door ze af te wrijven met zuur fruit, azijn of citroensap.
Handen gaan bij de was niet open als men ze de dag ervoor met een mengsel van glycerine, alcohol en arnicatinctuur inwrijft.
Vingernagels,: door chemicaliën of vuil lelijk geworden zijn, borstelt men af met waterstofperoxyde
Nagels, die gauw breken, wrijft men herhaaldelijk met olijfolie in.
Gelakte vingernagels zijn niet mooi, als de lak barst. Daarom is het beter, wanneer mende vingernagels polijst.
Vingernagels vult men voor het ter hand nemen van vuil werk, met zeep op. Zo wordt verhinderd, dat het vuil onder de nagels komt.
Om de handen met tuinwerk te ontzien, wrijft men ze van te voren met glycerine in.
Vlekkerige handen, vooral in, de inmaaktijd, voorkomt men, wanneer men ze, alvorens met het werk te beginnen, met azijn inwrijft en weer 1aat drogen. Ze nemen dan geen kleur aan.
Kleine kinderen kan men het duimzuigen en nagelbijten afwennen als men de vinger,toppen in een bitter maar onschadelijk aftreksel van kinabast doopt.
Haar krijgt een mooie glans, als men het in regenwater wast.
haar wordt weer glanzend, als men bij het waswater wat azijn of citroensap doet.
Droog haar moet men niet te vaak wassen. Om het breken te voorkomen, moet men het ook weinig aan de zon blootstellen.
Lang haar kan men na het wassen beter uit de war halen, als men aan het laatste waswater wat wijnazijn toevoegt.
Haar blijft langer geurig en los, als men na het wassen eiwit tot schuim klopt en wat daarvan in het haar doet.
Haarverven en -bleken vernietigt het pigment in het haarvocht en is daarom schadelijk. Als er werkelijk geverfd moet worden, dan gebruikt men alleen natuurlijke middelen en geen chemische kleurstoffen.
Haarverkleuring. Haar van zuigelingen, dat ongewenst rood belooft te worden, kan men verven, doordat men het hoofd vaak met dikke melk wast. Het haar wordt en blijft dan stroblond.
Haaruitval gaat men tegen door de hoofdhuid rein te houden. Veel licht en lucht.
Tegen haaruitval is wassen met koud water met franse brandewijn en het vermijden van scherpe kammen zeer nuttig.
Een goed middel tegen haaruitval: men snijdt een grote ui in stukjes, vermengt die met 100 gram franse brandewijn en laat dit 14 dagen trekken. Dan zeven, verdunnen met 2 delen water en bijvoegen van een willekeurige hoeveelheid parfum. Met dit mengsel de hoofdhuid telkens weer inwrijven.
Haaruitval bestrijdt men door de hoofdhuid dagelijks in te wrijven met: 60 gram gezuiverde klitwortels met 2 liter water voor de helft inkoken, zeven, kwart liter franse brandewijn erbij doen en de vloeistof in een goed met een kurk gesloten fles bewaren.
Tegen schilferen wrijft men de hoofdhuid wekelijks met eigeel in. Na even te hebben laten drogen, wást men met lauw warm water na.
Bij roos wast men het hoofd met boraxwater. Goed naspoelen.
Het eenvoudigste middel tegen roos is wassen met sodawater, daarna inwrijven met goede haarolie.
Wimpers en wenkbrauwen houdt men glanzend en soepel, als men ze dagelijks met ricinusolie inwrijft.
Mooie wenkbrauwen krijgt men, als men ze als het haar verzorgt en borstelt. Gedurende de nacht kan men ze gerust met een beetje brillantine inwrijven, die men 's morgens weer afwrijft.
Hoofdpijn. Is de pijn in het hoofd zeer hevig en gaat hij gepaard met koorts, is een dokter nodig.
Hoofdpijn. Druk in het voorhoofd, vlak boven de ogen, gepaard gaan met duizeligheid en gebrek aan eetlust, wijst op een bedorven maag. Een hongerkuur is een goed middel er tegen.
Bij hoofdpijn aan één kant zijn vaak herhaalde afwassingen van het. achterhoofd met spiritus aan te bevelen.
Zware hoofdpijn aan één kant tengevolge van ernstige nervositeit. wordt genezen door rust, stilte en donkerheid.
Bij nerveuze hoofdpijn helpt in de meest gevallen een kop zwarte koffie, waarin men een citroen uitperst.
Bij nerveuze hoofdpijn verdwijnt door het wrijven van de desbetreffende plek met warm gemaakte franse brandewijn.
Drukkende hoofdpijn, die het gevolg is van geestelijke overbelasting, wordt op de zelfde wijze behandeld.
Pijnbestrijden met wilgenbast: 1 flinke theelepel fijn gesneden bast met 1/4 liter water op vuur, langzaam aan de kook brengen. Zodra het kookt van het vuur nemen en ongeveer 5 minuten laten staan, daarna zeven.Twee kopjes thee van deze thee, zo mogelijk verdeeld over de dag op drinken. De thee werkt bovendien bloedzuiverend.
Griep bestrijden met: 40 gram wilgenkatjes en blad van de schietwilg overgieten met 1 liter kokend water, 10 minuten in laten trekken, twee kopjes per dag drinken.
Slecht genezende huidzweer: 50 gram wilgenbast en 1 liter water 20 minuten laten koken. Een in de thee gedrenkte kompres op de zweer aanbrengen.
Bij hoofdpijn door bloedaandrang naar de hersenen maakt men vochtige voet- en beenomslagen.
Ook is het zeer goed, handen, armen en gezicht met koud water te wassen. Daarna stevig droogwrijven.
Hoofdpijn kan men genezen door het masseren van de zich boven de nek bevindende spieren.
Hoofdpijn bestrijkt men het voorhoofd met een doorgesneden citroen.
Tegen hoofdpijn helpt vaak een theelepel zout op een glas water.
Hoofdpijn verdrijft men, als men lange, pasgeschilde komkommerschillen met nog daaraan hangende pitten op voorhoofd en slapen legt.
Smalle weegbree werken uitstkend bij huidwonden en ontsteking. Werkwijze: doe de blaadjes op de huidwond na 8 - 10 uur eventueel verversen.
Bij migraine helpt valeriaanthee en thee van duizendblad.
Oorpijn wordt verzacht door dampen van vlierbloesemthee of kamillethee.
Tegen oorsuizen helpen enige druppels uiensap op katoen in de oren gedruppeld. Tegelijkertijd een warm voetbad met azijn.
Lopende oren worden genezen door indruppelen van opgeloste kernzeep (harde zeep).
Bij harde lucht watjes in de oren stoppen.
Kleine vreemde voorwerpen in het oor verwijdert men door de oren voorzichtig uit te spuiten.
Levende vreemde lichamen in het oor worden gedood, doordat men enige druppels zuivere olie in het oor druppelt.
Ook zeepwater is goed voor dit doel.
Oorworm kan men uit het oor lokken, wanneer men daarvoor een stukje groene walnootbast houdt.
Hardhorigheid bij kinderen staat telkens in verband met minderwaardigheid in het denken, waarom alles in het werk gesteld moet worden om dat te genezen.
Het gehoor wordt gescherpt, als men kleine stukjes kamfer in watjes in het oor stopt.
Gehooraandoeningen nooit te licht opnemen, maar een specialist raadplegen.
Ogen, waarvan men te veel gevergd heeft, moest men vaker baden. Het is aan te bevelen het even lauw warme water te vermengen met wat venkelthee.
Om het gezichtsvermogen te stimuleren bevochtigt men de oogleden en slapen dagelijks meermalen met koud water.
Bij ontstoken ogen zijn kamillebaden en het inwrijven de oogleden met zinkzalf een beproefd middel.
Een goed oogwater is bijna koud water, waarin men wat zout oplost.
Kalk in het oog wast men, met suikerwater uit.
Stof in de ogen verwijdert men, doordat men de wimpers van het bovenlid beet pakt en over het onderste trekt. Men baadt de ogen ook in koud water.
Een vreemd lichaam in het oog wordt verwijder, als men de ogen in een bak met warm water houdt en daarbij dé ogen enige malen open en sluit.
Het genezen van een strontje wordt bespoedigd door een vaak herhaalde warmwater wassingen.
Roofjes op oogleden mogen nooit afgewreven, maar moeten met warmwater losgeweekt worden. Bestrijken met honing belet roofvorming
Bij loensen legt men op het gezonde oog een dubbelgevouwen zwartzijde lap en bevestigt deze strak aan het hoofd, zodat slechts het zieke oog gebruikt kan worden. Binnen ca 14 dagen is het loensen in de regel voorbij.
Het bed moet zo geplaatst worden, dat het kind, om in het licht te kunnen zien, naar de andere kant moeten kijken.
Neusbloeden stelpt men, doordat men een koud voorwerp in de nek legt en het hoofd achterover buigt. Koude, omslagen op hoofd en voorhoofd hebben eveneens succes.
Bij neusbloeden ademt men verdund citroensap in.
Bloedt het rechter neusgat, dan houdt men het linker dicht en heft de rechterarm enige minuten omhoog. Bijl het linker neusgat omgekeerd.
Zware neusbloedingen worden gestelpt door hete pap- of wateromslagen op de nek.
Kruidenbaden kunnen een heel heilzame en stimulerende werking hebben. Ze reinigen tevens de huid. U kunt het beste een handje kruiden aan de kook brengen in een liter water en dat daarna meteen zeven. Voeg dit samen met een paar gram zeezout toe aan uw badwater.
Badkruiden lavendel werkt erg verfrissend, valeriaan en lindebloesem zijn pijnverzachtend en rustgevend.
Gebruiksaanwijzing voor een stoombad met kruiden Als u uw huid op wilt frissen of wilt zuiveren of als u iets tegen dichtzittende luchtwegen wilt doen, kunt u heel goed een stoombad nemen. Doe een handje van het benodigde kruid (dat hangt af van waarvoor u het stoombad neemt) in een pan met wat water. Breng dat aan de kook en haal de pan daarna van het vuur. Hang een handdoek over uw hoofd en ga met uw gezicht boven de pan hangen en laat de stoom zijn werk doen. Dit ritueel kunt u een aantal keren herhalen. Ter afsluiting moet u uw gezicht met koud water wassen. Doe dit minstens twee keer per week.
Het gebruik van kruiden tegen kwalen en ziektes Als u zich niet lekker voelt zal er toch eerst een diagnose gesteld moeten worden. Laat dat altijd door een arts doen. Pas als u weet wat u mankeert, kunt u op zoek gaan naar een geneesmiddel. Bepaal in overleg met uw dokter hoe u uw klachten aan gaat pakken: met of zonder medicijnen, wel of geen natuurlijke geneeswijzen, kruiden of chemisch gemaakte middelen. Ga pas na doktersadvies over op het bestrijden van uw kwaal of ziekte met kruiden. Doe dat nooit op eigen houtje.
Kruiden werken meestal niet direct, vaak langzamer dan gewone geneesmiddelen. Denk niet dat u de werking kunt versnellen door de in te nemen dosis te verhogen, dat kan namelijk erg gevaarlijk zijn. Houd u dus aan de in de lijst voorgeschreven hoeveelheden.
Bij aambeien neemt u een bad van duizendblad: giet 1 liter kokend water over 2 handen vol bloesem. Laat het 25 minuten staan, filtreer de vloeistof en voeg deze toe aan het badwater. Neem 2 maal per week een bad bij 35°C gedurende 15 minuten.
Tegen astma drinkt ment thee van alant: giet 1 kop koud water op 2 theelepels geraspte wortel. Laat het 9 uur staan en warm het op. Drink de met honing gezoete thee zeer heet met kleine teugen. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen blaasontsteking drinkt men thee van beredruif: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels gedroogd blad. Laat het 10 uur staan. Neem 2 maal daags 1 kop van de opgewarmde vloeistof. (Niet bestemd voor langdurig gebruik. Niet aan te bevelen in geval van een gevoelige maag - hoog tanninegehalte ).
Tegen blaasontsteking drinkt men thee van lavas: meng 1/2 eetlepel verse of 1 theelepel gedroogde wortel met 1 kop water en breng dit aan de kook. Neem het van het vuur en laat het 15 minuten staan. Neem 3 maal daags een kop thee.
Bij hoge bloeddruk neemt men knoflook: hak 1 verse knoflookteen fijn, smeer het op brood of roer het door lauwe melk. Neem enige maanden lang 3 maal daags een teentje. Knoflook heeft alleen effect bij langdurig gebruik.
Aromatherapie Bij exceem, onzuivere huid en jeugdpuisjes: meng twintig druppels jeneverbes in een glas afgekoeld water en hiermee iedere avond de huis deppen en afspoelen.
Bij maagzuur en winderigheid neem een eetlepel jeneverbessen op twee kopjes, dagelijks in kleine hoeveelheden 1 tot 2 kopjes drinken.Contra indcatie. Het kruid is ook vruchtafdrijvend, dus absoluut niet gebruiken tijdens zwangerschap. Ook bij nierklachten, met name bij nierontsteking niet gebruiken.
Bij lage bloeddruk drinkt men thee van rozemarijn: giet 1 kop kokend water op 1 theelepel verse of gedroogde blaadjes. Laat het 10 minuten staan en neem 2 maal daags een kop.
Bij lage bloeddruk kan een bad met rozemarijn uitkomst bieden: giet 1/2 liter water over een hand vol blaadjes (50 g) en laat dit 20 minuten staan. Filtreer de vloeistof en voeg het filtraat bij het badwater. Baad 10 minuten bij 35°C. (Het heeft een stimulerend en versterkend effect Niet geschikt voor een bad in de avond. Rust na het baden ten minste een halfuur uit)
Tegen blauwe plekken builen en kneuzingen helpen goudsbloemen: giet 1/2 liter kokend water op 2 theelepels fijngehakt kruid en laat het 15 minuten staan. Maak een koel kompres en pas het vaak toe.
Tegen bronchitis helpt drinkt men thee van klein hoefblad: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels bloesem of bladeren en laat het 10 minuten staan. Neem 3 maal daags een kop, zo heet mogelijk en met honing gezoet
Bij circulatiestoornissen drinkt men thee van lavendel: meng gelijke delen lavendelbloempjes en rozemarijnblaadjes. Giet 1 kop kokend water over 1 theelepel van het mengsel. Neem verscheidene weken lang 's ochtends en 's avonds 1 kop van deze drank.
Bij circulatiestoornissen drinkt men thee van rozemarijn: giet 1 kop kokend heet water op 1 theelepel blaadjes en laat dit 10 minuten afgedekt staan. Neem enkele weken lang 2 maal per dag (overdag) een kop.
Bij circulatiestoornissen help een bad van rozemarijn: giet 1 liter kokend water op 2 handen vol blaadjes (50 g) en laat dit 20 minuten afgedekt staan. Filtreer de vloeistof en voeg het filtraat bij het badwater. Neem gedurende 10 minuten een bad bij 35°C.
Tegen Obstipatie overgiet 50 gram rozenblaadjes met een liter water. Laat dit trekken. Gebruik 2 kopjes per dag.
Tegen diarree thee van gewone bosbes gebruiken: giet 1/2 liter water op 3 eetlepels gedroogde bessen en laat dit 10 minuten weken en daarna 5 minuten koken. Neem 3 maal daags 1 wijnglas vol.
Tegen diarree een appel zonder schil raspen en bestrooien met kaneelpoeder. Zonodig enkele keren per dag.
Tegen diarree helpt sap van verse bessen: pers sap uit verse bessen en neem 3 maal daags 1 glas ongezoet sap.
Tegen eczeem een kompres van Smeerwortel: meng 3 eetlepels geschilde verse of gedroogde wortel met een halve liter water en kook dit 5 minuten. Laat het 20 minuten staan. Dompel een linnen doek, gaas of neteldoek in de afgekoelde vloeistof. Leg enige malen per dag een nat en luchtig kompres 1-2 uur op de met eczeem bedekte plek. Bevochtig het kompres opnieuw zodra het dreigt uit te drogen.
Tegen eczeem een smeersel van smeerwortel: meng 3 eetlepels fijnverkruimelde gedroogde wortel met warm water en maak er een zalf van. Smeer deze nog warme zalf op een linnen doek. Laat het 1 uur liggen op de met eczeem bedekte plek en herhaal dit enige malen per dag.
Tegen eczeem echte kamille: giet 1h I kokend water op 2 eetlepels bloempjes en laat het 20 minuten staan. Maak er een warm en vochtig kompres van.
Tegen flatulentie drinkt men anijsthee: kneus licht 2 theelepels anijszaadjes en giet er 1 kop kokend water over. Laat het 10 minuten staan. Neem 2 maal daags 1 kop. Karwij: kneus 1 theelepel karwij zaadjes en giet er 1 kop kokend water over. Neem 2 maal daags 1 kop.
Tegen flatulentie drinkt men gemengde thee van karwij-, venkelzaden en pepermuntblaadjes: meng gelijke delen karwij-, venkelzaden en pepermuntblaadjes, samen 1-2 theelepels. Giet er 1 kop kokend water over en laat het 10 minuten staan. Neem 2 maal daags 1 kop.
Tegen flatulentie drinkt men thee van dille: kneus licht 2 theelepels dillezaadjes en giet er 1 kop kokend water over. Laat het 10 minuten staan. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen flatulentie drinkt men thee van Venkel: kneus licht 2 theelepels venkelzaadjes. Giet er 1 kop kokend water over en laat het 10 minuten staan. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen galblaasstoornissen drinkt men pepermuntthee: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels verse of gedroogde blaadjes. Laat het 15 minuten afgedekt staan. Neem 3 maal daags een kop.
Tegen galblaasstoornissen drinkt men thee van stinkende gouwe: voeg 2 theelepels gedroogd kruid of 1 theelepel geraspte wortel bij 1 kop koud water. Breng het aan de kook en laat het 15 minuten afgedekt staan. Neem 3 maal daags een kop tussen de maaltijden door gedurende 3 weken. .
Tegen galblaasstoornissen drinkt men thee van paardebloem: voeg 2 theelepels geraspte wortels (of een mengsel van gelijke delen wortel en blad) bij 1 kop koud water. Verhit het en laat het 1 minuut doorkoken. Laat het daarna 15 minuten afgedekt staan. Neem 2 maal daags een kop gedurende 4-6 weken.
Tegen geestelijke uitputting neemt men een bad van lavendel: giet 1 liter kokend water op 100 g bloempjes. Laat ze 25 minuten staan. Filtreer de vloeistof en voeg het filtraat bij het badwater. Neem 15 minuten een bad bij 35° e. Het bad heeft een stimulerend effect; niet 's avonds baden.
Tegen geestelijke uitputting drinkt men gemengde thee van lavendel en rozemarijn:: meng 1/2 theelepel lavendelbloesem met 1/2 theelepel rozemarijnblad. Giet 1 kop kokend water op het mengsel en laat het 10 minuten afgedekt staan. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen geprikkelde zenuwen bij maag- en darmklachten en bij diaree is een goed middel lavendel thee. Twee flinke theelepels lavendel bloemen overgieten met 1/4 liter kokend water. Na 5 - 10 minuten zeven, met honig zoeten en langzaam drinken
Tegen tandvleesontsteking spoelt men de mond met echte kamille: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels kamillebloempjes en laat het 10 minuten staan. Spoel de mond goed met het lauwwarme water.
Tegen haaruit gebruikt men een lotion van brandnetel: giet 300 ml alcohol van 70% op 2 handen verse of gedroogde bladeren. Voeg zoveel gedistilleerd water toe dat de bladeren onderstaan. Laat het 4 dagen staan. Filtreer het en masseer dagelijks de schedel met 2 eetlepels van de lotion.
Tegen nerveuze hartklachten, drinkt men thee van Valeriaan: giet 1 kop koud water op 2 theelepels geraspte wortel. Laat het 8 uur staan. Verwarm het en drink 's avonds 1 kop, zonodig ook overdag 1 kop.
Tegen nerveuze hartklachten gebruikt men 1 theelepel tinctuur (uit de apotheek) met water: neem 's avonds en, indien gewenst, ook overdag 1 theelepel tinctuur.
Tegen hoest drinkt thee van tijm: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels blad of fijngehakt kruid en laat het 10 minuten afgedekt staan. Neem 3 maal daags een kop (voor krampachtige of droge hoest).
Tegen hoest helpt een bad met tijm: giet 1 liter kokend water op 4 eetlepels fijngehakt blad of kruid en laat dit 20 minuten staan. Filtreer de vloeistof en voeg het filtraat bij het badwater. Baad 15 minuten bij 38 oe. Adem de damp diep in.
Bij een lage bloeddruk en nerveuze spanningen neemt men een lavendelbad. Vijftig tot 60 gram bloesem overgieten met 1 liter water, aan de kook brengen, daarna 10 minuten afgedekt laten staan. Toevoegen aan het ligbad. Het kalmeert ontspant. Zeker voor het slapen gaan.
Tegen hoofdpijn een smeersel van citroenmelisse: giet 1/2 liter alcohol van 90% op 50 g verse bladeren of uiteinden van takjes. Doe het mengsel in een doorzichtige fles en laat het zeker 8 dagen staan. Schud het vaak.Filtreer de vloeistof en wrijf met het onverdunde mengsel het voorhoofd en de slapen.
Tegen hoofdpijn thee van citroenmelisse: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels verse of gedroogde bladeren en laat het 10 minuten staan. Neem 2 maal daags 1 kop hete thee (tegen nerveuze hoofdpijn).
Tegen hoofdpijn kopje thee van valeriaan: giet 1 kop koud water op 2 theelepels geraspte wortel en laat het 8 uur staan. Neem 's avonds 1 kop thee.
Tegen indigestie thee van citroenmelisse: giet 1 kop kokend water op 3 theelepels blad en laat het 15 minuten staan. Neem 2 maal daags 1 kop.
Tegen indigestie gemengde thee van citroenmelisse en pepermuntblad: meng 1 theelepel citroenmelisse en 1 theelepel pepermuntblad en giet 1 kop kokend water over het mengsel. Laat het afgedekt 15 minuten staan en neem 2 maal daags 1 kop.
Tegen keelaandoeningen drinkt men thee van salie: verhit 2 eetlepels bladeren in 1/2 liter koud"water tot het mengsel gaat pruttelen. Laat het 10 minuten afgedekt staan én verwarm het daarna opnieuw. Gorgel zo vaak mogelijk (aanbevolen bij ontsteking van de tonsillen).
Tegen Keelaandoeningen drinkt men thee van wilde marjolein: giet 1/2 liter kokend water op 2 eetlepels fijngehakt kruid en laat dit 10 minuten afgedekt staan. Gorgel 3 maal daags gedurende 10 minuten.
Tegen maagzweer drinkt men thee van echte kamille: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels verse of gedroogde bloempjes en laat dit 15 minuten staan. Drink 3 maal daags gedurende enkele weken 1 kop, zo heet mogelijk en in kleine hoeveelheden.
Jeugdpuistjes Doe 10 druppel etherische lavendelolie en 5 druppel kamfer in een glas met gekookt water. Dep de huid met deze oplossing. Om te testen of je hiervoor allergisch bent, kun je dit op de elleboog uitproberen.
Tegen misselijkheid drinkt men thee van pepermunt: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels blad en laat dit 10 minuten afgedekt staan. Neem 2 maal daags 1 kop.
Tegen misselijkheid drinkt men gemengde thee van pepermuntblad, kamillebloesem en citroenmelisse: meng gelijke delen pepermuntblad. kamillebloesem en citroenmelisseblad (samen 2 theelepels). Giet 1 kop kokend water over het mengsel en laat het 10 minuten afgedekt staan. Drink 2 maal daags een kop, zo heet mogelijk en in kleine teugen.
Bij nerveuze spanning drinkt men thee van citroenmelisse: giet 1 kop kokend water op 3 theelepels gedroogd blad en laat dit 10 minuten afgedekt staan. Neem 2 maal daags een kop.
Bij nerveuze een bad van citroenmelisse: giet 1 liter water op 125 gram (2 handen vol) blad en laat dit 25 minuten staan. Filtreer de vloeistof en voeg het filtraat bij het badwater. Neem 3 maal per week een bad gedurende 15 minuten bij 35°C.
Bij nerveuze spanning drinkt men thee van lievevrouwebedstro: giet 1 kop kokend water over 2 theelepels fijngesneden kruid en laat dit 15 minuten staan. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen neusverkoudheid stoomt men met echte kamille: giet l1h liter kokend water in een kom uit over 3 eetlepels bloesem. Bedek het hoofd en de kom met een handdoek om te voorkomen dat de damp ontsnapt. Snuif de damp gedurende 10 minuten diep op en doe dit 2 maal per dag.
Tegen reumatiek drinkt men thee van paardebloem, geraspte wortels: voeg 2 theelepels geraspte wortel (of een mengsel van wortel en blad) bij 1 kop koud water. Verwarm dit en laat het 1 minuut doorkoken. Laat het daarna 15 minuten staan. Neem in voor- en najaar gedurende 6 weken 2 maal daags een kop.
Tegen reumatiek dinkt men thee van brandnetel: voeg 2 theelepels gedroogd blad bij 1 kop koud water. Verhit het en laat het 1 minuut doorkoken. Laat het daarna 15, minuten staan. Neem 2 maal daags een kop gedurende 5 weken. Doe dit 3 maal per jaar.
Tegen slapeloosheid druppel een paar druppels van een mengsel verse rozenolie en 5 druppels melissenolie op het hoofdkussen. Je slaapt als een roos.
Bij slapeloosheid drinkt men thee van valeriaan: giet 1 kop koud water op 2 theelepels geraspte wortel en laat het 8 uur staan. Neem 's avonds een warme kop thee.
Bij slapeloosheid neemt men voor het slapen een bad met valeriaan: giet 1 liter kokend water op 2 handen (75 g) fijngesneden wortel en laat dit'30 minuten staan. Filtreer het en voeg het filtraat bij het badwater. Neem gedurende 10 minuten een bad bij 36°G.
Tegen verkoudheid en grieperigheid drinkt men thee van vlier: giet 1 kop kokend water op 2 theelepels gedroogde of verse bloesem en laat dit 10 minuten staan. Drink 2 maal daags een hete kop thee (neem bij een beginnende verkoudheid, na een warm bad, 2 koppen vlierbloesemthee of 2 glazen verdund vlierbessensap en drink ze heel heet. met kleine teugen).
Tegen Verkoudheid en grieperigheid drinkt men sap van de vlierbes: Sap: kook verse bessen gedurende 3 minuten in water en pers het sap eruit. Wil men het sap bewaren, dan moet het met honing of suiker gekookt worden (verhouding 1:10). Neem 2 maal daags een glas met heet water verdund sap, de drank moet zo heet mogelijk gedronken worden.
Tegen Verkoudheid en grieperigheid drinkt men thee van hulst: kook gedurende 3 minuten 2 theelepels gedroogd blad in 1 kop water en laat dit 15 minuten staan. Neell1 2 maal daags een kop.
Bij verstopping gebruikt men pap van vlaszaad: maak pap van 2 eetlepels hele of pas gemalen vlaszaadjes en een beetje water. Neem 2 maal daags een bordje (aan te bevelen voor langdurig gebruik).
Bij Verstopping drinkt men thee van senna: giet 1 kop koud water op 2 theelepels blad of 5 peulen en laat dit 7 uur trekken. Neem 's avonds 1 kop thee.
Bij verstopping drinkt men gemengde thee van sennablaadjes, cascaraschors, venkelzaadjes en kamillebloesem: : meng gelijke delen. Giet 1 kop kokend water op 2 theelepels van het mengsel en laat dit afgedekt 15 minuten staan. Neem 's avonds 1 kop thee.
Tegen waterzucht drinkt men thee van peterselie: voeg 1 theelepel zaadjes of geraspte wortel bij 1 kop koud water en breng het aan het pruttelen. Neem het van het vuur en laat het afgedekt 15 minuten staan. Neem 2 maal daags 1 kop (oppassen: niet gebruiken tijdens de zwangerschap).
Tegen waterzucht drinkt men gemengde thee van peterselieblaadjes, kattedoomwortel en fijngehakte paardestaart: meng gelijke door elkaar. Giet 1 kop kokend water op 2 theelepels van het mengsel en laat het 15 minuten afgedekt staan. Neem 2 maal daags een kop.
Tegen wonden en wonden die traag genezen gebruikt ment echte kamille: giet 1/2 liter kokend water op 2 eetlepels bloesem en laat dit 20 minuten, staan. Maak een luchtig kompres als de vloeistof is afgekoeld. Enkele malen per dag toepassen.
Tegen wonden en wonden die traag genzen gebruikt men goudsbloem: pers het sap uit 5 gram pas geplukte bloemen (of bloemen en bladeren) en meng het sap met 30 gram vaseline. Smeer de zalf enkele keren per dag op de wond.
Bij een dreigende neusverkoudheid parfumeert men zijn zakdoeken met eau de cologne of sterke eucalyptusolie. De neusverkoudheid is dan meestal de volgende dag al voorbij.
Als voorbehoedsmiddel tegen neusverkoudheid drinkt mem een glas warm water met een druppel jodiumtinctuur.
Als men kamferdampen door .een papieren zakje waarvan, men de punt afgescheurd heeft, in de neus brengt maakt het inademen de vastzittende verkoudheid los.
Om het verloop van de neusverkoudheid te bespoedigen, zoveel mogelijk vloeibaar voedsel vermijden.
Tegen neusverkoudheid citroensap in de holle hand gieten en met de neus dagelijks 2-3 keer opsnuiven.
Hetzelfde geldt van zout water, op dezelfde wijze gebruikt.
Bij neusverkoudheid is het opsnuiven van verse melk door de neus een probaat middel gebleken.
Bij kouvatten helpt vlierthee waaraan men het sap van een citroen toevoegt en ,zo heet mogelijk drinkt.
Bij kouvatten helpt vlierthee, waarin men het sap van een citroen doet en zo heet mogelijk drinkt.
Een goed voorbehoedmiddel tegen griep is: thee van duizendblad, onder toevoeging van een kleine hoeveelheid venkelkorrels.
Tegen griep beschermt men zich, als men nuchter zoveel mogelijk rauwe appels eet.
Zweetbaden zijn een goed voorbehoedmiddel tegen allerlei ziekten vooral aandoeningen door kouvatten. Ze spelen ook een belangrijke rol bij de schoonheidsverzorging.
Een zweetafdrijvend middel is thee van linden- en vlierbladeren.
Tegen hoesten drinkt men thee van verse brandnetels. Dagelijks ongeveer 3 keer een kop vol.
Bij een droge hoest neemt men telkens een theelepel sap van zwarte aalbessen.
Een hevige hoestprikkel wordt verzacht, als men een met kamfer ingewreven stuk flanel op de borst legt.
Warm water met eidooier vermengd, verzacht hoestprikkeling.
Cipresolie in de kamer fijn gespoten en op het hoofdkussens gedruppeld lenigt hoestprikkel aanmerkelijk.
Als de drank gedurende de ziekte wordt aanbevolen thee van de bladeren van hoefblad met kandij
Tegen hoesten en heesheid is hete sap van vlier en braam zeer goed, gebleken.
Bij kinkhoest is het sap van zwarte aalbessen, theelepelgewis ingenomen, een zeer goed middel.
Een slijmoplossend middel is het sap van een citroen.
Zwarte geraspte rammenas met tot poeder gestampte bruine kandij geldt als een voortreffelijk verzachtingmiddel bij kinkhoest.
Bij kinkhoest is zuivere lucht, resp. verandering van woning bijzonder aan te bevelen.
Tegen heesheid bij kinderen zijn gebraden appels, die men flink .suikert, een zeer goed huismiddel.
Bij heesheid neemt men lijnzaadthee met honing. Zo heet mogelijk. Goed is ook gorgelen met glycerine (1 theelepel op 1 glas water).
Bij heesheid, gepaard gaande met hoesten na kouvatten is een goed. gekookte of gebraden en om het strottenhoofd gebonden ui een beproefd middel.
Hom van haring, nuchter ingenomen, is goed tegen heesheid.
Eigeel en suiker is een beproefd middel tegen heesheid.
Bij aanhoudende heesheid niet roken.
Alle middelen hebben een veel betere uitwerking, als ze gepaard gaan met vochtige omslagen gedurende de nacht.
Keelpijn lenigt men, als men de hals warm houdt.
Bij keelontsteking gorgelt men met heet zoutwater.
Bij difterie geeft men de zieke om de 2 uur zuiver citroensap zonder water of melk.
Amandelontsteking behandelt men door te gorgelen met thee van saliebladeren.
Tanden. Mensen met goede tanden zijn krachtiger dan die met slechte.
Men vermijdt te hete of te koude spijzen.
Kiespijn door kouvatten. Natte omslagen, met dikke wol afsluiten.
Kiespijn is door hete omslagen tijdelijk te verzachten.
Kiespijn stilt men, als men enige korrels gepulveriseerd aluin in een watje doet en in de pijnlijke kies stopt.
Tegen nerveuze kiespijn drinkt men thee van linde, lepelblad en lavas.
Tegen open en bloedend tandvlees is het sap van de zwarte aalbes zeer goed. Bij erge kiespijn rum met geraspt krijt door de neus snuiven.
Opgezwollen wangen warm houden en hete omslagen van kamille maken.
Tandarts raadplegen.
Op tandabcessen legt men over de lengte een doorgesneden vijg, die men eerst in warme melk weekt.
Tanden worden mooi wit, als men ze vaak met kalmoes wrijft. Ook het eten van verse pruimen is goed, zowel voor de tanden als voor het lichaam.
Holten tussen de tanden reinigt men, doordat men een strakgespannen zijden draad, die men tussen wijsvinger en duim houdt, heen en weer beweegt.
Tegen maagzuur neemt men een theelepel geslibd krijt met een slok water.
Bij maagzuur kauwt men braambladeren of drinkt men thee van braambladeren.
Tegen maagzuur, helpt zuiveringszout. Ook zuurkool of zout water wendt men met succes aan.
Tegen maagzuur gebrande koffiebonen kauwen en doorslikken.
Bij hik drinkt men wat koud water of melk.
Tegen hik neemt men een theelepel gestampte suiker in de mond en slikt de suiker snel door. Eventueel herhalen.
Bij hik de armen horizontaal heffen en diep ademen.
Bij verslikken eenvoudig de armen omhoog heffen. Kloppen op de rug haalt niets uit.
Slikt men een visgraat in, dan dadelijk een citroen uitzuigen. Door het citroenzuur lost de graat op. Ook dikkere graten weken door het zuur en zijn gemakkelijk te verwijderen.
Onwelriekende adem na het eten van uien verdwijnt dadelijk, als men een glas verse melk drinkt.
Goed mondwater kan men zelf maken, als men een deel franse brandewijn of arnicatinctuur met 3 delen water mengt.
Onwelriekende adem verdwijnt, als men met chlorofyl de mond spoelt.
Juist ademen, vooral diep uitademen, is voor de gezondheid noodzakelijk.
Bij kortademigheid maakt men een halve liter jeneverbessen fijn en distilleer ze in een liter franse brandewijn in de zon. Daarvan drinkt men 's middags en 's avonds een eetlepel vol.
Bij een ernstig gebrek aan adem neemt men hete voetbaden.
Tegen astma neemt men dagelijks 3 keer een theelepel vol met een mengsel van 3 delen geraspte mierikwortel en 1 deel bijenhoning.
Bij hartzwakte legt men op de hartsteek een enige malen gevouwen doek, die in azijnwater gedrenkt is. Rustig en diep ademhalen is noodzakelijk. Het aanbrengen herhalen bij warm worden.
Versterkend voor het hart is gedistilleerd water van melisse.
Bij hartkramp dadelijk een koude omslag op het hart. De dokter halen!
Bij bloedarmoede helpt thee van tormentil. Deze thee is verder aan te wenden bij kiespijn, bloedingen enz. Ook goed voor de ogen.
Bij bloedarmoede veel appels eten. Eveneens aan te bevelen kersen, aardbeien, alsook alle groene slasoorten ook rauwe spinazie.
Tegen bleekzucht drinkt men thee van lindebloesem of gentiaan, die men met honing zoet.
Tegen vetzucht drinkt men dagelijks wat zuivere appelwijn of thee van karwij, duizendblad en pepermunt.
Wie lang gezond wil leven, moet het spijsverteringsproces bevorderen, door lang- en goed te kauwen.
Ananas stimuleert het verteren, is dus eetlustopwekkend.
's Morgens een glas koud water werkt stimulerend, ook voor de eetlust.
Gebrek aan eetlust bestrijdt men door thee van karwij en duizendblad.
Tegen, gebrek aan eetlust neemt men mirre.
Z.g. geeuwhonger, plotseling optredend hongergevoel, gaat voorbij als men een paar stukjes brood of enige havervlokken neemt.
Tegen buikpijn met men dagelijks 3 keer een kop thee van karwij en pepermunt.
Maagklachten na overvloedige maaltijden. Daarvoor neemt men alsemthee, die snel helpt. Om een betere werking te krijgen, kan men ook wat honing bij het aftreksel doen.
Bij een bedorven maag moet men absoluut vet, alcohol en suiker vermijden. Aan te bevelen zijn havermoutsoepen, thee zonder suiker en oud geroosterd brood.
Braken kan men voorkomen, als men wat kamillen thee drinkt en een mosterdpleister op de maagstreek aanbrengt.
Bloedspuwing. Tot de komst van de dokter de patiënt in half zittende houding bedden.
Bij maagkramp legt men een warme omslag op de maagstreek. Pijnstillend zijn ook valeriaandruppels.
Bij maagkramp is rozenbottelthee een goed middel.
Valeriaanwortelthee flink warm gebruiken. Bij maagkramp door dieetfout bruispoeder. Door darmgassen veroorzaakt: zuivere droge suiker of pepermuntthee.
Bij druk op de maag droge havervlokken eten.
Maagslijm. Dikwijls slokjes koud water drinken.
Maag- en darmcatarre. Verse en koude koemelk. 1 Kop pepermunt, thee voor het slapen gaan.
Bij catarre met diarree, cacao met beschuit of havermoutsoep met ei. Bij te hevige diarree de dokter raadplegen.
Bij darmziekten zijn havermoutsoepen, melk- en eierspijzen aan te bevelen, die ook een bij deze ziekte optredende vermagering tegengaan.
Bij trage darmwerking is sap van rammenas een goed middel. Men neemt dagelijks 3 keer een half uur voor de maaltijden een theelepel vol in lauw warm water.
Bij darmtraagheid is het zeer bevorderlijk, als men 's morgens op de nuchtere maag 1 kop koud water drinkt.
Verstopping en koliek. Kamille- of pepermuntthee met 10 druppels opium. Lavementen van warme / verdunde kamillethee. Veel zure karnemelk drinken. Het lichaam met een warme grofwollen doek cirkelvormig van links naar rechts flink wrijven.
Tegen verstopping is een vijgenkuur het beste middel. Men zet de vijgen 's avonds in een glas water in de week en gebruikt de vruchten met het water 's morgens nuchter.
Goede purgeermiddelen zijn geweekte droge pruimen; ook manna is goed.
Diarree. Het lichaam door een gordel warm houden, moeilijk verteerbare spijzen vermijden. Rode wijn, vooral wijn van blauwe bosbessen,alsook havergort met wat rode wijn er door heen, zijn probate middelen.
Tegen diarree chocolade of cacao of kaneel eten.
Tegen diarree zijn blauwe bosbessen in elke vorm goed.
Tegen diarree, die een catarraal karakter heeft, ricinus gebruiken, die in dit geval niet afdrijft, maar de darm vet maakt.
Tegen buikpijn bij kinderen geeft, men vaak thee van frambozenbladeren. Ook pepermuntthee is probaat.
Tegen winderigheid, drinkt men thee van engelwortel en venkel.
Tegen worm drinkt men thee van duizendblad, vogelkers en lis.
Tegen opgewondenheid maakt men een koele buikomslag.
Wormen bij kinderen verdelgt men, als men een halve liter water samenvoegt, met wat alsem en knoflook, kookt en dat de kleintjes laat drinken. Ongeveer de helft van de vloeistof geeft men als lavement.
Lavementen met azijn bestrijden,maden.
Een eventuele ziekte kan door de dokter uit de urine geconstateerd worden.
De urine van gezonde mensen is geelachtig, maar daarbij steeds licht en helder; wordt alleen tijdens de spijsvertering wat donkerder.
Hoe donkerder, slechter gekleurd, vlokkeriger en ondoorzichtiger, des te meer is medische hulp nodig.
Tegen bedwateren drinkt men St. Janskruid en duizendblad.
Wie neiging heeft tot b1aaskramp, houdt steeds de rug warm.
Tegen blaascatarrh helpen enige druppels kamferspiritus in suiker.
Stoombaden helpen tegen blaascatarrh.
Regelmatig gebruik van appelwijn moet blaassteen vorming voorkomen.
Door overvloedig Selters- en Wildunger water te drinken, en daarnaast warme baden en wekende lavementen te gebruiken, kan men blaassteen weken en verwijderen.
Thee van vogelkerszaad helpt tegen blaassteen.
Tegen catarrh en graveel wordt aanbevolen in wijn en water gekookte braamwortel.
Galsteen bestrijdt men door vaak meloen te eten. Goed zijn ook zwarte rammenas of aardbeien.
Galsteen behandelt men met omslagen van hete kamille- of 'lijnzaadpap. Flink warm. Bij hevige pijn de dokter halen.
Tegen rugpijn raspt men mierikwortel, legt deze op een linnen doek, die men onder de voetzolen, op de kuiten, de bovenarm en de nek aanbrengt en daar zo lang laat inwerken, tot er een branderig gevoel ontstaat.
Jicht en reumatiek bestrijdt men met selderijnat. Het aftreksel van 2 knollen geeft ongeveer de op 1 dag in te nemen hoevee1heid.
Tegen reumatiek helpt, als men zakjes met flink warm zout erop legt.
Een zwart kattevel op de plaats in kwestie gedragen, is goed tegen reuma.
Veel kersen eten zal reumatiek spoedig doen verdrijven.
Reumatiek bestrijdt men door inwrijven met dennenspiritus, die men 'op de volgende wijze maakt: Fles voor de helft gevuld met jonge dennenloten, vullen met franse brandewijn, kurk erop en. ca. 2 weken in de zon zetten.
Tegen reumatische gewrichtspijnen wrijft men op de betreffen plekken in met een mengsel van kamfer en terpentijnspiritus. Gelijke delen. Krachtig wrijven.
Bij spit helpt het aanbrengen van verkruimelde hete aardappelen in de schil, nadat men eerst met zeer sterk azijnwater afgewreven heeft.
met een met mosterdpap bevochtigde flanellen lap verzacht men spit.
Stoombaden doen spit verdwijnen.
Tegen pijnlijke kuitkramp zijn kamferspiritus en franse brandewijn probate middelen.
Kuitkramp moet op en onder wollen dekens minder voorkomen dan in veren bedden.
Bij kuitkramp met het desbetreffende been stampen.
Bij kuitkramp, afwassingen met koud water.
Een stuk ijzer, op de kuit gebonden, is goed tegen kuitkramp.
Dikke enkels verdwijnen door dagelijkse massage. Men masseert van onderen naar de knie toe. De huid maakt men van te voren het best met wat vaseline soepel.
Bij pijnlijke knobbels aan de voeten maakt men voetbaden onder toepassing van Staszfurter zout. Hoge hakken vermijden. De arts raadplegen.
Blaren op de voeten behandelt men, doordat men 's nachts een in alcohol gedrenkt linnen lapje erop legt.
Bij doorlopen of wond schuren wast men de open plekken dagelijks ongeveer 2 keer met kamillethee of duizendblad.
Doorgelopen voeten. Snelle genezing bereikt men door inwrijven met eiwit en door de wonde plekken te beplakken met het vliesje van eierdoppen. . .
Transpirerende voeten kan men genezen, maar dit mag alleen maar geleidelijk geschieden, daar anders andere ziekten ontstaan.
Het aanbrengen van verse of in de schaduw gedroogde eiken- of wilgenbladeren in de schoenen helpt tegen transpirerende voeten zonder enig nadeel.
Transpirerende voeten baadt men vaak in een aftreksel van eikenschors. Zeer aanbevelenswaardig is tussen de tenen watten te leggen.
Om koude voeten en armen te vermijden, wrijft men die delen met eau de cologne af.
Koude voeten. Wie veel last daarvan heeft, moet streng volgens dieetleven. Moeilijk te verteren spijzen en dranken mijden.
Tegen koude voeten legt men krantenpapier in de schoenen.
Omwikkelen der voeten met krantenpapier en de kousen daarover aangetrokken, beschermt tegen vorst.
Bevroren voeten en handen elke avond met citroensap inwrijven.
Bevroren ledematen wast men met een aftreksel van in de schil gesneden uien.
Winterhanden en -voeten wrijft men met sneeuw in. De betreffende ledematen met wollen kleding goed warm houden.
Winterhanden en -voeten genezen, als men ze met een in petroleum gedrenkte linnen lap bedekt, die men met een band vast, maakt.
Tegen winterhanden en -voeten helpt een plaatselijk, 15 minuten durend bad in een aftreksel van groene dennennaalden.
Tegen winterhanden en -voeten baadt men de betreffende ledematen in een pap, die men verkregen heeft door sparrentakken enige tijd te laten koken. Enige malen herhalen.
Bij winterhanden en -voeten baadt men de delen afwisselend in koud en heet water met eikenschors.
Om de vorst uit de voeten te laten trekken, omwikkelt men 's avonds de voeten met katoenen watten.
Om herhaling van winterhanden e.d. te voorkomen, stelt men de ledematen geleidelijk aan warmte bloot.
Eksterogen komen door het knellen van te nauwe of niet passende schoenen en kunnen dus gemakkelijk vermeden worden.
Neiging tot eksterogen bestrijdt men door ze vaak te baden in loog.
Eksterogen en eelt wrijft men dagelijks met puimsteenzeep in.
Fijn gehakte, 1 uur in scherpe azijn gelegde, uien, op de eksterogen (vaak verversen) is een probaat middel.
Men snijdt een grote rozijn door, verwijdert de pitten, legt ze met het snijvlak op het eksteroog en bevestigt dat met dunne linnen stroken. Wordt de rozijn elke dag vervangen, dan kan men de eksteroog na 3 dagen er uit lichten.
Dagelijks te verversen zeepschuim doet na. 3 dagen de eksteroog verdwijnen.
Mei water bevochtigt wijnsteenzout doet de eksteroog verdwijnen.



Eerste hulp bij ongelukken.

ALGEMENE AANWIJZINGEN.
a.Het eerste verband beslist over het verloop van een wond. Deze bekende medische uitspraak bewijst het belang van de eerste hulp.
b. Leer helpen; de verworven kennis kan U en Uw medemensen in de nood onbetaalbaar nut opleveren. Onwetendheid heeft al heel wat schade aangericht.
c. De Eerste Hulp heeft de taak, een verongelukte uit dreigend, levensgevaar te redden, iedere verdere benadeling van zijn gezondheid te voorkomen en zo spoedig mogelijk voor medische hulp te zorgen.
d. De E.H.B.O.-er verleent steeds alleen de eerste hulp. Daarna verwijst men de gewonde naar de dokter en wijst iedere verdere behandeling principieel van de hand.
e. Bij alle ernstige verwondingen steeds eerst de dokter halen. Bij verkeersongevallen en misdaden tevens de politie.
f. Toeschouwers hebben met een ongeval niets te maken en verontrusten de gekwetste maar. Nodig hen beleefd, maar nadrukkelijk uit zich te verwijderen.
g. Vermijd elke uiting van ontzetting en duld dit ook niet van de omgeving. Een woord van aanmoediging tot de gekwetste wekt vertrouwen in U.
h. Leg de gekwetste zó, dat deze beschermd is tegen regen, tocht; ook niet pal in de zon. Op het volgende moet men letten: gekwetsten met wonden aan het hoofd, de ,nek, de rug en het zitvlak moeten op de gezonde zijde neergelegd worden. Gekwetsten met beschadiging van de wervelkolom op de rug leggen. Voorzichtig! Elke beweging Vermijden en verbieden. Gekwetsten met neus-, mond- en halswonden moeten rechtop gezet worden om het binnenstromen van bloed in de luchtpijp te vermijden (gevaar van verstikking). Gekwetsten met borstwonden moeten met het bovenlichaam wat omhoog neergelegd worden, daar ze dan gemakkelijker kunnen ademen. Gekwetsten met buikwonden worden plat neergelegd, het hoofd wat omhoog, de benen in het kniegewricht gebogen en door een kussen ondersteund. Patiënten, die bewusteloos zijn of zeer veel bloed verloren hebben, moeten plat op de rug worden gelegd met het hoofd omlaag.
i. 1 Patiënten, die buiten bewustzijn zijn, of een halswond hebben, niets te drinken geven (gevaar van verslikken); ook bij buikwonden met het oog op eventuele maag- of darmkwetsuur. Ruiken aan eau de cologne is toegestaan en schaadt niet.
j. Verlaat de gekwetste pas, als deze goed verzorgd is en buiten gevaar is.
a. Geen wonden uitwassen, wonden nooit met vinger aanraken. Geen watjes of celstof op de wonden leggen. Deze zouden vastkleven en het wegvloeien van de wondvloeistof beletten. Geronnen bloed niet verwijderen.
b. Wonden alleen maar met antiseptische verbandstof, ingeval van nood met pas gestreken wasgoed bedekken en met een gevouwen doek omwikkelen en vastmaken.
c. Vreemde lichamen mogen niet zelf uit de wond verwijderd worden. Daar door het, verwijderen een eventueel gekwetste slag- of bloedader heviger begint te bloeden en omdat meestal geen gedesinfecteerde instrumenten ter beschikking staan, komt het dan licht tot infectie van de wond.
d. Niet alle bloeding is levensgevaarlijk! Een volwassene kan het verlies van een halve liter bloed goed hebben. Bij beetwonden van dieren, die ervan verdacht worden ziek te zijn of bij kwetsuren door zeer bevuilde of verroeste voorwerpen, stimuleert men derhalve een matige bloeding door het heen en weer bewegen van het beledigde deel. Het uit de wond stromende bloed is de beste wondreiniging.

a. Slagaderbloedingen herkent men daaraan, dat lichtrood bloed schoksgewijs uit de wond spuit, terwijl bij een bloedaderbloeding donkerrood bloed gelijkmatig wegstroomt.
b.Bij slagaderbloedingen drukt men dadelijk de slagader tussen de wond en het hart tegen het er onder liggend been, dan snel het gewonde deel boven de wond met een riem, bretels e.d. afbinden, tot de bloeding ophoudt. Houdt de bloeding niet op, dan ligt de afsnoering verkeerd, of deze moet steviger aangetrokken worden.
c. Het afgesnoerde deel blijft hoogstens 2 uur levensvatbaar. Na een uur, maakt men de afsnoering wat losser, maar dadelijk aantrekken, als het bloeden weer begint.
a. Beenbreuken herkent men aan de abnormale positie van een lichaamsdeel, aan de hevige pijnen, of aan de ongewone bewegelijkheid van anders starre plekken.
b. Bij beenbreuk moet het gekwetste deel rustig gezet worden door spalken, eventueel stokken, latten, takken e.d. De spalken moeten zo aangebracht worden, dat ook de zich dicht bij de breukplaats bevindende gewrichten daaronder vallen. Aan de arm is eventueel een spalk voldoende, aan het been. echter zowel een spalk aan de binnen- en aan de buitenkant.
c. Voorzichtig. Bij een eenvoudige breuk kan door onhandig optreden gemakkelijk een beensplinter door de huid steken en dan is de breuk wegens net daarmee gepaard gaande infectiegevaar gecompliceerd.
d Bij een gecompliceerde breuk probeert men in geen geval het naar buiten stekende stuk bot in de wonde terug te brengen. Een dergelijke breuk moet in dezelfde stand verzorgd worden, waarin men het aantreft.
Bij verstuikingen laat men elke poging om het deel te zetten, na. Na. het zetten van het desbetreffende deel moet de gekwetste dadelijk naar de arts.
Heeft een verongelukte hevige pijn ,in borst of buik, komt er misselijkheid of neiging tot braken. opzetten, of komt het zelfs tot bloedspuwingen, dan is er meestal sprake van een inwendige verwonding. De verongelukte moet rustig en plat neergelegd worden en de dokter moet erbij komen. Streng verboden is in dit geval eten of drinken.
Bij verwondingen van de buikholte legt men de verongelukte bij in de lengte verlopende wonden in,een uitgestrekte houding en bij dwars verlopende wonden in een gebogen houding met verhoogd bovenlijf en opgetrokken benen. De wond bedekt men met een antiseptisch gaasje en een deken. Snel naar de dokter. Zijn de ingewanden, naar buiten gekomen, dan mogen deze noch aangeraakt noch terug geduwd worden.
Bij een schedelfractuur legt men de gekwetste in halfzittende houding ding. De haren in de omgeving van de wond worden geknipt, de wond mag daarbij niet aangeraakt en ook niet gereinigd worden. Verbinden met antiseptisch verband. Dadelijk de dokter waarschuwen.
Beroerten. Mensen; die een beroerte hebben gekregen, moeten in de eerste plaats hoog gebed worden; dan de kleren uittrekken en behandeling met koude kompressen op het hoofd, die vaak vernieuwd moeten worden.
Kompressen van mosterdpap of geraspte mierikwortel zijn in dit geval zeer nuttig gebleken.
Bij beroerte alle nauwe kledingstukken verwijderen en de zieke met het bovenlichaam omhoog in een donker gemaakte kamer bedden. Voor frisse lucht zorgen. Koude doeken op het hoofd. Dokter halen.
Bij hersenschudding dadelijk de dokter halen. Tot deze komt, de zieke met het bovenlichaam omhoog in bed brengen. Kamer donker houden.
Bij bewusteloosheid benauwende kledingstukken los maken en gezicht en borst koud wassen. Horizontaal neerleggen. Voetzolen en handpalmen borstelen. Dokter halen!
Bij bewusteloosheid laat men aan scherpe azijn ruiken en wrijft. daarna slapen, gezicht, handen en voeten in.
Kunstmatige ademhaling. De schijndode wordt op de rug,gelegd, onder de rug legt men een opgerolde deken of i.d. opdat de borst opgeheven wordt. De E.H.B.O.-er knielt boven het hoofd van de schijndode en pakt de onderarmen vlak onder de ellebogen. Eerst worden de armen van de zijde tegen de borstkas gedrukt(uitademen) en dan verticaal langs het hoofd tot op de grond (inademen) in het tempo der natuurlijke ademhaling (ca. 15 keer per minuut>. Daar bij, de door elektrische stroom verongelukte vaak pas na urenlange kunstmatige ademhaling levenstekenen zichtbaar worden, moet die zo lang volgehouden worden, tot óf de patiënt begint te ademen of doodsvlekken optreden.
Bij alle gevallen van verstikking, bevriezen ongevallen door elektrische stroom, treedt soms schijndood op. In deze gevallen houdt men de bewusteloze een spiegel voor de neus en let erop, of deze beslaat. Als men een veer of een brandende kaars voor de neus houdt, beweegt deze zich zelfs bij een heel flauwe adem:. Het opwekken der levensgeesten geschiedt door kunstmatige ademhaling.
Mensen, die door rook bedwelmd zijn, op dezelfde wijze behandelen.
Bij drenkelingen eerst op de buik leggen en door lager leggen. van het bovenlichaam en door drukken op de rug binnen gekregen water uit de luchtwegen verwijderen. Kunstmatige ademhaling. Lichaam door het omwikkelen van warme dekens verwarmen.
Mensen, die door de bliksem getroffen zijn, worden. op dezelfde wijze als bij gevallen van verstikking behandeld.
Bij verbranding bedekt men de brandwonden met een verband met zalf of olie, omdat dit niet vastkleeft. Blaren mogen niet geopend worden. De pijn wordt verzacht door het opleggen van een melkvel, of zuiveringszout er dik opstrooien.
Builen, door stoten veroorzaakt, wrijft men met geest van salmiak in en maakt een koude omslag.
Een ernstig geval van verbranding behandelt men door het bestrijken . der brandwonden met rauw eiwit. Dit middel is vaak de enige redding.
Bij uitwendige verbranding door loog, op de verbrande plekken citroensáp gieten.
Bij inwendige verbrandingen door loog slijmerige dranken, citroensap of verdunde azijn ingeven. De dokter halen.
Een door heet water verbrand lichaamsdeel wordt met honing bestreken en met linnen omwikkeld verband door warm water oplossen.
Brandwonden worden gemakkelijk en pijnloos genezen door ze te omwikkelen met een in terpentijnolie gedompelde linnen lap. Later met glycerine inwrijven.
De pijn door brandwonden wordt verzacht door een dikke laag aardappelmeel erop te strooien.
Op brandwonden enige malen per dag in melk gedoopte linnen doeken leggen. Om blaren bij brandwonden te vermijden, moet men er in spiritus, rum, cognac of brandewijn gedoopte linnen doeken opleggen.



Vergiftigingen.

Bij alle gifstoffen, die in de maag komen, komt het er in de eerste plaats op aan, deze door braken zo spoedig mogelijk weer uit de maag te verwijderen. Dit doel wordt bereikt door een vinger in de keel te steken, of door kriebelen met de baard van een veer in de keel, door het drinken van warm boterwater, door het drinken van een kinderlepel zout en een theelepel mosterd in een kop warm water en door het drinken van het wit van een ei in een kop sterke zwarte koffie.
Bij gasvergiftiging de patiënt in de frisse lucht leggen. Zuurstofademhaling. Bij het ophouden van de ademhaling kunstmatige ademhaling toepassen. De dokter halen.
Uitwendige vergiftiging, zoals door bijtende zuren, speciaal carbolzuur, wordt minder pijnlijk, als men er een in alcohol gedrenkt watje erop legt.
Bij bloedvergiftiging het opgezwollen deel dadelijk in zure melk of karnemelk onderdompelen. Herhalen. Dokter halen!
Bij hondsdolheid het lid boven de arm afbinden. Dadelijk naar de dokter, patiënt laten vaccineren, zonder vaccinatie is de dood onvermijdelijk. Het dolle dier dadelijk doden.
Bijen- en wespenvergiftiging. Een dikke laag van een zoutbrei aanbrengen. Bij massale vergiftiging door bijen of wespen is absoluut medische hulp in te roepen.
Bij insectensteken verwijdert men eerst de angel en stipt dan de gestoken plaats aan met geest van salmiak of boomolie. Om de zo lastige muggenplaag te voorkomen, bevochtigt men de kleding met enige druppels lavendel of nagelolie. Ook kan men korrels karwij in azijn koken en daarmee gezicht, hals en armen wassen.

Ondanks alle aan de samenstelling van deze website bestede zorg, kan noch de redactie, noch de webmaster (de uitgever) aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze Website www.polie.nl voor zou kunnen komen of voor de gevolgen van het gebruik van deze site. Ook is zij niet aansprakelijk voor de gevolgen van het niet beschikbaar zijn van de site. 

Bron: gedeeltelijk overgenomen van. www.frytex.nl