webbed 24 juni 2008 checked 30 oktober 2005

Back on track.

The adventures of Rock Stonehead
1

After leaving the Outpost of Kildraek, to obtain name and fortune, I wandered around for a while. Eventually I wound up in the city of Caralla, Where I found employment as a household guard for Father Sundahl.
However, after a misunderstanding in which I was accused of trying to steal someone's purse (ME!!), I had to leave town in a hurry. I had to kill a guard, with a thrown dagger, to get away and hid in a garden near the inner city wall until things cooled down. While doing so, I met some other people with the same problem, a halfling named Mental Theo and a human (half–elf?) named Benedict margarita Galliano or something (Dirk, that is). Here Mental Theo introduced me to their personal 'game' of BODYCOUNT (BC) to keep track of the people they kill. He's stark raving mad, of course, but the game is rather cool.
Anyway, when things cooled down we went over the wall and arranged a short boat–trip to get out of the town. We left no witnesses (I killed one with a dagger, and Dirk killed the other), and I gained a second short sword. Now we are going to go to a village somewhere to the south of Caralla until things cool down.

BODYCOUNT : 2


The adventures of Rock Stonehead, Part II
2

After we escaped from Caralla, we made our way to the innkeeper who ordered the painting from Dirk & Theo. But, somewhere along the way we were attacked by a bunch of goblins. There were about 20 of the little fuckers! I managed to slash some of them with my dagger, but since they were piled on top of me, I couldn't kill them. Dirk got some of them, and just before those asswipes managed to knock me out, two more dwarves came to help me out.
After one of them, a priest of Elohan (war), had healed me I introduced myself. Since they hadn't been in Caralla lately, I used my real name. They were Doe & Doont Pennik, two dwarven brothers.
After a long chat with Doont, the priest, I realized that I could learn to live with the ideas of his god. After all, you worship him by 'offering' someone to him, ie. fight and kill them. Just about what I have been doing lately, that is. And anyway, having divine assistance could be useful.
We went to two farms, and offered the farms and their occupants to Elohan. Also, we made some money out of looting them. THEN we proceeded to the inn, only to find half the frigging city guard there. We pushed the painting under the door of the innkeeper and torched the place. Also, after looting the farms the scout is looking for us. Somehow, I think we should be careful not to overstay our welcome in this area. By now half the population is looking for us, and I don't intend to get caught.

Time to check out a new neighborhood.


Rock Stonehead's Memoires Deel 3 : Op weg naar de ruïne
3

Nadat we de herberg aan hadden gestoken, zoals ik in het vorige deel al heb verteld, zijn we maar op weg gegaan naar nieuwe avonturen. Die begonnen al vrij vroeg, want er kwam een of andere sukkel van de stadswacht aan op zijn paard. Die hebben we eraf gehakt, en Dirk heeft zijn paard gevangen. Nadat dit paard Dirk twee keer heeft afgegooid hebben we het gemold en opgegeten, en zijn we toch maar gaan lopen.

Toen we bij het volgende dorp aankwamen, zijn we wat gaan drinken in de kroeg, waarop een van die asociale dorpsboeren ruzie met Dirk zocht. Dirk vond dat dit in een duel moest worden uitgevochten. Wat een onzin! Vroeger werd zoiets gewoon opgelost doordat de hele kroeg een bepaalde kant koos en begon te meppen!
Maar goed, we gingen naar buiten om Dirk zijn duel te bekijken, uiteraard onder het genot van een drankje. Eerst was Dirk met zijn zwaard en schild bezig tegen een STOEL, maar Doont vond dit toch wel wat al te laf, en heeft Dirk ook met een stoel laten matten.
Nadat ze uitgevochten waren gingen we weer naar binnen en bestelde Dirk voor de hele tent GRATIS DRANK! Vroeger was er ook altijd gratis drank na een kroeggevecht, maar dat deden we toch net iets anders. Kom op zeg! Je knokt gewoon binnen, en de winnaars zuipen alle drank die nog heel is op! We hebben zelfs het dorp laten staan, zonder ook maar IETS of IEMAND te beschadigen (als in: BLOED EN VUUR!). Kom op zeg, dat geklooi met die stoelen ga ik niet meerekenen!
Vroeger, ja VROEGER vocht je in een kroeg met z'n tweeën. De een pakte de ander bij zijn benen, waarna deze na een flinke zwaai de tegenstander neerkopte! DAT wil ik een stoel nog wel eens zien doen.
Maar, ik dwaal af. Tijdens het gevecht kwamen we ook de een of andere rare magiër tegen in een zwart pakkie. Doe dacht overigens dat hij onterecht in onze partykleding rondliep en verkocht hem een knal met z'n bijl. Maar ja, die gozer gooide een of andere beschermingsspreuk die een onzichtbaar krachtveld voor je creëert. Daarop ketste de klap af. Ik legde Doe uit dat hij alleen een zwart pak aanhad ZONDER ons embleem. Daarop zei doe 'Shorwie' of zoiets, maar ja, wat wil je na een lading drank. Vroeger had je daar veel minder snel last van.
Tijdens de gratis drank schijnt Doont met die magiër een deal te hebben gesloten om een of ander (waarschijnlijk spell–) boek uit een ruïne te halen. Hiervoor krijgen we een SPLINT (yes!) en wat poen. Goed, wij op weg. Na een tijdje komen we een hutje tegen onderweg. Dus, wij naar binnen om te kijken. HARDSTIKKE LEEG@*%!! Alleen een pijlenkoker. Dus we zetten de hele zooi in de hens. Toen we daarna weg wilden rijden werden we beschoten vanuit het bos, dus wij erop af.

Uiteraard zaten de gasten die ons beschoten in een boom, dus ik gooi een dolk naar ze en roep de rest. Ze schieten allebei op m'n schild, SCHIET ER GODVERDOMME EEN DOORHEEN! Vroeger kon je dat wel vergeten, door een schild heen komen. Maar ja, vroeger werd er ook nog aandacht besteed aan dat soort dingen. Nu laten ze elke boerenlul zomaar een schild maken.
Dirk en ik hebben allebei een shortbow meegenomen, en ze hadden ook een hert voor ons geschoten. Vuur hadden we al genoeg, dus hebben we het geroosterd. Hierna zijn we in het bos gaan pitten, komt er een of andere klotebeer, MET EEN SNAVEL, ons in onze slaap storen. Hiervoor hebben we hem uiteraard grondig naar de tering geholpen. Toen Doont en Dirk het hoofd van dit beest offerden gebeurde er iets vaags, het ging namelijk in de fik en verdween. Volgens Doont is dit een teken dat Elohan tevreden is, dus dat zal dan wel. We hebben de huid meegenomen, die brengt vast wel iets op.
Een dag later kwamen we eindelijk bij ons doel aan. Hier hebben we, na de boel verkend te hebben, een val opgezet, namelijk een boom met scherpe stokken erin aan een touw over het pad laten zwaaien. Hier hebben we vier van die smerige teringgoblins en een ogre mee aangevallen. Maar ja, de ogre wist het ding te vangen, zodat alleen hij er last van had. We hebben de ogre en twee goblins gesloopt, en de andere twee konden nog net ontvluchten. En dat alles zonder noemenswaardige problemen.
Na analyse van de laatste twee weken, ben ik eruit wat de meest efficiënte manier van vechten is. Omsingelen en van zoveel mogelijk kanten zo hard mogelijk hakken als het er een is, en op grote afstand beschieten (MAAR NIET MET DIE KLOTE SHORTBOW VAN MIJ!) als het er meer zijn. Dit lijkt mij een nuttige tactiek om de rest van het fort leeg te krijgen. We schieten wat in de fik en hakken ze. Uiteraard gaan we dit iets gedetailleerder uitwerken, maar ik vermoed dat het wel ongeveer hier op neer gaat komen.

BC : 5
CopKillerCount: 2 (CKC)


Rock Stonehead's memoires, deel 4: Het gevecht bij de ruïne
4

Na het eerste gevecht was er nog het een en ander te slopen aan goblins en ogres en andere onzin. Nadat we een tijdje de ruïne hadden geobserveerd werden er wat fakkels ontstoken op de muren, en dus besloten we tot actie over te gaan. Oh ja, voordat ik het vergeet, ergens na het eerste gevecht kwam Theo ook weer tevoorschijn. Waar die de hele tijd mee bezig geweest is, is me een raadsel, maar het zal wel goed zijn (of slecht, whatever you like).
Maar, we kwamen in actie. De broertjes Pennik zijn naar voren geslopen, en hebben een paar brandende pijlen op die houten constructie geschoten. Dat werkte wel, want na een minuutje stond dat ding wel in de hens. Toen kwam er ineens een bekend geluid (het gebrul van zo'n snavelbeer) uit die constructie. Dat wist ik dus ook meteen, het ding was gewoon een kooi. Van HOUT! Dat moest je vroeger eens wagen, een kooi van hout maken. Vroeger waren ze tenminste nog van staal, zodat de inhoud er niet uit kan. Maar goed, hij was van hout, dus die beer komt eruit. We probeerden dat beest het kamp in te jagen door voor zijn poten te schieten, maar ja, zoals ik vast wel eens heb opgemerkt gaan ik en een shortbow prima samen, zolang ik er maar niet mee hoef te schieten. Dus wel. Ik raak het beest, en het ziet Theo. Wat die daar deed is me een raadsel, maar hij stond er. Theo rent weg richting kamp, en we rennen er allemaal achteraan, de beer als eerste. Toen we het kamp in wilden rennen kreeg ik ineens een vaag gevoel, alsof ik daar niet wilde zijn, dus ik bleef buiten staan en heb een paar daggers in het beest gegooid. We hebben het beest zo neergemept, maar Theo had geen armor, dus die werd gehakt door die beer. Nou was dit wel een wederzijds genoegen, maar toch…
Nadat we van dat beest af waren, richtten we onze aandacht weer op de ruïne. In het gebouwtje, wat twee verdiepingen had, zaten twee deuren. Een daarvan zat in een portiekje, dus daar zat een luik boven om allerlei nare dingen te kunnen doen. Niet dat ze dat gedaan hebben, maar toch, een aardig detail. Je kan wel zien dat dit wel werk van vroeger is geweest. Nadat we een tijdje aan het prutsen waren kwam er zo'n ogre op het dak kijken. Door middel van een list, bedacht door (jawel!), Doo Pennik, werden Dirk en Doont door de ogre op het dak gehesen, waarna ze hem er prompt van af duwden om hem vervolgens op te hangen aan het touw waarmee ze omhoog gehaald werden. Ik en Theo gingen ook naar boven, maar Theo haalde het niet. Nadat de rest van de vijand dit doorkreeg, waren ze erg snel pleite. Iedereen erachteraan behalve ik, want stel je voor dat er een goblin of zo achterblijft en er vandoor gaat met de buit (en dat ik dat niet kan verhinderen)! Dan is alle moeite voor niets geweest.
Ik had er alle vertrouwen in dat ze ze tegen konden houden, en dat is niet beschaamd. Die ogres waren nog redelijk rijk, met een lading gp's en wat gems.
Maar afijn, we hebben de boeken gevonden, en ze gingen over het gebruik van source–magic, best wel heftig dus. De zwarte magier is zijn boeken komen halen en heeft 2 splints en 150 gp gedokt, en eventueel kunnen we nog wel eens een klusje voor hem opknappen. Hierna eventjes uitrusten in de ruïne en dan weer vrolijk door. Helaas niets zelf afgemaakt, dus:

BC/CKC: 5/2


De memoires van Rock Stonehead, deel 5: Undead Strike
5

Na het veroveren van de ruïne besloten we een tijdje rust te nemen, maar dit kwam al snel ten einde. Het begon allemaal toen ik met Theo in het bos aan het oefenen was. Ik hoorde iets en dacht dat het Theo was. Ik kijk om de boom waar ik achter zat heen, blijkt er een vrouwelijke human te staan.
Wat zeg je in zo'n geval? Hallo? Hoi?
Ik besloot dit anders aan te pakken en riep iets totaal onverwachts; "Theo, wat is er met je gebeurd?"

Zoals ik al had verwacht was ze hierna volledig uit balans gebracht, en vertelde ze al snel wat ze kwam doen. Er zou hier ergens een belangrijke plaats zijn of zo.
Dat kan alleen onze ruïne geweest zijn, en ze leek me niet al te link, dus nam ik haar me naar ons kamp. Dirk schijnt wel onder de indruk geweest te zijn van Arna, want hij nam haar onmiddellijk mee naar binnen toe, en probeerde indruk te maken door te zeggen dat ik zijn dienaar was. Daarop ben ik op mijn reet gaan zitten totdat het eten klaar was. Na het eten gaan slapen, en toen kwamen de problemen. Op een gegeven ogenblik wordt ik wakker gemaakt omdat IETS op de deur stond te bonken, iets wat geen warmte uitstraalde. Stront aan de knikker dus.

Ik gooi een stukje brandende stof naar beneden om te kunnen zien wat het is, blijken het twee LIJKEN te zijn die de deur in proberen te slaan. Ik loop terug naar de kamer waar we het altaar hebben gesloopt en pak daar een helft van het altaar op. Daarna loop ik terug naar het luik en lazer dit boven op de skeletten die daar staan. Direct daarna rukt Dirk de deur open. Toen het stof opgetrokken was, zagen hij en Doont dat het stuk altaar wel afdoende was om de skeletten te slopen.

Te laat….

Maar goed, dit waren niet de enige skeletten, dus er was nog wat over. Helaas. De andere skeletten waren namelijk een stuk minder relaxed. Bij de eerste groep, eentje van twee, die we tegenkwamen was er eentje met een stofwolk om zich heen. Toen Doont deze doodsloeg ademde hij een gedeelte van deze wolk in en lazerde K.O. De andere van deze groep was een gewoon skelet, maar het sloeg wel verdacht raak. Deze was voor Dirk. Ik zag een tweede groep, met drie skeletten erin, aan komen lopen. Een van deze skeletten zat vol met bultjes.

Als ik ooit nog zo'n kloteding tegenkom probeer ik hem op AFSTAND (als in zo ver mogelijk) te houden. Toen hij me namelijk sloeg ontplofte ook nog eens een lading van die bultjes. Nou viel de klap op zich wel mee, maar vooral het feit dat die bultjes ook ontploffen als je het ding zelf slaat, is bijzonder onaangenaam. Goed, ik val dus degene met butjes aan, en Arna probeert een van de anderen te mollen. Ik trok me langzaam terug met het irritante skelet, onderwijl proberend om het dood te slaan. Dit lukte gedeeltelijk, maar op het laatst begon ik toch het effect van al die ontploffingen te voelen. Gelukkig kwam Doont weer bij op het ogenblik dat ik er genoeg van begon te krijgen, en nam hij het van me over. Toen was het snel bekeken.
Toen had ik mijn handen vrij, en toen ik om me heen keek zag ik dat Dirk ook klaar was, en dat Arna neergegaan was. Op zich niet zo verbazend, aangezien ze een wizard is. Helaas moet ze niets weten van Elohan, maar toch mag ik haar wel. Voor een magier heeft ze wel lef, om het gevecht aan te gaan. En ze heeft nog geraakt ook! Helaas niet gewonnen, maar goed, ze mist nou eenmaal de ondersteunende kracht van Elohan.

Elohan heeft ons er weer doorheen gesleept, en na een korte adems– en helingspauze kon het offeren beginnen. Helaas verdween mijn offer niet, evenals dat van Dirk. Gelukkig werd het skelet met de bultjes wel een waardig offer gevonden, anders was de complete slag voor niets geweest. Na een kort vervolg van de nachtrust door naar het schiereiland, waar de skeletten waarschijnlijk vandaan kwamen.

Na het schiereiland af te zijn gelopen, kwamen we op een gegeven moment bij een verlaten dorpje aan. Na enig zoeken vonden we in de herberg van het dorpje een luik in de vloer, en hieronder een gewelvencomplex. Op een gegeven ogenblik kwamen we bij twee deuren aan, waarvan een toegang gaf tot een slaapkamer, en de andere tot een gangetje, waarin twee skeletten stonden. Helaas was deze deur beveiligd met een val, en was ik dit vergeten te checken. Ik werd dus geraakt door een pijltje, maar door de hulp van Doont heb ik hier verder geen last van gehad.

De twee skeletten in het gangetje waren niets bijzonders, en leverden dus weinig problemen op. Ik had ondertussen uit het slaapvertrek een stapelbed gehaald om ze hiermee te hakken, maar ze lagen al. Toen heb ik ze maar te ruste gelegd, en zijn we verder gelopen. Achter dit gangetje lag een eigenaardige ruimte met een zwart blok steen in het midden, en een dubbele deur tegenover het gangetje. Op het blok steen lag een bijl, en om de bijl heen stond een of ander verhaal over alfraed en de vloek van de rode mantel. Toen Dirk de bijl pakte met zijn lasso, kwam even later alfraed himself, of wat daar van over was, DOOR de dubbele deuren heen (ze gingen NIET open). Ik dacht: Als hij door die deuren heen kan zonder er last van te hebben, zou het zelfde wel eens voor mijn wapens kunnen gelden. Ik er dus vandoor, samen met Arna.

Doont en Dirk bleven achter om de 'schaduw' van alfraed te bevechten. Toen Dirk echter riep dat het ding te raken was, ben ik teruggerend om te helpen. Toen trok het ding zich snel terug door de deuren. Na enige problemen met de deuren was ik binnen, en was ik net op tijd om Dirk te zien neergaan. Ik schoot Dirk snel te hulp, en prikte de schaduw lek. Deze liep leeg, en nadat Doont Dirk weer op de been had geholpen bekeken we de ruimte waar we nu aangekomen waren. Hier was buiten een chain en een helm, en wat waardeloze troep, alleen een grafkist aanwezig. Nadat we deze open hadden gemaakt, vonden we het lijk van alfraed, gekleed in, jawel, een RODE MANTEL met een broche in de vorm van een kever. Oftewel, we hebben zijn 'schaduw' moeten hakken, en het enige wat we hier aan over hebben gehouden zijn een helm, en een halfverrotte rode mantel (eventueel met vloek).

Conclusie: We hebben het ding verslagen, maar het was efficiënter geweest om hem in zijn sop gaar te laten koken en er vandoor te gaan met de bijl.

Na een tijdje zoeken vonden we in een ander gedeelte van het gangencomplex een stevige deur met een waarschuwing over goblinhordes. Eerst nog maar een nachtje rusten (Elohan willing) en dan eens uitzoeken wat hier achter te vinden is. Zolang het maar niet van die vreselijke skeletten met die bultjes zijn.

Voorlopig heb ik wel genoeg van al die skeletten. Ze zijn dan wel van vroeger, dus gevaarlijker dan de mensen van nu, maar wat mij betreft hebben ze niets te zoeken in het heden. Goed, dingen waren vroeger anders, maar dit is wel wat erg overdreven. Ze merken het bijna niet eens als je ze slaat. Waar blijft het werkplezier dan nog?

Niet al te Vroeger, toen we nog levende tegenstanders hadden, was het toch leuker. Niet dat het nu slechter is, maar het is toch anders.

BC : 8

CKC : 2
WimpCount : 3 (WC)
UndeadSlashing : 3 (US)


De memoires van Rock Stonehead, deel 6: The door of Doom
6

Nadat we de ondoden in de tombe tot normale doden hadden gepromoveerd, besloten we om een nachtje uit te rusten voordat we de deur naar de goblin hordes zouden openen. Dit was maar goed ook, want deze deur zou veel meer problemen opleveren dan we verwacht hadden. Nou had ik zelf wel het vermoeden dat deze deur naar een best wel grote hoeveelheid goblins en ander tuig zou leiden door een gang naar de Underdark, maar dat was niet het probleem waar we mee te maken kregen. Toen ik het slot van de deur onderzocht zag ik een palletje zitten wat niet bij het slot zelf hoorde, waarschijnlijk een val dus, net zoals het naaldje uit dat andere slot.
Terwijl ik nog rustig stond te overwegen wat ik hier aan ging doen, kwam Doe Pennik naar voren om de deur in te meppen. Hij wilde niet naar mijn waarschuwing over de val luisteren en begon op de deur te meppen.
Ik sprong opzij en hield redelijk wat afstand, maar het effect van de val overtrof mijn stoutste verwachtingen. Eerst kwam er een grote gaswolk naar beneden, en ik hoorde het geluid van iemand die een vuurtje aansteekt. Toen werd het ineens rood voor mijn ogen, daarna werd het zwart, en ineens stond ik met een bijl in mijn handen voor een of andere poort. Ergens kreeg ik het gevoel dat dit de poort naar het Walhalla was. Toen ik probeerde aan te kloppen was deze poort ineens weer verdwenen, en werd het weer zwart. Toen ik uiteindelijk weer wakker werd, merkte ik dat er iets miste. MIJN BAARD WAS WEGGEBRAND!
Toen ik over deze schok heen was, merkte ik dat dit niet het enige was wat ontbrak. Het was namelijk ook onnatuurlijk stil, en na een poging om met de anderen te praten, waarbij ik ook het gevoel kreeg dat ik in de maling werd genomen, kwam ik er al snel achter dat ik doof was.
Gelukkig kan Doont schrijven, zodat ik toch uiteindelijk kon achterhalen wat er nou precies gebeurd was. Elohan heeft mij teruggehaald van het randje van de dood, zodat ik ter meerdere eer en glorie van Hem verder kan vechten. Hierna heb ik gevraagd wat er nou precies te vinden was achter die deur.
Vooral het feit dat de deur die achter deze klotedeur zat aan onze kant afgesloten was met balken en twee sloten, gaf me het idee dat deze val meer bedoeld was voor nieuwsgierige mensen dan voor datgene wat achter de tweede deur zat. De val(len) die daar op zit wil ik in elk geval NIET meemaken.

We besloten uiteindelijk om de tweede deur toch maar niet te openen, en naar Calender te gaan om een bezoekje af te leggen aan de tempel van Elohan.
Onderweg zijn we nog gestopt bij een of ander dorpje, wat eerst een emmer zand over je heen gooit om te kijken of je ondood bent. Als het zand aan je zou blijven plakken ben je ondood. Wat een ENORME bullshit! Ik heb niet het idee dat er erg veel zand aan Alfraed zou blijven hangen, of aan die kloteskeletten met bultjes. Die zou je dan dus binnenlaten?
No way, Gosé!

Maar goed, uiteindelijk hebben ze ons toch binnengelaten en hebben we een feestje gebouwd voor het hele dorp. Uiteraard niet zonder bijbedoelingen, we hebben de een of andere handelaar grof beetgehad. Dit was op zich wel een sterke actie, maar het feest zelf viel me een beetje tegen. Nou zal dit ook wel komen door de grote communicatieproblemen die ik ondervond met de dorpelingen, namelijk dat ik ze niet kan horen en zij niet kunnen schrijven, maar toch…
Omdat we na het feest in actie zouden komen, mocht ik ook al nauwelijks drinken, dus daar was ook al geen plezier uit te putten. Ik hoop dat de tempel van Elohan wat aan die doofheid kan doen, want die stilte begint me zo langzamerhand behoorlijk op mijn zenuwen te werken. Maar goed, ik mag niet klagen. Ik had ook hardstikke dood kunnen wezen.
BC : 8

WC : 3
CKC : 2
US : 3


De memoires van Rock Stonehead, deel 7 : Once bitten, twice shy.
7

Na het feest zijn we snel vertrokken richting Calender met onze kar vol spullen, maar zoals gewoonlijk zijn we onderweg weer eens iets tegengekomen. Was het vorige keer nog zo'n eenvoudige snavelbeer, deze keer was het een of andere kruising tussen een schildpad en een HAAI! Sjeezus, wat was dat een klotebeest. Ik heb een klap gehad van dat ding en ik lag al bijna! Verder heeft het beest Doont en Dirk neergemept, en Doe de benen afgebeten en gedood. We konden het teringbeest ook absoluut niet raken. Dit was een PROBLEEM. We hebben alles uit de kast gehaald om het beest stuk te krijgen, maar uiteindelijk hebben we dit probleem op de gebruikelijke manier opgelost (aangestoken dus).

Doe heb ik samen met het beest gecremeerd, Dirk en Doont zijn er nog bovenop gekomen. Wij door naar Calender. Onderweg zijn we nog wat nomaden tegen gekomen die van ons gehoord hadden, maar die heeft Doont omver geluld. Verder zijn we ook nog een andere dwerg tegengekomen, maar wat ik daar van moet denken is me niet helemaal duidelijk. Aan de ene kant is hij best wel sterk en kan hij zich ook vinden in het geloof van Elohan, maar daar staat tegenover dat hij zo nu en dan zomaar omvalt. Waar dat nou aan ligt is me niet duidelijk, maar het lijkt me knap lastig.
Toen kwamen we uiteindelijk toch nog aan bij Calender. De stadswacht van Calender had nog wat te zeuren, maar daar hebben we weinig moeite mee gehad. Toen kwamen we de stad binnen. Uiteraard eerst op zoek naar de tempel van Elohan. Daar aangekomen werden we verwelkomd met de woorden "Ha, indringers!". Toen hebben we volgens de gedrags–regels van vroeger gevochten, beleefd zijn en om de beurt slaan tot er eentje omvalt. We hebben natuurlijk allemaal gewonnen, en zijn erkend als niet-indringers. Toen hebben we allemaal een donatie aan de tempel gegeven, en heb ik ze verteld dat ik een of andere human met een baard en een kale knikker zocht, omdat deze van Elohan moest verdwijnen. Na hem duidelijk beschreven te hebben kwam ik erachter dat die vent de graaf is, en de leider van deze stad. Net zoiets als Sundahl in Caralla dus.

Hij moet stuk, maar hoe we dat gaan doen is nog niet helemaal duidelijk. Ongetwijfeld zal ons plan een gehuurd leger en vele liters olie bevatten.

BC : 9

WC : 3
CKC : 2
US : 3
CountCount (CC) : voorlopig 0
TeringBeestCount (TBC) : 1


The Adventures Of Rock Stonehead, part 8: Escape from Calender
8

Toen we in Calender aankwamen, zijn we na met onze tempel te hebben 'gesproken' maar eens een kijkje gaan nemen bij de concurrentie. Om een lang verhaal kort te maken: het zijn mietjes en we zijn gearresteerd omdat we zogenaamd de tempel hadden aangevallen.
Laat me niet lachen! Als we dat echt hadden gedaan was die tent nu een grote rokende puinhoop geweest.
Goed, we werden dus in de bak geslingerd. Na wat omzwervingen door diverse gevangenissen werden we uiteindelijk opgesloten op een eilandje in de rivier. Hier hebben we ons op zich wel vermaakt met wat schermutselingen, maar het werd toch wel tijd om verder te gaan.

Ontsnappen dus.

Over het hek was niet zo'n goed idee, want er schijnt iets te zijn met de mist die om het eiland hangt. Voordat we ontsnapt zijn besloten de humans in deze tent ook eens dapper te worden. Actie dus. Helaas voor hun waren ze zo slim om 's nachts te komen, dus de uitkomst moge duidelijk zijn. Laat ik het zo zeggen, ik heb heerlijk gehonkbald. Op zich was dit gevecht wel goed voor de WC, maar ja....

De dag daarop zijn we maar eens de plee ingeklommen, waar een uitgang zou zitten. We waren koud beneden of de rotzooi begon al. Een of andere infectie door wormen. Deze moesten uitgebrand worden. Hierna nog in een poisonpijltje gelopen, en daarna kon het Feest beginnen. Een carrion crawler in de andere gang. Goed, deze heb ik op mijn manier aangevallen. Snel, verrassend, brandend en ERG hard. Deze gang liep dood op de rivier. Dan de andere gang maar. Ook deze was bevolkt met een crawler, maar Doont wist nu hoe het moest en hakte het beest in elkaar. Wij verder.

Toen begon de grap pas goed. Een trap naar beneden, met zo nu en dan een trede met protection runes. Er zit dus IETS beneden wat niet naar boven mag komen. We lopen de trap af en vinden een deur. Achter deze deur zat een grote put naar beneden. Via een touw zijn we daar in een lager gelegen gang gekomen, welke onder de OLIE zat. Halverwege zat een hek met een val, waardoor de complete gang in de hens zou vliegen. Deze hebben we open gebogen, zodat de val niet zou afgaan.
Het vlammetje werd uitgeblazen, en we konden weer door. Daarna kwamen we bij een luik in het plafond, en toen we daar doorheen waren hield de olie ook weer op. Wat ervoor in de plaats kwam waren ondoden. Deze hebben we vrij snel gesloopt, en verder hebben we nu ook twee magische helmen en twee hellebaarden. De helmen maken ondoden veel heftiger, de hellebaarden ons. Nu eens kijken wie de ondoden gemaakt heeft......

BC : 14 US : 5 CC : 0
WC : 5 TBC : 2 CKC : 2


The memoires of Nobody "Rock" Stonehead, part 9:My name is Nobody
9

Na de eerste lading ondoden die we tijdens de ontsnapping tegenkwamen, volgde er nog zo'n zelfde hoeveelheid. Hoe vervelend. Wat op zich veel interessanter was, is het feit dat er een deur zat tussen deze alkoofjes, en een corresponderende nis zonder deur. Toen Arie met zijn gebruikelijke tact en charmes de deur probeerde open te krijgen, gebeurde er iets vreemds.
Hij rende op de deur in, EN KWAM UIT DE NIS ZONDER DEUR WEER TE VOORSCHIJN!

Dit was zeker de moeite van het onderzoeken waard. Waarlijk een interessant fenomeen. Doont was de eerste die naar binnen ging, via de nis zonder deur. Enfin, ik er achteraan.
Na een flits bevond ik mij inderdaad ook binnen, maar helaas ook in een kooi. Rambo en Arie deelden mijn lot, terwijl de priesters dit hadden vermeden.

De macht van Elohan is groot.

Maar goed...
In deze ruimte bevond zich nog een andere entiteit, een of andere demon of zoiets. Ik kon hem prima verstaan, ondanks mijn doofheid. Hij was de bewaker van deze uitgang uit het gevangenis-complex. Er was prima met hem te praten, hij was hier ook nou niet direct voor zijn lol. Een of andere wizard had hem beet genomen en hier geplaatst tegen zijn wil. Na een zeer uitgebreide discussie over zijn contract, waarin stond dat NIEMAND LEVEND de gevangenis mocht verlaten, kwam hij met een voorstel.
Hij zou ons dood uit de gevangenis brengen, en ons buiten weer tot leven wekken. In ruil zouden wij de wizard die dit geflikt heeft voor hem opruimen. Hier heb ik diverse tegenvoorstellen op geopperd, waarvan die om onze naam te veranderen in NIEMAND toch de meest bruikbare bleek te zijn. Verder heb ik voorgesteld om die wizard met zo'n helmpje op zijn hoofd terug te sturen, zodat de demon wat gezelschap zou hebben om de rest van zijn jaren dat hij nog vast zit zich te kunnen uitleven op de reden hiervan.

Dit vond hij wel een grappig idee.

We mogen elkaar geloof ik wel.

Goed, hij heeft ons na de omdoping tot 'niemand' weg geteleporteerd richting tempel van Elohan. Hier hebben we ons verhaal gedaan, een beetje gemat met de hogepriester, uitgerust en ons een paar dagen rustig gehouden.

We zijn er ook achter gekomen dat Arna weg is met de kar.
Als we haar straks weer tegenkomen heeft ze wel iets uit te leggen. Voorlopig hebben we alleen de wapens terug, de harnassen zijn tijdelijk niet voorhanden. Binnenkort gaan we een vriendelijk bezoekje afleggen bij de Horny Wizard, en zodra we die klus hebben opgeknapt wil ik mijn oude naam en scorekaart weer terug. We hebben deze missie als NIEMAND aangenomen, dus zodra hij af is kunnen we hem pas weer (terug) veranderen.

Misschien is het ook wel nuttig om onder deze naam de graaf te hakken, want het verschaft wel enige anonimiteit.

BC : 16

CC : 0 US : 7
WC : 5 TBC: 2
CKC: 2
Binnenkort: de MageCount (MC)


The adventures of Nobody Stonehead, part 10 : Intermezzo
10

We hebben deze keer wel bijzonder weinig gedaan, namelijk alleen met de horny wizard gesproken. Na wat omslachtige contactpogingen en een onderonsje met de schout kregen we hem eindelijk zover dat we met hem konden praten.

De rest heeft de situatie uitgelegd met de demon en hem er naartoe gestuurd.

Uiteindelijk zijn we toen maar weer verdergegaan, op zoek naar nieuwe avonturen.

BC : 16
TBC : 2
CKC : 2
US : 7
WC : 5
MC : [CANCELLED]CC : 0


De Memoires van Nobody Stonehead, deel 11 : Theo's Night Job.
11

In Caralla op zoek naar de Red League gaan zou niet zo vreselijk moeilijk moeten zijn, zou je denken. Niet dus.

Op de DAG van aankomst viel het allemaal nog wel mee, toen heb ik zelfs met Arna nog wat constructieve research gedaan bij een of andere vent die het boek over de "Red Herri(ng)" had.
Hij had ook wat fascinerende literatuur over veldslagen, magie en andere interessante fenomenen. Niet alleen maar pulp dus.
Maar goed, een van de centrale dingen in het verhaal was de Cup, deze trok zo ongeveer al het ongeluk en kwade machten binnen een straal van 500 mijl naar zich toe, en betekende het einde van de vriendjes en vriendinnetjes van de Red Herring. Ik weet nog wel iemand die ik DAT ding graag kado zou willen geven.

Toen werd het NACHT.
In zijn oneindige wijsheid besloot Theo om een simpel inbraakje grondig te verzieken en zich te laten dollen door een huisvrouw. Hier had hij zich waarschijnlijk zelf ook nog wel uit kunnen redden, ware het niet dat onze priesters, in hun persoonlijke wijsheid besloten om Theo te steunen en een briljant plan uit te voeren.
Ze hebben Theo neergemept en levend begraven, in de hoop dat hij zichzelf hieruit weet te bevrijden.

Ik kon het er natuurlijk niet bij laten zitten dat iemand zomaar Theo beetneemt, zonder daar iets tegenover te stellen. Ik heb dus het klusje van Theo maar even afgemaakt, ervoor zorgend zijn stijl (Bloodlust) vrij nauwgezet te gebruiken. Vijf minuten en vier lijken later stond ik met buit weer buiten. Toen nog eventjes weer terug naar bed, slapen.

CASE CLOSED.
Nu maar zien wat de ochtend ons brengt.

ON WITH THE BODYCOUNT..............

BC : 20

US : 7
WC : 9
CKC : 2
TBC : 2
CC : 0


De memoires van Nobody Stonehead, deel 13 : Temple of BOOOM!!
13

Goed, na de kraak van Theo hebben we nog wat rondgeklootzakt bij een of andere voorstelling van de Blue cq. de Unblue college. De Unblue College, nou ja! Als je echt wat voorstelt, en geen slap aftreksel bent van de Blues, dan neem je wel een andere naam. De Red College bijvoorbeeld. Zoiets als de Red League. Zou er een verband bestaan?

Is de Unblue College EEN DEKMANTEL? Zijn ZIJ de Red League?

Maar goed, wij naar de voorstelling. Onderweg nog wat T.M.N.T. (Trashy Mutant Ninja Toadies) en een vent met een pikhouweel gezien, welke waarschijnlijk verband houden met de beker. Tijdens de voorstelling kon Twyll zijn smoel weer eens niet houden, en schreeuwde wat door de zaal. Direct hierop ging Theo op onderzoek uit. Na een kwartiertje ben ik toch maar eens gaan kijken of Theo in de stront zat. Loop ik naar buiten, ZIJN DIE #$%& T.M.N.T. weer eens aan het klootzakken in een steegje. NU IS HET AFGELOPEN! DOOD DOOD DOOD DOOD DOOD KOKEND LOOD!!!!
Goed, enkele minuten later had ik er een gesloopt en een gevangen, en waren Arna en Twyll er ook. De stadswacht kwam ook weer eens een kijkje nemen, en een of andere schaduwmuur ook. In zijn haast wist Twyll mijn gevangene van een dak af te kankeren. Hij was bijna nog sneller dan de stadswacht!
Arna en ik trokken ons ook terug, samen met een voorbijganger, die ARNOLD heette. Back to home base. Toen iedereen, behalve Miss Nors terug was, bleek dat de anderen samen met Theo ook wel wat beleefd hadden en een sukkel en twee T.M.N.T. tegen zijn gekomen. Doont heeft het voor elkaar gekregen om in slaap van de trap af te lazeren, en Demi om te sterven.
Theo heeft er voor gezorgd dat alles toch weer op zijn pootjes terecht is gekomen, anders waren ze allebei de nar geweest.
Nog een dagje brainstormen en toen brak The night of the dying Living, part III aan. Op een gegeven ogenblik wordt ik wakker van een stevige brandlucht en blijken er diverse tempels afgefikt te worden. Arnold kwam op de gedachte dat dit wel eens in de vorm van een pentagram zou kunnen zijn, dus wij erop af. De laatste punt van het pentagram bleek de tempel van Elohan te zijn, met een muitende meute ervoor. Wij de huizen er vlakbij aansteken, in de hoop dat die sukkels beginnen met een defect pentagram. Toch hebben we ook maar postgevat op een van de kruispunten van het pentagram om ook hier in te kunnen grijpen.
Wordt er ineens een lightning bolt gegooid in de buurt van het centrum. Wij erop af. Als we aankomen zien we daar een gebraden vent in robes, twee licht aangebrande dwergen, en nog een vent in robes. KASSA!! De tempel van Elohan naaien he?
Onder het motto 'Die pet past iedereen' toch maar eens voor politie gespeeld en die gast het helmpje opgezet. Het resultaat mocht er wezen. Hij donderde onmiddellijk morsdood om, en na ongeveer 10 minuten werd wat er van hem over was geanimeerd door de helm. Ondertussen was hij ook al geofferd, dus dit was echt alleen maar een schedeltje. Ergens tussendoor is Doont gedraind door een ondode, en is arna een vinger kwijtgeraakt toen ze die ondode sloopte. Al met al een onrustige nacht.

Met een beetje mazzel komen die gasten van Fiaria uit Calender ook in actie om dit op te helderen, en nemen ze de Count mee. Ik zal de komende dagen eens kijken of hij langskomt.

BODYCOUNT :

WC : 10 US : 7 MC : 1
CKC: 2 CC : 0 TBC : 2

De memoires van Nobody Stonehead, deel 14: The Day After
14

De schade die aangericht was, bleek toch wel redelijk te zijn;

- 5 tempels weg
- looting
- stadhuis onbereikbaar

Wij voor een of andere stadswachter op onderzoek.
We kregen nog wat ondersteuning mee in de vorm van wat spearmen. Goed, het is niet veel, maar het helpt wel. We zijn nog wat tuig tegengekomen (hoe verrassend), waaronder twee nog wat grotere T.M.N.T. . Een van de spearmen heeft zelfs zo'n beest neergemept na wat voorbereidend werk van mijn zijde.
Goed gedrag moet beloond worden, dus heb ik hem een chainmail gegeven, van de leider van dat tuig. Nu nog eventjes terug naar Thorax om de volgende Profound Revelations op hem los te laten:

- 6 man is niet genoeg als patrouille
- De T.M.N.T. zijn actief en nu zelfs met 10 % extra inhoud.

Goed, dit had ik hem zelf natuurlijk ook wel kunnen vertellen, maar het kan bij mensen nooit kwaad om dit zichtbaar te maken aan zijn eigen mannen. Dat ondersteunt je argumenten wel enigszins.

Tussendoor ook nog met Arnold wat rondgeklooid voor dat gezeur met die beker.
Er is iets met een torentje in de stad aan de hand. Bij het binnendringen van het huis daarnaast ook nog een magisch stokje gevonden op een lijk wat daar toevallig terecht was gekomen.

Wat wil ik nu weten?

- hoe groot is het bereik van die wand?
- hoe zit het stadhuis in elkaar? -> kan het verdedigd worden?
- wat zit er in die toren?
- zijn er hulptroepen onderweg?

Volgende keer een torentje openbreken....

Bodycount: 22


De memoires van Rock Stonehead, deel 15: The Cup
15

Eindelijk!
Deze keer is het eindelijk gelukt om die klotebeker te vinden.

Onder het dak van dat torentje zat een compleet gangenstelsel, waar we ook nog iets vreemds in aantroffen, namelijk iets slime-achtigs. Deze had Arna en Arnold al te grazen gehad voordat ik ter plaatse was. Arnold trok dit nog wel, maar Arna lazerde weer eens om. Ik doorzeefde het, en nadat we zeker waren dat er niets meer van over was, gingen we verder, richting oosten.

Op een gegeven moment zagen we licht aan het einde van de gang. Dit bleek uiteindelijk een gat in het plafond te zijn, met daaronder een ruimte waarin zich een of andere constructie bevindt om mutanten te maken. Verder zat er ook nog een vent in zijn blote reet op een of ander stoeltje. Wat dit voor een sukkel was weet ik niet, maar nu is het een lijk. Doordat al mijn collega's weer eens aan het ouwehoeren waren en hem zijn 'demonstratie' lieten afmaken, moesten we er ook nog drie mutanten bij mollen. Maar goed, hij had wel de beker nodig, en ik heb geen enkel idee of we die wel hadden kunnen vinden.
Pennik wil nog door naar binnen, waar op zijn minst nog een zo'n mutant rondloopt. We zullen zien.

Aandachtspuntjes:

-Volgende keer naar binnen?
-Wat doen we met die beker?
-Wat zit er verder nog hier?
-Slopen we die installatie?
-Waar komen we boven?

Bodycount: 27

WC : 11 CC : 0
CKC : 2 MC : 1
US : 7 TBC : 6