webbed 24 juni 2008 checked 30 oktober 2005

Back on track.

990213
Waarom ben ik gaan reizen?

Catanha is een kustdorpje, hoog boven zee. Hier heb ik mijn hele leven gewoond. In de wind en de regen, hoog boven de rotsen.
Mijn moeder Swåndogter is healer en bezit bijzondere gaven voor het bereiden van verschillende drankjes voor de meest uiteenlopende toepassingen. En passant is ze ook nog heks. Ze heeft een pet slang.
Ze heeft mij het minste van haar witchcraft verteld. Ook heb ik haar wel eens een summonings zien casten. Ze praat dan met Hem. En wat mij altijd heeft verbaasd, is dat ze dan praat over dingen die mij niet erg belangrijk in de oren klinken. Als ik haar daarop aanspreek, glimlacht ze een beetje. Voorts cast ze zo weinig mogelijk.

Nu heeft ze in de sterren gelezen dat ze zal heengaan. Dit verontrust haar niet. Ze kan niet zien wanneer. Op mijn vraag waarom ze Hem daarover niets vraagt antwoord ze niet. Maar ze zegt mij dat ze lang geleden eens in Vilrigië eens bezig was met een zeer belangrijke summoning, waarbij alle tekenen op z'n gunstigst waren, en die van levensbelang was (machtiger cirkel formeren). Door een onzorgvuldigheidje, iets kleins op zich waar ze overheen hadden gekeken, werd de ceremonie verstoord door een man (Olaf?) die ineens op kwam dagen. Olaf wordt door mijn moeder in elk geval dood gezwegen. Ik geloof dat ze bezig waren Quebec God te maken. En als dat mislukt is, kan ik me goed voorstellen, dat Anita enigszins verbolgen was, als ze geen fout had gemaakt. Verslagen zijn ze uit elkaar getrokken, elk op z'n weg.

Mijn moeder nu zou ze ooit nog wel eens willen zien. En ze stuurt mij erop uit om de vrouwen te zoeken. Waar ze ook zijn.
Sigrid vertegenwoordigt het vuur, zij was degene waarmee mijn moeder het meest last had, al was dat alleen al omdat ze wel erg met alle winden meewoei. Ze ging naar de bergen van Kalunde, "om wat uit te waaien" en om Olaf te zoeken. Om haar te zoeken kan het handig zijn in de gaten te houden dat ze rood haar heeft en groene ogen. Anita is de heks van de lucht en is door mijn moeder nooit op de minste fout betrapt. Ze is foutloos. Daarom zal ze vooral teleurgesteld zijn in de anderen. Ze schijnt naar Marabia te zijn getrokken om het oracle te raadplegen. Ze heeft blond haar en (vooral van belang in Marabia) blauwe ogen. Alexis stond voor aarde. Zij is naar halfweg getrokken om daar wat spullen te bewaken. Ze heeft bruin haar, en bruine ogen. Het is waarschijnlijk het gemakkelijkst om haar te vinden.

Ik zal mijn uiterste best doen om ze te vinden. Hij geve dat ik er de tijd voor zal hebben. Want ik lees in de sterren dat de wereld op z'n kop zal staan.
Mocht mijn moeder dood gaan voordat de vrouwen haar treffen, liggen in de grot waar ze wel rondwaart boeken die ze aan hen wil laten lezen. Ik heb wat reisspullen ingepakt. Mijn spellbook, een dagger, en m'n schelpen dagger, wat water uit de zee, 5 ceremonial kaarsen, wat krijtpoeder en wat touw, en ik ben op weg gegaan.


990220
Miranda 001, 20 februari 1999, xp: 1900!!

In de sterren stond het: Nu waren ze in de buurt, op de weg. Ik naar buiten. Daar voelde ik direct dat ik werd bespied. Zoekende naar wie dat durfde hoorde ik nog meer mensen die bespied werden. Op zich al knap dat ze dat door hadden. En hier had ik het misschien bij moeten laten. Want daarna meldden ze nogal laconiek dat ze altijd rond die tijd bespied werden! Oh, dat gaat alvast goed! Ik werd niet bespied, maar voelde al duidelijk hoe arelaxed dat is, maar deze heren hebben dat dus elke dag. Fijn is dat.
Het zijn rare jongens. Zo dachten ze wel dat ik dood zou gaan als ik niet met hun mee zou rijden. Ze wilden mij niet dood laten gaan, iets wat ik kan waarderen, dus ze raadden mij aan met hun mee te rijden. Dit is wel een interessante groep mensen. Misschien zijn dit ze wel. Ze zijn in ieder geval op weg. En een tijdje ook al. Al jaaaaaren.
Ze schijnen problemen te hebben met wat achtervolgers. Ook daarvan zijn ze nauwelijks onder de indruk. Ze schijnen al heel wat ervaring te hebben met achtervolgers. Ene Nobody is de master in achtervolging. Hij is al dik het langst op de vlucht. Als hij praat over wat te doen in geval van vluchten houdt iedereen zijn hoofd dicht en luistert met ingehouden adem naar wat hij te vertellen heeft. En deze keer…, deze keer wel iets heeeeel bijzonders.
Een hinderlaag.
Iedereen op een post. Ik ook op een post. Een post waar duidelijk niet over nagedacht was. Nobody castte wat spells. Daarbij riep hij Eloan aan. Hij is priester van Eloan…

Nu moet ik zeggen dat het mij nog niet helemaal duidelijk was, maar er scheen een persoon met een robijnen armor achter ze aan te zitten, voor weet ik wat voor reden. En een vent met 1 hand en dus een tovenaar die ze met de regelmaat van de klok bespiedde. Dat dat onwelkome gasten waren, geloof ik wel, maar dat ik geacht werd dit probleem te helpen oplossen, daar was ik zo snel nog niet opgekomen. Ik had alleen maar een slaapmutsje ingestudeerd! En met wapens… Er is er een met een saber die eruit ziet alsof hij daar bomen mee omhakt met het zelfde gemak als waarmee ik zelf een grasspriet knak. Er is er een met twee bogen die eruit ziet alsof hij op 100 yards afstand zo je kunstgebit uit je mond schiet, en die een aardappelschiller bij zich heeft die je je ergste aardappel nog niet toe zou wensen, de dwerg van Eloan hakt met een vrij groot bijltje onvriendelijk hard op je hoofd, en de laatste doet ehh…. nu ik er nog eens over nadenk… ehh… nou in ieder geval is het iemand met indrukwekkende gaven.

Ik kreeg direct al de belangrijke taak van de achtertochtverdekking. Daar hadden ze niemand anders voor. Stond ik daar in mijn eentje. Helaas kan ik mij het gevecht niet goed herinneren, en wat er met de achtertocht gebeurd is…? De man in het rode armor vloog!!! (Ja joh, tegenwoordig vliegt iedereen maar wat rond. Dat komt natuurlijk van die prijzen van de schoenmakers!), hij vloog langs mijn bosje, dus ik deed wat ik kon. Ik gooide maar het slaapmutsje, vrij onopvallend, dat was het ook wel. Maar dat had natuurlijk een geheel averechts effect op hem. Hij werd ontzettend boos, en stak direct met z'n robijnen speer. Dat was het laatste wat ik herinner.
Ik werd op een gegeven moment wakker, en kon me nauwelijks bewegen van de pijn. Ademen ging lastig, ik had een droge keel, en lopen zat er ook al niet in. Fijn vluchten. Gelukkig hadden ze een koets buitgemaakt. Ik hoorde een discussie waarbij het erom ging wie wat kreeg. In vijf minuten was ik 300 gp rijker, had ik 4 extra daggers, een potion of macht/flight, en een ring van de man die in het rode armor had gezeten.
Mijn party genoten waren uiterst tevreden over mij. Ik schijn de juiste spell op de juiste persoon te hebben gegooid. De man die in het Armor had gezeten was een diego. Diego Marcello de Basta. En ze zeiden dat ze blij waren dat die steeds verder in slaap viel. Niemand had het over de achtertocht. Maar ik was nog zwak.
Later zag ik de Marabiër die Sida heet een speuk gooien. Hij is dus een tovenaar. En een dag later zag ik opeens dat de ring magisch was. Ik weet niet zeker of ik er wel goed aan doe, die bij me te houden, maar ik begreep van de Marabiër dat dat niet erg is, als ik de ring voorlopig eens bewaar in een loden doosje.
Hoogst waarschijnlijk was ik dood gegaan als ik niet was gered door wat aanhangers van Thrynn. Deze aanhangers vereren water. Ze hebben een goede keus gemaakt, het spijt me enigszins dat zij ook bij de achtervolgers waren. Want een ding is duidelijk. Achtervolgers zijn hun leven niet zeker bij deze party.
We zijn naar Torido (onafhankelijk), ten westen van Catanha getrokken. Daar heb ik van mijn net verdiende goud een parel gekocht, en een loden doosje. Sida schijnt voor een parel te kunnen zien wat dat voor een ring is. De dwerg had zijn voet gebroken (in de meest letterlijke zin van het woord). Maar dat is op wonderbare wijze verholpen.

Nu is het volgens mij zaak zo snel mogelijk wat spullen bij elkaar te grijpen en naar Al Marabia te varen. Daar willen ze heen. En ik ook. Mmmm, het is alweer de 28e. Wat moet ik het eerst weten? Kan ik het vragen? Moedeeeeeeer..


990306
Miranda 002, 6 maart 1999, xp: 1000

Volle maan was gekomen, en ik moest mijn meester Quebec gaan spreken. Dat is een listige kwestie.
Ten eerste moet je namelijk een offer vinden, dat voldoende geschikt is om Hem te verlokken met je te praten. Dat kan al voldoende voeten in de aarde hebben. De meer geschikte offers worden namelijk het meest snel en erg gemist. Maar goed. Als de tijd daar is, zal ik alleen nog de meest uitgelezen offers sturen. Voorlopig leek mij de optie van het schaap de meest veilige in dit stadium.
Ten tweede moet je een plaats vinden die het waard is offerplaats te zijn. Ik heb van mijn moeder wel eens begrepen dat je dat kunt zien, als je goed kijkt. Ik zag echter niets. En daarbij moet het een plaats zijn, waar je niet de hele tijd wordt lastig gevallen. Behalve dat je altijd mensen hebt die het vervelend vinden als we onze rituelen uitvoeren, en die daarna er alles aan zullen doen je het leven zo zuur mogelijk te maken, moet je namelijk naakt rondspringen, de naam van Quebec vele malen uitspreken, met je offer speken, en het op de hoogte brengen van de laatste ontwikkelingen in z'n leven. En daarna moet er tijd zijn rustig met Hem spreken. Pottekijkers zijn ten ene malen ongewenst.
Ten derde kríjg je Hem dan te spreken. En wat is het dan waard om te zeggen? Waarmee kan ik hem het best dienen? Wat wil hij dat ik doe? Zou hij ook iets voor mij willen doen? En wat dan? Kan ik dat vragen, zonder hem boos te maken? Was het offer goed, of te matig? Enige twijfel maakt zich altijd meester van mij, als ik met Hem spreek.
Maar dit alles in acht genomen verliep het ritueel vrij soepel, en hij kwam. Hij dacht dat ik hem had geroepen, om een gunst te vragen. Dat kan dus ook! Maar daarop was ik nauwelijks voorbereid. Ik had enkel en alleen behoefte hem op de hoogte te houden van het feit dat ik op reis ben gegaan. Ik heb hem dat verteld. Ook heb ik hem verteld hoe ik op reis ben, wie de mensen zijn waarmee ik rijd, en waar ik hoop heen te gaan.
Hij fronste ernstig, en knikte toen. Ik heb hem over de ring gevraagd, maar hij zei me dat ik daar zelf achter moest komen. Verder luisterde hij vooral aandachtig, hoewel ik geloof dat hij alles al wel wist. Daarna hebben we nog lang gepraat, vooral over mij. Hij was eigenlijk buitengemeen geïnteresseerd in mij! Hij beloofde me moeite te zullen doen mij en mijn partygenoten in de gaten te houden, en wat info over ze te vinden.
Hij is erg lang gebleven. Ik was uitgeput. Het leek van geen kant op de sessies die ik met mijn moeder had meegemaakt. Ergens was het daar te serieus voor. De tijd van rondlummelen is voorbij.

In Torido heb ik flink ingekocht. Ik heb er onder andere kleding gekocht voor Marabië, en nadat ik dat had gedaan zag ik dat ik gevolgd werd door een tweetal mensen. Ze deden dat zo onopvallend mogelijk, dus ik begreep dat ze me ongezien iets wilden mededelen. Ze namen me mee een steegje en een huis in, omdat ze iets te melden hadden over magie. Tot zover klonk het mij nog wel enigszins logisch in de oren. Toevallig zag ik nog net voor ik naar binnen ging Bennie op de hoek staan, die vriendelijk naar me knikte. Wie schetst mijn verbazing als ik, eenmaal binnen, zie dat ze de deur op slot doen en proberen me te vangen met een zak! Wat een gemene streek van ze. Mij lokken met magie, en dan alleen maar om me te vangen, en weet ik veel met me te doen. Toen ik het echt niet meer zag zitten, werd ineens de deur opengeschopt door Bennie, en kon ik ontsnappen. Dat heb ik dan ook gedaan! Direct ben ik naar huis gerend, om daar onder mijn bed te gaan zoeken naar een reden om weer naar buiten te gaan. Wat een stelletje honden zeg, in deze stad. Als Bennie mijn steun ooit nodig heeft, in welke vorm dan ook, zal ik dit voorval zeker niet vergeten zijn.

Sida en Henk liepen overal samen heen. Ze hebben vast een hele hechte band. Bovendien zaten ze ook de hele tijd met elkaar te smoezen, waarna ze in heimelijk lachen uitbastten. Toch zei Elsa ook dat ze wat met Henk heeft. Ik heb haar maar niets gezegd.
Elsa is lang op halfweg geweest. Misschien kent ze Alexis wel. Je weet het nooit. Maar ik heb eigenlijk wat kort met haar gepraat. Dat was tijdens de overtocht naar Marabië. Ik heb Sida mijn parel gegeven, en de ring, en na twee dagen kwam hij uit een kajuit met de mededeling dat de ring geluk brengt. Maar omdat de ring ook nog uniek is, draag ik hem toch maar in het loden doosje. Ik kreeg van Sida een steentje dat licht geeft. Ik zal het goed bewaren.

Gelukkig bereikten we Marabië voorspoedig. Maar toen we aan land stapten stortte er direct een hele gevel in van een drinkgelegenheid. Nobody werd bijna onder het puin bedolven. Ik vind het eigenlijk niet zo'n goed voorteken. Ik zal de sterren er nog eens op nalezen.
El Petar was klein, maar overvol. Ik was blij enige kennis te hebben van het Marabisch, en kon direct onderhandelen over een waterzak die ik in Dargothia was vergeten te kopen. Zo hoort dat. En ik vond dat ik het niet zo heel slecht deed. Maar bij de kamelenverkoper had ik me bijna vergist. Daarom was ik blij te zien dat Sida dat beter kon en deed. Nu heb ik een kameel. Gabbarr het ik hem genoemd. Ik ben er klaar voor.


990319
Miranda 003, 19 maart 1999, xp: 633

Omdat de maan weer aardig vol was, leek het mij het beste direct eens een beetje een behoorlijke offerplaats te gaan zoeken. En in de verte zag ik een pinakel in het landschap, waarvan ik vreemde krachten vermoedde.
Ik reed erheen op Gabbarr. Het bleek inderdaad een vrij hoge rots, met een wenteltrap uitgehouwen uit de rots. Bovenop deze spits zat een man. Hij knikte vriendelijk naar me toen ik hem groette, maar praatte niet tegen mij. De man had een vreemde aantrekkingskracht. Ik besloot ook op de rots te gaan zitten. Op een gegeven moment moet ik in slaap zijn gevallen, want ik heb de hele maan gemist. Bovendien werd ik wakker terwijl ik naar de man keek, en ik zat de avond ervoor nog achter hem. Nog steeds op zoek naar en offerplek waar ik rustig en goed kon offeren, castte ik een detect magic. Deze man bijvoorbeeld. Waarom niet. En waarom niet hier. Het bijzondere kwam echter daarna. Nog steeds zonder iets te zeggen gooide de man ook een detect magic. En ook nog één die exact hetzelfde was als de mijne! Tot in elk detail.
Dit zetten mij aan het denken. Ofwel de man heeft de spell van de zelfde Bron als ik, in welk geval hij als offer geheel ongeschikt is, ofwel hij kan in mum van tijd in één keer spells tot in de finesses kopiëren, in welk geval hij vast ook wel andere, voor mij minder aangename, dingen zal kunnen. In beide gevallen was het mij duidelijk dat ik hier niet het juiste offer had.
Beneden hoorde ik ondertussen stemmen, en wel van mijn vrienden. Ik ging dus naar beneden.

In alle commotie kon ik rustig weglopen en mijn kameel offeren. Hij kwam niet, dit keer. Er bleef echter wel iets achter in de cirkel. Een stuk perkament. Een kaart.
Toen ik terug liep naar het kamp zag ik Elza zitten in het struikgewas. Dat verklaart ook waarom Hij niet kwam. Ze had het gezien. Dat gaf ze ook eerlijk toe. De schade was gedaan, en het leek mij het beste niet om de feiten heen te draaien. Ze luisterde aandachtig…
We hebben snel een behoorlijke afstand afgelegd. Nu zitten we ergens in een stadje waar Sida het onnoemelijk druk had, waar Bennie de hele tijd belaagd wordt door aanhangers van Erin, en waar Sida ook vrouwen in de rondte stuurt met boodschappen die niemand kan verstaan. Lekker handig, trouwens.

Ik heb het stuk perkament nog maar eens nauwkeurig bekeken. Ik zie wegen, een deur en een poort. Wat ik er mee moet is mij wat onduidelijk. Het is nu de 16e.


990418
verslag Miranda 004, 18 april 1999, 2422 xp

All you need is Love.
Er is erg veel gebeurd.
Ik moest een phantasmal force gebruiken op een kobold die ook een illusie bleek. Even later werd ik behoorlijk hard verwond door een knots die me op mijn schouder raakte, afkomstig van een scorpionman. Nu heb ik een lidteken over mijn hele rug! Gelukkig heb ik een aba aan.

Toevallig zag ik dat Sida offers brengt. En hoe! Met een hele cirkel van bloed! Zomaar overdag. Dat doet mij deugd. Dat wil ik ook wel leren! Ik zal hem nog zeggen dat hij dergelijke cirkels niet zomaar moet laten liggen. Dat valt op. Hij kan nog wat van mij leren. Dan kan hij mij weer leren hoe je overdag offers brengt. Zo helpen we elkaar. Hij heeft sinds kort een vrouw.
Ik kreeg van Jaap een aapje op de markt. Er waren overal ook katten te koop. Ik haat katten. Ze kijken dwars door je heen. Ze ruiken je bloed. Ik zag een kat eens iemand aanvallen, die in pure paniek zomaar het raam uitsprong. En de kat erachteraan. Ik heb hem nooit meer gezien. De kat ook niet.
Gelukkig deed ik het onderhandelen. Want hij wilde ook een kooi hebben dat wel erg groot was voor het aapje. Een aapje moet niet in een kooi zitten. Een halsbandje is beter. Dan houdt het nog wat bewegingsvrijheid. Ik zag een paar echte djinnies, helemaal van vuur, reusachtig groot. Maar ik mocht niet met ze praten. Jaap is zeker bang dat ik vriendjes wordt met een djinni. Ze stonden voor het paleis in Zwing. Ik mocht wel van hem gokken. Wie wil er nou gokken… Ik houd niet van gokken. Ik ben geen kleuter. Ik kan echt wel voor mijzelf zorgen! Ik ben al zestien.
Sida kocht een kameel voor mij, omdat ik de vorige had verbruikt. Eén minuut later was hij alweer gestolen! En niemand die dat raar vond of er iets aan wilde doen. Naar aanleiding daarvan kwam ter sprake dat we een vliegend tapijt zouden kunnen gebruiken. Voor mijn ring kon Sida dat wel regelen. Dat kwam helemaal niet zo slecht uit! Die ring is voor ons eigenlijk toch te gevaarlijk om te gebruiken.

Sida had na onderzoek in de stad speciaal voor mij wat spells opgedoken die geheel in mijn stijl waren geschreven. En ik kan ze lezen! Hij had aan mij gedacht! Tranen schoten in mijn ogen. Het waren 3 spells gekopieerd van een ander origineel spellbook. Ik kon alleen de titels van de spells lezen in eerste instantie. Weathertell, ESP, en Cloak of Insanity. Ik ben er heel erg blij mee. Ik zal zorgen dat hij zal zien dat hij ze niet voor niets aan mij heeft gegeven.

Voordat we het tapijtje kregen moesten we eerst een man opruimen uit de stad. Hij moest spoorloos verdwijnen. Spoorloze verdwijningen zijn mijn specialiteit. Ik mocht de man dus hebben. Nu kon ik mij van mijn nuttigste kant laten zien, en direct een behoorlijk offer brengen. Iedereen blij. Een man die in Zwing een behoorlijke machtsbasis had verworven! Een spellcaster/vechter/smokkelaar. Wannabe duivelkunstenaar bovendien. Heel bijzonder. Zeker in verhouding met een schaap of kameel. En ik mocht hem gewoon hebben. Ik zit in een waardige party. Van Sida leerde ik ondertussen lezen en schrijven. Het begint al aardig te komen. Omdat iedereen zo aardig voor mij was, wilde ik de zaken niet al te zeer pushen, en liet het tweede offer (de dochter) maar lopen. Ik ben nu al de trotse halve bezitter van een vliegend tapijt, dat heel snel kan vliegen, en mogelijk nog sneller optrekken. Ik kreeg vrijwel gratis een 3–tal spells van Sida voor nog veel minder dan wat hij ervoor had moeten betalen. Ik ben van de traceble ring af. Ik kreeg een aapje, ik kan lezen en schrijven, en ben dus met iedereen goede vrienden. Ik ben geaccepteerd. Maar ik heb nog niemand. Zelfs kamelen op uithangborden doen het. Maar ik niet. Ik ben dan ook te lelijk.

Toen Quebec kwam zag ik direct dat Hij me lelijk vond. Die verdomde scar ook. Ik wilde dat ik die niet had. Ik voelde Zijn blik branden. Kon ik mijn aba maar aanhouden. Quebec is most niet lelijk. Hij vroeg zich af of ik mij niet teveel laat beïnvloeden door Sida. Hij moest eens weten… Sida is niets vergeleken met Hem… Maar buiten dat, Sida is heel erg lief voor me geweest. Nadat hij klaar zijn met wat hij hier dan ook wil, zullen we direct naar het orakel gaan. Ik zou niet weten waarom dat een probleem zou kunnen zijn. Voor wat hoort wat. Nadat Hij op de hoogte was gebracht van de laatste ontwikkelingen heb ik van Hemzelf een absoluut duidelijke uitleg gehad over hoe precies de ESP–spell goed te gebruiken. Hij was kalm en rustig, geduldig, en alom aanwezig. Ik voelde mij zo gelukkig. Maar het lukte mij niet de spell ook daadwerkelijk onder de knie te krijgen. Wat een schande. Ik ben niet alleen lelijk, maar ook nog eens zo dom als een kloppende vinger. Ik had niet goed opgelet terwijl Hij tegen mij praatte! Ik zweer dat dat niet meer zal gebeuren. Nooit.
Hij had er ook geen woorden voor. Ik had Hem voor gek gezet als leermeester. En er was niets wat ik kon doen om het goed te maken. Had ik toch de dochter ook maar genomen! Stom, stom, stom. De Duivel hale haar ziel! Maar zelfs deze tegenslag was voor Hem geen belemmering mij te voorzien van een andere spreuk. De Wall of Gloom.

Gelukkig was die niet zo moeilijk, maar toen was Hij al weg. Ik wou dat Hij er nog was. Ik zou bijna knsdglww….


990405
verslag Miranda 005, 19 april 1999, xp: 1999

We hebben gereisd. Op een schipreis na, waarbij we bijna zijn omgekomen door wat knetterende bliksemmonsters en ik (oa) eigenhandig het schip heb gered, is er weinig gebeurd.
Er is echter weldegelijk iets te vertellen.

Ik heb een tapijtje gezocht voor de export. Mooi dus. En ik kwam in El Phetar bij een man die echt mooie tapijten verkocht. Een van die tapijten handelde over de verbranding van een viertal heksen. De handelaar (Mohammed bin Fafhrd) haalde een geschiedkundige (Ibrahim bin Nemsi) erbij om Sida en mijzelf wat meer te kunnen vertellen over dit kunstwerkje.
Over het tapijt zelf: Het is door de meesterknoper Mhot bin Kashmir geknoopt. Gouddraad, zilverdraad, zijde, alles van perfecte kwaliteit. Het is een kapitaal tapijt.
Over de voorstelling: Vier heksen van een cirkel branden op de stapel. Er staat een party bij waarbij een volgetatoeerde Manluk die 'Rashid de "beschermheer" van de" Zwakken"' wordt genoemd. Achteraan staat ergens een schim die Olaf voorstelt. De heksen op de stapel: vuur Aina, aarde Arbus, water Swåndogter en lucht Anita.
Het verhaal: Niet voor de export.
Voor minder dan 175 dinar. Daar krijg ik nog een baard van hierzo.


990518
verslag Miranda 006, 28 mei 1999, xp: 2400 + 270

Ik ben al 16 jaar oud. Toch maakt iedereen mij uit voor 14! En ik mag ook niet eens tegen anderen spreken. Iedereen maakte de meest stomme en wonderlijke fouten, en ik kreeg steeds de schuld. Terwijl ik de onschuld zelve ben.

Overigens was ik alvast ontzettend blij met het vliegend tapijt. Zeker omdat ik van allerlei ongedierte op of onder de grond af ben. Geen kamelen meer kopen voor mij, geen vage torren, geen hageslangen, lekker hoog en droog op het tapijt. Het is ideaal.
Het begon al goed. Sida en Nobody trokken welwillend Guido z'n been van z'n romp. Nu is Guido helemaal waardeloos voor ons. Een fighter zonder benen. Constant kermend en schreeuwend van de pijn. Maar goed, dat duurt niet lang meer. Bennie vergat mij te waarschuwen voor het gevaar, en kwam maar net uit een omvatting door een vaag ding dat er precies omheen paste. Het dwerg "hielp" Bennie van dit 'ongemak' af en bijna van alle ongemakken. Voor altijd.
Ik had dan wel het leiderschap op mij genomen, maar niemand lette er op als ik wat op te merken had. Stonden we nog allemaal bij een andere deur. Lekker handig. Nu al verkeerd gelopen. Zo komen we er nooit. Zo wil ik geen leider zijn. En ik ben dan wel de enige die tot nu toe iets heb gedaan waarvoor we waren gekomen, dat maakt op niemand ook maar enige indruk.
Geen van allen let goed op mij, niemand accepteert mij als leider, geen van allen geeft om mij, en geen van allen neemt mij serieus. En iedereen geeft mij de schuld, omdat ik het niet kan...


990610
verslag Miranda 007, 10 juni 1999, xp: 2000 + 250 (+200)

"Heb je de mijne(n) al gezien?" Episode 2 (of 7, ligt eraan hoe je rekent)

That's what friends are for.

Even zag ik het niet meer zitten. Ik dacht dat ik een volledige mislukking was geworden. Quebec was zeer ontevreden over het offer dat ik hem bracht, en ik had er een beetje de pee in dat ik Guido niet uit ons lijden had mogen helpen. Misschien moet ik Quebec niet aanroepen, als ik geen geschikt offer heb. Maar ik zie hem al zo weinig... Voorts had ik en ik alleen mijn uiterste best gedaan een beetje een start in de dungeons te forceren, waar mijn partygenoten (vsv's) constant in slaap sukkelden. Zij wisten dat ze fout zaten, maar je begrijpt wel: hun geldingsdrang kon niet worden bevredigd, en dat zat ze dwars. En toen ze dus begonnen hun volledig ongegronde, nergens op gebaseerde kritiek op mij te spuien, wist ik dat ik het juiste had gedaan. Ik genoot met volle teugen.

Alleen Henk die Jaap heet, was niet te beroerd mij te vergezellen op een ritje om de mijnen te verkennen. Hij had vol vertrouwen, hoewel hij dat niet liet merken. We zagen een lichtschijnsel, en hij scheet zo in zijn broek dat ik, bang voor vlekken maar toegaf en omkeerde, ook al omdat ik wat draden had zien hangen, waar we zo aan hadden kunnen blijven hangen.
De beestjes in de kamer konden in een paar dagen worden vernietigd. Toch zou het mij niet verbazen, als we, wanneer we nog eens daarlangs moeten zullen zien dat alle beestjes er weer zitten. Wat mij opviel tijdens het laatste gevecht was dat de beestjes wel bang waren voor water, maar er niet aan dood gingen, althans niet met de hoeveelheden water die wij toedienden, maar niet bang waren voor vuur, waar ze wel aan dood gingen. Dit zette mij aan het denken toen we een bal in handen kregen met een voorstelling erin.
Heel bijzonder. Een drietal priesters sprak een vervloeking over een aantal mensen uit, die daarna schijnbaar in het complex zouden worden opgesloten waar wij nu in zitten. Tot zover: okee. Maar bij de vervloekten (3 vrouwen zichtbaar) stond ook ene Aina. Dezelfde Aina die ook voorgesteld staat op het tapijt wat ik heb gekocht, en die daar voor het vuur staat. Nu sta ik voor een raadsel.
-Wij zijn hier op zoek naar een dagger voor Sida, en hopen er ook nog wat extra treasure aan over te houden.
-Hier zijn drie (of meer) vrouwen/mensen die zijn vervloekt voor eeuwig.
-Aina is er een van.
-Iedereen blijft kruipen tot al het kwaad wat ze wordt toegedicht door hen is goedgemaakt.
-Tegen ontsnappingen is er een viertal wachters.
-Drie deuren
-een aantal onderdeurtjes bewaart dit belangrijk stuk kristal, en loopt er zelfs openlijk mee rond.
-Een wachter is dood, en ligt als een brug over een kloof
-Aina is buiten gesignaleerd, en loopt buiten nog ergens rond, als de meest belangrijke volgeling van Quebec.

Misschien is ze ontsnapt, want goede daden verrichten voor die slag priesters, en zeker vanaf deze plaats lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Dat ze kan ontsnappen lijkt me dan nog het meest voor de hand liggend. Zeker als Quebec haar op enigerlei wijze een helpende hand kon toesteken. Dan heeft ze gewoon de wachter geslacht, en is ze er vandoor. Misschien heeft zij er wel voor gezorgd dat er een spelleffect in een kamer bleef hangen wat tot gevolg had, dat daar een groot aantal vage vuursalamanders bleven om de aftocht te dekken. Ze is zelf immers van de kant van het vuur. De beestjes kunnen ook nog eens razend snel multipliceren, als je er een paar afmaakt, is dat de volgende keer zo weer bijgegroeid. Misschien is er wel zo een spell, en was Quebec daarom zo ontevreden over het offer wat ik bracht. De beestjes waren niet magisch. Maar dat hoeft ook niet. Magie heeft korte durations, hier. Daarmee moeten we nog eens gaan oppassen.

Er bleken wat kleine mensjes te staan die de heren ook maar meteen doordoodden. Eentje was nog te redden, en Nobody wierp zich op als de beschermheer van de kleine man, zoals altijd. Eerst slaat hij alles en iedereen zonder pardon in plat. Daarna offert hij de gevallen tegenstanders door ze achteloos over z'n schouder te keilen. Zonder ze voor te bereiden op hun toekomstige taken, zodat de offers ook nog eens half verspild zijn. Daarna krijg je eindeloos gezeur over het niet mogen brengen van offers. Daarna laat hij zich door de tegenstander omver lullen. En eerst dan stelt hij zich zogenaamd zo nobel op, en predict verzoening. Ik spuug op hem.

Wat mij van begin tot eind heeft verwonderd, is dat het kleine mannetje zich nooit maar eventjes treurig heeft getoond omtrent het verlies van zijn makkers, en ook dat hij zonder verder te mokken nu de weg door het doolhof van gangen en trappen loodste, wetende dat de artifacts nu verloren zijn. Dat komt op mij wel heel vreemd over. Zo vreemd dat ik het eigenlijk niet kan geloven. Ik denk dan ook dat hij, net zoals ik zou doen, ons in een richting leidt, waarvan hij weet dat een wisse dood wacht. Hij had ook opvallend weinig op te merken over de draaikolk met het lichtschijnsel. Ik geloof heilig dat we beter daar hadden kunnen beginnen met het onderzoek naar de grotten alhier. Wat mij helemaal heeft verbaasd is dat dat niemand dat wat kon schelen en dat niemand dan degene die achterop het tapijtje zat het hele ding heeft gezien. Ik heb hier geen goed voorgevoel over... maar ja, er luistert toch nooit iemand naar mij...
Voorts is het nog het vermelden waard dat Sida mijn leven weer heeft gered, waarvoor ik hem erg dankbaar ben. Hij is ook de enige die Quebec het waard vind om apart te noemen. Ik mag hem niet met Aina in contact brengen. (?? kom ik haar dan tegen ?? Dat zou een te grote eer zijn!) Ik weet genoeg. Ik zou de verassing die Quebec voor hem in petto heeft niet willen bederven...


990626
verslag Miranda 008, 26 juni 1999, xp: 2242 (+224)

'Heb je de mijne(n) al gezien?' Episode 8

Er is erg weinig gebeurd. Iedereen was maar aan het vechten, terwijl ik moest toekijken hoe die kostbare energie werd verspild. Ik werd er niet goed van. Pat heb ik niet meer gezien. Dat krijg je ervan, als je er in je eentje vandoor gaat. Ik ben natuurlijk niet zo dom. Helaas, ik was niet sterk genoeg voor hem...

Het is gebeurd. Ik kon een spell niet casten. Wat een akelige zaak. Trouwens, ik heb nog nooit zo een lang effect gezien van een detect magic. Zoals ik dus al zei: Magie is hier verbazingwekkend.
En niet alleen magie. Tot mijn verbazing zag ik ineens Fatima met een "holy" cat-with-nine-tails zwaaien. Dat wil zeggen dat ze priesteres van Bruhmstick is! Dat werpt een heel ander licht op de zaak. Bovendien is Sida dat ook! Nou ja, priesteres... Dat kan niet! Wat een chaos. Nooit zal zhij Aina zien. Nooit.

Ik had heel juist door dat de dode dwergen nog even terug kwamen om ons te bedanken voor het vrijmaken van hun ziel. Nobody had ze al weer bijna in elkander gemept, maar op mijn aanraden was hij net op tijd geturnd. Fijn voor hem. Niemand schijnt zich erover op te winden dat de dwergen Nobody als leider hebben aangenomen. Dat schijnt wel vaker te gebeuren. Nu, dat kan wel, want ik zag hem eigenlijk zelden vechten.

We kwamen al snel bij de kantelen alwaar Nobody aangevallen werd door een man die daar boven op lag. Nobody kon er niet bij! Want de muur was zeker twee en halve meter hoog. Dat moet hem aardig dwars gezeten hebben. De leider, ik dus (daar zal hij ook wel blij mee geweest zijn), werd ontboden bij Sint Juttemus, die vrijwillig de taak op zich had genomen te voorkomen dat Brumstick te heftig zou worden. En dat juist op het moment dat ik doorhad dat de meeste mensen die ik ken een hechte band met Brumstick hebben. Maar als die Sint dacht dat ik zo dom was hem in zijn kasteel op te komen zoeken, dan had hij het mis. Waar ziet hij mij voor aan? een beginneling?
Vage Paladins kunnen meer aan je zien dan mij lief is, en dan wil ik zeker niet ver van de party, alleen in de vertrekken van zo een krachtig man zijn.

Nog enigszins onder de indruk van zoveel wijsheid besloten we wat te gaan rusten bij een meertje in het bos. Daar zullen we uit gaan vinden waarom het water dat daar is, niet stijgt, maar op een niveau blijft.


990626-2
Bennie 1 verslag van Ronn boek 1 hoofdstuk 1 pagina 1 alinea 1

1.En in den Beginne was er Duisternis. 2.En het Woord.3.En het Woord was "Mee of dood!". 4.En ik werd geleid door het Woord. 5.En Buiten het Woord was er slechts Duisternis. 5a.En ik werd geleid door de Duisternis. 6.En de Duisternis sprak tot mij: "Tsss." 7.En daarna sprak de Duisternis: "Huuuuuh." 8.Ende "Ooi." 9.En ik zag om mij heen en zag dat ik de enige was die de Duisternis begreep. 10.En ik zag dat ik de enige was die volmaakt zal zijn. 11.En het Woord en de Duisternis werden mijn pad. 12.En waar de Duisternis kwam week het Licht. 13.En waar het Woord was, week de Stilte.
alinea 2
14.Ende Duisternis sprak: "Zie hier het vlammend zwaard van de man in staal die de duisternis doorklieft. 15.Dit zwaard zal je gids en compagnion zijn op de kruistocht tegen het onsterfelijk kwaad tussen twee kwaden."
alinea 3
15.En de duisternis sprak verder: "Zo, gaat heen en leert uzelf!" 16.En ik zeide: "Tsss"
alinea 4
17.Ende ik kwam een slijkerig monster tegen en ik sprak "Foei, Lig!" 18.Ende het monster lag.


990710
verslag Miranda 009, 10 juli 1999 xp 3333 (+333)

In feite is er niet al te veel gebeurd. Met mij niet althans. Nadat Sida had gehint dat Nobody maar eens naar binnen moest gaan om daar een kijkje te nemen en de paladin binnen uitdagen voor een duel, draaide Nobody zich tegen alle verwachtingen om ook inderdaad om, om de man uit te gaan dagen. Hij kwam niet al te veel later als overwinnaar terug. Dat was zeer bewonderenswaardig, in acht genomen dat de paladin 15 meter groot is, met 4 hoofden, ontelbare armen, en aangesteld om het leven (of zo) van Brumstick zuur te maken. Nobody bleef er vrij bescheiden onder. Maar iets was er toch met hem gebeurd. Hij meldde ons dat hij na enig nadenken had uitgeknobbeld dat hij hier eigenlijk niets te zoeken had. Dat was wel enigszins vreemd. Waarom was hij dan sowieso meegegaan? Oh ja, hij "had gevonden waar hij voor was gekomen: zijn doel in het leven". De paladin had hem vast een behoorlijke treasure gegeven voor zijn verlies. Maar hoe dat dan genoeg was om te zeggen: "Ik ga dus naar buiten!" blijft mij toch een vraag. Wat is zijn levensdoel eigenlijk? Ik dacht altijd: battle. In elke vorm. Of eventueel een arena, voor zijn priesthood of zo. Maar wat kon hij dan hebben gekregen?
Ik praatte er even met hem over, maar zijn standpunt was duidelijk. Dus ik sprak met hem een plaats en/of regeling af over waar elkaar weer tegen te komen. Ik bracht de rest van de party op de hoogte van de plannen en wilde hem net uitzwaaien, toen Sida en Henk hem ineens aan begonnen te vallen. Tegen mijn specifieke orders in! Fijn leiderschap! Eerst begonnen ze hem te forceren in een situatie waar hij niet uit kon wegkomen, en daarna hadden ze hem klem. Zijn bijl achterlaten, hoe durven ze. Ik vind dat geen manier van omgaan met je reisgenoten. Daarmee schiet niemand wat mee op behalve sir Percival! Dat ze daar intrappen! Zo overduidelijk. We hebben de vuurkracht van Nobody nodig. Bennie kan niets doen zonder op regelmatige basis een portie helende magie. Nobody was nu eenmaal de enige die nog iets kon, als het op hand-to-hand-combat aankwam. Wie loopt er nu voorop? Sida? Heiligt het doel dan niet de middelen? Dom dom dom. Nu zal het ons nooit meer lukken om ook maar in de buurt van de dolk te komen. Eigen schuld zou je zeggen. Echter, ik zit ook een beetje in dat schuitje, en ik schiet er ook niets mee op. Maar ja, Nobody zelf was nu ook weer niet zo vreselijk handig bezig... Wie alleen weggaat moet op het ergste rekenen. Ik hoop nu maar dat hij niet aan de paladin heeft verraden wat we hier doen, en vooral wie we zijn. Dan zou helemaal elke hoop verloren zijn. Alleen Bennie bleef nog enigszins bij zinnen, en verroerde geen vin.

En zo kon het komen dat Nobody moest vluchten, en door muiterij buitenboord werd gezet. Het was Sida gelukt controle te bemachtigen over de dode dwergen, en daarmee viel hij Nobody aan. Die was daar ook al niet zo gelukkig mee. Na lange tijd kwamen ze terug, met de mededeling dat ze hem kwijt waren geraakt. Maar ik weet wel beter. De dwergen vervagen. De meester is dood. Ik was geschokt, en teleurgesteld door deze actie. Iedereen draagt schuld, maar ik ben begonnen bij Sir Pacival door hem een notitie te sturen, waarin ik hem wijs op de onmenselijke wijze waarop hij reisgenoten weet te ontwrichten. Hij zal wel trots zijn op zijn daad. Wat ik er niet voor over zou hebben zijn hoofden te hebben. Ik spuug op ze. Ik zal een eed zweren: "Al zou ik de kans hebben, ik zóu hem niet eens aan Quebec offeren." Te veel eer.
Maar goed. Het plasje waar we bij aan het rusten waren geweest moest ook eens onderzocht worden, en we vonden uit dat het bewoond werd door tenminste twee grote kwallen, waarvan eentje bijna het leven van Henk had geëist. Linke soep dus, hier. Lasting breath is weldegelijk een uitstekende spell, maar tegen gif kan ik toch bitter weinig doen.
Toch is de weg goed. De enige reden dat ik nog hier ben is geloof ik dat hier followers van Quebec hebben gezeten of zitten. En dat zou kunnen betekenen...


990724
verslag Miranda 010, 24 juli 1999 xp 4600 (+460)

Ik moest studeren. Onderweg werd ik afgeleid omdat iedereen maar in en uit kon lopen. Lekkere goeie wacht! En daarom kon het zijn dat ik mijn esp niet kon leren. Maar nu kon ik er echt niets aan doen. Hell en verdoemenis. Zit er een curse op die spell? En in mijn oor hoorde ik een dwergenstem: "No, not you!" Dat begon vast goed.
En Sida weigerde een identifty te casten. Dat vond hij te gevaarlijk! Gelul. Daarna zat hij dagenlang zijn follower les te geven. Dus what de hack, doe eens gek en leer een cloak of insanity. Bij de aanval van de 5 slangbewakers vonden we een scroll met daarop een W en Sida zag een tijdje "Help" oplichten. Bennie, arme ziel werd gebeten door één van de klereleiers en zijn huid veranderde in scales. Ik redde hem daar het gif uit te zuigen.

Ik besteedde een behoorlijke tijd aan het nog eens nauwkeurig kijken naar de scenes in het cristal. Wat mij opviel was dat wat er in het cristal gebeurde niet opblonk als magisch. Verder werd Aina inderdaad gebrandmerkt als heks van Brumstick. Sir Percival was aanwezig en ook lord Waldock. Ergens stond ook de derde getuige: lord Sorbor. Er waren priesters van Fiaria, en Thrynn.
Na een paar dagen, of wat er voor dagen doorgaat, was iedereen weer een beetje geheald, en had iedereen alles geleerd wat hij kon. We besloten systematisch te gaan verkennen in het grottenstelsel. Al snel vonden we een trap heel stijl naar beneden. Beneden was er een plasje, waarvan we al snel doorhadden dat het flink kabaal maakte, als je er doorheen liep. Wij staken dus over met het vliegend tapijtje. En toen kwamen we de eerste worm tegen, enorm lang en blijkbaar gestuurd door een slangachtig man met een zwaard als Henk ook heeft. Henk gooide de scroll naar hem toe.
Ikzelf zou de worm hebben gehakt. Gewoon een dagger in de zij als het beestje langskomt, dan haal je het open over de hele zijkant. Maar goed, dat deden we niet. Nu we wisten dat de scroll delivered was, moesten we de trap leggen. Dat werd boven aan de trap. Niet al te lang daarna kwam de dwerg al aan: Lord Waldock. Op z'n worm. Ik kon de worm net lang genoeg tegenhouden om een aantal goede aanvallen op lord Waldock te laten aankomen. Dat scheen ook wel te lukken, maar Henk werd door de blik van de dwerg gevangen en ontkwam z'n lot niet. Alleen door de goede zorg van Elsa is hij nu nog onder ons. Wat een mazel voor hem. Sida castte alsof z'n leven er van af hing. En ik ook, want zo voelde het ook aan. Een wall of gloom, een dispel magic, een bless, een chromatic orb, die helemaal de mist in ging. Ik ving hem zelf! Dat is gevaarlijk. Daarna een spell van Sida waardoor de hele wereld stil leek te staan, die me een heel bijzonder gevoel gaf. En toen was het afgelopen.

Guido had ons leven gered en het vuile gedrocht geslacht. Hij is niet voor niets niet gestorven. Quebec is groot in zijn wijsheid. Maar Fatima en Bennie stonden vast, versteend.
Iedereen stortte zich op Fatima, behalve ik, en Sida probeerde haar weer tot bewegen te brengen. In plaats daarvan verstijfde hij ook, en kon zijn armen niet meer naar beneden krijgen. Oops, fout effect, niet goed. En net toen ik Bennie aan het onderzoeken was kwam ineens een verschijning in ons midden die aangesproken werd als Anubis. Nu wist ik genoeg, en vluchtte voor mijn leven. Dat was maar goed ook. Iedereen viel op de grond voor deze demoon. Anubis zag er goddelijk uit (ook al zo een lastering) met een rok, een hoofddoek, schoenen, en een staf. Ze sprak een behoorlijke tijd met op de grond krioelende figuren waaronder Sida en Henk, begon toen onbedaarlijk te schelden op Sida over Aina, en verdween weer.

Aina moet wel een heel bijzonder mens zijn. Maar aan de reactie van Anubis was ik blij buiten schootsveld te zijn gebleven. Sida is nog niet met haar klaar. Maar één ding moet ik haar wel geven. Fatima kwam bij. En Bennie niet. Niets meer aan te doen, for now. Dus we namen hem mee naar een plaats waar we hem ontlastten van zijn wapens en hem later als we terug gaan zo weer op kunnen halen.

Aina heeft Brumstick een hak gezet, zoveel is wel duidelijk. En daarom is ook wel duidelijk waarom ze kon ontsnappen. Verkeerde beveiliging. Knap plan. Ze is trouwens vrij goed in het maken van ophef door het hele land. Zij had in elk geval het lef demonen aan te pakken waar het pijn deed.
De wachter voor het water zit er nog, Percival. Die van de aarde is afgezonken naar Brumstick (Waldock), die van het vuur heeft zich vergist (of speelde onder één hoedje want ik zie slechts 3 vrouwen, en drie getuigen, 1 te weinig, naamloos), en dan houden we er één over: Sorbor van de lucht. Simple as that. De vraag is echter of we nu degene die onder Waldock zat hebben bevrijd. En daarna of ik daar goed aan heb gedaan. En daarvoor of we door de doorgang waar Waldock op zat heen kunnen, of dat we zullen wachten tot Percifal Waldock gaat helpen, zodat wij snel naar binnen kunnen glippen. We zijn nog niet klaar.
Zou degene die onder Waldock zit ons niet willen helpen tegen Percival?

Aan Sida zal ik strickly on need to know basis nog praten over Aina. Ik wil geen enkel risico lopen.
Ook vandaag weer werd het zeer duidelijk: "Wie alleen gaat zal zwaar gestraft worden, en deze keer was het Waldock die dat moest ondervinden.
Het lichaam van Waldock was verdwenen, en ik zag later een flesje dat schijnbaar een potion bevat of zo, helemaal oranje, abyssal. Op de buitenkant staat iets van een set runen die een dismissal zullen kunnen omschrijven. Ergens staat ook de naam van Oghma, de aanvoerder van een groep creaturen die de hell eens hebben overvallen en heel erg goed schenen te zijn met vuur. Ik zou niet weten wat we nu met dat flesje moeten.

Nog één ding: ik heb de scepter gezwaaid. En het enige effect wat ik zag was dat Elsa zich naar mij omdraaide en zoiets vroeg als " Ja?... Wat is er?" Toen Henk dat hoorde dacht hij dat je er de aandacht mee kunt krijgen. Ik hoop dat hij gelijk heeft. Want dan kan ik hem misschien gebruiken op spellcasters. Sida heeft toch besloten te gaan identificeren. Het werd tijd.


990805
verslag Miranda 011, 5 augustus 1999 xp 4221 (+422 geteld)

We besloten dat we maar eerst eventjes de keep van Waldock zouden gaan clearen.
Op weg daar naartoe kwamen we een elf tegen. Ze had een ietwat donkere huid, en was heel mooi parelmoer getint. Ik zag dat ze magisch gezien wel het een en ander bij zich had. Zeg maar. Ergens deed ze me nog het meest denken aan een deur.
Tot onze ontzetting sprak ze ons aan met onze eigen namen. Zij woonde hier dan ook ergens. Na dus enige beleefdheden uitgewisseld te hebben als "Bewaakt U hier ook een poort naar de followers van Brumstick?" en "Heet U Sorbor?" had ik het wel gehoord. Straks kwamen ze met nóg persoonlijker vragen als: "Wat moet je kruisen om een elf te krijgen als U is?". Ik ging dus over op het wat meer neutrale: "Mee of dood." Hierom moest ze hartelijk lachen. Ze weet zeker niet hoezeer je aan deze regel gehouden wordt, als je hem schendt. Maar ze ging wel mee. Een zeer bekwaam en waardevol lid van de party, mag ik wel zeggen. Deze Drow (donkere elf) offert mensen (onder andere) aan spinnen. En wat voor een spinnen! Ik wist niet eens dat er zulke grote spinnen bestonden. Ze heet Amezare.

Amezare loodste ons naar de voormalige keep van Waldock. Daar ontsprong er een perfect, en alomvattend plan, om de keep te overmeesteren. We zouden de appel van binnenuit gaan schillen. Helaas kon ik van niet al te veel assistence zijn, want nadat ik de groep veilig over de keep had geloodst werd ik geveld door een vuurbal die werd gecast vanaf een pijp over iemands schouder. (Dat was het dus wat zo rood opgloeide in het donker!)
Ik ben week. Ik was weer eens de enige die weer eens neer ging, om een magisch effect. Ik kan ook nergens tegen. Misschien zou ik eens wat gezonder moeten gaan eten of zo. Of wat anders. Iets waar je conditie van krijgt. Toen ik wakker werd, had ik niet meer de energie al mijn met moeite voorbereide spells nog te casten, was de slag om de keep alweer voorbij, en waren alle schatten al op ene grote hoop gegooid. Voorwaar niet weinig. Duizenden gp's aan goud en art-pieces, een witte magische toga, de felrode magische tube, een zwaard waar Jaap steeds tegen praat en waarvan ik zo geloof dat het ook terug praat, en last but most important: Een Het Boek van Aina.

Dit was voorbestemd. Nu weet ik zeker dat ik er goed aan heb gedaan mee te gaan en Waldock te helpen verslaan. Want nu ik dit werk (kleurloos gekleurd door de magie) in mijn bezit heb, zijn mijn ogen voor eens en altijd geopend. Aina heeft op tijd het kronkelig pad naar de chaos verlaten, en is op het rechte pad naar de orde terecht gekomen. Al weer een tijdje geleden trouwens. Bijna 450 jaar. En nu nog loopt ze rond. Terwijl ze ca 40 jaar geleden ook al eens is verbrand.
En ze heeft dat vol overtuiging gedaan. Ze schrijft: "Veel van het werk in dit boek is te danken aan de inspiratie van Quebec, dat ik hem nog lang mag dienen." En verder: "Het aanbidden van Brumstick is fout. Gelukkig heb ik dat op tijd ingezien. Ik hoop dat anderen de zelfde wijsheid zullen vinden."
Niet dat ik niet blij ben dat ze besloten heeft het rechte pad te gaan bewandelen, maar waarom heeft ze dat besloten? En waarom ligt het boek hier? Wat is dan eigenlijk zo enorm slecht aan Brumstick, dat zelfs haar fanatieke followers weigeren haar verder te volgen? Van Sida en Amezare had ik begrepen dat de man van wie de toga nog wél over is, een aantal spells castte, die toevallig wel allemaal in het Boek staan. Konden zij dan het Boek lezen, en eruit leren? De spells in het boek staan opgeschreven in runen, normaliter zeer lastig te ontcijferen voor spellcasters van andere origine dan Quebec. Maar we zullen toch geen andere followers van Quebec hebben gehakt? Toch?
Nee, dat kan niet waar zijn. Aina is gewoon ontsnapt, en heeft dit Boek als boodschap aan volgelingen nagelaten. Ik heb nog geen tijd gehad het geheel nauwkeurig te lezen, maar duidelijk is het volgende. Deel I van het boek is een beschrijving van een methode om spells zoals de meeste wizards ze opschrijven, om te zetten naar een runenschrift. Daarom alleen al is het boek van onschatbare waarde. Bovendien staat er ook een 15-tal spreuken in die ze om heeft gezet, en schijnen te werken. Wanneer ze dat hier uit heeft zitten zoeken, heeft ze hard gewerkt, en haar tijd nu niet direct zitten verdoen. Dat is erg veel werk geweest. Quebec is groot, en zijn wegen zijn ondoorgrondelijk. Hoewel, ik weet nu wat mij te doen staat. Ik zal slagen of sterven in de poging. Voorlopig heb ik een instrument in handen.

Nog een laatste ding: als je alle deuren moet ontzetten om ze open te krijgen, hoe in 's Duivels naam is Aina dan weggekomen, als ze niet vrijwillig vrijgelaten is?
Misschien zal ik nog eens de kans krijgen, het haar te vragen.


990904
verslag Miranda 012, 4 september 1999 xp 6231 (+623 geteld)

Ik kon een belangrijke hoeveelheid spells bijleren in de periode dat Sida bezig was zichzelf te kastijden. Alsof dat zin heeft! Vind je het dan gek dat iedereen er vandoor gaat. Maar goed.
Spells als 'staredown!' waardoor je niet steeds bang hoeft te zijn je tegenstander recht in de ogen te kijken, of 'reappearing dust' waarvan je gedisappearde figuren weer terug vindt zijn hier van onschatbare waarde. Iets waar je nooit genoeg van schijnt te kunnen krijgen in deze party, health, is verder onder controle met de 'healing' spell, veel beter dan te wachten tot het weer is aangegroeid.

Er was nog wat consternatie om schade geleden door Guido, die zomaar zijn tube afschiet wanneer iedereen nog in melee staat. Amazare kent ook die 'healing' spell. Goede spell.
Daarbij bleken er gewoon de hele nacht dwergen om het kasteel heen te lopen. Maar de dwerg die wij te pakken hadden, bleek best een aardige. Echt weer iets voor een dwerg om alleen maar dwergs te kunnen spreken, en dan verwachten dat iedereen dat verstaat, en dan dat men ook in het dwergs terug spreekt. Verder dan Hail kwamen we eigenlijk niet. De dwerg heet Ziggy. Hij ziet er vrij dwergs uit. Ik zag hem wel naar mij kijken, maar wat wil je, ik had net mijn aba uitgetrokken, en de witte toga aan. Dat zat verbazingwekkend goed. Ik kon ook even met de dwerg spreken. Het is een Sputnik. Daarvan kennen wij er meer. Dood weliswaar. Ik gaf hem het loden doosje en kreeg daarvoor een kaart terug. Wij blij.

De aanval op de deur verliep eigenlijk vrij voorspoedig, en ik kon direct mijn nieuw verworven spells ten volle benutten. Er bleef aan het eind niets anders over dan een reusachtig beest, dat het liefst alleen wilde worden gelaten, maar door ons werd omgeluld om Percifal te gaan lopen hakken.
Daarna hadden we weer enige dagen rust omdat sommigen onder ons wat aangeslagen waren van de strijd om de deur. Daarna, toen ik al drie dagen elke ochtend klaar stond voor de aanval gingen we eindelijk op pad. Twee twee maal geborenen werden klaargezet om aan ringen te trekken. Wij op weg. Splatsh voorop. Splatsh is niet al te mieterig. Hij zou een volwaardig lid van de party kunnen zijn, als hij dat zou willen. Hij rende dan ook vrij simpel door muren als ware het zeepbellen. Zijn kennis en onderscheid van steen, en steensoorten ging zelfs de dwerg boven zijn kap. Hij loodsde ons dwars door de steen heen naar de derde deur. Vrij zeer nauwkeurig trouwens. Bovendien groef hij en passent ook nog even een allesvanger van een slordige 60 m2. Hierna was het snel bekeken. We hakten snel de priesters, en bliezen toen de verbaasde Persival op. Een keer een beetje hard wijzen was voldoende om het direct gevaar te beperken tot lachwekkende proporties. Hij leek mij niet al te veel voorkennis te hebben van ons kunnen. Hij was zielig kansloos.

Tot mijn afschuwen hinkte (we noemen geen namen) iemand direct door de poort. Hierdoor voelden sommigen zich ook verplicht daardoor heen te stappen. Omdat Percifal dan wel verslagen, maar nog niet helemaal harmless was leek het een kwestie van kiezen of delen. Snel pakten we alle magische items van alle plaatsen die ik aanwees. Hieraan had iedereen z'n handen vol. Wij weg. Splatch ging ook mee. We kwamen onder de sterrenhemel uit, net na volle maan.
Hoewel, magie was hier nog weer anders dan anders. Magie zit in de omgeving. De kunst is om de magie te bundelen, en dan te richten. Zo werkt dat. Er zit normaal zat magie in de omgeving. Zoveel dat je normaal nauwelijks merkt dat de omgeving veranderd. Maar hier, op deze vlakte zag je het duidelijk. Alles was al flink gedraind. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Ofwel er is hier iets waarlijk vreselijk heftigs geweest, ofwel we zijn niet echt onder de sterrenhemel, maar ergens anders, waar magie mij in het ootje neemt. Ik zal de sterren er eens rap op nalezen. Mooie maan trouwens. En mooie sterren.

Hier werd Percival geslacht, en geofferd aan Anubis (geloof ik). Ik heb mijn woord gehouden. En ik heb dit gruwelijk ritueel natuurlijk niet helemaal afgewacht. Toen ik zag dat Percival viel ben ik weggevlogen. Ik zag nog net Amazare haar mes aan Sida aanbieden met de woorden "...gewoon mes, alleen met wat meer pootjes..." Ik was nauwelijks verbaasd.

Ik vond niet al te ver daar vandaan een tempel van, ja hoor, Brumstick. Als ik het niet dacht. Ik werd bijna onthaald als de grote redder, maar ik besloot daarvan geen gebruik te maken.
Ik had natuurlijk kunnen proberen de dagger te pakken te krijgen, en hem dan te peren, maar ik pak het nog wat listiger aan. Wat moet ik sowieso met die dagger, in een temple van Brumstick, met allemaal geslachte softenons om mij heen.
Samen met Amezzare, Henk, Elsa en Splatsh slaap ik buiten. Sida slaapt binnen, maar die is dan ook de held van de dag. Die heeft eigenhandig de paladin verslagen. Die heeft wat heksen gered. Nu, wij weten wel beter. Volgens de heksen zijn we hier nog niet weg. Maar wat weten die daar nou vanaf... Sorbor zit vast aan de uitgang van het complex in z'n vuistje lachen bij de laatste poort...
Maar dat geeft niet, we hebben voor hetere vuren gestaan.


990919
Verslag miranda 013, 19 september 1999, 2500 xp (250 bijgeteld)

De heksen van Brumstick waren verdacht vriendelijk tegen mij, en vooral tegen Guido. Hij heeft in een ritueel een spannend nieuw been gekregen. En wat voor een! Hij zal wel blij zijn.
Zelf was ik wat minder blij, hoewel ik niets liet merken. Het is namelijk zo:
Henk mocht even naar binnen onder het voorwendsel dat hij iets zou krijgen. Toen hij na enige tijd buiten kwam, had hij niets gekregen, maar bleek dat hij naar een levend schilderij had gekeken, waarin een voorstelling waar Aina in te zien was. Ze leek net een zooi wachters verslagen te hebben en zich op te houden met de dochter van Maharam el Neb, die ik in de city of Zwing had laten leven. Jaap had niet langer mogen kijken, dus kon niet zeggen wat de relatie was tussen Aina en die dochter. Maar dat is ook niet het belangrijkste.
Ik weet nu namelijk een aantal dingen:
-1-Hier in deze temple wordt Aina dag en nacht in de gaten gehouden. Daarover ben ik niet zo erg te spreken. Hierover ben ik zelfs helemaal niet te spreken. Ik ben hier pisnijdig over. IK ERGER MIJ GROEN EN GEEL. Aina zal dat toch wel weten? Vast wel. Daarvoor is ze te lang met deze dames opgetrokken.
-2-Aina is het blijkbaar waard in de gaten gehouden te worden, boven anderen op deze wereld. Ze wordt hier gevreesd. Ergens heeft dat wel weer iets vlijends.
-3-Ze is of was in Zwing.
-4-Ze is, of is geweest bij de dochter van Maharad el Neb. Die is dus op enigerlei wijze met deze zaak betrokken. Ik ben benieuwd hoe. Het is wel toevallig.
-5-Followers van Brumstick doen zich niet erg gul voor.
-6-Voor zo weinig kan ik ook aardig zijn.

Met deze informatie in mijn hoofd had ik eigenlijk een poging moeten doen om het schilderij te vernielen of onbruikbaar te maken, maar dat durfde ik niet. Ik was weer te zwak. Ik geloof dat de heksen en vooral de hoofdheks die hier zit niet in staat waren, mijn verbond met Quebec te zien. Toch zou ik de regels van de gastvrijheid niet op zulk een brute wijze willen hebben gebroken. Want dat had ik mijzelf niet kunnen vergeven.
In elk geval zal ik een geschreven waarschuwing aan Aina sturen, ofwel haar via Quebec proberen te waarschuwen.

Tot zover Aina. Maar ik bemerkte nog andere dingen hier. Die omgeving waarin ik mij bevind wordt door mijn aanwezigheid volledig gedraind van magische energy. Tot op het enge af. Waar ik ook loop, ik slurp magie op. Ik nam een stuk steen en een stuk been mee ter vergelijking voor als we hier ooit nog uit zouden komen.
Voorts bleken er weer de hele nacht dwergen om ons heen te sluipen, waar we er weer een van gecontracteerd hebben. Amos Menschlieber. Hij wilde geen lift. Hij is erg oud en stram, hoewel hij ons net bij bleek te kunnen houden, in elk geval tot mijn verbazing.

Toen Sida naar buiten kwam had hij direct haast. Wij weg. Dat moeten we namelijk aanmoedigen. Hij vertelde dat we moesten proberen langs de laatste wachter te sluipen. Ik dacht direct aan Sorbor. Dus toch! Maar nee, zo vertelde hij ons, het was de Avenger die Kawaresk Senjajok heet en die draak is. Welterusten Sida. Deze laatste wachter was door Persival uit zijn slaap gewekt, maar werd wat langzamer wakker dan dat je dat zou verwachten. Als we snel zouden zijn, zouden we misschien nog net langs hem kunnen glippen, zonder te hoeven vechten. Dit vooruitzicht leek ons allemaal het beste, al was de reden daarvoor bij niet een ieder gelijk. Langs een draak glippen die op de loer ligt is niet zo heel erg makkelijk, zelfs niet voor hogepriesters van Brumstick, die in kristallen bollen staan. De draak moest leven. Maar ik ook. Gelukkig kon ik met behulp van een stare down de draak bedwingen en wekken tegelijk. Ik schreef vorige keer wel dat ik dacht wel voor hetere vuren te hebben gestaan, maar recentelijk ben ik daar dan toch ook wel weer aan gaan twijfelen. Ik denk dat ik niet snel meer voor een heter vuur zal rennen. Maar goed. Niemand zal daar nog zo gemakkelijk langs glippen.
Na een gevecht met wat monsters kwamen we bij een deur die vrij gemakkelijk open ging en waar we een aantal hymnen hoorden. Door de tempel van Krastona kwamen we buiten. In de stad die de laatste dwerg herkent als Murata, en waar het orakel zich ergens schijnt op te houden bij de blauwe rots. Dat is mazzel. Althans dat zou het moeten zijn. Ik weet het nog niet zeker. Ergens ging het mij te makkelijk. Gelukkig kon ik de deur nog even dicht doen.

Ik heb een boek gevonden in de temple van Krastona. Ik kan het niet lezen, want het is in het Vilrigisch. Pech gehad.We zitten nu vrij goed beschermd in een soort hofje waar we wat bij kunnen komen, en waar we kunnen vieren dat we eruit zijn. Sida heeft even uitgezocht wat we uit het complex mee hebben terug genomen. We hebben dat ook verdeeld. Hoewel ik niet snap waarom de nieuwe dwerg een item krijgt waar ik vind meer recht op te hebben. En hoewel ik niet snap dat Sida meent mee te moeten doen in deze schatverdeling, waar hij al heeft wat hij wilde hebben. Heeft hij hier niet z'n oh zo belangrijke dagger gevonden? Had ik hem niet eerder horen zeggen dat hij voor eigen zaken ging en wij hem moesten vergezellen maar dat dat ons buit zou opleveren? Maar goed. Eigenlijk had ik het al kunnen weten toen ik doorzag hoe vrijgevig de andere priesters van dat geloof zijn. Toch zet ik ze die streek nog wel betaald.
Ik heb hier nog een hoop te doen. Waarom was ik bijvoorbeeld ook alweer in de eerste plaats hier naar Marabië gegaan? We zullen het snel weten.


(geen verslag 14...)

991029
Verslag Miranda 015, eerste keer, 29 oktober 1999. xp 1500

Het is niet gemakkelijk om te blijven zitten waar je zit, al blijkt dat het nog veel erger kan. Want net toen ik het gevoel had dat ik vorderingen maakte, werd ik ietwat opgeschrikt door een enorm gevaarte dat ik, terwijl ik de grot in vluchtte herkende als een enorme blauwe(!) draak. In de grot kon ik geen kant op.

Maar het kon nog erger.
Ik hoorde een diepe stem tot mij spreken. -"Meisje, wees niet bang. Ik wil alleen maar wat van je weten." Ik dacht dat ik gek werd van de zenuwen, en dat ik nu pas echt in de penarie zat.
En dat was pas het begin.

De draak wilde een groot aantal dingen van mij weten.
-"Waar is de Heks?"
-"Wie is de donkere elf?"
-"Waar komt die vandaan?"
-"Waar is de krijger met de stalen arm?"
-"Waar is de dwerg met het stalen armor?"
-"Waar is het magisch veld gebleven?"
-"Waar is de heks nu?"
-enzovoort.

Toen ik niet direct antwoordde, zei de stem mij vriendelijk even op de grond te gaan liggen.
Ik lag nog niet, of de bliksem sloeg boven mijn hoofd in met ongekende kracht, kaatsende van links naar rechts, aan alle kanten om mij heen. En ik was niet zo blij. Ik zei: "West", want ik wilde niet verraden dat iedereen naar Kashmir was getrokken. Dit luchtte niet erg op. Maar omdat ik geen verrader ben, hield ik braef stand.
Ten eerste vroeg ik de draak wat hij van mij wist. En dat was helaas niet al te kinderachtig. Behalve de mijne, en de naam van mijn moeder, wist hij welke spells ik had, waar ik vandaan kwam, wat ik hier doe, en wat ik allemaal heb gedaan in mijn leven. Hij wist wie ik dien en bovenal wist hij het geheimste geheim van al.
Toen vroeg ik hem zijn naam. Chromethadon. Zoon van, ja hoor, Senjajok, die zo ik juist begreep iets belangrijkers te doen had. Hij wilde weten waar Sida was. En eigenlijk heel graag.
Binnen een paar seconden zou het over geweest zijn ware het niet, dat ik hem vroeg hoe het kon dat hij alles van ons wist, behalve wat hij wilde weten. Bovendien wilde ik weten wat hij met Sida zou doen als hij hem zou vinden. De eerste vraag bleef onbeantwoord, de tweede kort beantwoord. -"Naar mijn vader brengen." Maar ik gaf niet op. En wat zou er dan van hem komen? -"Dood."

Nu was mijn tijd wel zo een beetje op. Nog een maal werd mij verzocht naar buiten te komen. Maar ik koos de volgende oplossing. Snel rolde ik in een spleet die in de grot over de grond liep. Daar bleef ik in hangen, terwijl boven mij de grot verpulverd werd, en de abbys losbrak. Ik wurmde mij steeds verder de spleet door tot ik op een gegeven moment wat meer bewegingsvrijheid had en het geraas stopte. Daar checkte ik mijn equipmentlist. 1 toga. Dat was het! Al mijn spellbooks weg! Ik kon wel huilen. Wat een ramp. De orb, mijn scepter, mijn eten, mijn de waterzak. Alles. Na dit tot mij door te hebben laten dringen kroop ik wat verder tot ik bij wat water kwam. Daar leste ik mijn dorst. Ik dacht toen het ergste wel te hebben gehad.
Maar waar nu heen. Ik had geen behoefte de draak nog een keer te woord te staan. Ik vermoedde dat de put waar ik in had gezeten nu wel een beetje verziekt was. Ik kroop wat verder tot ik op een gegeven moment door de grond heen zakte.

Daar werd ik opgevangen door twee mannen die ongeveer direct op de grond vielen van de eer dat ze mij hadden mogen vangen. En toen ze enigszins op adem waren gekomen, zei de eerste: -" Hoe kan mijn vrouw mij kinderen schenken?" Nee he. Ik keek hem enigszins meewarend aan. De andere lag met zijn neus in het stof. Ik hielp hem overeind, en liet mij naar de uit(in?)gang begeleiden. Maar het was al gebeurd. Waar we langskwamen klonk het op fluistertoon: "De verlosser is gekomen!" Toen kwam er eindelijk een wachter aanlopen die mij vroeg of ik wist wat die draak hier kwam doen en ik antwoordde eerlijk: "ja." Daarna was helemaal het hek van de dam. Iedereen viel nu op z'n knieën.

De stad was aardig aangeslagen. Bijna alle tempels hadden een goede klap van de draak gehad op die van Krastona na. Eén krijger stond klaar op een dak om de draak aan gort te hakken. Schreeuwend. Maar toen hij zag dat hij daarmee niet de minste indruk meer maakte, kapte hij daarmee.
Ik zag mijn plannen in duigen vallen toen ik zag dat ik hier in de stad nooit meer rustig zal kunnen rondlopen. Een vijftal herbergiers bood mij hun herberg aan, hordes mensen liepen achter mij aan, enzovoort.
Toen kwam de sultan (Najib ibn Echezer) ook nog even langs om mij te raadplegen. Op de vraag of het gevaar nu geweken was dacht ik veilig "ja" te kunnen antwoorden, een antwoord dat het beoogde effect inderdaad wel had. Andere vragen liet ik even schieten (zal ik heerser blijven, kun je een teken geven). Ik pakte alleen even een doekje op tegen de koude, ‘s nachts. Iedereen was zeer vereerd.

Ik kreeg wat honger, maar kon het niet over mijn hart verkrijgen bij 1 persoon wel wat te gaan eten, en bij een ander niet, dus ik besloot naar de grot terug te gaan en wat bessen te gaan halen. Dan kon ik ook meteen zien hoe het met mijn spullen af was gelopen. De bessen waren er nog. Ze zijn nu wel op want iedereen at ervan.
Met mijn spullen ging het slecht dus. Dat zat er ook wel in. Mijn 125 gp tapijt verscheurd, de orb weg, potion verbrijzeld, spellbooks weg, geld verdwenen, alleen mijn offermes en scepter waren nog intact. Mij werd een los velletje gebracht, want iedereen hielp mij met zoeken. Op dit vel stond in duidelijke letters: "Ruilen?" Ik weet genoeg.

Mijn plan om toch nog Anita om hulp te vragen werd enigszins in de war geschopt door het feit dat ik achtervolgd werd door tientallen belangstellenden. Ik schijn namelijk een draak te hebben verslagen. Na enig nadenken besloot ik achter de party aan te rijden. Ik vroeg om een ezel, en er werd er direct een gehaald. Niet eens zo'n hele slechte. Ik op weg. Ik fluisterde een man nog een naam in z'n oor. Je moet toch wat.
Alleen degene die de draak stond uit te dagen volgt mij. Hij is niet zo dapper als hij eruitziet, maar ja, wie is dat wel... het is nu alweer de 23e. Een week te gaan.


991114
Verslag Miranda 016, 017, 018; x 99,x 99,13&14 november 1999, xp 1500

Er zat weinig anders op Jebb te offeren, zeker nu ook al mijn spellbooks weg waren.
Ik overmeesterde hem in z'n slaap. Ergens viel me dat nog niet eens zo mee, maar goed, wat wil je van iemand met een groen armor. Quebec was niet ontevreden over het offer (geloof ik).
Ik kon hem veel vertellen, en voor het eerst wilde ik ook echt iets van hem hebben: een spellbook. Dat bleek nauwelijks een probleem. Hij kende Senjajok ook en Chromethadon. Senjajok leek hem geen gevaar op te leveren voor mij?!? Hij was nauwelijks verbaasd te horen dat Sida op Sergant D.'s list staat. Over het potion kon hij wel iets moois zeggen.
Toen kwam het gesprek op Aina en Zafira, de dochter van Maharam el Nebb. Ze is door Aina ingelijfd, maar ik heb beloofd haar verder te zullen begeleiden. Ze zou in Zwing zitten. Met een beetje mazzel zou de party daar ook wel eens heen kunnen zijn gegaan. Aina kon weg, omdat ze had aangetoond geen god meer te dienen. Het was een langdurig onderhoud.

Vlak voor hij verdween zei hij nog iets over een losbarstende hel. En ja hoor, zodra hij weg was stortte er een berg op de stad neer, en kwamen er van alle kanten mensen langs vluchten. Ik mee. Even zag ik nog een aantal djinnies mensen bijeen drijven, maar ik ben niet blijven wachten om te zien wat ze met die mensen gingen doen. Zo nieuwsgierig ben ik nu ook weer niet.
Daarna was het nodig snel een boot te vinden die me verder kon brengen. Dat lukte ook wel.
In Islam kon ik een spoor vinden van de party, en van een wizard die daar woonde. Aan de wizard verkocht ik mijn scepter, zodat ik wat cash had om de oceaan over te steken, voor deel twee van mijn oorspronkelijke queste. Het armor van Jebb bleek van onschatbare waarde, hoewel je er niet in kan casten. De party was al weg en ik gokte er maar op dat ze naar Zwing waren. Daar moest ik toch langs.

Na enig zoeken bij uithangborden en dergelijke kwam ik langs een hotel waar ik door Henk hartelijk onthaald werd.
Ik hoorde dat Sida zonder ons was vertrokken, met achterlating van het tapijt. Misschien is het wel beter zo. Ik zou niet graag de draak nog een keer tegen komen.
Niemand wilde het armor hebben tot het Elsa werd opgedrongen.
Ondertussen bleek dat we aangevallen zouden worden door wat figuren in het zwart. Daarbij kwam er onder luid geschreeuw een figuur het hotel in dat beweerde ons te kennen. Terwijl Henk deze Pieterman ging halen, die weer eens geen taal sprak (wat is dat toch de laatste tijd?) deed ik bijna niet open voor een figuur dat om hulp vroeg.
Dat resulteerde in een gevecht waarbij ik door poison geveld werd. Gelukkig had ik mijn training niet voor niets gedaan. Alles werd mij al snel weer duidelijk. Ondertussen leer ik trouwens ook al weer aardig met twee handen tegelijk te vechten. Niet gek voor een Wizard!.
Wat blijkt? Zafira had mij gevonden, maar helaas was dat bijna haar einde geworden. Ze wilde Henk en Sida vermoorden. Ik kon de situatie maar net onder controle krijgen. Dat scheelde zeker niet weel. Maar goed, nu zijn we samen. Ik zal haar opleiden, zoals nog niemand is opgeleid.

Het vinden van een boot was een peulenschil. Wij halfweg. Van Henk had ik een kristallen bol gekregen, die ik heb gebruikt om Aina en Chromethadon te vinden. Aina kon ik niet zien, ik was nauwelijks verbaasd, Chromethadon mij wel. Ai. Voorzichtigheid geboden. Maar ik weet nu wel dat, als ik Chromethadon nog eens tegenkom Sida niet veilig zal zijn voor het verlaten van de party. Een van de eilanden op halfweg is het eiland van de getijden. Daar zijn we heengegaan. Naar het schoteleiland had geen zijn. Daar zit al heel lang een wizard op. En naar ik aanneem ook niet zo'n lullige. Malthius.

Vrouwe Alexis was heel aardig tegen ons allen. Ik hoop dat dat ook Henk is opgevallen. Hij was toch zo op z'n teentjes getrapt toen de bitches van Brumstick hem niet het miste respect hadden betuigd. Alexis was een vrij regelmatig leven aan het leiden. En vrij rustig. Maar ze kan niet naar mijn moeder toe, zolang ze op het eiland de mensjes zoals zij die noemt nog moet beschermen tegen de vissen.
Ik denk dat we het volgende moeten doen: Eerst zoek ik even Sigrid op in de Sterrebergen. Als ik die naar mijn moeder heb gestuurd, ga ik naar Alexis terug om daar ofwel haar taken even van haar over te nemen, tot ze bij mijn moeder is geweest, ofwel om een giantzoon te bevrijden, zodat ze hier met en gerust hart weg kan. Ze had een zalfje voor Pieter zodat ik die van nu af aan Babyface zal noemen, naar het perziken huidje. Voor op reis gaf Alexis me en spellbook te leen. Er staan een aantal wonderbaarlijke spells in. Ook spells van Malthius. Ze vertelde me dat Olaf mijn vader is. Als ze er geen bewijs van had, zou ik het niet geloven. Was hij ook niet degene die de zaken door elkaar had geschopt? Het wordt me nu wel duidelijk waarom mijn moeder hem nooit heeft genoemd. Wat had Sigrid ook al weer met hem te maken?

We zijn nu verder op weg, om Sigrid te zoeken. Ik werk hard aan mijn spellbook. Circle is toch moeilijker dan ik dacht. Toch denk ik dat Zafira die maar snel moet leren. En de ray ook.
En daarna... ik weet het nog niet. Zelf zal ik in elk geval snel water breathing, watery double, Wall of Ice en Iron Mind gaan leren. Ik verheug me nu al op Wall of Ice, na al die hitte in Marabië.


000122
verslagen 019, 020, 021 Miranda , 11 december 1999, 8 januari 2000, 22 januari 2000, xp:6400, 4322, 5500

Zafira is de dochter van Maharam el Neb. Dat was een belangrijk man in Zwing. Hij had echter een zekere angst te sterven en daarom riep hij bovenaarde machten aan om hem onsterfelijk te maken. Zelf zou ik zeggen dat dat het proces alleen maar versnelt, maar goed. Omdat hij dit alles aan zichzelf geleerd had, was het een zeer lastig en toevallig werkje. De man had geen enkel benul wat er nu wel of niet belangrijk was bij het summonen. Hij summonde demonen en duivels door elkaar heen! Vind je het gek dat ze hem het geheim van de onsterfelijkheid niet wilden geven. En Zafira deed soms ook wel mee met deze summonings. Demonen komen sneller, die zijn blijkbaar met minder tevreden, ze zijn ook minder voorspelbaar. (Logisch, wat wil je, demonen). Achteraf vind ik het overigens nog verbazingwekkend dat hij sowieso succes heeft gehad. Jammer dat de man geen guidence had.
Hij heeft zijn doel dan ook niet behaald.

Gelukkig was het niet te laat voor Zafira. Aina heeft het zaadje dat Quebec heet goed gepland. Want nu is ze heel hard bezig op de juiste weg te geraken. Ze heeft een element kunnen kiezen, zodat ze een plaats kan vervullen in een cirkel. Ze heeft haar spellbook gevuld, en kan al behoorlijk casten voor iemand die zich pas zo kort met de kunst bezig houdt. Bovendien zorgt ze dat ik zonder overal tegenaan te lopen aankom waar we moeten zijn. Binnenkort zullen we samen eens een offer brengen aan Quebec.
Trouwens ik denk dat ik eens wat vaker offers ga brengen. Een geschikt offer, waar er hier toch zat van rond lopen, zou toch voldoende energy moeten herbergen om als offer toch te worden aangenomen. Dat Quebec dan niet altijd kan komen is jammer maar niet zo heel erg.
We zullen het binnenkort zien.

Althans, Zafira gaat binnenkort zien. Ik zie zelf eigenlijk niet veel meer. Alleen als er enige magie in de buurt is heb ik nog een kans. Dat is op zich wel erg vervelend, maar aangezien we nu toch net goed onder de grond zitten, en zonder licht rondlopen, zie ik in elk geval niet slechter dan mijn medemens. Jammer dat mijn nieuwe staf, een maatstok met een handvat en een in een gaatje in de punt geperste lichtgevende magische steen, te lawaaierig is om te gebruiken.Toch ga ik nu meer op gevoel en gehoor door het leven. Je moet toch wat. We vonden wat magische hete spiegeltjes waarvan ik geen idee had waar ze voor zijn. Dat bleek ook niet zo gek want het blijkt nu dat ze een visueel doel dienen. Dat kon Sigi ons althans vrij snel uitleggen. Dwergen en dark elves zien namelijk in het donker. Over hoe ze nu eigenlijk zien in het donker tast ik eigenlijk nog een beetje in het duister. Het schijnt dat ze in het donker warmte en koude kunnen zien. Dat is fijn voor ze, en toevallig kan ik me dan een vrij goed beeld vormen van wat ze dan zoal zien, als er iemand aan komt. Maar onduidelijk blijft of ze ook nog iets zien als ze gewoon door deze gangen lopen. Hier is alles even koud. Al jaren. Toch schijnen ze hier aardig te kunnen lopen. Zonder licht. Ik kan mij toch niet aan de indruk onttrekken, dat ze ook in volslagen duister meer zien dan ik. En het spiegeltje is een seinlamp voor ogen die warm/koud kunnen zien. (of natuurlijk magic...). Zo zie ik maar weer, ik ben nooit te blind om te zien..

Amazare is namelijk ook vertrokken, net als Sida. Maar niet nadat ze en passent nog even Elsa had geslacht. Henk is zeer bedroefd en ongenadig boos. Zelf was ik ook een beetje bedroefd, hoewel ik eigenlijk maar weinig met haar praatte. Ze was erg op zichzelf, en Henk op haar (denk ik). Ik herinner me nog dat ze me eens heeft gestoord in m'n summoning. Maar dat heeft wel tot gevolg gehad, dat ik geaccepteerd werd als volgeling van Quebec in deze party. Dat zal ik nooit vergeten. Ik begreep van Henk dat ze geofferd is aan Loth. Ik geloof dat ze daar niet erg gelukkig zal zijn. Ze heeft haar hele leven trouw Olvira gevolgd. Als ik nu eens iets voor haar zou kunnen doen... Zou ik het kunnen vragen?
Maar afgezien van dat heeft Henk een nogal uitgebreid en doortastend plan geponeerd. Na een week zich te hebben voorbereid, is hij nu van zins alle dark elves uit te roeien. Het schijnt zelfs dat hij tegenwoordig spellcastingability heeft. Hij heeft het vaste voornemen Ammezare te doden. Omdat wij allemaal een beetje met hem meeleven, helpen we Henk wel bij z'n queste. Ammazare is nog niet jarig. (Ik trouwens wel binnenkort). Verraders die de party verlaten dienen gewoon hun leven te laten.

Met dat in mijn achterhoofd, en het vooruitzicht misschien mijn spellbooks en vooral het Book van Aina terug te krijgen, besloot ik Chromethadon nog een uit te nodigen mij te zoeken, zodat we een deal konden sluiten. Hij vond me vrij gemakkelijk. Ik bood hem de kristallen bol aan, en die accepteerde hij met onverhuld genoegen. Wat is hij toch groot! Ik was kansloos geweest. Maar goed. Ik heb mijn spellbooks terug, en ik denk dat Sida het niet makkelijk gaat krijgen. Volgens mij zag (let wel) ik hem ergens in een of ander havengebied rondlopen.
Eindelijk weer healing. Dat is toch wel een veilig gevoel. Zeker hier. Ik weet het niet zeker, maar ik was volgens mij ook goed op weg flink in de problemen te komen met een andere draak van zeker 7 m. Het was maar goed dat Henk mij even nodig had. Maar ik weet nu van draken dat het gewoon altijd oppassen is geblazen.

Ondertussen kan ik al aardig casten. Ik zal zeer binnenkort een hernieuwde poging doen de circle en de waterbreathing te leren. Bovendien zit het er in dat ik binnenkort de wall of ice kan casten. Hoewel ik die nog net niet helemaal kan lezen, (ik snap niet waarom je een muur aan een plafond zou kunnen willen hangen), heb ik daar goede plannen mee. Of met een spell waarmee je immuun wordt tegen magische spells! Of een spell waarmee je iedereen doof kunt maken! Er zijn weer hele nieuwe mogelijkheden. En dat is maar goed ook.

In een gevecht met 12 dark elves die we probeerden te hakken, kregen we er met vereende krachten net 5 neer. En we waren nog niet eens zo ontevreden. Het plan had wel ietsje pietsje beter kunnen zijn voorbereid, zo weet ik niet waarom ineens met alle geweld Tagg een backstab op de voorste scout wilde gaan uitvoeren, maar goed. Daar kunnen we aan werken. Als we alle vijfduizend elven willen hakken, zal er toch een iets grovere manier moeten worden gevonden. Voorlopig kan ik in de grot/uitsparing waar we nu zitten een waterwachter neerzetten, zodat we er misschien weer een uitschakelen, als iemand z'n haar wil gaan kammen. We hebben tegenwoordig voldoende dark elven-gear om vrij ongezien door het stelsel van grotten en stroompjes heen te komen, maar in een gevecht moeten we toch wat gestructureerder te werk gaan. Dat zal ook wel lukken. We zijn niet zomaar hier aanbeland. Ik kan niet wachten tot ik een paar van die zwarten kan offeren. Echt niet.


000205
verslag Miranda 022, 5 feb 2000, 20.000 xp

Op voor mij verder onduidelijke gronden is er een klein gedrochtje bij de party gevoegd dat, zo bleek al snel, toch nog wel één en ander aan invloed op de history van de dark elf renegates zou krijgen. Waarom het figuurtje, en trouwens de laatste tijd een hele zooi figuren, aan de party is toegevoegd zonder dat iemand ermee kan praten zal mij wel eeuwig een raadsel blijven. Zijn naam is Uralic.

De plaatsing van de stad was uitstekend. Een aantal magische stralen sloegen op één punt op een constructie in waarvan ik direct kon zien dat er knap werk was geleverd. Zelf had ik juist in deze energie de oplossing gezocht voor het, op zich langzamer, belegeren van de stad. Maar goed, ik bleek daar weer eens geen stem in te hebben. Maakt niet uit, ben ik gewend...

Het hakken van de stad bleek dus toch eigenlijk vrij simpel. Al kun je het natuurlijk zo moeilijk maken als je zelf wilt. Op wat verwarring over een aanvals-/verdedigingsplan na, verliep alles vlekkeloos. De party kon het ook wel zonder mij af, dat is trouwens een goede oefening voor ze, dus ik hield alleen toezicht. Ingrijpen was niet nodig.

Amazare is dood. Althans wanneer ze binnen was op het moment van de ontploffing. Voor de zekerheid zou ik de dwergen koning nog wel even gevraagd hebben haar even voor mij op te zoeken. Maar goed. Wie ben ik? Wie schat mij sowieso al juist in? De party? De wijze mannen in de stad waar we nu zitten? Quebec?
Natuurlijk Quebec wel. Hij heeft mij opgenomen in zijn legertje vertrouwelingen. Nu weet ik waarom en waarvoor ik leef. Nu weet ik dat het niet erg is wat ik gemist heb. Nu weet ik wie ik zoek. En waarom. En wat.

Ik kon maar net op tijd de dark elven kluizenaar vinden. Die had zijn lot al zien aankomen, en berustte daarin. Dat dwingt natuurlijk respect af. Daarvoor verdiende hij terecht een wel zeer uitvoerige uitleg over zijn toekomst. We namen vriendelijk en beleefd afscheid van elkaar, erop vertrouwend elkaar weer eens terug te zullen zien.

Ik mocht met Quebec mee naar zijn kasteel op Malbolge, om daar wat ingewikkelder magie te leren gebruiken. En, hoewel ik hard en veel heb geleerd en getraind, het was als een vakantie voor mij. Ik ben door de hel gegaan. Ik heb hel gezien. (net). Ik ben er geweest. Ik heb gevoeld hoe groot Zijn legers en powerbase zijn. Hoe machtig Hij daar wel niet is. De gangetje en doolhofjes, de Golgi. Duivels, zo groot als je maar wilt. Aan het trainen, dag in, nacht uit. De warmte. Nooit meer koukleumen.
Voor sommigen is het natuurlijk geen lolletje, dat geef ik toe. Maar die zijn dan ook nooit onderwezen. Die hebben danig gedwaald. En er zijn er natuurlijk ook altijd een paar die het helemaal nooit eens ergens naar hun zin hebben. Maar je moet natuurlijk wel in je achterhoofd houden, dat niet alles eeuwig hoeft te zijn. Als je waarmaakt wat er van je verlangd wordt kun je hoog groeien. Eens.

Ik zag eigenlijk nog steeds geen zak in de hel. Nú had ik daarvan wel een beetje spijt. Ik had mijn ogen uitgekeken. De enigen die ik een beetje behoorlijk kon zien waren de wezens die ik zelf gezonden had. In de hel waren ze voor mij magisch herkenbaar. Ze hadden al de status bereikt van Lemure! (zielig hoopje). Dat is een status die mij trots maakt. Ze zijn klaar om getraind te worden. De enige die zijn vorm had behouden was de kluizenaar. Elven zijn dan ook wel erg heftig. Heftiger dan ik in elk geval had gedacht.
Ik zag dan wel niet zo erg, maar ik werd wel gezien. Ik geloof niet direct dat de duivels mij voor mens aanzagen, dat zou ik wel hebben gemerkt. Ze zagen mij echter meer als hun gelijke, ondergeschikte van Quebec. Ik had mijn huidige vorm behouden. Maar net nu ik zovele gewilligen, en ongetwijfeld capabelen had gevonden, werd mij nog beter in het vooruitzicht gesteld, en besloot ik af te zien van de vele aanbiedingen om te ughumm die ik kreeg.
Mijn leermeester Butaan met het telraam om te tellen hoeveel er onder de poort door gingen, wist mij alle 3 de spreuken bij de brengen die ik wilde leren. Quebec heeft het altijd druk.

Na 30 dagen, of wat daarvoor doorgaat in de hel, werd ik ontboden in de stad door Zafira. Henk staat op het punt een proces te starten om zijn geweten te zuiveren. Waarom hij dat in ‘s duivels naam van plan is, mag Joost weten.

Zelf zal ik dat niet afwachten. Sigrid moet gevonden worden. Desnoods met het tapijtje, vliegend over de bergen. Ik moet snel meer te weten komen over rituelen, riten, tijden en plaatsen. Over minder dan een jaar is de grote conjunctie. En ik weet nog niet eens of die geschikt is. Bovendien wil ik wat speciale spells, liefst van vrij laag level, om te leren, en eventueel het boek van Aina op te gebruiken.
Er is nog zat te doen.


000219
verslag Miranda 023, 19 feb 2000, 3000 xp

Natuurlijk wachtte ik het proces van Henk niet af. Ik vloog met Zafira op het tapijtje over de sterrenbergen, op zoek naar Sigrid. Na een paar dagen vonden we een plek die ideaal leek om te onthouden, later nog eens wat nauwkeuriger te gaan zoeken.

In de stad terug klopte er een dwerg aan de deur. Fernic. Die had mij sneller gevonden dan ik had gedacht haar te vinden. Ze kon ons makkelijk traceren, want Henk was nogal bekend, en iedereen schijnt hier exact op de hoogte te zijn van wat we hier zoal doen en laten. Op zich niet zo'n vreselijk fijn gevoel...

Maar goed. Ze had ons gevonden. Een aantal dingen werd al snel duidelijk. Ze is een Heks die op geheel eigen krachten de kunsten heeft geleerd. Dat maakt dat ze in elk geval heeft getoond over een bijzonder groot doorzettingsvermogen te beschikken. Ze is dwerg. Ze denkt dwergs. En ze gedraagt zich dwergs. Het enige wat haar ware aard verraad, is dat ze Quebec dient. Ik begreep van haar dat ze erg veel moeite heeft de magie te gebruiken. Iets wat ik mij wel kan voorstellen. Voor dwergen is het sowieso al veel moeilijker magische energie te bundelen dan voor een heleboel andere rassen. Ze schijnen er overigens dan ook wel weer beter tegen bestand te zijn, in geval van nood. Daarbij is ze nog niet zo heel lang bezig met de kunst. Ze heeft op naar haar mening vrij toevallige wijze een inscriptie gevonden en is die op zichzelf gaan ontrafelen. Zonder trainer of toezicht. Iets wat zeker niet makkelijk is, en wat heel langzaam vordert, zeker in het begin. En bovenal heeft ze overal een nogal dwergse benaderingswijze voor, dus ook voor magie.
Anderzijds kan ik mij geen meer gepaste partner voorstellen voor het element steen dan een dwarf/witch. Sigrid is niet dezelfde mening toegedaan. Mijn eerdere vermoeden, dat ik Sigrid zou moeten verzoenen met mijn moeder heb ik laten vallen, en vervangen door Sigrid verzoenen met Fernic. En dat zal niet meevallen. Ik kan dat niet snappen. Ze erkent Fernic niet als heks. En inderdaad is mij ook nooit iets te oren gekomen over dwergheksen, maar dat doet ze dus blijkbaar ook na aandringen van Quebec zelf! En daar kan ik dus niet bij. Dáár zal ik haar ook op aanspreken.

Nadat Henk het proces had verloren en al zijn geld en items in had geleverd die hij eerlijk had gewonnen van zijn verslagen tegenstanders, gingen we na enig kort beraad de volgende etappe doen in de queste "Breng Elsa Terug". Maar niet voordat ik wat navraag had gedaan over oude en belangrijke tomes. In de buurt van een kasteel (Berenburg?) waar we vast nog wel een keer langs komen, schijn je wel een groot en belangrijk Tome te hebben gehad, waar niemand meer wat van weet. Ik weet genoeg. Ik hoop trouwens niet dat hij nu steeds gaat bepleiten alle spullen die onze gevallen tegenstanders achterlaten, in te leveren bij hun familie of hen daarmee te begraven. Want dan is hij bij mij in elk geval aan het verkeerde adres.

We werden met een bootje van Olvira de zee opgestuurd. Ik vond het een zeer bijzondere ervaring. Niet zozeer om het varen, maar om de plaatsen waar we kwamen. Op een gegeven moment was de hele zee gekleurd, en zaten we duidelijk in een andere plane, maar toch niet in de Hel. Dat had ik geweten. Daar ving Henk een aantal visjes die voor de juiste kijker snel konden worden gedetermineerd als zielen van de gevallen dark elves. Honderden. Ongelofelijk. En al die zielen wilde hij ruilen voor de ene ziel van Elsa. En Olvira laat dat toe! Heel bijzonder. Die zielepoot van een Pieter snapte er geen snars van en at er bijna een op. Dat zijn dingen die je zelfs niet doet, als je héééél stom bent. Maar goed. Gelukkig is dat goed afgelopen. En nu zijn we op een oranje eiland waar de boot hoog op het stand is opgetrokken, en de Toren van de demoon al zichtbaar is. Ik hoop dat hij mij niet zo erg ziet.


000304
verslag Miranda 024, 4 maart 2000, 3500 xp

In het land waar we nu waren groeiden bomen die we zeker niet gewend zijn. We hebben er de vruchten van geplukt. Hier kwamen we ook een set paarden tegen, geleid door een unicorn. Dat waren de Epona. Zij waren de inwoners van dit land. We werden in feite goed ontvangen.

Henk sleurde het hele net zielen achter hem aan. Op een gegeven moment zag één der verdoemde zielen kans te ontvluchten, bijna. Gelukkig was ik er op tijd bij. Op zo'n zak vol energie mag een visje dan wel weinig lijken, maar met in mijn achterhooft de bijzondere hoeveelheid energie die een dark elven ziel bezit, zou dat toch zonde zijn. Ik was getempt de ziel te stelen.

Op een gegeven moment kwam de delegatie eraan die Elsa bij zich had. Een kolom rook had haar aan een ketting bij zich. Ze zag er niet erg florisant uit. Dat deel van de veronderstellingen deugde dan toch nog wel. Buiten de handmaiden was er ook een general met een legertje van 100 minor demons. Dat baarde mij zorgen. En niet zonder reden. De uitwisseling van de zielen was nog niet half afgelopen, of de general gaf bevel iedereen gevangen te nemen. Snel probeerde ik op het tapijtje een aantal leden van onze party te redden. Dat ging nog niet eens zo heel gemakkelijk. Het tapijtje woog als lood. Gelukkig waren de demonen weer eens als vanouds voorbereid. Het lukte ons om zonder iemand te verliezen in het bootje te komen, en we hadden gewonnen.

Ik zat een beetje in tweestrijd of ik zou melden dat ik nog een ziel had, die dus niet was ingeleverd bij de overdracht, of dat ik zou proberen die naar de hel te smokkelen. Maar ik besloot dat ik Quebec beter kon dienen door de ziel niet te houden. Ik zou niet op mijn geweten willen hebben dat ik een god op een dergelijke stomme manier vast tegen Quebec in het harnas zou jagen. Dat zou later wel eens een hoop kunnen schelen. Terug in de zwart/witte wateren gaf ik de ziel dus aan Henk die hem aan Elsa voerde. (Kun je nagaan...)

Terug in de stad ben ik Fernic gaan trainen, een bijzonder zwaar schema, wat ik zelf nooit zou kunnen uitvoeren, en dus samen met Zafira doe. Het gaat langzaam. Spijtig misschien, maar anderzijds zolang er resultaat is, blijven we doorgaan. We concentreren ons op de snelheid van het casten, en dan op het focussen van energie in het bijzonder. Waar het aan ligt kan ik niet helemaal doorzien, maar het is een zeer moeilijk te bevatten proces voor dwergen. We zullen doorgaan. Ik kreeg ook een bevreemdend briefje waarin stond dat iemand gaarne mijn verblijf hier in de herberg/hotel zou willen betalen. Hij heette ....
Ik heb Amos een briefje terug laten schrijven waarin ik van dat gulle aanbod geen gebruik zal maken. Amos schijnt de man te kennen. Bij Amos werd er nog aangeklopt door ene Henrique Navajas del Salmanca. Die dacht dat ik misschien een wizard, of anders dat ik een duivelsaanbidder was. Dat gaat niet goed. De order van de witte Robes zit ze al veel te dicht op onze hielen. Hij mompelde nog iets over inschrijven als je een beetje behoorlijk kunt casten in de hoofdstad. Anders ben je illegale wizard. Aangezien ik denk dat ik dat ook inderdaad ben, lijkt het mij het best mij niet in te schrijven. Toch is voorzichtigheid blijkbaar wel geboden.

Ik besloot ook eens wat vaart te gaan zetten bij het zoeken naar Sigrid. De gehele party gaat mee, dat zal ze goed doen. Van Fernic kon ik horen dat we haar zullen vinden bij Gabor-Doc, een soort dwergenvesting in de bergen. Fernic heeft op zich weinig zin om Sigrid nog te confronteren, en heeft er ook weinig vertrouwen in dat Sigrid wel wat met haar wil aanvangen. Toch zal ik dit doorzetten, ik geloof dat het nu de tijd is.

We hebben nog eventjes gewacht op een toernooi waar de dark elf godver weer won, morgen gaan we.


000318
Miranda, 18 maart 2000, xp 16.246

Sommigen moesten en zouden wat ezels kopen. Dit zorgde voor voldoende hilariteit om de reis te verlichten. De page van Henk (Paolo Oliviera) was nog wel zo verstandig het rijdier dat hij had thuis te laten. Anderen zouden dat voorbeeld moeten volgen.
Op een gegeven nacht, voorbij Trade City werden we tijdens mijn wacht opgeschrikt door wat geluid, en bleek er een hele zooi goblins onder leiding van wat grotere goblins een gat uit te diepen. We konden toen nog niet bevroeden dat in dat gat de Orc zat.
Zonder al te veel moeite versloegen we de goblins, al bleek dat ze nota bene regenerating waren. Nu begon ik ook aandacht te krijgen voor de kleine mannetjes. Ik kon er toch niet veel meer dan 1 reserveren.
Nadat we even bij de dwergen waren langs geweest begaven we ons naar het vuurmens. We konden niet langs een muur van vuur, maar na enig roepen kwam Sigrid toch nog naar ons toe. Ze bleek geen flauw benul te hebben waarom ik er was, en deed ook niet speciaal veel moeite daar achter te komen. Net toen ik me daaraan begon te ergeren begonnen we spijkers met koppen te slaan. Ze leek overtuigd van het feit dat het niet anders is dan dat Fernic ook deel uit gaat maken van onze cirkel, en afgesproken werd dat ze morgen iedereen die dat wilde naar binnen zou begeleiden. Dan konden we gezamenlijk het ritueel uitvoeren. Ik mocht nu al mee. Eenmaal binnen in wat ik kon herkennen als een magisch zeer potente plek, hebben we geruime tijd gepraat. Ik heb haar het meeste verteld wat ik heb gedaan, wat ik kan en waarom ik hier ben. Ze schijnt overigens nog steeds niet erg van plan te zijn bij mijn moeder langs te gaan, maar wat niet is kan komen.
Na daar langdurig gepraat te hebben en spells te hebben geleerd, hoorden we heel in de verte wat gedreun, en even later kwam Oh grote Leider KoningKeizer Pieter aangesneld met de vraag of wij wilden helpen een Orc te verslaan. Dit deden we natuurlijk zonder verdere discussie. Bescherming dient geboden te worden. Zeker als het om Orcen gaat.
De Orc was inderdaad zeer verontrustend groot. Maar met vereende krachten had hij toch weinig kans. In no time was het monster geslacht.
De Dok was zwaar gehavend. Henk, Sigi, Uralic en Pieter touwens ook. Maar ze waren allen blij het monster verslagen te hebben. Behalve een staff, een zooi edelstenen, en een helm waarmee ik de sterren kan zien, maar niet kan lopen, vonden we een boot/vlot. Op dat vlot stond een stoel, magisch met daarin een kort zwaard, ook magisch. Ik heb mij de helm toegeëigend, maar ik denk die bij Sigrid achter te laten. Bovendien konden we beslag leggen op een 40-tal regenererende monstertjes en twee grote. Daarmee hebben we Quebec geroepen.
Hij kwam, zag dat het goed was en gaf de nieuwe info. We moeten haast maken. Er zijn twee rituelen te gaan. Eentje om de cirkel te vormen, en eentje om hem God te maken. Beide moeten voor er 10 maanden om zijn gerealiseerd zijn. Voor het eerste ritueel moeten we vooral geschikte offers vinden, en voor het tweede moeten we 100 volgelingen van Quebec zien te regelen, en hebben we in elk geval een aantal nieuwe offermessen nodig, toegesneden op onze verschillende elementen. Hieraan moet zeker nog hard worden gewerkt. Gelukkig weet Sigrid het minste van de rituelen af. Fernic maakte geen fouten, Sigrid vond het alleen helemaal niet opschieten. Maar goed, dat weten we nu wel. Toch vroeg ik hoe we het best de spellcastingsnelheid van Fernic op konden schroeven. Door het bloed van een magisch monster te drinken... Onthouden.
Ulralic, Pieter, en Amos waren erg onder de indruk. Amos nog wel het meest. Hem zal ik binnenkort eerst eens een wat betere uitleg geven van het wat en hoe van Quebec.


000610
Miranda, 10 juni 2000 , xp: 12.543

In het spellbook van mijn moeder staan verschillende goede spells. Ik heb er een aantal geleerd. Omdat ik de laatste tijd het idee heb bekeken te worden was ik blij een detect scrying geleerd te hebben. Helaas werd de scrying afgebroken voordat ik kon doorkrijgen wie mij probeert lastig te vallen.
Op een gegeven moment zag!! ik Henk lopen. Dat is lang geleden.
Toch lag dat niet aan mij doch aan een wond die hij had opgelopen doordat hij was geraakt door een dolk van het wezen dat Amos los had gelaten. Een broer van de opa van Paolo. Ik geloof dat dit zeer verontrustende informatie is. Wanneer verandert Henk nu in zo'n monster, alleen belust op bloederige wraak op Paolo, niets ontziend op z'n weg, en gewetenloos, zonder acht te slaan op het verleden? Als we hem voor dood in de tombe stoppen? Als hij "dood" is? Ik vertrouw het voor geen meter en ben blij dat hij zelf probeert z'n lot te ontkomen voordat wij dat voor hem doen. Dit door een duik te nemen in een belangrijk meertje in de moerassen van weet ik veel. Naar het schijnt zijn er in dit meertje of daar direct bij in de buurt watertrollen te vinden, en ik wil die juist graag hebben als offer voor de eerste ceremony. September zal ik al wel niet meer halen. Oktober zeker wel!
Hierom dus onduidelijke redenen reden we op ons dooie gemak naar het meertje toe, met omwegen en vertraging. Tot mijn verbazing schijn ik mij nu te herinneren onder een spell te zijn gekomen van wat huifkarbewoners. Volgende keer wordt er niet gezongen. Overal liepen ook reuzen rond, door dit land wat binnenkort op papier van Henk zal zijn, of wat er van hem over is. (denkt ie). Ook bij Berenburg stapten we af. Dat is bij de koningsgraven in de buurt waar ik ooit van had begrepen dat er ooit een belangrijk spellbook was kwijt geraakt. Toen Amos een geheime gang vond, was hij direct onhoudbaar. De goudkoorts had weer toegeslagen. Hij liep dan ook voorop direct een vervelende val in. Gelukkig kon Henk hem hieruit nog wel redden, maar Henk is toch ook wel aangeslagen. In de schatkamer stond een boek. Maar toen ik het pakte, verscheen er een demon die Henk in een klap tegen de grond klapte en Amos deed ineenduiken als een zielig hondje. De demoon kon mij echter geen schade doen. En nadat ik alles eerst al had voorgekauwd en dat nog niet had geholpen om het monster te verslaan, zag Elsa (Ja,ja ze is er weer, nu als half-orc) geen andere uitweg dan het boek naar de demon toe te gooien. Het geluk was zeker niet aan onze zijde. En nu zitten we dus daar moederziel alleen met slechts wat goud en edelstenen. Alleen het levensgrote beeld van een Marilith jaagt mij enige angst aan. Ik denk dat ik mij niet door Amos had moeten laten weerhouden het te slopen, voor het ons sloopt. In elk geval lijkt het nu helemaal van belang snel dat meertje te vinden voordat Henk helemaal in een willoze, dodelijke plant is veranderd. Dan laat ik dat belangrijke spellbook nu wel even voor wat het is.