webbed 7 juli 2008 checked 30 oktober 2005

Back on track.

961112
Verslag 001 (xp: 575) 12 November 1996 totaal: 625 xp

Nieuwe maan....Ik moet opschieten, want ik weet niet wanneer ik een geschikte plek vind, en durf er niet aan te denken wat er gebeurt als me dat niet lukt. Ik houd niet zo van het afwijken van patronen. Het bos is groot en de sterren wijzen me de weg. Ze ouwehoeren soms de oren van je hoofd, als je niet oplet. Maar goed. Er is maar één weg. De goede."

Langzamerhand liep ik het bos wat meer uit. Zo te ruiken richting zee. Op een gegeven moment kon ik de kust zien, met een bouwvallig huis erbij en ik kwam bij een boom over het pad, waaronder een verplet lijk lag. Aardig dood. En opeens zag ik een glinstering tussen het gebladerte een meter of 30 verderop. Van een glinsterend armor of zo. Het kleine armor had mij zeker ook gehoord, want ik zag het opeens heel stil staan.
In een poging heel stil een betere zichtlijn te vinden ontwortelde ik een woudreus, en viel ik met mijn kop op zo'n holle boom. Maar de zichtlijn was direct tot stand (ik zat op gelijke hoogte).
Het keek mij langdurig verbaasd aan. Het had een baard, en een harnas aan, was verder helemaal in het zwart gekleed en keek schichtig ongeduldig vlak om mij heen, alsof ik met z'n drieën was. Ik weet dat de eerste indruk soms van extreem belang kan zijn, en het baasje met z'n shortsword, en daggers moest niet ineens de indruk krijgen dat ik het met slechte bedoelingen besloop of zo. Misschien sprak het wel helemaal geen talen of zo, of was het los van de realiteit of kon het ... – Toen Sprak het.
–"Theo, wat is er met jou gebeurd?"
Daar had hij mij toch wel mee beet. Zie ik eruit als Theo? Zijn er nog meer hier? Achter me? Het praat! Heet ik Theo? Ziet het mij wel goed? Zit mijn haar in de war? Kom ik wel goed uit? Speelt Men een spelletje met mij? Ken ik Theo?
Gelukkig duurde de verbazing van mijzelf niet veel langer dan 4 seconden, althans voor ik kon antwoorden: –"Maar ik ben Theo niet..." En direct speurde het mannetje weer overal om zich heen terwijl hij me uitlegde dat hij zijn besluip– en verstopkunsten aan het oefenen was met zijn spintmail aan. Terwijl ik met groeiende verbazing naar dit merkwaardige mannetje luisterde vertelde hij me in een notendop dat Theo daar ergens (met zo'n vaag gebaar erbij) was, maar niet aanspreekbaar vandaag. Die moet ook wel aardig leip zijn. Omdat het mij met U bleef aanspreken, op zich wel terecht voor zo'n klein ventje, zei ik er in mijn goedheid tegen, dat het mij niet hoefde te tutoyeren. Voor ik het wist had het mij verteld dat ze gelegerd waren in het huis verderop, dat het er naar goblinbloed stonk, dat er nog meer waren, en dat ze een beer hadden gedood met de snavel van een vogel (een vogelbekbeer dus). Dit alles zonder de minste hapering of reserve. Beduusd van zoveel informatie tegelijk, leek het mij het beste maar even een lunch te gaan gebruiken, dus ik nodigde mezelf uit bij hem en de anderen te komen eten.
Hiermee had ik hem overigens weer beet, want hij keek me met hooggespannen verwachtingen strak aan en vroeg met niet mis te verstane argwaan in zijn stem: –"Ah, en wat eet jij dan?"

Het antwoord moest ik hem helaas onthouden, want daar kwam een wel zeer bont gekleurde man op mij af, die aan het vechten was geweest met zo'n eh... baard, en die direct mijn hand kuste, en bij de arm nam. Na een tijdje was hij uitgesproken en had hij z'n naam gezegd, helemaal zonder hulp, op zich al een kunststukje bij zo'n naam. Ik werd door het merkwaardige mannetje voorgesteld als Juh, waaraan ik direct een korte maar krachtige berekening van zijn intelligentie knoopte. 0,000001 milliseconden later kon ik de overigens charmante krijger dus mijn naam zeggen:
–"Ik heet Arna."
Hoewel ik ook hiermee niets speciaal bedoelde was het effect duidelijk daar. De krijger trok z'n arm terug alsof hij gestoken was, en rende daarna ongeveer zee in, gillend van: –"Aaahrgh... Neeeee.... Ik heb het echt niet gewild!" Zijn sparpartner liet zijn bijl vallen, en bleef lijkbleek staan en de eerste baard sprong direct achter een boom. En zo begon ik mij langzamerhand een beeld te vormen over de capaciteiten en vaardigheden van dit gezelschap.
Gelukkig kon ik ze er snel van overtuigen dat ook zij gewoon 'Je' tegen Mij mochten zeggen, en ik hoorde ieders naam.
De eerste baard, een creatief mannetje, heette Rock Stonehead. De man met de puntoren (elf? halfelf?) mocht gewoon Dirkje genoemd worden. Het derde was Doont Pennik, die daar met z'n broertje was: Doo Pennik. Toen ze hem summonden met het gehuil van een ancient zeemonster, antwoordde het ook zo terug. De hele groep glom van trots over zo een diepe en hechte band binnen de groep. De enige die echt geen enkel teken gaf was Theo die Mental Theo heet, zeer toepasselijk dunkt me. Iedereen kwam daarna apart nog eens bij me langs om me even te waarschuwen tegen Theo, en om niet over z'n moeder te beginnen.

Toen de gemoederen weer een beetje gerust waren kwam wederom Dirk langs heen bij en begon mij te vertellen dat hij, en hij was een heel klein ietsje pietsje beetje geholpen door anderen van het gezelschap, een vogelbekbeer had gedood. Ten eerste begon ik nu wat meer waarde te hechten aan de verhalen van Rockhead, maar ten tweede zag ik mijn kans schoon hem te vertellen dat roem en eer hem reeds vooruit snelde, omdat ik al van een onbekende in het bos alle helden– en wapenfeiten had gehoord. De welvoldane uitdrukking die op zijn gezicht verscheen bij zoveel vermeende beroemd– en heldhaftigheid zal ik ook niet licht meer vergeten.

Ik besloot met ze door te trekken op zoek naar roem en eer (geef het een naam). Toch hebben ze een aantal gebruiken die nog wel enige sturing nodig hebben. Zo bestaan ze het om hoofden van gevallen slachtoffers over hun schouder weg te gooien, zonder zich ook maar af te vragen wat sommigen van deze energieverspilling vinden. Maar goed, ik was toch niet zo lekker, zeker niet bij nieuwe maan.
Al direct de eerste nacht werden we ruw gewekt door bonzen op de deur. Iedereen rende verbazingwekkend vlug en bewonderenswaardig snel naar z'n combatpositie. Dat hadden ze al eerder gedaan. Stonehead overzag de situatie vanaf boven en trok direct zijn wapen. In dit geval een altaar. Ik heb wel gekker gezien. Doont en Dirk renden naar beneden om de gasten te ontvangen met sabel en bijl. Zelf kon ik eigenlijk niet goed kiezen, dus ik bleef halverwege de trap staan. Toen ik hoorde dat er lijken voor de deur stonden, kreeg ik ineens een onbedwingbare behoefte aan licht. Zeker toen ze de deur open gingen doen. ik gooide dus een licht–spreuk op mijn staff. Stonehead gooide er zo te horen wel een paar plat, en rende daarna naar beneden om mee deel te nemen aan het gevecht. Op een gegeven moment besloot ik ook naar buiten te gaan, maar ik werd heel snel neergehaald door een bewegend skelet. Ook al omdat de spreuk was uitgewerkt.
Ik voelde dat ik dit niet had moeten doen, en alles werd wazig.

Maar ik kwam bij, zij het veel later, en nog aardig aangeslagen. Ik begreep dat Doont die overigens priester is van ene Elowan mij had verzorgd. Als dank mocht ik zijn g&d dienen. Hoewel ik blij was dat ik niet dood was gegaan, wil ik mij geen gunsten van g&den op de hals halen. Ik heb hem dus gevraagd, of hij mij geen gunst meer wil doen in naam van wie dan ook.

Niet echt goed geslapen meer die nacht, maar de volgende dag op weg gegaan ergens naar toe. Het eerst waar we naartoe gingen was een schiereilandje met een uitgestorven dorp. We konden in een soort kelder/grot komen, onder de zeespiegel alwaar Stonehead weer een stukje creativiteit weggaf. We liepen een soort put in van een 20 meter doorsnee. Deze bevond zich zeker 10 meter onder de zeebodem. Op mijn vraag of zich daar een boot bevond werd eerst schamper gelachen. Maar Rock legde ze uit dat dat makkelijk kan, "gewoon met sluizen". Dwergen kunnen dat makkelijk bouwen voegde hij er met enige trots aan toe. En dat was nu net de trigger die ik nodig had. Ik loop rond met een hele zooi van die kleine, wereldvreemde, vieze, dronken, domme, botte, keiharde, eigenwijze, dwarves. En ik maar denken dat die onder heuvels huizen, of op bergen wonen. Wie vind er nou een dwerg in het bos. En zo vies en dronken zijn ze nu ook weer niet. Of keihard. Maar nu vallen alle stukjes langzamerhand op hun plaats. Ze zijn niet leip, nee, ze zijn gewoon dwerg. Dan doe je de raarste dingen. Zo val je dan opeens levende skeletten aan met een stapelbed(!). En leg je de resten van je acties op een door midden gerukt bed met een deken eroverheen onder het chanten van –"So, rest in peace".
Ik kon goed gebruik maken van de spreuk van het licht, zij het dat hij niet direct rustgevend was. We vonden een bijl, een tekst en een tombe van Alfraed de Reizer. Voor zover ik de tekst: "DOOR DE VLOEK VAN DE RODE MANTEL EN ZIJN ZOON. HIER RUST ALFRAED DE REIZIGER, GEVALLEN IN GEVECHT MET ZIJN VOORVADEREN, EN AANGETAST", rondom de bijl ingegraveerd, kon begrijpen, hadden we hier te doen gehad met de ongelukkige waar de vloek van de Rode Cape op rustte. Dat zal een zeeman/rover geweest zijn, als ik het zo mag inschatten. Doont legde beslag op de bijl, en ik kreeg een broche. Daarna nam ik ook de rode cape mee die wonderbaarlijk genoeg in de tombe bewaard was gebleven, hoewel het verrotte lijk daarin het niet zo koud zal krijgen omdat ik mijn eigen cape heb achter gelaten. Ik hoop de cape nog wel een beetje op te kunnen lappen, want het is wel een mooie, zeker met broche/gesp. En je moet natuurlijk wel je uiterlijk in de gaten blijven houden, anders zie je er in no time uit als een dwerg.

961124
Verslag 002 (xp: 563) 24 November 1996 totaal: 1238 xp

De eerste conversatie met Doo:
– "Kun je vechten?"
– "Euhmmeh nou eh..."
– "Daar heb je dus echt helemaal niks aan. Kan je eigenlijk iets wel?"
– "Ik kan denken!"
– "Euh wattuh ehhh...."

We zaten vast bij een deur die op slot zat, en die beschreven was met runen die vermeldden dat "de horden goblins" daarachter vandaan waren gekomen. Terwijl enige slappelingen aan het bijkomen waren, en zich zomaar lieten drainen door Eluan, gooide ik een lichtspreuk op een copper–piece en mikte die door het sleutelgat naar binnen. Ik zag een soort hal daarachter met een tweede deur. Nadat Rock even naar het slot had gekeken, kwam hij terug met de mededeling dat de deur voorzien was van een valstrik. Hij zag het niet zo gebeuren dat de deur zonder ongelukken open zou gaan. Ik trok mij direct een heel stuk terug, omdat ik het al zag gebeuren dat iemand de val zou laten klappen, en ik zag dat Doo na enig nadenken en peinzen (Hoe?) op de deur begon in te hakken (Ooh!).
De deur hield het een paar slagen vol, en terwijl Rockhead zich (te langzaam) terug trok ging hij open. Ik geloof dat er wat gas werd ingespoten, daar in de buurt, en hoorde Doo ernstig hoesten. Daarna even niets, en toen een enorme klap, en vuur. Wie daarin stond zal zich niet prettig gevoeld hebben. Ik zag direct dat Rock en Doo onderuit lagen. Rock was er vreselijk aan toe. Zijn hele baard en haar waren weg, en hij leek wel dood. Tja, eigen schuld, natuurlijk. Maar gelukkig was Doont ook nog daar, en hij kon heel snel ingrijpen. Dirk en ik snelden toe, en maar ik kon niet veel uitrichten. In elk geval had Doont de voortgang van de intredende dood wel gestopt. Ik begrijp ook niet waarom die deur nou zo nodig open moest. En ik verbaasde me dus nog meer dat Doont dus toch nog door de volgende deur heen wilde. Terwijl Rock en Doo op een stapelbed naar boven werden gesjouwd, had ik de tijd om eens rustig naar de deur te kijken. En daar kwam een heel klein jongetje aan, nog kleiner dan een dwerg. Dat moest Theo zijn. Hij stelde zich netjes voor, en sprak dirk aan met pappa!? En nette en bescheiden jongen, die Theosofius, zoals hij voluit heet. Dirk bleek zich als pleegvader te hebben opgeworpen. Dirk werd trouwens ook door iedereen en zichzelf voorgesteld als de zwarte prins. Vreemd.
Maar goed, ik kijken naar die deur. Het was een behoorlijk zware, van staal en ijzer, met drie balken ervoor, twee sloten erop, en wat tekst. Er stond: A344 Eloiusius@; een jaartal en een Wizardrune, van een tovenaar die ik overigens niet kende. In elk geval leek het mij zo toe dat je deze deur dus maar beter niet open kon doen, tenzij je de hordes over je heen wilde krijgen. Want hoe ik ook zocht, geen kiertje te vinden in die deur. Alleen op de grond zag ik iets wat leek op een stenen luik of zo, in elk geval lopend onder de deur door, en met slechts 20 cm ruimte aan beide zijden.

Boven aangekomen bleek het dat er vuur was bij de ruïne waar we daarvoor waren, en Theo, jong als hij was werd erheen gestuurd om uit te vinden wat dat dan was. Toen hij terug kwam bleek dat het leden waren van een stadswacht, en dat deze stadswacht verschillende leden van dit gezelschap zocht. Waarom ze gezocht werden, is mij niet duidelijk geworden, maar een ding is zeker: De leden van dit gezelschap hebben iets op hun kerfstok. Ik ben niet van plan ook de stadswacht van een of ander stadje op mijn dak te krijgen, want wie weet wat ze doen als ze mijn leven doorspitten, en daar iets over te weten komen. Mijn moeder is toch niet helemaal voor niets gestorven. Ze heeft me dan toch in ieder geval als grootste deugd voorzichtigheid bijgebracht, al was het offer groot.
Rockhead was weer een beetje bijgekomen, al was hij vreselijk beschadigd. De klap had hem van zijn gehoor beroofd, en behoorlijk aangeslagen. Theootje bleek in zijn ridderlijkheid iets aan deze vervelende situatie te willen doen, en hij smeerde een kleurtje op de meest aangebrande plekken. Om te laten zien dat je dan niet zo voor gek loopt smeerde Theootje zichzelf ook in. Zij het een pietsje anders, zodat hij er zeer slecht tot dood uitzag. Een afgrijselijk gezicht, zeker toen hij ook nog met zijn armen recht vooruit ging lopen. Maar ik mag de jongen wel.
We onderzochten nog eens de gangen op een goede plek om ons te verdedigen tegen de soldaten , en vonden onder andere uit dat het basin met de kade een onderwaterse doorgang bevatte. Doo probeerde er een stuk in te zwemmen, maar kon niet tot het eind komen. Aan het einde van de kade vond Theo een losse steen in de muur, en in het gat een tweetal zakken drank. Langzamerhand echter begon mij wel te dagen hoe dat hier zo een beetje zat. Er was een vissersdorpje, en helemaal proper zal in elk geval de hoofdman niet geweest zijn. Ik stel mij zo voor dat hij een onderzeese ingang de grot in had, en dat daarin bijvoorbeeld drank of andere smokkelwaar opgeslagen werd. Bij problemen met een kapitein die "de Rode Mantel" werd genoemd, ging hij ten onder, en het hele dorp met hem. Verder zorgden enige lijken ervoor dat hier geen mensen heen kwamen, zodat het dorpje vrijwel onaangeroerd was gebleven voor generaties lang. De deur bleef voor mij echter een raadsel. In elk geval leek het mij zeer weinig de moeite waard om uit te vinden wat zich daarachter bevond. Gelukkig kon ik de anderen daar ook van overtuigen, en we trokken weer naar boven het dorp in, om ons te gaan verstoppen, in of achter een der huisjes. Na uren lang wachten en hopen dat niemand onze kant op zou komen, een wat mij betreft ongegronde vrees aangezien er sowieso al 100 jaar niemand meer was geweest, hoorde ik dat iedereen in groenwitte stadswacht kleding al weg was. Dus wij ook weg.

Laat in de avond kwamen we bij een door stenen muren omgeven dorp aan (Sharpsville). We moesten van de wachters onder aan de muur gaan staan, ik dacht om ons beter te kunnen zien, maar naar bleek om een geheel andere reden. Toen ik stond kwam er in eens een lading zand naar beneden. Recht op mijn hoofd, alles zat onder het zand! Mijn haar ook! Maar ik mocht dus wel door. Ik was de test gepasseerd. Terwijl iedereen zich nog stond te verbazen over zo een vreemde wijze van het begroeten van vreemdelingen riep Rock, die nu hij niets meer hoort wel luider is gaan praten:
– "Laat me raden, er is vast en zeker een dorp gnomes in de buurt!"
Pas naar ettelijke seconden nadenken begreep ik wat hij bedoelde, geniaal! En ik weet zeker dat dat ook de manier zou zijn die hij zou gebruiken om ze te checken. Maar gnomes waren het niet. Het was de manier die ze gebruikten om aankloppende lijken te weren. Geloof ik. Afijn, wij naar binnen, en ik naar de herberg. Veel anders was er toch niet. Na enig vragen werd ik doorverwezen naar een priester die alles van de streek afwist, Broeder Erandus. Onder het genot van een aantal kruiken sterke drank kon hij mij vertellen dat het dorp was aangevallen uit het zuiden, en verwoest. Bovendien wist hij me te vertellen, nadat ik een afschrift van de rune liet zien, dat de deur die we hadden gezien zou hebben geleid naar veel onheil, dat aan de andere kant wacht tot het deze kant op kan. De deur is als een magisch portaal, in verbinding met een andere plane. Eloisius heeft hem gesloten, alvorens de hordes uit te roeien, en ik geloof dat we er goed aan hebben hem niet te openen. De controle is zo zoek bij een magisch portaal. Bovendien horen creatures van andere planes dus duidelijk op andere planes, en niet hier... Verder vertelde hij me vele verhalen, over de streek en over devils, en over legenden, maar ik heb niet alles even goed onthouden, helaas.

Ondertussen was ieder in de weer in de stad. Er werd FORS ingeslagen bij de general store, al weet ik niet wat. Hoewel... ik zag een geit lopen. Dat komt even goed uit! Ik heb altijd al een geit willen hebben. Geiten zijn geniaal. Theootje was lekker aan het douchen geloof ik, proper jochie, toch. En des nachts werd er flink gefeest. Waarom Dirk ineens halverwege de avond naar mij toe kwam om me te vertellen dat ik niet al te veel moest drinken omdat de wacht ergens op zat te broeden, werd mij niet duidelijk. Theo bracht de wacht zelfs nog wat te drinken. Dat zou ik niet doen, na wat ze mij aangedaan hebben. Het leek mij dus niet meer dan billijk er eentje uit te kiezen, en die mee te nemen, voor volgende week, iets wat bijna gelukt was, ware het niet dat Dirk hem ineens uit begon te dagen voor een duel om mij! Toen de zaak begon te escaleren en we nog niet zo heel ver van het dorp af waren, leek het mij het beste (zeker ook met die geit in mijn achterhoofd; en desnoods Dirk dan maar) goedheid te veinzen. No trace...

9961215
Verslag 003, (xp: 676), 15 December 1996 totaal: 1964 xp

– Theo in actie...

Even de situatie, zodat je je een beeld kunt vormen:
Je bent elf jaar oud. Ligt plat op je buik, en je hebt net als dood gelegen, maar wachters enorm laten schrikken door er eentje in zijn laars te steken met je slagersmes, dat aardig bebloed is van de priester die je 2 keer snoeihard in zijn kruis (ooghoogte) hebt geraakt, zodat de wachters dus uiterst alert zijn, met een speerpunt in de aanslag op je rug, en een mace in de aanslag boven je hoofd. De derde wachter staat er ook bij. De wachter met de speer in je rug roept je toe je over te geven. Wat doe je?
Welnu, omdat de wachter spreekt, kun je inschatten waar zijn hoofd is, dus daar kun je vast mikken. Je draait je vliegensvlug onder de speerpunt vandaan en gooit direct een dagger in zijn mond. Daarna tumble je weg en uit zicht. Zo doe je dat!

Vandaag de laatste dag voor voorbereidingen voor morgen, verliep ietwat onrustig. Ik zat op de huifkar, in de stad Calender, en het voltallige gezelschap was in de tempel van Elowan. Na korte tijd kwam er een dwerg (alweer een!) naar buiten die nu met ons meereist in plaats van Doo die dood is gegaan na een ontmoeting met een beest met grote tanden en klauwen. –'Dat hij genoeg energie mag hebben gespaard'–. De nieuwe dwerg scheen mij iets relaxter toe dan Doo. –'Hij heeft zijn ziel'–. De dwerg stelde zich voor als Arak Twil, en ik zei deze keer dat ik Arna heette. Ongeveer direct kwam er nog een dwergje aanlopen, met staartjes in z'n baard, en een veel te grote helm op. Die loopt ook met ons op.
Na enige tijd gingen we op weg om de Count van de stad (Felmer Godson) op te zoeken, omdat die wel eens een manier zou kunnen weten om Rockhead zijn gehoor terug te geven. En die was naar het schijnt te vinden in de tempel van Fiaria. Vreemd trouwens dat de priesters en healers van Eloan dat niet zeiden te kunnen. Blijkbaar zijn ze daar toch niet zo wonderlijk aangelegd. Overal in de stad was het licht (magisch?). En vooral bij de Tempel van Fiaria leek het wel dag. Het zag er mooi uit daarzo, met tuiniers en zo. Ik bleef met Theo nog voor het plein wachten, terwijl de rest naar binnen ging.
Nu schoot mij ineens weer een legende te binnen die Broeder Erandus mij had verteld. Het ging over ene Myrth. Als ik het goed heb zeggen de legenden dat Myrth de stad Calendar gered had van horden Barbaren, en van de Count despoot die toen aan de macht was. Myrth heeft een eigen tempel, en bovendien vele followers, hij is vast en zeker onsterfelijk en ongeveer een god. Bovendien zou de nieuwe count die toen aan de macht kwam en die de stad goed deed, een direct afstammeling van hem zijn. Volgens de broeder een rechtvaardig man.

En toen gebeurde er weer eens iets volkomen onbegrijpelijks. Ineens werd er als een bezetene gevochten in de tempel van het licht!!!! Door nota bene priesters die trouw hebben gezworen aan goden!! Ze zijn dus toch in staat tot wonderen! Hoe is het mogelijk, direct in het hol van de leeuw. En ze kunnen de priesters helemaal niets maken. Ze staan volledig alleen, ze weten niets van de orde, of van de stad, en wat doen ze? Ze gaan vechten in een tempel! Ik heb daar maar twee worden voor: zinloos en dom. In no time was iedereen aan het vechten, en omdat Theo en ik wel een beetje nieuwsgierig waren hoe dat dan zat, liepen we er ook zo een beetje dichter naar toe. Ik liet Theo even alleen. Ik zag dat Rock met een enorm hoge sprong en een bijlslag een wachter neerhaalde. En toen ik opzij keek zag ik Theo die het been van een wachter beet had, en die bezig was te doorboren met een slagersmes op een manier die onmogelijk te beschrijven was. Terwijl het bloed om het hoofd van de altijd zo schuchtere jongeling spoot, lachte hij maniakaal alsof buiten zinnen was geworden. Ik bleef staan, met mijn mond open van verbazing, en kon alleen nog uitbrengen: "Theo, wat is er met jou gebeurd!" Maar met een flinke dreun van de wachter viel Theo verdoofd neer, en kon de priester naar de tempel wankelen. Ondertussen kwam de stadswacht ook aanlopen. Nu snap ik wel dat de heren gezocht werden, als dat overal zo gaat...
Direct werd ik door drie wachters gesommeerd mij over te geven. Nou nog mooier, moet ik mij zeker overgeven, dus niet. Ik zei dat Theo daar lag dood te gaan en moest naar hem toe om hem te healen. Maar opeens was Theo weer helemaal wakker, en stak een wachter in zijn voet. Hij schrok zich een ongeluk en plaatste zijn speer direct op de rug van Theo die zich nu niet meer kon verdedigen. De andere twee sloegen met mace en spear ook nog op Theo in. En omdat ik zag dat hij in een kansloze positie verkeerde, sloop ik maar eens een stuk weg, voordat ik nogmaals werd gesommeerd stil te staan. Maar zo gemakkelijk laat ik mij ook weer niet vangen. Ik rende een straatje in, gooide de grote veranderspreuk, en ging op de grond zitten alsof ik daar al uren zat te slapen. De wachter die achter me aanzat, en mij aanzag voor een mannelijke stedeling zal wel verbaasd zijn geweest niets meer van mij gezien te hebben. Achter mij hoorde ik een hoop tumult en ik denk dat Theo zichzelf toch heeft kunnen ontworstelen aan de stalen greep waarin hij vast zat. Als dat zo is vind ik dat razend knap van hem. Maar ik ben zelden zo geschrokken als van de persoonsverandering zoals hij die had ondergaan. Vreselijk. De anderen van het gezelschap heb ik nooit meer terug gezien want ze waren volledig de nar. Ik heb nauwelijks medelijden. Ik zal eerst naar de kar gaan om de geit op te halen, en daarna de stad uit om een plaatsje te zoeken voor morgen. Wat een zooitje.

970111
Verslag 004, (614 xp), 11 Januari 1997, totaal: 2729 xp

Er valt nog veel te leren..

"Pss, pss. Kom dan... poespoespoespoespoes....."

Iedereen was opgepakt door de stadswacht, op mijzelf en Theo na. Ik zag hem bij de tempel van Elowan terug, toen hij net rustig naar buiten kwam lopen. Zich van geen kwaad bewust natuurlijk.
Omdat we niet wisten wat te doen, besloten we te gaan overnachten in een herberg in het wat betere deel van de stad. Ik deed mij voor als de moeder van Theo, die z'n rol als mijn zoon tot vervelens toe uitspeelde. Knap voor zo'n klein ventje. Gelukkig was de slachting bij de tempel van Fiaria redelijk onopgemerkt gebleven, maar ik maakte misschien een fout een kamer voor maar 1 nacht te kiezen. Langer was misschien ook niet zo veilig geweest. Eventjes dacht ik dat we erbij waren, toen er op de deur werd geklopt, maar het viel nog mee. Onder het bestuderen van m'n spells zag ik dat Theootje met zijn gezicht naar de muur in zichzelf zat te praten. Daarna pakte hij z'n messen wat beter in, zodat ze niet zo in z'n vioolkoffer lagen te rinkelen. We verlieten de herberg, en kochten wat te eten.

We gingen ieder ons weg, ik zoeken naar een offerande, en hij zoeken naar werk bij een slager. We spraken bij de brug af. Ik moet toch eens wat kennis over steden opdoen, want ze zijn mij geheel onduidelijk. Zo waren hadden we verzuimd een tijd af te spreken, en werden we een keer zonder dat we het wisten helemaal uitgehoord. Het is ook praktisch onmogelijk tekens te vinden zoals ik die normaal in het bos zou aantreffen. De stad is vol mensen, en juist daarvan moet je gebruik zien te maken. We hebben dat ook wel geprobeerd (door bijvoorbeeld niet op te vallen, hoewel ik het vermoeden had dat ze ons dus wel zoeken), maar voor mijzelf kan ik zeggen, dat ik er niet veel wijzer van ben geworden.
Toen ik op een gegeven moment een kat dacht nodig te hebben (? ik dacht dat Tharr een kat was, foutje:) kwam er direct eentje op me af, die niet meer van mijn zijde is geweken. Omdat ik er dus niet teveel aandacht aan heb geschonken, weet ik jammer genoeg dus ook vrij weinig van dit dier, hoewel het dus wel speciaal gehakt lust. Het is een lapjeskat, en daar houdt het dan ook mee op. Als het dier bij me blijft, zal ik het een naam geven. ("Naam" is misschien niet eens zo gek.)

Het vinden van een behoorlijk offer viel mij nogal mee. Gelukkig sliep het.
Hij gaf mij veel om over na te denken, en ik kon geschokt doch tevreden terug naar de stad. Het belangrijkste was ik nu moest doen was "Olaf met de drie Stenen" vinden. En tot mijn geluk wist ik ene Carl over te halen, dat voor mij te doen. Met een beetje moeite, vast meer dan nodig was geweest, maar goed, kon ik "De Drijvende Kever" en Olaf vinden. Die zoek ik zeer binnen kort op.

Maar we hadden ondertussen het volgende begrepen: De party was de sigaar, en hoewel niemand wist hoe het zat, zouden ze waarschijnlijk na een berechting op het strafeiland in de rivier worden gezet. Ik vroeg Carl een plattegrond te leveren van het gevang opdat we konden zien, of er een weg in en uit was, maar we besloten dat die te gevaarlijk was. Ik wil best een grote familie zijn, maar dan wel op vrije voeten! Daarna inspecteerden we de boten waarmee ze over gebracht zouden worden, maar die waren lastig om mee te ontsnappen, en bovendien goed bewaakt. Theo had nog het plan er eentje onklaar te maken, en zich dan in of aan de andere te verstoppen, maar het leek mij een te onzeker plan, ook al omdat de boot zeer goed van drie kanten af beschoten kon worden. We gingen dus op wacht in de haven zitten, en zagen de 4 dwergen (in elkaar geslagen) in de boot geduwd worden, en naar de overkant geroeid. Een daarvan zwaaide bijna nog naar mij... Vaarwel.

Er blijven dus nog wat vragen.
– blijft Theo hier werken, nu hij zijn roeping als muzikale slager heeft gevonden?
– is het mogelijk ze van het eiland te bevrijden?
– waarom zijn ze eigenlijk zo belangrijk?
– wat zijn de tekenen in een stad anders dan in een bos?
– waar is er in 's duivels naam een heilige plek?
– hoezo is Elowan machtig?
– hoe gebruik ik mijn spell nuttig?
– waar is de kat, en hoe ziet hij (zij) eruit?
– wat is nuttig?
– waar zal ik slapen?
– zal Theo de wachter inderdaad een bloemetje voor beterschap gaan brengen, zoals hij van plan was?
– hoe blaas je een heel stuk stad op?
– hoe kan het dat de gevangenis ongeveer afgebroken is, en de wacht vervierdubbeld, zonder dat iemand dat door had?
– waarom hebben dwergen zo een slechte naam?

970309
Verslag 005 (xp: 702), 9 maart 1997, totaal: 3471 xp

–"Is er ook een symbool voor intelligentie?"

– "Nu, Elowan staat voor intelligentie. Kijk, van achteren aanvallen is wel handig, maar niet slim, want het is niet eervol, daarom doen we dat ook niet. Slim is van voren aanvallen."

(Uitleg van Nobody na verbazing, geuit door Arna, naar aanleiding van volledig zinloos bloedvergieten, en energieverspillen, waarmee hij duidelijk blijk gaf dan toch in ieder geval geen sarcasme te kunnen herkennen, en zo de hint dus volledig fout op te vatten. (En dan praten we nog niet eens over de inhoud van het antwoord zelf...))


Sir Harold of Vertigo in the southeast, John from the North, en de gnome van de Rock of Gibraltar wonnen het tournooi. Carl nergens gezien, maar belangrijkste vragen waren al beantwoord. Ik zal zoeken, niet kopen. Ik betaal al genoeg.
Ik liep in Calender nog eens langs de tempel van Elowan, en hoorde dat de dwergen binnen zaten. Vreemd op zich. Ze zagen er behoorlijk uit. Heb ik daar al die moeite voor gedaan? Zij keken nauwelijks raar op. Maar ze bleken Theo al te hebben gezien.
Direct kwamen ze naar me toe, en vertelden me dat ze uit de gevangenis konden ontsnappen, door zich te laten dopen in naam van Elowan in Nobody*. Nu heten ze allemaal zo. Nobody*. Dat is wel erg gemakkelijk omdat nu ook duidelijk is, wie er wel bij de Nobodies hoort, en wie niet. Vanaf nu: Dwerg=Nobody.
En ja hoor, ik ben nog geen vijf minuten binnen, of ze moeten weer vechten. Op leven en dood. Nobody4 lokte namelijk een confrontatie uit, door te zeggen dat Nobody3 niet zo sterk was als hem. Ik ben van menig dat dat een uiterst miserabele reden is om een gevecht aan te gaan. Zeker met houwelen. Op zich was het al een wonder dat er geen dode bij viel. De priester verbaasde mij overigens nog wel even door een spreuk te casten, vlak voor het duel startte, terwijl ik uit overleveringen altijd had begrepen, dat de fysieke situatie zodanig is dat er wat je zegt eerlijk gevochten wordt. Noem het anders gewoon oorlog, en probeer je tegenstander te doden, zo zag het er toch al wel uit. Steeds meer vraag ik mij af, hoe het komt dat Elowan zo een sterke orde is.
Omdat dit walgelijke en ziekmakende tafereel verder niet wenste te volgen, onderzocht ik de tempel. "Eenvoudig" lijkt mij de juiste benaming. Nobody2 kwam op mij af, en legde mij de symbolen 'de kroon', de rapier', en 'het armor' uit. (lett: kracht, behendigheid, en incasseringsvermogen; vrij maar redelijk nauwkeurig vertaald: macht, slinksheid, en botheid). Ik dacht aan de veelheid van symbolen die ik zelf tot mijn beschikking heb zoals een raafje, een sluier, een maantje, een boom, een vlam, een mens, een kleur, enz. Daarna dacht ik aan het spilzieke misselijkmakende nergens–toe–leidende gevecht en maakte zonder er verder bij na te denken bovenstaande beschamende opmerking. Ik heb toch wel met ze te doen, want hij probeerde serieus de (inderdaad niet zo gemakkelijke) vraag te beantwoorden. Misschien heeft Hij wel gelijk dat ze geleid moeten worden, maar het zal niet gemakkelijk zijn. En ik antwoordde in gedachten verzonken, dat de kar inderdaad door mij op een veilige plaats buiten de stad was gestald.
We gingen hem 's avonds halen, en toen ik op een gegeven moment omkeek en iedereen sliep, zag ik dat mijn kat op de buik van Nobody3 lag te slapen, en dat Theo weer terug was.

Mijn kat op Nobody3 scheen mij een teken toe, dat alles wel goed zou komen, en ik besloot ieder z'n gang te laten gaan, voor zover ik het kon verdragen. De volgende dag kocht Nobody2 een os, en verkocht daarna de vermoeide die we al de hele nacht hadden laten lopen.

Onderweg werd mij geprobeerd duidelijk te maken dat we een gevaarlijke, slechte tovenaar gingen doden. Maar ik had al heel snel door dat dat niet zo duidelijk was, wat er zo slecht aan was, en al helemaal niet hoe of waarom (later begreep ik dat hij opgenomen was in de deal om uit de gevangenis te komen). Hoe langer ik er over nadenk, hoe blijer ik ben dat er nooit in heb gezeten. Ik had mij mijn naam nooit laten afpakken, nooit. Ik zou niet de stad uit hebben willen vluchten, of van de hulp van anderen afhankelijk zijn. En last but not least: Tovenaars hakken ís nu eenmaal een zeer onprettig werkje, zo niet vrijwel onmogelijk, zeker als ze thuis zitten. Daarbij bestaan er geen slechte mensen meer, die zijn op. En ik nam mij voor de kat eens voorzichtig uit de boom te kijken.
Wat in eerste instantie het meest opviel, was de toren zelf, zonder ramen, midden in de rivier, en met het dak met enorme horens. Toch leek het mij niet zo demonisch of zo. Het wekte eerder verbazing dan afschuw. In tweede instantie bleek de plaats echter veel interessanter. Hadden ze mij niet gezegd, dat ik moest zoeken naar plekken die er magisch geschikt voor waren? Dit leek duidelijk zo'n plek. En ik besloot dus direct dat ik daar meer van moest weten. Nobody124 gingen direct een plan proberen op te stellen, om de tovenaar aan te vallen, maar ik begaf mij met Theootje naar de herberg, alwaar al snel duidelijk werd, dat de bewoners van dit dorpje zich van geen gevaar van de toren afwisten.
We besloten de boodschappers van de wizard maar eens op te wachten, want die kwamen wel eens voedsel halen in het dorpje. Maar de jongen die we (Theootje, Nobody3, en ik) op een gegeven moment terecht voor de tovenaarsleerling aanzagen, vertelde ons dat hij geen wizard kende, en dat hij het ook niet was. Een halve minuut later vloog hij weg! Geen wizard! Onzin dus, maar nog steeds geen resultaat, behalve dat de wizard een leugenaar was.
Maar ik wilde daar naar binnen. Herhaaldelijke pogingen om binnengelaten te worden, mislukten. Ik kon ook niet rustig met de tovenaarsleerling praten, want net toen hij op het punt stond rustig met mij van gedachten te verwisselen, moest hij wegvliegen, omdat Nobody3 z'n bijl liet vallen, enz. Wel had Theootje ondertussen geopperd dat hij wel voor aankomend tovenaarsleerling wilde spelen. En dat was de voornaamste reden dat ik opeens tegenover de gezochte persoon zat.

Alamander. Ik moest wel toegeven dat ik had gelogen over het leerlingschap, en over de leeftijd van Theootje, maar hij kon er eigenlijk niet veel over zeggen. Waarschijnlijk had hij er allang vrede mee dat ik niet was gekomen om hem aan te vallen. Hij vertelde me over de toren van ongeveer 400 jaar oud (gebouwd door de leermeester van Eloisius naar hij zei, van wie ik het idee had dat die al veel langer geleden geleefd had, zo zie je maar {zie verslag 002 deur met 344 Eloisius}) en over zijn huidige bezigheden: Demografie. Onschuldig dus.

Ondertussen hadden Nobody124 ook niet stilgezeten. Ze hadden onder het voorwendsel dat ze een tunnel gingen graven voor het dorpje, onder water reeds de fundamenten van de toren bereikt. Alleen Nobody3 deed wijselijk niet mee. Hij kan niet tegen gangetjes of zo. Slappe reden om op te geven voor het feit dat het hele plan om de wizard aan te vallen niet deugt.
En wederom werd ik in mijn onderhandelingen gestoord, net op het punt dat ik een uitnodiging had om te blijven slapen in de toren. Ze hadden de schout gegijzeld, en eisten toegelaten te worden tot de horny wizard. Ik zag op een gegeven moment Nobody4 wegrennen, waarom zal ik niet weten, maar hij kwam terug met de kar, zeer listig.

Onderhandelen lukte niet, en ze braken naar binnen. Toch was ze de lust hem te bevechten reeds vergaan, en ze maakten ook met hem een deal (het zal me benieuwen wat dat ze nu weer gaat kosten, maar goed). Daarna werd het dan toch tijd er eens vandoor te gaan. Deze plaats is toch bezet. Het volgende doel stond mij nog niet duidelijk voor ogen, hoewel we alweer in de tweede week zitten, maar de droge mededeling "We gaan naar een stad met een temple van Elowan, want ik moet trainen" kon ik niet over z'n kant laten gaan. Het weinige wat ik dan toch heb geleerd van de priests van Elowan: ze draaien alles exact om, en leggen alles zo uit als ze het op dat moment het best uitkomt. In een stad heb ik thans helemaal niets te zoeken, bovendien zie ik het nut niet van trainen, dus ik ga niet naar de stad. Voorts lijkt het mij sowieso redelijk voorbarig in pluralis te spreken voor de behoefte van één persoon. Ik voorzie dus dat Nobody2 alleen naar de stad zal gaan, of helemaal niet. Ik begrijp het eigenlijk helemaal niet, voor een gevecht trek je je armor uit, anders is het niet heroïsch, maar je traint wel stiekem bij, ipv te laten zien dat je ook heroïsch zonder training je tegenstanders aan kunt. (En dan denk ik nog vanuit de kant van de priesters van Elowan!) Naamlevel komt snel dichterbij...


Vragen blijven dingen als:
– Wat had hij wat ik niet had, en wel wilde
– Wie was de leermeester van Eloisius
– Wat voor een helm had Nobody1 daar
– Wat heb je aan een Demograaf
– De hoeveelste dag is het, vandaag...

970322
verlag 006 (xp: 510), 22 maart 1997, (totaal xp: 4031)

–"HET HEEFT NATUURLIJK WEL WAT TIJD NODIG OM TE WEER OP KRACHTEN TE KOMEN..."

Ze hadden verzonnen niet naar Calender terug te gaan, maar naar Caralla te trekken. Onderweg pas hoorde ik dat we ook nog even zouden spreken met een wizard die aan sommigen van hen wel eens een opdracht had gegeven, die ze hadden gedaan voor geld. Werk dus.
Deze wizard zou rond volle maan in Oosterhout zijn, naar de berichten. En dat was ook weer niet zover van onze oude woonplaats vandaan.
Maar onderweg, ik lag net even te slapen, werd ik gewekt door tumult buiten. Ik zag Nobody* weer vechten, nu met een paar mannen in witte tenues met schuine groene banden over hun borst. Ik kon nog net wegkomen. Ik wordt dat echt volledig spuugzat. Overal waar ik kom met die gasten is het raak. En ik kon de wachters hoogst waarschijnlijk helemaal geen ongelijk geven. Vooral Nobody2, met zijn eeuwige –"Ik daag je uit voor een duel"– begint we behoorlijk de keel uit te hangen. Zo oneerlijk als het er daar aan toegaat! Kwam Nobody3 eindelijk weer bij, maakte hij 1 onbelangrijke opmerking, en direct weer –" Ik daag je uit voor een duel." Ik besloot er wat van te zeggen. Dus nog een keer maar nu tegen mij: –"Ik daag je uit voor een duel". Maar ik wist al dat dat zou gebeuren, dus ik zei direct dat niet hij, maar ik hem uitdaagde voor geen duel. Omdat hij het niet helemaal snapte, en ik dus niet ging vechten, liep hij weg, roepend dat hij gewonnen had. Misschien, maar ik had ook gelijk een stuk minder problemen met hem, bovendien had ik Nobody3 een duel bespaard, want dat was Nobody2 in de verwarring vergeten! Kijk, dat lijkt nog eens ergens op. Heeft Nobody3 nu ook gewonnen, nu Nobody2 niet tegen hem heeft gevochten? Lastige vraag... Zo vernederd, dat een priester van Elowan vergeet te vechten. Want zoveel is mij van die orde wel duidelijk, als ze kunnen vechten, zullen ze het niet laten, ze doen het zelfs voorkomen of ze het niet mogen laten, maar dat blijkt dan ook weer nergens uit...
Maar goed, Nobody2 vluchtte naar Caralla, om daar te leren vechten (wat anders), en ik ging met Theootje en Nobody3 het bos in.

Nu was mij al opgevallen, dat er iets bijzonder aan de hand was met het bos. Een detect magic verraadde namelijk dat er een soort energiestroom in het bos liep. Een stroom die verstoord werd door paden en stukken grasland. Misschien is het wel eigen aan het bos magische energie te willen sturen. Vroeger was mij dat nooit opgevallen. De energiestroom liep recht het bos in. Naar de plaats van mijn Moederlijk huis, en dus naar de heilige plaats. Dus wij erheen.


Aangekomen op de plaats des onheils zag ik dat alles nog ongeveer zo was als toen ik daar wegging. De open plek was ontheiligd, de cirkel bomen was deels gekapt, en er stonden runen en wizardmarks in de stammen gegrafeerd. We hebben de oude stammen en bomen gekapt en verbrand, daarna heb ik er nieuwe eikjes geplant. Als ik het goed heb, waren er vroeger ook cirkels getrokken geweest, gemaakt door die vervloekte krijgers, maar nu waren ze weggevaagd. Gelukkig maar. Een detect magic wees erop dat het punt hier in het bos in elk geval uitermate gunstig gekozen was, maar dat de plek niet in ere was hersteld. Dat lijkt me ook niet zo gek. In elk geval kan zich nu het evenwicht weer een beetje beginnen te herstellen. Later zal het beter zijn.



Toen we terug kwamen in het dorpje, besloot ik dat de heilige plek nu toch eigenlijk niet zo erg geheim meer was. Zeer storend. Maar voorlopig toch even niets aan te doen. Ik geloof dat het beter is dat hij nu weer kan regenereren zij het dat de plek niet meer geheim is, dan dat er niets aan gedaan was, en verder wel meer geheim. Ze zullen toch wel niet eeuwig leven. In de gaten houden die gasten. Trouwens, de paladins zullen ook wel onthouden hebben waar het was.

Volle maan kwam, en omdat ik niet de aandacht op mijzelf wilde vestigen, besloot ik een geit te offeren. Ik doopte mijn kat Naam, wat Hij een goede Naam vond. Hij wilde mij wel spells geven, als ik maar een opdracht van hem zou vervullen. Wat dat voor een opdracht is, weet ik niet, maar hij zei dat hij mij erover zou berichten.

Nog geen twee dagen later bevond ik mij in de herberg, waar de wizard die ze vorige keer hadden geholpen hen zei dat er geen werk was. Maar een vriend van hem had wel een raadsel. Het kwam in het kort hierop neer: De man in kwestie, die een ijzerwaren handel heeft in Caralla, kreeg werk bij een organisatie die zichzelf de Red League noemde. Hij werkte daar als kopieërder van een manuscript over Samuel de Rode, een roverkapitein die als ik het goed heb met een zeilschip naar het nieuwe land was gevaren. De goede man kreeg voor z'n inspanningen 2 gp per dag. Op een dag echter, kon hij de Red League niet meer vinden, en bleek dat er ook niemand was die dat wel kon. Hij wilde ons inhuren om uit te vinden, hoe dit alles was gegaan, en hoe het zat. En wij hebben aangenomen. Theootje voorop. We zijn op weg gegaan naar Caralla. Het zal mij benieuwen wat ze nu weer moeten doen om uit de stad weg te komen...

970406
verslag 007 (xp: 944), 06 april 1997, (totaal xp: 5025 +1 level)

"Huuuiiiiii, hi, Mammaaaaa?, snik..."

In Caralla aangekomen, huurden we eerst een huisje. 53 Bakerstreet. Van daaruit ging de party boodschappen doen, maar ik besloot direct spijkers met koppen te gaan slaan. Om te beginnen leek het mij het best eens na te gaan wat er nu precies in dat boek (The voyages of Harry the Red (formerly known as Samuel)) zou staan. Op weg naar het stadhuis kwam ik Olaf tegen (of all people). Die was trouwens aardig verbaasd mij hier te zien, maar vertelde me, dat ene Asraël the Sage (van wie ik al wist via Broeder Erandus dat die minder aan magie doet, dan aan geld en reisverslagen) me misschien wel dat boek kon laten lezen. Dus ik daar heen. Met behulp van Nobody1 kon ik genoeg huur betalen om even in het boek te kunnen lezen. Het ging als volgt.
'In het begin reisde Harry the Red wat rond op een boot met zijn makkers. Na verschillende eilanden te hebben aangedaan, vonden ze de Beker. De Beker had als eigenschap, dat als je eruit dronk, je iets enorm lekkers proefde. Iedereen dronk eruit. Urdogen verdween in de stad met de Beker, en toen de anderen hem later gingen zoeken, iets wat niet zal zijn meegevallen, aangezien ze belaagd werden door waanbeelden, volgens het verhaal van de Beker, bleek de hele stad te zijn verdoemd. Urdogen werd gedood, en de Beker mee genomen om te laten onderzoeken in Caralla. De reisbeschrijving werd wat anders aan het einde, en toen ze in de stad waren, hield het verhaal op. Geen einde.'
Ondertussen had ook Nobody1 zich zitten verdiepen in een boek over gevechtstechnieken, maar toen ik het boek uit had, was mij en hem ook, zonder dat er een duidelijke aanwijzing was geweest, over hoe de Beker eruit moest zien, volledig duidelijk dat het zo'n bokaal op een voet, met twee oren, metaal met edelstenen moet zijn geweest.
Tja, ik moet nog eens terug daarheen om nogmaals de vindplaats, en het einde te lezen, en wel in hoeverre het anders en raar werd, want ik denk dat ik daaruit toch nog wel iets meer informatie moet kunnen vinden, over wat en hoe ze in de stad zijn gekomen. Bovendien wil ik nog weten of er iets magisch aan het boek is.
Voorlopig houd ik het op het volgende: De Beker is in Caralla aangekomen, en daar niet weggegaan (gok). De Beker brengt iets dan goeds. Mensen willen de Beker, ofwel om voor zichzelf te houden, ofwel om de curse op te heffen. Van de anderen van het reisgenootschap wordt verder niets gezegd, maar misschien weten sommigen daar nog wel iets over te vertellen. Ik denk dat ze dood zijn. Waanzinnig geworden. Bovendien denk ik dat ze de Beker zeer goed verstopt hebben.
–"The Red Leage is temporal..." Het is vast een groepje mensen die zich tot doel hebben gesteld de beker te vinden. En misschien is het ze nu al gelukt. Maar waarom dan iemand betalen het boek over te schrijven. En vooral zoveel. Misschien willen alle metgezellen van Urdogen allemaal een eigen reisverslag (6 stuks). Maar waarom? En waarom moest hij het niet afmaken? Waar moest hij schrijven? Hoezo hebben sommige mensen halve kopieën van het boek?
De stukjes vallen heel langzaam in elkaar.

Ik probeerde Naam eerst eens te leren te luisteren naar zijn Naam, en viel later vermoeid in slaap op de kar, na zoveel inspanning. Maar het was nog nacht toen ik waker schoot met zo'n wrang gevoel van 'er is iets vreselijks gebeurd...' En toen ik opkeek zag ik Naam nergens. Ik schrok mij natuurlijk een ongeluk. Dus ik zoeken. Mijn intuïtie vertelde dat ze achter een hoge muur zat, waarachter dood en verderf lag. Na de muur beslecht te hebben, vond ik haar dan ook inderdaad terug. Gelukkig. En ik al die tijd in de zenuwen. En ook nog liggen snorren. Bij een onbeschreven graf. Snorren... bij een graf!?...
Net toen ik me bedacht dat er hier iets niet klopte, hoorde ik iets. Tomb, tomb, tomb...
Het kwam van onder mij vandaan, uit het graf. Welke ziel zou hier de rust van een kist hebben gezocht, maar niet gevonden. Een diep verlangen kwam in mij op om dit mysterie te onderzoeken. Naam lag toch ook niet voor niets op een graf in het midden van de nacht?
Toen hoorde ik Theootje. Onder de grond! Ik geloofde niet dat hij het was.
En ik hoorde hem kuchen en stompen en ik dacht dat hij het was.
En daarna zag ik een dolk door het kistdeksel heen komen, en ik wist dat hij het was.
Dus groef hem als een bezetene uit, terwijl ik fluisterde –"Theo, wat doe je daar?" en hij antwoordde: –"...hi, hi, Mammaaa??..." Ik hoorde even niets en ik zei: –"Ja Theootje ik ben het!" En toen had ik bruin haar!
En ik hoorde hem na een tijdje snikken: –"...en ik dacht dat je me had verlaten!..." en ik dacht: "Arme jongen, moederziel alleen in een graf, wat zielig..." en ik hielp hem eruit. Ik zei: –"Maar Theootje, ik zou je nooit verlaten!" Hij wist niet meer hoe hij daar gekomen was, maar hij stonk wat naar schijt, en een beetje naar bloed, was aardig toegetakeld, en behoorlijk in elkaar geslagen, bijzonder vermoeid, vrijwel dood, en volledig in de war.
Na hem een beetje te hebben gewassen, zijn we maar flink gaan slapen in de kar. Onder een zeiltje. Wie ons stoort, morgenochtend heeft het zelf gewild. Misschien hadden we nooit naar deze vervloekte stad moeten gaan.
Morgen ga ik even snel uit te vinden hoe dat zit met die Red League.
Misschien wel zo: Onder het voorwendsel dat ze het boek laten kopiëren door onze ijzerboer, onderzoeken de leden van de Red League het boek pas echt nauwkeurig. Wanneer ze genoeg weten, om uit te vinden hoe ze aan de beker moeten komen, is onze man niet meer nodig, en verdwijnen ze, met het boek, en de beker. Volgens mij was de man toch nog niet veel verder gekomen met overschrijven dan tot waar de Beker gevonden was. Misschien willen ze de Beker daar wel weer terug brengen. Toch vreemd dat ik mij zo goed kan voorstellen hoe de Beker eruit ziet...

970420
Verslag 008 (xp:1450), 20 april 1997, (totaal xp:6525)

–"Het wordt voorgedragen en daarbij ook uitgebeeld."
–"Ja, dat mag ik hopen, na eerst te hebben geroepen: "Komt dat zien!" Anders ga ik mijn geld terug halen"

Eerst en vooral was duidelijk dat niemand ene ruk verder was gekomen, bij het uitzoeken van de problemen van onze ijzerboer. Wederom was ik de enige die ook maar iets van een poging in de richting van een oplossing had gedaan. En wat voor een! Het hele verhaal zat in mijn hoofd, en ik was vast besloten nu dan toch uit te gaan vinden, waar de overgebleven leden van het gezelschap van Harry waren gebleven. Dus ik ging weer naar het rijkere deel van de stad, alwaar ik bij een tovenaar aanklopte. Maar deze drukbezette man kon mij voorlopig in elk geval niet verder helpen.
Lastig toch, wanneer je even snel een antwoord nodig hebt, dat je misschien wel weken moet wachten tot je er een hebt. Zouden alle wizards dat doen? Zou ik dat ook moeten doen? Met audities en zo? In elk geval leek het mij verreweg het beste eens te gaan kijken of de anderen van de party nu al eens uit de veren waren (1), eindelijk eens te vertellen waar ik Theootje had terug gevonden (2), en eens de balans op te maken van wat we nu gecombineerd te weten waren gekomen (3).
Nu vooruit, ze waren op. Maar dan ook nauwelijks verbaasd dat Theootje op het kerkhof dood en begraven was toen ik hem vond. Tot mijn niet geringe verbazing kreeg ik te horen dat zij hem daar zelf hadden begraven! Hij scheen weer in zo'n wezenloze bui terecht te zijn gekomen, en naar hun zeggen gered te zijn door de party. Verdacht verhaal, hoewel... Maar dan ga je hem toch niet begraven? Tot mijn grote spijt was er weer geen sprankje rede te ontdekken in de overigen van de party, op het gebied van samenwerking. Een voorstel van mij om eens door te praten wat we zouden doen, en waar en wanneer, werd schamper geharpoeneerd. Maar ook maar klein beetje dichter in de buurt van de oplossing waren ze in het geheel niet gekomen. Niemand wist ook maar het minste van de zaak af. Misschien begin ik langzamerhand zo boven het niveau van de party uit te steken dat de vorderingen die zij hebben gemaakt, in verhouding tot mijn eigen voorderingen voor mij onmeetbaar zijn, heel denkbeeldig, maar ik geloof dat ze zich deze keer toch helemaal hadden gedrukt.
Maar een voorstel daar eens wat aan te doen, door de voorsprong die ik nu eenmaal op ze heb, aan hen voor te dicteren werd ook zo van tafel geveegd. Dan niet.
Net toen ik binnen kwam, ging Nobody4 weg. Hij bleek later op onderzoek uit te zijn gegaan, en wel in het riool. Dicht bij het huis van onze ijzerhandelaar had hij wat oud graaf– en stutwerk gevonden, echter alsof het niet was afgemaakt. Interessant op zich, maar waarom niet even een plan afgewacht? Is het dan zo moeilijk om samen te werken?

We gingen die avond naar een tent op het plein. We konden eigenlijk kiezen, tussen Harry en Samuel de Rode, en omdat ik Harry al had gelezen, besloot ik naar Samuel te gaan. Alleen de twee priesters gingen natuurlijk naar de andere tent. Onderweg met Theootje en Nobody1 en Nobody3 zagen Nobody1 en ik in een steeg een man die als een bezeten een muur aan het slechten was. Hij zag er wat vreemd uit, en al snel was duidelijk, dat alleen Nobody1 en ik hem zagen. Hij stopte met werken, en nam duidelijk een defensieve houding aan, niet van plan ons er door te laten. Hij antwoordde niet op onze vragen. Toen er twee mogelijk nog slechter uitziende lieden de hoek om kwamen, en Theootje en Nobody3 daar achter aan gingen, liepen ze zo langs hem heen. Wij echter zagen dat ons dat niet zou lukken. Terwijl we stonden te overleggen wat nu te doen, omdat de andere lieden niet meer waren terug gevonden, was hij opeens verdwenen. Dus wij naar de tent.
Daar werd de voorstelling voorgelezen en nagespeeld. Alles leek aardig te kloppen, behalve dat over de slechte effecten van de Beker geen woord werd gerept. Bovendien scheen hij te zijn verdwenen. Op het stukje dat Simon met z'n pick–axe een gat in de muur begon te hakken riep Nobody3 dat hij dat al eens had gehoord. Vrijwel direct vertrok een van de mensen vooraan de tent uit. Gevolgd door Theootje. Toen die wel heel erg lang weg bleef, besloten we toch eens polshoogte te gaan nemen. In een steegje zagen we tot mijn verbazing op zich, dat Nobody1 daar werd belaagd door 2 van die mensen met verwrongen gezichten, en stortten ons in de strijd. Het scheen mij toe dat deze lieden ook iets met de Beker (of de vloek erop) te maken hadden.
We hakten ze aan gort. Daarna leek het verstandig Theootje te gaan zoeken want het zou mij niet verbazen als hij zich weer eens in de nesten had gewerkt. Maar wat staat daar?...

970504
verslag 009 (xp:522), 4 mei 1997, (totaal xp:7097)

–"Ik ga nog eens naar the Blue College."
–"Ik wil met Mamma mee!"
–"Ik ga met Arna mee als bodyguard."
–"Ik ga met Arna mee om voor haar te zingen."
–"En ik ga met Arna mee om haar onder te kwijlen."

De ene mutant die was blijven staan, werd door Nobody3 in de gaten gehouden. En ongeveer direct kwam de stadswacht om de hoek zetten. Hoewel ik natuurlijk ook niet weet wat ze kwamen doen, leek het mij duidelijk het beste er hier vandoor te gaan, dus voorlopig trok ik mij terug, achter de brede ruggen van Nobody13 en de vreemde mutant. Maar de stadswacht kwam niet op ons af. Sterker nog, ze vluchtte. Omdat het ons sterk leek dat dat voor ons was viel ons de schaduw achter ons op. De schaduw, of wolk, of wat het was, bewoog zich in onze richting, en het leek mij het beste toch niet binnen die schaduw te komen. Dus ik zette het op een lopen. Niet de richting in van de stadswacht, Nobody3! Te laat. En toen begon iemand mij lastig te vallen, net toen ik gefascineerd toekeek, hoe er zich een muur vormde, op de plaats waar net nog een steegje begon. Even later hoorden we weer het hakken, wat ik voor de voorstelling ook al had gehoord. Opeens hoorden we ook een doffe klap, en Nobody3 boven ons. De muur was slordig, maar dicht gemetseld steenwerk, en ik vond het zo wel mooi geweest. Ik besloot dat we dus maar terug moesten gaan naar de Bekerstraat. En toen gebeurde er iets raars: iedereen volgde mijn plan op! Niemand ging moeilijk lopen ouwehoeren over wie dat moest beslissen, of waarom naar de Bakerstreet, maar iedereen ging gewoon mee!
Bewogen door zoveel compassie, besloot ik de party dan maar even op het goede spoor te zetten. Dus ik belegde een korte, maar wat mij betreft zeer zinvolle vergadering. Duidelijk werd dat Nobody4 gedood was (–"Moge Elowan hem op gepaste wijze belonen, voor zijn 'inspanningen' op deze aarde...") door een monster, en Theootje (naar ik aanneem) ternauwernood ontsnapt. Hij had de gecloakte man gevolgd, was ergens door een schaduwpoort heengestapt, en in de andere tent aangekomen, waar hij zich had laten gijzelen, was blijkbaar met hulp van Nobody24 vrij gekomen, en had de man verslagen. De mantel van die man had hij meegenomen. Mooie mantel. Blauw. (Blue College). Ook hij had van die mutanten verslagen.
In elk geval bleek dat we de Beker niet hebben. Aan de opdracht van de ijzerboer is volgens sommigen al voldaan, maar nu we dan toch zover zijn gekomen moet en zal ik de Beker zien. Bovendien, wie gelooft er nu dat de man niet meer mocht doorschrijven, omdat het verhaal anders klopte? De namen waren veranderd, en de uiteindelijke rustplaats van de Beker weggemoffeld.
Ik besloot dat we naar de steeg terug moesten gaan, waar de muur was ontstaan, maar dan wel bij dag.
Het deed mij bijzonder veel plezier te zien dat de pleidooi van 3 weken geleden zo goed z'n vruchten afwierp. zij accepteerden mijn leiderschap in deze, ook al omdat hen nu begon te dagen, dat ze zonder leiderschap en richting geven toch eigenlijk als kippen zonder kop rond liepen. Omdat er iets niet scheen te kloppen in de steeg, zo had ik bijvoorbeeld een buidel teveel, waagde ik een detect magic. En wat voor een... Theootje leek zo hel te schijnen als de maan! Magische cloak, magische viool, magische dinges onder z'n jas, en misschien nog wel meer... Bovendien was ik aangenaam verrast magie te zien in het buideltje dat ik aan had hangen. Maar het raadsel van Theootje, lopend over stenen die hij niet zag maar wij wel, werd nauwelijks opgelost.
Tijdens een nieuwe vergadering werd mij gevraagd wat we nu het best konden gaan doen. Ik gaf de raad nu naar het blue college te gaan, om uit te zien, hoe de beker er daar uit zag.
En weer: wij erheen.
In de Blue College speelde Silver (de bard) en haalde Nobody3 zich een spell (sleep) op z'n hals gecast door Olivier.
Samson en Olivier vielen mij enigszins lastig, maar werden verdreven door Arnold, de nieuwe compagnion. Aardig toch altijd om te zien.
Van Samson heb ik het adres.
Al met al was het een gezellige avond, maar we hebben niets gevonden wat ons volgens mij verder kan helpen.

970601
verslag 010 (xp:1.600), 1 juni 1997, (totaal xp:8.757/10.000)

"Als 't U belieft."
(Arna offert 2 humans, zonder maan)


10 oktober 746 FS (00:30).

Gisteren avond vertelde Nobody3 ons wat over Henk. Die zoekt hij. Hij heeft een narrenpakje aan. En is dwerg. En onvindbaar.
Maar goed. Ik werd vannacht ruw gewekt in de kar, met een brandende toorts. Gelukkig kon ik snel ontkomen, onder het casten van de grote veranderspreuk. Overal in de stad waren riots en dus ook branden. In de vorm van een groot pentagram, zoals ik terug op de Bakerstreet zag. Iedereen was al weggerend.
Ik besloot te proberen, om toch (no moon) een offer te proberen te brengen. Ergens binnen de stralen van het pentagram kwamen twee mannen in het steegje net naar buiten. Een val–in–slaap–spell was voldoende.

Ik had geen enkel idee wat er zou gebeuren. Ik heb nog nooit geprobeerd een summoning te doen of een offer te brengen, als het geen volle maan was. Misschien is het wel zeer onmogelijk dan contact te maken. Misschien kan ik wel contact maken, maar stoor ik Hem in hogere bezigheden. Misschien zelfs, kan ik wel contact maken, maar kan Hij niet reageren. Of pakt een ander de summoning op, die aan Hem gericht is, omdat het geen volle maan is.
Maar er bleek niets aan de hand. Misschien lukt het mij nu ook al om Hem te bereiken, als er geen volle maan is, maar ik geloof dat de tijd wel zéér gunstig was. Later kwam ik zo'n grote concentratie energie tegen, dat ik denk, dat er sprake was van een zeer ongewone situatie. Maar het kan natuurlijk nooit kwaad, daarmee wat te experimenteren.
Hoewel ik het ritueel een beetje snel moest uitvoeren, zo in een steegje in de stad, vol riots, waren alle tekens aanwezig. Aan het eind bleef er een op zich redelijk normaal uitziende ring over, en waren de offers ontvangen. De ring trok ik natuurlijk direct aan. En direct hoorde ik in mijn hoofd iets roepen als: –"Wie? Waar? Wijs er een aan! Wie?" Maar daar trok ik mij natuurlijk niets van aan. Naam was zeer aanhalig. Maar waar was Theootje? Ik beval Naam mij direct naar Theootje te brengen. En weg was hij.

Toen hij eindelijk stopte, zag ik Nobody3 een muur inhakken met een voorhamer, en Nobody2 met een copperpiece die hij net door een gaatje in de muur heen ging gooien. Zij stonden volgens mij in het midden van het pentagram, hoewel er pas 4 vuren brandden. Zij wisten mij te vermelden dat verschillende tempels in de hens stonden. Direct waarschuwde ik hen dat het zeer onverstandig was, om daar te gaan staan, waar het effect ging plaatsvinden, en waar offers gebruikelijk worden gebracht. Tenzij zij nu juist net voor die eer aan het solliciteren waren. Zij trokken zich er weer eens niets van aan.

Gelukkig spitste Naam ineens zijn oren, en rende er weer vandoor. Dit keer recht naar de Blue College, alwaar ik dus Theootje vermoedde. En ja hoor, na een tijdje vond ik hem, schuilend onder, laag. Hij vertelde mij dat hij via de deur gewoon naar buiten zou komen. Na langdurig wachten en een kort gesprekje met Silver, ben ik weer weg gegaan.

Ik kwam weer in het midden terecht na een run achter Naam aan. Iedereen bleek net op tijd gearriveerd. Omdat ik geen energie meer wenste te verbruiken, hield ik mij enigszins op de achtergrond. Van daaruit kon ik zeer goed zien hoe knap Nobody1 een magiër uitschakelde die net bezig was Nobody23 te hakken. Hij rende er op af, sprong omhoog, en plofte een helm op het hoofd van de magiër, die direct neerviel. Eenvoudig en doeltreffend. Knap werk. Goeie helm ook. Handig.
Toen werd mij in een notendop verteld wat er was gebeurd. Nobody24 hadden een gat gemaakt in de muur, Nobody2 was aangevallen in een rond kamertje met twee zetels erin door een vreselijk mummieachtig wezen. Daarna waren er twee wizards aangekomen die aan het vechten waren geslagen met Nobody24, buiten, want de mummie bleef aan de andere kant van een scheur in de grond staan. De gevaarlijkste wizard had op bepaald moment een lightning bolt gecast. Geen kattenpis. Jammer dat ik geen wizardspells kan leren. Nobody2 merkte ook nog even op, dat een van de wizards, degene die het eerst viel, de wizard was, aan wie Rock & Co vroeger nog wel eens een paar SourceMagic boeken had gegeven, en die elke 3e in Oosterhout zou zijn. Die heb ik gezien. Wie was dat ook al weer? Wat doet die bij een summoning?
Hierna werden de wizards Elowantisch geofferd, nadat ze eerst geheel gestript waren.
Maar, dit misselijk makende ritueel ontlopend, liep ik zonder noemenswaardig wapen de kamer binnen. Hier was een ronde kamer, met aan het eind een podiumpje, met daarop een tweetal zetels. Een kleinere en een throne. Vanaf vijf punten uit de muur kwam pure energie naar binnen gestroomd. De energie was duidelijk zichtbaar, ook zonder detect magic, zo sterk was het. De energie schoot en dwarrelde wild naar het kleine stoeltje, en ging daarna in een strakke straal naar de throne. In het midden, over een scheur in de grond stond inderdaad een mummie. En nu leek mij het moment aangebroken mijn nieuwe cadeautje te gebruiken. Ik wees met mijn rechter middelvinger naar de mummie, en die viel direct neer. Bovendien viel ook mijn ring op de grond. En ook mijn vinger. Op zich a–relaxed, maar ik had het kunnen weten. Voor wat, hoort wat. Het was zeer pijnlijk. Maar ik heb de ring maar aan mijn andere middelvinger gedaan, en heb de vinger veilig opgeborgen in een van mijn pouches. Volgende keer zal ik mijn tegenstanders die deze eer ten deel zal vallen, nog beter uitzoeken. Ik weet nu al niet, hoe dit gemis mijn spellcasting ten goede zal komen...
Maar nu was het probleem van de energie nog niet zo erg opgelost. Ik sprong dus over de scheur, en schopte het stoeltje vast van z'n plaats. Toen schoot/dwarrelde alle energie direct naar de throne. Ik moest die dus ook maar omver gooien. Dat leek niet zo makkelijk. (bend bars: 2%) Maar de situatie leek mij dringend, dus ik gooide hem omver. De beker was nergens te zien, maar het was nu wel zaak hem snel te peren. Alle energie sprong dwars door de kamer heen, op zoek naar een uitweg. We renden voor ons leven, en ontkwamen net op tijd, om een vreselijke ontploffing voor te blijven.

Eind goed, al goed. Geloof ik. Hoewel, als we een summoning hebben verijdeld... En Theootje is nog nergens te bekennen. Geen idee waar hij is.
Wat voor een summoning was het eigenlijk?..

Dus:
– Wat weten we nu?
– Waarom zijn wij niet aangesloten bij de hordes brandstichters en tempelrovers?
– Zou de bevolking onder een spell zitten, dat ze opeens 5 tempels gaan aanvallen?
– Waren wij geen brandstichters of rebellen?
– Doen al mijn spells het nog wel naar behoren? *
– Zal ik het amulet aandoen? *
– Waar is Theootje? *
– Wat wil ik met SourceMagic–books, en waar zijn ze? *
– Hoe heette die wizard ook al weer? x
– Kunnen we via die wizard de hide–out van de anderen achterhalen? ik niet
– Wanneer krijgen we wat rust, 's nachts? *
– Zou de summoning zijn doorgegaan als ik de zetels niet had omgegooid. x
– Kunnen alle wizards summonen?
– Bestaat de Red League nog? (vlgs. Olaf niet...) *

Wat weet ik nu?
– Beker geeft zeer verslavende smaak.
– Iemand heeft behoorlijk geld over voor overschrijven boek.
– Er zijn magic users betrokken. (hoeveel?, Waar?)
– Er werd iets gesummond (geloof ik), heeft dat iets met de beker te
maken? Wat dan?
– Er zijn 5 tempels (de 5 tempels?) verbrand. Wie heeft daar iets aan?
– Wat kun je met Source Magic. *
– Zijn er nog leden van de Red League over? Of van een andere
organisatie, nu we de wizards hebben gesloopt? Wat willen ze?
– Gaat het eigenlijk wel om de Beker, of is dat een zijspoor...
– En als het niet om de beker gaat, waarom wilde iemand dan betalen
voor het overschrijven van dat boek, voor veel geld.


Nog even te doen:
Wat waren dat voor'n tekens?
Waar komt puk vandaan, en waar was z'n hide–out?
Amulet om
Oefenen met casten detect magic ea. wegens middelvinger.
evt. offers voorbereiden
components? (waar is fijn zand goed voor? en spinnen?)
Astrology
Waar vind ik een verzamelplaats?
Misschien even een stukje bos in voor tekens.

970629
verslag 011 (xp:522), 29 juni 1997, (totaal xp:9.329/10.000)

"Nee, hoor. Niets gevaarlijk in de stad, niks gezien..."


11 oktober 746 FS (ca 15:00).

De stad brandde als een fakkel. We kwamen op een gegeven moment langs een aantal mensen die hun huizen stonden te blussen. Nobody1 en Arnold liepen natuurlijk gewoon door, zonder na te denken. Maar om eens wat informatie te krijgen van wat er eigenlijk leefde in de stad, besloot ik als spion daartussen te kruipen. Ik zal Nobody1 toch nooit begrijpen, maar ja, dat heb je zo met dwergen. Die doen maar wat. Nobody2 dan! Helemaal niet meer gezien. Waarschijnlijk is die nu dan toch eindelijk in een van z'n eeuwige duels omgekomen. Hij hebbe z'n ziel (goed beet). En the mother of dwarves; Nobody3? Heb ik hem wel eens in actie gezien? Nou dan... Daar is dus ook niets mee te bereiken. Die is er niet alleen maar nooit als je hem nodig hebt, maar ook nog eens altijd als je hem kan missen als kiespijn.
Ik werd gestationeerd tussen de vrouwen, die emmers met water doorgaven. Anderen hielden zich bezig met het naar buiten slepen van huisraden, en het redden van mensen die nog binnen zouden zitten. Af en toe kwam er een groepje vandalen langs, maar dat werd door de steeds groter wordende groep gemakkelijk afgehouden.
Ik hoorde vooral de klacht aan de deur van de hertog. Waarom hij het zover liet komen, waarom hij de stadswacht niet had gestuurd, en het leger. En ik dacht er het mijne over.
Ik was voor mijn gevoel uren bezig, en werd toen ik weg wilde gaan, uitgenodigd daar te blijven, om te schuilen voor rovende groepen mensen. Deze uitnodiging leek mij zeer terecht, dus ik bleef.

Na een ontbijt, de volgende dag, gingen ze zoeken naar etenswaar, zo ver was het al gekomen. Ik echter besloot even met eigen ogen te gaan onderzoeken, wat er aan schade was uitgericht. Er zat een bijzonder groot, volledig gaaf gat op de plaats waar gisteren de ontploffing was geweest, en tot 300 meter in de omtrek lag alles in puin. Overal lagen doden. Ik bedacht, dat zelfs ik dat niet zou hebben overleefd, en vroeg mij af of de open plek in het bos ook zo was vernietigd. Zou mijn moeder ook hier zijn geweest? Vast wel. Wat was dat voor een teken daar op die boom? Vuur? Fiaria? Hmmm. Zouden de paladins daar inderdaad wel bij toeval gekomen zijn? Dan zullen ze wel vaker komen, maar tot nu toe geloof ik nog niet. Of zou het een strafexpeditie zijn geweest? Voor wat dan? Wat deed mijn moeder eigenlijk als ze op reis ging? Zoveel vragen...

Ondertussen was ik al voorbij de krater gelopen, en aangekomen bij de tempel van Faerghal, die ook geheel aan puin lag. Er waren geen overlevende priesters te zien. Ik besloot het altaar eens wat beter te bekijken. Wat ik er van zag, waren het vooral tekens die te maken hadden met bescherming. (Dat klopt ook wel met familie.) Bij een portiekje zat een man die in elkaar gedoken op zijn knuppel leunde. Hij was niet zo heel erg aardig, zeker niet in het begin. Maar hij trok wat bij, nadat ik hem had uitgelegd, dat ik er niet was gekomen om hem te beroven, of zo. Hij raadde mij af om sowieso in mij eentje door de stad te lopen, maar ik sloeg z'n ongetwijfeld goed bedoelde raad in de wind, en ging op weg naar een andere tempel, nu van Sharra (cyclism).
Ook deze was helemaal uitgebrand. Twee priests met pijen stonden daar hun tuin te harken. Eentje heette Gerard. Zij waren geheel ontdaan, ook al van het verslag van mij en de andere tempel. Om ze ietsje op te vrolijken, begon ik een verhaal oven afbraak en wederopbouw. Maar ik hield daar maar over op, toen bleek dat dat helemaal geen enkel effect op hen bleek te hebben, behalve treurnis, om niet te vervangen waarde. Ook zij wezen mij op grote gevaren in de stad, nu, en ik besloot daar nu wel mijn conclusies uit te trekken. Dus ik spoedde me naar de Bakerstreet.

En ja hoor, daar zat Theootje gewoon. Deze keer met een stalen band om z'n nek, met de inscriptie (iets als): "Je kunt niet zomaar zo een koe opeten". Dat verbaasde mij ten zeerste. Het verhaal dat hij erbij had overigens ook. Hij was in slaap gevallen gisteren avond, omdat het zo chaotisch was, in het: Unblue College! Daar was hij later wakker geworden met de deur op slot, was door iemand in slaap gecast, en nog later, na gebonden te zijn geweest, weer gewekt, om een tijdje met een soort hoofdman te spreken. Daarna hadden ze hem waarschijnlijk in elkaar geslagen, aan de blauwe plekken, en een halsband om gedaan. Daarna was hij wakker geworden op de Bakerstreet. Hoe hij daar kwam? Was hij met een schaduwdeur in het unblue college gekomen? Wat wilden ze van hem? Waarom hadden ze hem eerst gebonden, en later thuis afgezet? Wat is dat nu weer voor 'n halsband? Vragen, vragen....
Ik geloof nu dat het blue college binnenkort eens met een bezoek van ons moet worden vereerd, want iets in het verhaal van Theootje leek mij ervan te overtuigen, dat de dingen daar absoluut niet deugen. Als het aan mij ligt, is dat het eerst volgende gebouw dat in de hens gaat.
Omdat Theootje de enige is die eerlijk toegeeft dat hij mijn hulp nodig heeft, besloot ik hem te helpen, even de halsband af te krijgen. Maar de halsband kon niet af, ook niet met de hulp van Nobody1 die even langs kwam wippen, en die een stokje bij zich had waaruit hij een gemeen bijtend goedje kon laten spuiten. De schop borrelde zo weg, maar de halsband bleef gewoon zitten. Een betonschaar had ook geen effect. Theootje zit eraan vast. Het zou mij niet verbazen als de band magisch is, maar wat hij kan of doet, is mij nog niet helemaal duidelijk. Over Magie gesproken, ik besloot mijn medallion, met leeuwen kop van brons maar eens aan te doen. Ik voelde het warm worden, alsof het aangezet werd, en daarna weer gewoon afkoelen.

Bij de ijzerhandelaar werden we, omdat we uit de stad waren komen lopen, geronseld door de stadswacht. Nou ja! Nobody1, Theootje, en ik werden er met 4 spearmen op uit gezonden, om te kijken, hoe het er in de stad uitzag. Arnold was weer even snel verdwenen als dat hij gekomen is. Dat zat er ook wel in. Het stadhuis, en de tempels waren ons doel. Ik had vanochtend nog met een zeker gemak door de stad kunnen lopen, maar nu werden we natuurlijk direct mikpunt, en doelwit van allerlei uitschot. Wat wil je. Alleen Theootje begrijpt dat iedereen die er uitziet, alsof er iets te stelen is, of tot de tanden gewapend, natuurlijk nooit een kans heeft waar dan ook tot het centrum door te dringen. De spearmen deden wat ze konden, dat viel mij alles mee. De eerste groep overleefden we zonder al te veel problemen, dus (geen schade (voor mij)). Ik gooide een spell, en een balletje, dat was al weer een tijdje geleden. Gelukkig deed hij het nog. Maar ik moet eigenlijk wel meer moeite doen.
Hmmm, als dat zo doorgaat, voorzie ik toch wel problemen, op een bepaald punt. Het zijn er erg veel...



– Wat droom ik?
– Ik wil kaarten van de buurt(en)
– amulet
– message to ...?
– terugkeren uit centrum
– astrology
– casten in front of spearmen
– tekens in de stad
– tempels?
– vergaderen! !
– halsband Theootje
– stokje Nobody1

970713
verslag 012 (xp:1240), 13 juli 1997, (totaal xp:10.619/20.000)

Bij de kracht van het zand hier vandaan Ik bind Doont Pennik om mij geen kwaad meer te doen.
Bij de schaduw van het woud hier dichtbij Ik bind Nobody Pennik om mij geen kwaad meer te doen.
Bij de beweging van het vuur hieronder Ik bind Noboby Cares om mij geen kwaad meer te doen.
Bij het licht van de maan hierboven Ik bind Nobody2 om mij geen kwaad meer te doen.

Dat Gij het voelt, bezegel ik het met mijn bloed.
Dat Gij het ziet, bezegel ik het met mijn pijn.
Dat Gij het doet bezegel ik het met mijn kracht.

Wat een stel klunzen zeg. Hoe is het g&dduivels mogelijk dat ze met z'n vieren wegrennen zonder mij te waarschuwen. Dit wordt me echt te erg.

Ondertussen heb ik redelijk gemakkelijk kunnen besluiten, wie het eerst terug betaald. Niet zo moeilijk trouwens. Ik ben ook eigenlijk te goed voor ze. Ik ben hun moeder niet! Drie energy drains! Twee waarschuwingen! En dan nog!
Het zal hem nog wel tegenvallen, als ik hem het gewicht van de geleden schade afsnijd. Trouwens, zoveel levert dat niet eens op! Hij zal moeten sparen. Voor mij! Hoeveel maak ik nou goed met 1 vinger? Of 1 hand? 1 Hoofd? 1 Nobody2??? Ik vrees toch te weinig, al met al. Wat te doen... Misschien, heel misschien...

Alleen Arnold heeft zich enigszins proberen te herstellen van zijn fout. Ik kon inderdaad bij de mutantcreator naar binnen. Net iets voor mij, natuurlijk. En bijna, bijna eindelijk had ik de beker gepakt. De Beker!
Waarom heb ik hem niet? Waarom heeft het lot hem aan Nobody2 toevertrouwd?
Ik weet het al! Nobody2 moet ervan drinken! En daarna moet ik de Beker bemachtigen, en als hij onder de curse van de Beker zit, moet ik de Beker veilig stellen.
Goed plan. Veilig stellen. En dat lost dan ook direct het probleem van het tekort op. Perfect.

Heel misschien, heeeel misschien wil ik ook wel een klein slokje. Een klein slokje maar, om te proeven. Maar misschien ook wel niet.

James is vooral eng. Waar is die eigenlijk? Ik dacht dat ik doodging. Was ik maar dood gebleven....

970724
verslag 013 (xp:0 (zelf niet gespeeld), 24 juli 1997, (totaal xp:10.619/20.000)

aldus (ooggetuige Kurt):

– Nobody2 kijkt als possesed naar beker
– Nobody2 probeert Adam wat uit de beker te laten drinken.
– Arnold houdt er een schaaltje bij.
– dan komt Theootje binnen en schopt de beker uit de handen van Nobody2.
– Ik duik op de beker, samen met Nobody2, en Theootje
– Ik raak de beker aan; hij voelt glad.
– Nobody2 heeft hem terug.
– Nobody2 begint de beker te gebruiken in gevecht, hij blijkt te weten hoe dat werkt.
– Arnold vlucht
– Nobody2 probeert Theootje te raken met een slijmerig goedje dat uit de beker druipt.
– Ik vlucht
– Iedereen vlucht.
– Ik loop verkeerd, maar kom later nog eens terug om te zien dat de hele zooi is ingestort, en Adam dood onder de stenen ligt.
– ik zoek nog even naar beker
– Nobody2 verdiende loon? Misschien. Redelijk. Ik zou hem nog moeten offeren... eigenlijk.
– ik begraaf Adam
– ik vind een weg naar boven
– Ik ga weg, op zoek naar de party. Het is nu drie dagen later, dan toen we de zaal inliepen.

970824
verslag 014 (xp:902), 24 aug 1997, (totaal xp:11.571/20.000)

16 oktober 746 FS

Kom ik boven, loopt daar Nobody2 rustig rond! En niemand die dat vreemd vind. Niemand die er ook maar aan twijfelt dat hij daar met goede bedoelingen rondloopt. Ik weet wel beter. Ik heb wel opgelet, hoe graag hij de beker wilde hebben. Hij hoort niet meer in deze party thuis. Hij is er niet meer. Tot mijn verbazing helpt het niet de anderen op dit feit te wijzen, en hen daarvan te doordringen, dat hier dingen niet kloppen. Een aantal elementaire vragen, over hoe hij zogenaamd is ontkomen, worden weggejouwd, en ik merk dat niemand dan ik het lef heeft, hem ergens op aan te spreken. Ook goed, zelf weten.
De beker schijnt hij niet meer te hebben gezien, die is volgens hem weg. Geloof ik ook niet. Nobody2 is nu een tegenstander.


Gelukkig ging de rest ook mee terug. De toren in. Met overigens wel een legertje stadswacht mee. Allemaal een crossbow. We konden met vereende krachten een gang naar boven graven waar we uitkwamen in een of ander duingebied, en daarna terug de zaal in. Alles was ingestort. Hoewel ik dat nog wel even had verwacht, zag ik nergens het echte lijk van Nobody2 liggen. Maar goed, de man die de beker eerst had, was ook direct vergaan, toen hij verslagen was. Dus dat kon mijn argumenten geen kracht bijzetten.
We liepen het trapje op waar boven de spiegel, en de kast stonden, pakten de spiegel in, en liepen door de kast (waar James deze keer nu eens niet achter stond te wachten) een heel smal gangetje in. Opeens hoorde ik wat stemmen. Ik kon nauwelijks verstaan wat er werd gezegd, zij het dat het mij iets elfachtigs toescheen.
Een stukje verder kwamen we bij een deur, waarachter een vergadering bezig was. Inderdaad in het elfs. Ze hadden het over een vrouw die ze in het fort gingen halen, met twee man. Over de beker, die verdwenen was (zie je wel!) Iemand (de leider van de vergadering, met een warme stem) zei dat hij zou regelen, dat ze het fort in zouden kunnen. Er zou misschien een boot klaarliggen. (Ik hoorde iets als: ** adite de Ginotor?? of zo ), er werd gesproken over supplies, en toen hoorde ik het klapperen van vleugel.
Ze willen de princes uit het kasteel ontvoeren! Alle plannen liggen al klaar. We moeten er zo snel mogelijk bericht heen sturen. En net toen ik mij om wilde draaien, gingen Nobody1 en Arnold de deur openen, om de vergadering te verstoren, en te chargen. Ik weg. Ik hoorde de vergadering nog wegrennen, de deur openen, en iedereen naar binnen gaan. Even later volgde ik ook.
Er was een ovale zaal, leeg, met een deur aan de andere kant, waarachter een trap die ik na een vluchtige inspectie van de kamer, ook afliep. Beneden lag een man op de grond, al geveld, en ik pakte hem zijn dagger en een buideltje af. Daarna wilde ik een, die midden in de gang op de grond stond open gaan maken, toen ik zag dat er een enorme stier op me af kwam rennen. Toch maakte ik de koffer open. Ondertussen was de stier al aardig dichtbij, en ik zag dat hij door iedereen werd aangevallen. Alleen Arnold vluchtte direct. Zat er wel in. Z'n beschermer rende daar natuurlijk ook achteraan. Sommigen probeerden de stier te berijden, tot mijn verbazing, maar alleen Theootje kreeg grip op het beest. Een geel bolletje was voldoende. Het beest viel neer.
Theootje rende naar het lijk van de man die ik net had ontdaan van zijn dagger en halsketting, en onderzocht hem nogmaals. Ik echter keek wat er in de kist zat. Twee complete kostuums dus. Incluis sieraden, pakken, geld, wat flesjes en poeders, en een kistje met een boek.
Theootje bleek de man toch wat beter te hebben onderzocht dan ik, want een detection spell wees uit dat hij magische schoenen en nog zo'n magisch potlood had gevonden. Ik pakte zelf twee handen geld, en twee kistjes, met de flesjes waar er eentje (stroperig) magisch van is, en een kistje met een boek waaromheen een magisch aura. Daarna stopte ik alles weer terug in de grote kist. Dit lijkt me de ideale manier om in het fort te komen, als je daar niet thuishoort, hoewel de inhoud wel uitzonderlijk schoon is. Ze zullen de kist toch niet al gestolen hebben van de Count? Die kist moet in elk geval mee. Als het nodig mocht zijn, kan ik altijd nog de spullen die ik eruit heb gehaald terug geven/doen. Voorlopig zitten ze bij mij goed.
Ah, daar liep? Arnold alweer....?

971005
verslag 015 (xp:817, 982, 1142), 5 okt 1997, (totaal xp:14.662/20.000)

16 okt
Boven bleek dat Nobody1 luitenant was geworden, en ik niet ingedeeld in welke militaire afdeling dan ook. Gelukkig hadden we de magiër meegenomen die we onderuit hadden gehaald en kon ik hem ondervragen.
Dit was zeer verhelderend: De volgende namen werden genoemd: Eelcapak (de demon), Njord, Ansuril(Fighter Elf), Leersoma (wizard Elf), Ogre (groene huid), Delgalo (rode mantel, wizard Noorden, piraat), Rinn (fighter), Arons (die Virgeïl kent en in de stad is). Verder weet hij dat de medallion voor het temmen van de bewaker is, en dat daarmee de kluis kan worden geopend. Virgeïl the Gatekeeper is voor mij! De kist met kleding zou zijn om de princes aan te trekken in het moeras, bij volle maan.

Wat? Gaat Virgeïl de princes offeren in het moeras? Dan moet er voor volle maan snel worden opgetreden! Dat levert hen veel te veel op! Ik lees het boek dat ik heb gered over reisverslagen van Hector (Hector schrijft de wonderen van de wereld) vluchtig door, het gaat over Thebus, een vuurtoren die overal te zien is, en er staan een aantal plaatjes in, en kaarten. Een kasteel met plattegrond aan een bergwand, onderwater, Hector is daar geweest. En orakles.

De flesjes schijnen tegengiffen te bevatten, 1 in het woud, 2 onder de zee, 3 voor de jager, enz. (oplossen in water, of mee insmeren?

We besluiten terug te gaan naar de kluis. Ik wordt knock–out gemept, en kom later pas weer bij als de controleur van de maze al dood is.
Het slot van de kluis gaf mij enige moeilijkheden. Ook al, omdat Arnold zich er nogal op vervelende wijze mee stond te bemoeien, dat waren we al van hem gewend. Op eens keek ik achter mij, en zag dat Nobody1 werd aangevallen door een handje, dat uit de grond stak. Ik pakte direct mijn staf, om hem bij te staan.
Arnold dacht (op zich terecht) dat ik hem ging hakken, wegens onbehoorlijk gedrag, en sloeg mij tegen de grond. Ik was zo verbaasd, dat de afrekening van deze daad nog even op zich zal laten wachten, maar wat in het vat zit verzuurt niet. Op de een of andere manier wist Arnold dus voor te dringen, de tunnel in, en jatte de drie boeken die daar lagen. Dit zal ik hem nooit vergeven. Ik neem 6 flessen, en een zwaard mee naar buiten. Ik blijk het zwaard niet te kunnen vasthouden, en ik schop het op een gegeven moment naar Nodody1 toe die het harder nodig lijkt te hebben omdat hij net in gevecht is met een creature dat van onder de grond aanvalt.
hij kan het wel dragen, maar levert het tot mijn wederom stomme verbazing in bij de stadswacht. Arnold gaat op de plee de drie boeken lezen, en komt daar maar net levend van af. Daarna doet hij mij er ineens 2 kado. Die moet ik dan weer terug geven aan de stadswacht, omdat die bij de schat hoorden. Ik spreek af dat ik de boeken wel wil uitlenen, iets wat ik alleen kan doen omdat ik niet bij de stadswacht werk. Daarna het ik het weer gedaan, en ik wordt uit het gebouw gezet. Theootje gaat met me mee, en we slaan kamp op in een onbezet huis. Ik probeer Theootje wat te leren schrijven en lezen, en als hij daar zoet mee bezig is lees ik de boeken. In Red Storm staat een lijstje: Who is who? Njord, Arons of Half–way, Dregorum the grey, Ingfrieda, Staccato the True en Feri the Black worden erin genoemd. Voorts bevat het een aantal spells, die ik kan leren. Waarom heeft die stomme dwerg Ran–DjaH weggegeven!…
Revelations bevat een lijstje van benodigdheden voor een laboratorium, en een bibliotheekindex:
Fireball – history and Assets; The circle in magical use–Feyra; Magic of the South–Rune lore; Farl–My study of the gem mage; Divination; The story of Orebro, The trolls of lake Stanni; Enchanting–a coarse in 5 lessons; Circles and pentacles–Feyra, III Steeldance (with plenty notes, and THAC0 16)
We werden 's nachts aangevallen, maar Theootje blies de aanval zonder problemen af. Vreemd monster, trouwens. Maar de volgende dag kwam Theootje als bezetene bij me binnenstormen, en viel daarna als in trance neer, met de halsband warm om z'n nek. Ik bracht hem naar Headquarters, waar hij werd behandeld door een priest. Ik hoop maar dat hij er goed vanaf komt.
De 17e, 18e en 19e bleef ik lezen en leren. Ik kocht wat spullen in, waaronder een kaart van het moeras (voor 13,5 gp!), Ik gooide alle spells nog een keer op sleep na, zodat ik nu weet dat ik alles in theorie kan casten, met negen vingers. Pakte mijn boeken in en hun nieuwe houders, en de flesjes waar ze moeten in hun zakjes. Daarna ging ik nog op zoek naar mensen die mij iets konden vertellen over de marks die ik had gezien op de open plek van thuis. Ik vond de namen Sir Maxim of Naerf, voorvechter van de Koning, Thrinn, Naerf is een dorpje in de buurt, het teken is een vuurtje. The artist schijnt een huurmoordenaar te zijn, met Caralla als thuisbasis Mark: soort knightenteken, en Freiheir of Aacken uit het Noorden, Fiaria, komt af en toe langs, de Mark is een gekruisde N.
Nearf is niet ver van hier. Als The Artist te huur is, zal ik ook de opdrachtgever vinden.
Ondertussen bleek dat Nobody2 de tempel van Elowan had laten herbouwen, en dat daar een feest voor gegeven moest worden. We werden nog een aangevallen, maar kwamen er zonder schade vanaf. Alleen de metgezel en hulp van de zoon van de Count van Caralla ging dood. Een vreemd mannetje werd door Henk geveld. Jammer. De zoon van de Count blijft hier nog een paar dagen, ook al om de opening van de temple te bekijken.

971102
verslag 016 (xp:1228), 2 november 1997, (totaal xp:15.920/20.000)

Is dit een offermes?@ –Ja
Heb je er wel eens humans mee geofferd? –Ja
Oh ehm, nou ehm, kijk eens aan...

21 okt
Ik had een spiegel nodig voor het aanleggen van de juiste patronen tattoo op mijn gezicht, (com 18, dus geen fouten geoorloofd). Helaas had ik die niet.
22 okt
Direct gekocht. Nog even langs de tempel van Elowan gelopen om te zien dat een van de gevallen beesten was opgestaan, en was blijven staan de hele nacht. Geestig. Spiegels zijn duur. 10 gp! Maar ik heb er nu eentje. Toch maar een pole ingestudeerd. Je weet nooit.
Ondertussen was er nog steeds geen nieuws uit het kasteel. Ik had mij al wel terdege op de lange gevaarlijke reis door het moeras voorbereid, maar de prinses leek ok. Dit vertrouwde ik voor geen meter. Ik stelde dan ook voor aan Nobody1 en Arnold, om zo snel mogelijk, desnoods voordat de prinses zou zijn ontvoerd, het moeras in te trekken, voordat we te laat zouden zijn (in verband met de volle maan). Ik werd uitgejouwd, iets waar ik al aardig tegen begon te kunnen. Ook argumenten als, "voor de tempel van Elowan" werden volledig in de wind geslagen. Het enige nuttige dat de heren konden verzinnen, was geloof ik het bijhouden van het dagboek van Arnold, en het uit zijn neus eten van Nobody1. En daar werk ik dan mee samen!
Ik besloot, dat dit niet langer zo door kon gaan, en omdat de heren zeiden niets te ondernemen, voordat ze hadden gehoord dat ze dat moesten doen, besloot ik de zaak open te breken. Ergens heb ik het idee dat er iets niet helemaal volgens plan ging, maar als ik inderdaad de prinses red, en terug breng, zal de toekomst er een stuk rooskleuriger uit zien.
Ik besloot eens aan het kasteel te gaan vragen hoe het nu eigenlijk met de prinses ging. Onschuldig plan, zou ik zeggen. Dus ik werd aardig verrast door de ontvangst in de kerker, direct na deze vraag, waar ik direct door 4 verschillende mensen werd ondervraagd, en gehersenspoeld. Ze schenen niet zo blij met mij. Virgeil moet het wel bont gemaakt hebben, dat mijn roeping, zo een slechte naam heeft. En tot overmaat van ramp, wilde de man ook nog mijn boek hebben. Ai. In elk geval verraadde hij zich wel, in zoverre dat ik al direct toen de deur open ging begreep dat de prinses inderdaad al weg was. En daar heb ik ze dus voor lopen waarschuwen!
Gelukkig doorzag hij mijn oprecht–, en goedheid, en kon ik hem overtuigen van het nut mij te laten zoeken naar Virgeil, die hij inderdaad als een wederzijdse vijand kon beschouwen. De rest van het gezelschap werd erbij geroepen, en ik kreeg mijn spullen terug, alles behalve het boek, maar misschien, als ik terug kom... De wizard die we gevangen hadden genomen wilde ik graag meenemen voor volle maan, maar helaas kon ik dat niet duidelijk maken, en bleef hij in het fort achter.
Een ding is zeker: de prinses is bij mij veilig.


Na eindeloos geouwehoer over extra training, en supplies konden we eindelijk weg, het was alweer avond. De kaart die ik had gekocht bewees grote diensten, in wat betreft het kiezen van een landingsplaats, en het vinden van een overnachtingspunt. Duidelijk werd ook snel, dat het onbegonnen werk was om door het moeras, of over het land daarheen te komen, waar we ongeveer wilden zijn, gewoon te kort dag. Nog 7 dagen voor volle maan, dat is echt niet veel, als je iemand wilt vinden in een moeras, waarbij je niet weet waar je moet zoeken. De wizard wist te vertellen, dat het eerste plan hieruit bestond dat ze zouden verzamelen bij de lege wachttoren, maar dat het ook goed kon zijn, dat ze van plan zouden veranderen, wanneer ze het idee zouden hebben dat ze gespot waren Wat hebben lizardmannen er ook al weer mee te maken? En de trollen? En de draken? We kwamen nog een draak tegen, en zij maar denken dat het een slang was! Heel bijzonder.

Avond 23 okt. We zouden slapen op de tweede duintop op de kaart, maar toen we daar aankwamen, bleek er een vuurtje te branden, net op de top zelf. We besloten er een nachtje over te slapen,en gingen de volgende middag eens kijken wie dat dan wel was die daar op de top een vuurtje had gestookt. Het vuurtje brandde nog, en er lag een slaapzak naast. Nobody2 liep erheen en greep de slaapzak zo beet dat degene die erin lag, geen kans had te ontsnappen. Toen pas hoorden we tot onze stomme verbazing dat het een vrouw was. En toen hij vroeg wat ze daar deed schok ik pas echt. –"Ik wacht op Arna."
Zo dus. En in plaats van haar los te laten, en verdere identificatie aan mij over te laten, ging hij haar direct wurgen en hield haar in een zeer onplezierige klemming. Daarbij vroeg hij aan mij of ik dat wel eens even wilde uitleggen! Ondertussen klonk uit de slaapzak dat de sterren haar hadden verteld dat ze hier heen moest gaan. Zo wordt bezoek voor mij dus ontvangen! Dit kon ik niet over mijn kant laten gaan. Ik probeerde haar los te krijgen, maar dat lukte niet. Toen dreigde ik een spreuk op hem te gooien, en dat lukte ook niet, en daarna heb ik hem geslagen, geschopt, en gebeten, maar het had geen effect, dan dat ook ik in een klemming zat. Maar op een gegeven moment liet hij de slaapzak los, en had hij alleen mij nog maar vast. Er kroop een meisje uit met bruin lang haar, gekleed in eenvoudige bruine kleding. Ze heette Rea. Ze bleek twee dagen geleden aangekomen te zijn, na een reis van drie weken, en ik ben blij, dat ze mee wil rijden, om het kwaad te slechten.

Ik ben verder klaar met n2. Na alles wat ik met hem heb meegemaakt, mag hij zo achterover vallen. Al het geouwehoer in Caralla, na het aanvallen van een tempel van Fiaria, het opzettelijk en tegen mijn uitdrukkelijke wil in drainen van mijn energie, de hele zaak met de beker, en het doodzwijgen daarvan, het eindeloze "ik daag je uit voor een duel!", het nooit aandragen van een constructief plan, maar wel altijd zonder onderbouwing afkraken daarvan, en de houding die hij zich aan denkt te kunnen meten over verantwoording afleggen, hebben mij er recentelijk toe doen besluiten, dat n2 een probleem is, waar ik mij wat intensiever mee bezig zal gaan houden.
Dus ik zal hem nog maar eens uit mijn hoofd leren.

Bij de kracht van het zand hier vandaan Ik bind Doont Pennik om mij geen kwaad meer te doen.
Bij de schaduw van het woud hier dichtbij Ik bind Nobody Pennik om mij geen kwaad meer te doen.
Bij de beweging van het vuur hieronder Ik bind Noboby Cares om mij geen kwaad meer te doen.
Bij het licht van de maan hierboven Ik bind Nobody2 om mij geen kwaad meer te doen.

Dat Gij het voelt, bezegel ik het met mijn bloed.
Dat Gij het ziet, bezegel ik het met mijn pijn.
Dat Gij het doet bezegel ik het met mijn kracht.

Arna