home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

Live Archief


22 maart 2002

I'm Being Good en Trumans Water in de OCII: a drinking man's concerto

Laat ik beginnen met een poging de gestructureerde chaos van Trumans Water te omschrijven. Stel je voor dat Sonic Youth wordt gevraagd een eigen draai te geven aan, laten we zeggen, het tweede gedeelte van Stravinksy's Le Sacre du Printemps. Volgens mij een opdracht waarmee je de oude rotten uit de New Yorkse noiseschool best blij kunt maken. Je sluit de band vervolgens op in een aftands repetitiehok in Amsterdam-Oost, laat ze verplicht een week lang intensief repeteren en geeft ze weinig te eten. Kunstenaars presteren het beste als ze lijden, is je excuus. Druk de muzikanten op het hart dat ze alle noten met finesse en souplesse op de juiste plek houden en laat ze weten dat de Stadsschouwburg al is uitverkocht voor hun speciale uitvoering. Worden ze vast heel erg nerveus van. Twee dagen voor de uitvoering jat je ongezien de partituren, zet je de in paniek geraakte Sonics op een rantsoen van alcohol en laat je ze vervolgens los op het grote podium met de opdracht Le Sacre, ondanks de omstandigheden, toch tot een goed einde te brengen. Zo klinkt Trumans Water live. Ongeveer.

De oude kwajongens van Trumans Water houden wel van een biertje. Ze zijn in de OCCII flink aan de fles tijdens het voorprogramma. Zo erg zelfs dat ze het niet kunnen nalaten commentaar te roepen vanaf de zijlijn. Sterker. Om beurten gaan ze pal voor de Britten staan voor de nodige opmerkingen, aanwijzingen en technische ondersteuning wanneer bijvoorbeeld in alle muzikale consternatie een plug uit een gitaar wordt getrokken. De zanger/gitarist van I'm Being Good uit Brighton aan de rechter kant van het podium (laten we hem voor het gemak Andrew noemen, maar het kan ook Sam zijn) zingt ondertussen zijn stem compleet aan gort. Kurt Cobain is er niets bij. Andrew (of Sam) zingt met een verwrongen gezicht, zijn dunne lichaam scheef voor de microfoon, zijn mond schuin geopend. De schreeuw is het enige dat we kunnen zien. De ogen zijn verstopt onder woest, ongekamd krulhaar. De co-gitarist (laten we hem voor het gemak Sam noemen, maar het kan ook Andrew zijn) houdt een zelfde soort bos iets beter in de hand. Het helpt dat hij meer naar achteren hangt dan staat. Het Britse trio heeft exact dezelfde bezetting als de hoofdact van vanavond: twee gitaren en drums. Geen bas. Ze klinken zelfs verdacht veel als hun Amerikaanse tourgenoten Trumans Water. Ze doen hun ding ongepolijst. De studentikoze, op Sonic Youth's Steve Shelley gelijkende drummer (David Ewan heet hij volgens de website) gooit in een zeldzaam rustig impro-moment bekkens op de bekkens. Als hij genoeg heeft van deze extra accessoires, gooit hij ze weg en kletteren ze luid in diverse hoeken van het podium.

Eerlijk gezegd kan ik nauwelijks iets in mijn geheugen opslaan van wat er te horen is. Ik ben vergeten pen en papier mee te nemen om de eerste impressies direct te verwoorden. De Silent Bob look-alike in het publiek, staand naast de linker speaker, schreeuwt zijn bevindingen direct richting band. Tussen de nummers kijken de verwarde muzikantenharen niets begrijpend in zijn richting. Ze zetten maar weer een nummertje in. Hun geconstrueerde wanorde zit op het randje van verval. Na hen doet Trumans Water op iets meer maniakale wijze hetzelfde trucje. Ook hun repertoire gaat flink langs me heen. Slechts een enkele keer meen ik een nummer te herkennen van de vier albums en enkele singletjes die ik thuis in de kast heb staan en vrijwel nooit draai. I want it now! I want it right now! gillen de mannen in Spurning Of Angel Peg van het debuut Of Thick Tum (Homestead, 1992). Trumans Water grossiert in primaire kreten. De broertjes Branstetter trekken elkaar uit de modder als in de surrealistische ontsnappingsscène van John Goodman en William Forsyth in Raising Arizona onderwijl een levensbevestigende oerschreeuw slakend. Het is mooi van lelijkheid. De grimassen en onstuimige bewegingen van Kevin (kleine broer) verdienen geen schoonheidsprijs. De gitarist hobbelt en springt in stuipbewegingen op de onregelmatige cadans van de start/stopritmes. Vlak voordat de toegift wordt ingezet komen de heren op adem door gedrieën vooraan op het podium, vergezeld door drummer Kevin Cascell in zijn Soul-Junk T-shirt, een sigaretje te roken en te babbelen met het publiek. Het lijkt allemaal spel, niets is serieus. Trumans Water presenteert ons een clowneske interpretatie van de Amerikaanse underground. Er mag gelachen worden en dat doen we dan ook. Graag en dankbaar.

Thuis draai ik een dag later voor straf het volledige repertoire dat ik van de band in de kast heb staan in chronologische volgorde inclusief de bij de band gekochte titelloze LP op het Belgische Delboy Records die vooral de moeite waard is vanwege de exclusieve covers van Gary Numan (Cars) en Sun City Girls.

Tekst: Vido Liber


Oude live-recensies staan in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]