home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

9 november 2005

Tanned Tin 2005: drie lange nachten aan de Spaanse kust

Op het podium bakten de Spanjaarden er zelf weinig van, maar achter de schermen was de Spaanse organisatie van Tanned Tin in prima vorm. Het festival is vernoemd naar een straat in Santander, de stad in het noorden van Spanje waar de eerdere edities plaatsvonden. Dit jaar verhuisde Tanned Tin naar Castellon aan de Middellandse Zee. Met 27º op de eerste dag had het festival meer zon dan ooit en met een theatercapaciteit van 1000 stoelen was er nu plek voor 400 man/vrouw publiek meer.

Zoals gebruikelijk bevatte het programma naast acts van de organiserende labels Acuarela en Septiembre ook bevriende bands, zolang ze maar op avontuurlijke wijze pop, rock of neo-folk maakten. Van de eenentwintig optredende groepen waren er zeven Amerikaans, vier Canadees, twee Brits, twee Frans, een Scandinavisch en vier Spaans. Naast het locale publiek bevonden zich onder de bezoekers relatief veel Nederlanders. Tijdens twee eerdere edities was ik met Blue-log de enige twee uit Holland en vorig jaar was slechts Kindamuzik aanwezig. Afgelopen vrijdag zaten we verspreid over de zaal maar liefst met z'n zevenen tussen de Spanjaarden. De organisatie mocht blij met ons zijn, want het grote congresgebouw de Castelló telde vooral de eerste avond akelig veel ongevulde stoelen. Dat zullen de organiserende label in hun portemonnee gaan voelen.

De eerste festivaldag: donderdag 3 november


Het congresgebouw bevindt zich aan de rand van Castellon, op redelijke afstand van de bewoonde wereld. De architect heeft zich meer met het interieur beziggehouden dan met de buitenkant. Het gebouw is een lomp blok beton zonder franje, vanuit het internationale ruimtestation ISS te herkennen als een witte puist middenin een immens leeg parkeerterrein. Verstopt in het duister probeert een handjevol krekels te leemte van zich af te tjirpen. In de entree worden we opgewacht door zowel de nerveuze organisatoren (te herkennen aan hun baardgroei) als de strenge veiligheidsbeambten (in vaal geel uniform inclusief knuppel). De enige ongewenste bezoeker die in de foyer wordt onderschept is een nieuwsgierige zwarte kater. De grote concertzaal oogt modern en heeft een akoestiek die vooral geschikt is voor symfonieorkesten. De geluidsman draait drie dagen lang tussen alle acts Unknown Pleasures van Joy Division.

Great Lake Swimmers
Een half uurtje is een prima lengte voor de set van Great Lake Swimmers. De liedjes zijn identiek delicaat, op trage en semi-akoestische wijze verblijvend in een desolate gemoedstoestand, aangedikt door de engelachtig zuivere stem van voorman Tony Dekker. Zo veel moois gaat na dertig minuten opeens heel gezapig voortkabbelend klinken en als ik niet graag iets saai wil noemen dan is het wel de schone droefheid van nummers als Moving Pictures, Silent Films, een van de weinige verstaanbare liedjes van Great Lake Swimmers.

Schwarz
Hoe zou het voor een muzikant zijn om naar de punten van Spaanse schoenen te staren? Is dat een andere ervaring dan turen naar Brits schoeisel? Vanaf onze plek in de theaterzaal blijven de voeten van Schwarz in de verte verborgen achter zwarte monitoren. Begeleid door een permanente brom uit een van de versterkers zet het trio shoegazers een nummer in dat slechts bestaat uit een loze beukriff. De ene gitarist ramt nog harder op zijn snaren dan de andere. De drummer geeft zijn instrument een onverbiddelijke afstraffing. Het lijkt wel een wedstrijdje wie het meeste lawaai kan maken. De luisteraar is de uiteindelijke verliezer. De speaker van de minst getalenteerde gitarist staat het hardst. De vingervlugge loopjes en de overdaad aan effecten van de betere gitarist blijven onhoorbaar verstopt achter luidruchtig gonzende grondtonen. De technisch bedreven gitarist is meer geïnteresseerd in trucjes dan in muziek. Hij laat zien noten te kunnen spelen met de linkerhand terwijl hij tegelijk met de rechterhand een fles water naar zijn mond kan brengen. Deze Spanjolen willen graag een hedendaagse variant zijn op Spaceman 3. Hun psychedelisch bedoelde stroom aan gitaargolven mist een half uur lang enige vorm van opbouw. Een gejaagde computeranimatie moet maskeren dat het repertoire slechts bestaat uit los Mediterraan strandzand. Of de band in een kleinere zaal beter tot zijn recht komt is volgende maand te controleren tijdens hun Nederlandse optredens samen met o.a. Mist.

The Russian Futurists
The Russian Futurists lijken wel tweelingbroers. Matt en Scott E hebben hetzelfde gezette postuur en dezelfde zwarte sweater met capuchon aan. Ze zijn te onderscheiden dankzij de namen die met grote letters op hun torso staan geschreven. Matt staat achter een rijtje knoppen en zingt. Voordat hij een openingscouplet inzet kondigt hij de nummers met luide stem aan, als een ceremoniemeester in een stadion. Zijn maatje gebruikt al zijn vingers voor volle synthesizerakkoorden. Het geluid van de futuristische Canadese Russen is als van een tranceformatie die de beukende housedreunen inzet voor het bedrijven van indiepop. Alsof DJ Tiësto demo's uitspuwt van de Pet Shop Boys. Elk liedje is compact, ontdaan van intro, tussenstuk en uitro, en overladen met informatie. Druk, druk, druk zingt Matt tekstregel op tekstregel. Het resultaat is een hyperactieve The Postal Service. De begeleidende video bestaat uit een salvo aan eclectische beelden, uit stomme Russische films en recente nieuwsberichten. Het is indrukwekkend, maar na drie nummers kan ik het allemaal niet meer tot me nemen.

Nacho Vegas Y Las Esferas Invisibles
De eerste festivalavond eindigt met bloedserieuze Spaanse rock van Nacho Vegas Y Las Esferas Invisibles. Voorman Vegas murmelt bedrukt zijn voor niet-Spanjaarden onbegrijpelijke teksten terwijl een uitgebreide band hem zo vlak mogelijk terzijde staat. De mannen met bakkebaarden rijgen overijverig en vooral heel ernstig het ene muzikale cliché aan het andere. Een van de nummers bestaat uit het akkoordenschema van Sympathy For The Devil, opflikkerend als een lucifervlammetje in een straffe winterwind. Tijdens de meest verstilde momenten doet de zanger me aan Boudewijn de Groot denken. Ik kan echter niet ontdekken of zijn teksten de Spaanse variant zijn op het werk van Lennaert Nijgh. In het Spaans kom ik niet verder dan 'ja, 'nee', 'goedendag', 'bedankt' en 'een biertje alstublieft'. Als ik de teksten zou begrijpen is er misschien nog wel wat te beleven. Nu blijven enkel een ontstemde gitaar en gebrek aan urgentie over.

De tweede festivaldag: vrijdag 4 november


Na een wandeling over het strand van Benicásim, een middagmaal bij een verdraaid goed vegetarisch restaurant (een zeldzaamheid in Spanje) en een avondlijke poging een fatsoenlijk belegd broodje te vinden, verzamelen we weer in de benedenhal van het theater. Aan drankjes geen gebrek, maar de catering doet niet aan voedsel en dus zitten alle bezoekers verplicht acht uur lang zonder eten.

Alasdair Roberts
Wat is er mis met Alasdair Roberts? De lange, magere Schot staat geknakt in de spotlichten en maakt twee storende fouten tijdens de uitvoering van openingsnummer Lord Ronald, een traditioneel liedje dat hij normaal gesproken bij wijze van spreken slapend zou kunnen spelen. Zo niet deze avond. Hij struikelt over een cruciale gitaarnoot en vergeet enkele regels tekst. Tussen zijn verontschuldigingen door snuit hij zijn neus in een witte zakdoek. Daarna zet hij een al even traditioneel klinkend volksliedje in over twee schoolvriendjes en bezingt hij het aangrijpende relaas over het dodelijke gevolg van een spelletje dat de jongetjes buiten schooltijd spelen. Roberts lijkt zichzelf hervonden te hebben, maar schijn bedriegt. Na het tweede liedje vertelt hij ons dat zijn tijd op is en verdwijnt hij voorgoed tussen de coulissen. Door de zaal rijst een geroezemoes op dat even verbaasd als verontwaardigd klinkt.

12Twelve
Na de pauze krijgt de derde Spaanse band van het festival de kans om de nationale trots hoog te houden. 12Twelve is duidelijk niet gewend om voor publiek te spelen. Misschien dat de muzikanten in de studio onder bezielende leiding van Steve Albini geïnspireerde muziek maken, maar live is het een stuurloze bedoening. 12Twelve maakt de denkfout dat je vanzelf jazz krijgt als de bezetting minimaal een toeter en een contrabas bevat. Net als Schwarz een dag eerder heeft het kwartet uit Barcelona slechts een handjevol kattenbelletjes aan halve ideeën die bij elkaar geen moment een duurzame compositie vormen of op zijn minst een sterk opgebouwde improvisatie. De overactieve gitarist is teveel met zijn twintigtal effectpedalen doende. Het schijnt voor hem het belangrijkst dat hij ze allemaal minstens een keer heeft aangeraakt. De muziek komt pas op de tweede plaats. Voordat het laatste nummer wordt ingezet stapt opeens een bekend gezicht het podium op. Het is Lou Barlow. Even hoop ik dat hij de band vriendelijke doch dringend gaat verzoeken er mee op te houden, maar nee, hij schreeuwt oorverdovend Gimme Indie Rock! door de microfoon waarna een luide, losse versie van deze Sebadoh-klassieker volgt. Het publiek komt tot leven en de avond lijkt echt begonnen.

Hella

Voor het betere lawaai moet je bij Hella zijn. Dit Amerikaanse zootje ongeregeld zorgt voor de eerste opwinding tijdens Tanned Tin 2005. De set start met de basis van de band: het duo Spencer Seim (gitaar) en Zach Hill (drums). Te oordelen aan de baardgroei van beide heren zijn ze al een tijdje op tournee. Het lange haar zit geen moment in de weg tijdens het jachtige optreden. Zach speelt permanent een opgejaagde drumsolo, bezeten door Spaanse demonen, slechts pauzerend tussen de nummers door. Aan Spencer de taak om alle rappe drumklappen te volgen met even zo snelle gitaarnoten. Aan zijn maniakale grijns en grimassen valt te lezen dat het hem ondanks het idioot snelle tempo geen enkele moeite kost de notenbrij helder te houden. Het duo wordt na enkele nummers aangevuld door een toetsenist annex schreeuwlelijk en een bassist. Het toch al volle repertoire wordt potdicht gesmeerd, de adempauzes worden korter en het drumstel begint letterlijk uit elkaar te vallen. In elk nummer zijgt de floor tom ineen en om beurten proberen onwillige bekkens het geweld te ontvluchten. Het spektakel wordt beloond met luid applaus en een extra optreden tijdens de derde dag van het festival.

Archer Prewitt
Na het geweld van Hella komen de oren tot rust bij de paar liedjes van Archer Prewitt. Dat is ook het enige dat ik me nog weet te herinneren van dit voormalig bandlid van The Sea and Cake.

Windy & Carl
In 1997 tourde het echtpaar Windy & Carl voor het laatst door Europa. Ik zag ze indertijd in de bovenzaal van Paradiso. Carl stond bewegingsloos over zijn gitaarhals gebogen, af en toe naar beneden starend richting Windy die in kleermakerszit op de grond op snaren tokkelde. Toen oogde Windy met haar blonde krullende paardenstaartjes nog als een olijke studente. Tegenwoordig ziet ze er uit als een directiesecretaresse die met moeite is over te halen een gitaar aan te raken. Vroeger produceerde het duo zwevende gitaarakkoorden, alsof ze het beeld van een verre oceaan probeerden uit hun versterkers te toveren. Die poging tot oceaan wordt tijdens hun zeldzame optreden in Castellon gestoord door gekraak en gesis. Naarmate de korte set vordert worden de dromerige drones overmand door een aanzwellende feedback. Het lijkt de verveeld ogende Windy & Carl nauwelijks te deren. Zonder een zweempje hartstocht laten de twee gitaristen hun harmonieën overstemmen door trommelvliessplijtend gepiep. In de zaal is ondertussen een exodus begonnen, zodat minder dan de helft van het publiek het laatste nummer meemaakt. Het Amerikaanse tweetal sluit af met een klein liedje. Een best wel mooi en lieflijk liedje, maar het is te laat om nog vrienden te maken.

Lou Barlow
De oude garde maakt alles goed. Lou Barlow mag dan een familieman zijn geworden die een gezin moet zien te onderhouden, hij is niet vergeten hoe je een optreden succesvol afrondt. Met hulp van een bij veel muzikanten zeer populair samplepedaal neemt hij zijn gitaar op zodat hij ruimte heeft voor aanvullende partijen uit een oude synthesizer. Als de gitaarsamples hun eigen leven leiden, concentreert Barlow zich op de zang. Zo helder en aandachtig heb ik hem nog nooit op het podium gezien. Barlow speelt enkele hoogtepunten uit zijn rijk gevulde liedjesschatkist. De fans hebben aan een paar openingsnoten voldoende om een hit te herkennen en juichen steeds luider bij elke nieuwe favoriet. Tijdens afsluiter Soul And Fire loopt het gitaarsnoer een breuk op. Een man van de techniek probeert het euvel te verhelpen, maar maakt het enkel erger. Barlow laat zich niet van de wijs brengen en zingt moedig door.

Howe Gelb
Het is diep in de nacht en Howe Gelb is voor mij net een act teveel. Het liefst zou ik opstaan, de half uur lange wandeling terug naar het hotel maken en direct onder de wol kruipen, maar ik wil de afsluitende act zien en moet daarom nog door een rij slimmer dan slimme liedjes heen. Onder betere omstandigheden zou ik de grappig bedoelde teksten wel kunnen waarderen. Nu vind ik Gelb een irritante intellectueel, een Frank Zappa onder singer-songwriters. Hij start achter de vleugel waar hij als een veel minder gevatte Chico Marx het internationale kinderliedje Vader Jacob omvormt tot boogie-woogie. Daarna, staand met gitaar in zijn hand, oogt Gelb als Leon Trotski. Geen wonder dat ik een optreden lang aan een ijsbijl moet denken. Terug achter piano lijkt hij teveel op Tom Waits, pogend een donkerbruin café te maken van het steriele theaterinterieur. Gelb heeft echter geen bijzondere stem en al helemaal niet de door drank aangetaste, nicotinebevlekte strot van Waits. De cover van Moon River komt dan ook over als een halfslachtige knipoog naar het origineel terwijl zo'n evergreen enkel tot leven komt dankzij een meer doorleefde versie. Ik probeer in mijn theaterstoel een dutje te doen, maar daar is de stoel niet comfortabel genoeg voor.

Herman Düne & Julie Doiron
Door de vermoeidheid lukt het me niet de hele set van Herman Düne & Julie Doiron uit te zitten, terwijl Julie toch een van de redenen was om de reis naar Spanje te maken. Gelukkig mag de Canadese als eerste haar liedjes spelen, begeleid door de gebroeders Düne. In de tweede helft van de set zijn de rollen omgekeerd. Doiron zingt over donkere decembermaanden, sneeuw in november en over het missen van geliefden. Ze zingt de openhartige teksten met haar typische gebroken stem. Aan verbloemende metaforen en verheven uitdrukkingen doet ze niet en dat is haar sterke punt. Het is onmogelijk haar niet te vergeven na het excuus in Sorry Part III en tijdens Last Night voel ik hoe ze in gedachten bij haar gezin in Canada is. De twee ongeschoren mannen van Herman Düne zorgen ervoor dat het allemaal niet al te zwaar op de hand wordt. Ze zijn de eerste muzikanten die op het festival achter de monitoren vandaan stappen. Ze verkleinen zo de afstand tussen band en publiek, wat niet makkelijk is in het grote theater. De rechterbroer, de meest stugge van de twee, tracht tijdens het spelen een lamp op de grond uit te schakelen, er voor zorgend dat het irritant oplichtende logo van de hoofdsponsor (een bekend Nederlands biermerk) niet meer te zien is. Er mag gedanst worden, zegt de linkerbroer voor aanvang van het tweede deel van de set, en gedanst wordt er door het Spaanse publiek, al ben ik er helaas niet meer bij om dat mee te maken.

De derde en laatste festivaldag: zaterdag 5 november


Na een wandeltocht door de het centrum en bezoekjes aan het museum van moderne kunst en dat van schone kunsten (met bijbelse taferelen van Bonanat) en een poging tot siësta arriveren we aan het begin van de avond bij het theater voor een laatste lange avond muziek. Bij de deur zien we een Spaans A4'tje met een tekst waar we uit kunnen opmaken dat het aangekondigde optreden van Gang Gang Dance op het laatste moment is afgelast. Gang Gang Dance was ook een reden om af te reizen naar het zuiden van Europa. Gelukkig blijkt hun gemis geen ramp en wordt dag drie van Tanned Tin toch nog de beste avond van het festival.

Nisei
Van de vier Spaanse bands op het festival weet Nisei als enige aansluiting te vinden bij de beste buitenlandse bands op het programma. Nisei doet niet moeilijk, beperkt zich tot het herhalen van de beste akkoordenschema's aangevuld met een paar simpele effecten. Voordat hij zijn gitaar pakt, blaast de gitarist een paar noten op trompet. De noten blijven hangen en galmen tussen de theatermuren als de blazers in het leger van Hannibal tussen de bergwanden van de Alpen. Na de krachtige opening houdt de band de energie vast in ritmes waarin de nadruk ligt op de derde tel. De strakke swing doet zo heel erg denken aan Fugazi.

The Broken Family Band
The Broken Family Band is de minst avontuurlijke band van de avond en zanger/gitarist Steven zal de laatste zijn dat te ontkennen. Vergeleken met de rest van het programma lijken we wel de Dave Matthews Band, zegt hij. Een handjevol Spanjaarden verstaat de grap. Het duurt tijdens het openingsnummer tot het laatste refrein voordat de zang te horen is. Als de geluidsman eenmaal de juiste schuif op het mengpaneel heeft gevonden levert dat een luid gejuich op. Op de rij voor ons begint een bescheiden feestje. Opgewekte Spaanse dertigers wiebelen in hun stoelen, dansend met de kont, de armen zwaaiend in de lucht, waar mogelijk meezingend met de vrolijke teksten. Hun participatie haalt de liedjesselectie boven de middelmaat uit, al zijn er net zoveel mensen in het publiek die al die luchtigheid gelaten over zich heen laten komen of zelfs weglopen na een nummer of vier.

Final Fantasy
Een van de hoogtepunten van het festival is Final Fantasy oftewel de tengere violist/zanger Owen Pallett uit Canada, bij sommigen bekend van zijn bijdragen op platen van The Arcade Fire. In zijn eentje vormt hij een heus strijkkwartet. Met de ogen dicht zou ik zweren dat het podium vol staat, maar het is toch echt Pallett solo, helemaal alleen, strijkend en tokkelend op de viool en zijn partijen onzichtbaar bewerkend met de voeten, zodat noten zich opstapelen en de mooiste ritmes en harmonieën een onzichtbaar orkest vormen. Final Fantasy gebruikt de effecten om zijn talenten en muzikale oor de vrije ruimte te geven. Het lijkt zo gemakkelijk, maar het publiek weet dat het optreden niet slechts een demonstratie is van elektronische effecten. Sommige momenten middenin een liedje worden direct luid bejubeld, andere nummers krijgen staande ovaties. Aan het slot van de set wordt Pallett terzijde gestaan door een drummer die de loops makkelijk volgt op trommels en bekkens. Een nummer lang beperkt hij zich door het strijken met brushes over een flight case. Het betrokken Spaanse publiek houdt gepast de adem in.

Colleen
Na Final Fantasy kan het optreden van Colleen alleen maar tegenvallen. De Française gebruikt precies hetzelfde sample-effect als de Canadees, maar is bij lange na niet op vergelijkbare wijze haar instrumenten meester. Op de cello heeft ze zelfs met drie strepen gemarkeerd waar ze haar vingers moet neerleggen en dan nog zijn haar noten onzeker. Colleen is wel goed in wat ik enkel heel lelijk kan omschrijven als 'het neerzetten van een sfeertje'. Wat ze mist aan techniek compenseert ze met haar oor voor de juiste klank, geholpen door cello, gitaar, muziekdoos en belletjes. Ze weet een slaapliedje uit de muziekdoos door herhaling en vervorming een sinister klinkend timbre te geven. Live levert dat helaas geen spannend schouwspel op. Colleen komt beter tot haar recht op plaat.

Sam Prekop
Sam Prekop blijft samen met zijn gitaar spelende kompaan op een stoel zitten. De mannen zijn in stemmig zwart pak gestoken en kraken zachte noten. Door het ontbreken van pieken in de liedjes klinkt het duo op het eerste gehoor vrijblijvend, alsof ze een verlegen loungecombo zijn, verborgen tussen de plastic palmbomen van een Spaans casino. De kracht van de nummers zit opgesloten in subtiele jazzakkoorden en de zachte wijze waarop Prekop de cocktailpostrockliedjes zingt, zoals we gewend zijn van z'n band The Sea and Cake.

Françoiz Breut
Frankrijk wordt vertegenwoordigd door chanteuse Françoiz Breut. Ze komt pas op als haar band de eerste maten heeft ingezet. De koele jongedame is in zwart tenue gekleed met donkere zilverkleurige laarzen. Haar indiechansons passen goed bij de kuststrook van de Middellandse Zee. Ze fleurt haar liedjes op door een lp op een oude platenspeler voor zich te leggen. Tikkende dierengeluiden vermengen zich met de drums, gitaar, klokkenspel, casio, piano en orgel. Het merendeels Franstalige repertoire wordt slechts een enkele keer afgewisseld met liedjes in het Spaans en in het Engels. You're an animal like me, zingt Françoiz ergens, maar geen moment heb ik het idee dat ik besprongen ga worden door een roofdier. Breut klinkt daarvoor veel te bescheiden. De echte beesten staan achter haar in de coulissen te wachten.

Animal Collective

De vier Amerikanen van Animal Collective trekken hun set tergend langzaam op. Hun nummers starten in relatieve chaos. Elke muzikant lijkt in zijn eigen wereld te leven. Links zingt de gitarist onnavolgbaar liedjes zonder kop of staart waarvan de woorden grotendeels verloren gaan in de geleidelijk luider wordende cadans van ritmisch aangeslagen akkoorden en percussie. Slechts een paar regels let ik expres op de teksten en hoor ik toch echt het refrein van Stevie Wonders I Just Called To Say I Love You. Pas laat slaat de percussionist sneller op zijn trom en begint de gitarist rechts rondjes om zijn as te tollen. In het midden draait een Silent Bob-lookalike achter een mengtafel met zijn ogen. De minimijnlamp op zijn voorhoofd is defect. Onder zijn handen gonst en kolkt digitaal bewerkte woordloze vrouwenzang. Wat startte als geïmproviseerde folk mondt via dub uit in elektronisch opgewekte oermuziek. Een indianenstam lijkt op drift. De linkergitarist zet zijn muts op en schakelt over van zang naar geschreeuw. Alle vier de bandleden pakken een microfoon, alleen die van Silent Bob werkt niet, maar dat weerhoudt hem er niet van te loeien tot zijn hoofd rood aanloopt. Op de trappen aan de zijpaden is het dringen. Jonge Spanjaarden springen, joelen en steken de armen in de lucht. De zaal verandert op discrete wijze in een dierencollectief.

De Noord-Amerikanen hebben afgelopen weekend in Spanje de meeste indruk gemaakt. Europa had in Castellon het nakijken.

(De bandfoto's zijn afkomstig van flickr)


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]