home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

LIVE


6, 7 en 8 november 2003

Tanned Tin in Santander: muzikaal nazomeren in november

Geen meeuw maar een duif wandelt in de branding op het strand van Santander. Wat lijkt op een boei tussen de boeien blijkt het hoofd van een zwemmer te zijn. Vanaf het terras zien we een jogger in zijn zwembroek heen en weer rennen langs wandelaars en natte honden. Verderop klimmen twee roeiers in hun kano voor een tocht door de baai. We voelen ons toeristen, maar eigenlijk zijn we festivalgangers. In een theater aan de straat Tantín vindt drie avonden het internationale festival Tanned Tin plaats, georganiseerd door het label Acuarela. Met koppen rood van zon en inspanning klimmen we het centrum van de stad in. De zaal geeft het festival de sfeer van een klassiek concert. Jonge dames in nette pakken heten ons welkom en drukken een programmaboekje in onze handen. Iedere bezoeker neemt plaats op een gereserveerde stoel. Dankzij de voorbereidingen van Jan Blue-log zitten we op de eerste rij, de allerbeste plek om de muzikanten in actie te zien. Af en toe kruipt een fotograaf of een cameraman van TVE voor onze voeten langs. Het geluid is optimaal, de organisatie loopt gesmeerd.

Donderdag 6 november
De openingsavond heeft twee Spaanse bands op het programma staan waarvan er eentje uit de festivalstad komt. We hebben slechts een vaag idee van wat ons te wachten staat, want de omschrijvingen in het programmaboekje zijn in het Spaans en ik heb al moeite een biertje in het Spaans te bestellen. Het woord voor bier in het Spaans is overigens San Miguel.

Refree
Raül Fernandez is de gekrompen versie van David Thewlis, de acteur uit Naked. De kleine, bebrilde zanger/gitarist zit vooraan op het podium, verlegen draaiend op een pianokruk, zijn linkervoet leunend op een kistje. Hij heeft een flinke band om zich heen verzameld: een pianist annex accordeonist, een violiste, een celliste, een bassist die tevens voor tweede stem zorgt, een extra gitarist, een drummer en een saxofonist. Tussen deze muzikanten zitten leden van Migala en Manta Ray. De voertaal is Spaans, zowel tijdens als tussen de nummers. Als de tweede gitarist even niets te doen heeft raapt hij percussie-instrumenten op van de grond en tikt en schraapt hij ritmisch mee. De saxofonist mag eenmaal een hele korte solo toeteren. Voor een paar maten leeft hij zich uit in freejazzregionen. Fernandez zingt constant net een fractie boven de bedoelde toon. Zijn muziek is afgemeten, tot in de details verzorgd en helaas een beetje saai. In de rustige nummers doet de band denken aan Calexico, de enkele springerige nummers in oneven maatsoorten hebben de luchtigheid van Belle & Sebastian. Soms klinkt de band als Nick Cave, maar dan zonder een greintje charisma, alsof de Spaanse roadie van Cave de vocalen voor zijn rekening heeft genomen.

Mastretta
Volgens het programmaboekje is Ignacio Mastretta een klassiek geschoolde pianist, saxofonist en klarinettist. Aan het begin van zijn set neemt hij plaats achter de Bösendorfer, de zwarte vleugel links op het podium. Hij speelt gedragen akkoorden als begeleiding voor de saxofonist. Een gitarist en een percussionist voegen zich aan de band toe. Het is ons niet duidelijk wat we voorgeschoteld gaan krijgen. Filmmuziek? Jazz? Zigeunermuziek? Dance? Henri Mancini? Sergio Leone? Surf? Het blijkt een verrassende combinatie van al deze elementen te zijn. Tinned Tin verandert voor even in The Knitting Factory. Als we eenmaal van de schrik zijn bekomen en zeker weten dat we toch in de goede zaal zitten, krijgen we steeds meer lol in het virtuoze en komische optreden. De humor zit niet zozeer in de gekke bekken die de gitarist trekt of het rare hoedje van de percussionist. Hij ramt strak op snare, grote tom, koebel en straatschroot. De vier muzikanten zijn zo vertrouwd met hun instrumenten dat ze alle ruimte hebben voor een vrolijke presentatie. Begeleid door een elektronische beat uit de MS2000 wandelt de band middenin de set het podium af voor een mars door de zaal, tot groot plezier van het Spaanse publiek dat luid meeklapt. Elke muzikant krijgt op zijn minst 1 solo en alle vier hebben gelukkig niet de neiging tot uitsloverij. Creativiteit gaat boven vakmanschap. De gitarist soleert op zijn moment suprème volledig op gedempte snaren. Een toegift is onvermijdelijk. Mastretta en zijn saxofonist pakken beiden een klarinet, gaan op de rand van het podium staan en spelen ver weg van hun microfonen om beurten een korte noot, alsof ze muzikaal aan het pingpongen zijn.

Het BIM-huis in Amsterdam doet er verstandig aan nu alvast een avond voor Mastretta te reserveren.

Vrijdag 7 november
Het enige festival in Nederland waarmee je Tanned Tin kunt vergelijken is het Amstel Festival van de VPRO. De programmering vertoont overeenkomsten en het publiek is net zo stil en aandachtig. Het grote verschil is dat ik voor het Amstel Festival op mijn fiets kan springen en na een minuut of vijf voor de deur van Desmet sta. De reis naar Tanned Tin neemt ongeveer 9 uur in beslag. In plaats van tussen de vertrouwde gezichten zitten Blue-log en ik in een zaal met 598 zeer aandachtig luisterende Spanjaarden. De jongen op de stoel aan de andere kant van het gangpad raakt soms zo in vervoering dat hij hoorbaar met vlakke hand in de maat op zijn bovenbeen slaat. Tussen de optredende acts mogen de tongen los. De foyer verandert in een kwetterend vogelhuis en het lijkt alsof iedere bezoeker een sigaret opsteekt. Sigaretten en drank mogen niet in de zaal worden geconsumeerd, dus er wordt flink gehesen en gelurkt.

Miztura
Het eerste nummer van Miztura is al een tijdje bezig als we binnenkomen. De vier Spanjaarden staan voor een groot wit scherm en worden belicht door vage filmbeelden. Onze hoofden maken in het voorbijgaan twee grote schaduwen op het doek. Twee gitaristen en een bassist spelen langzame noten in lange nummers. De drummer, links naast het scherm, speelt daarentegen juist onstuimig. Hij roffelt zo wild dat een snaredrum het begeeft. Zijn bandmaatjes wachten op hem, onderwijl hun noten aanhoudend. Het publiek leeft mee en houdt de adem in. Als de drumkit weer compleet is, knikken de muzikanten naar elkaar en zwellen de volle akkoorden aan. De vergelijking met Godspeed en Explosions In The Sky is snel gemaakt, maar Miztura kan die vergelijking makkelijk aan. Het enthousiaste Spaanse publiek juicht na elke gitaarexplosie.

Emak Bakia
Vorig jaar verveelde Migala ons tijdens Tanned Tin met een twee uur durende Godspeed-imitatie waarbij de spanning ver te zoeken was. Twee leden van Migala vervelen ons deze maal onder de naam Emak Bakia vanachter laptops, synthesizers en effectapparatuur. Abel en Coque triggeren samples en maken er loops van. Om beurten zingen ze in gebroken Engels, de een zichzelf begeleidend op gitaar en de ander zichzelf vervormend via een vocoder. Met een paar aan elkaar geplakte samples heb je nog geen nummer. Emak Bakia vergeet dat je een arrangement nodig hebt om samples tot leven te roepen.

At Swim Two Birds
Aan zijn optreden is niet te zien dat je met Roger Quigley een gezellige avond kunt hebben. We zien hem op de laatste twee festivaldagen in de foyer geanimeerd kletsen met zijn kale maatje en Spanjaarden die hem aanklampen. Op het podium zit hij voornamelijk met de handen in het haar of met zijn vingers wrijvend in de ogen. Is hij moe of fijnst hij een depressie? Ik ben live zo saai dat ik maar een video heb meegenomen, kondigt hij zijn optreden aan. You can sing along if you like to. De video toont voornamelijk een zwart vlak waarop witte woorden worden geprojecteerd. Sommigen vallen buiten het kader. Quigley zit op zijn stoel, probeert buiten ons zicht van zijn biertje te drinken, laat zijn hoofd zakken en kijkt op naar de teksten op de lessenaar. Synchroon met de woorden op het doek zingt hij zijn uitermate sombere liedjes over falende relaties en ander leed. We all kill the things we love, is ongeveer de vrolijkste strofe uit zijn repertoire. Op de begeleidingstape spelen meerdere gitaren herhalende patronen. Quigley legt zijn oor tegen zijn eigen gitaar. Soms speelt hij een aanvullend lijntje mee. Meestal laat hij zijn instrument liggen. De muziek is mooi droef, maar het is jammer dat At Swim Two Birds het er zich live zo gemakkelijk van af maakt.

Julie Doiron
Het allereerste Spaanse optreden in de carrière van Julie Dorion is een groot succes. Ze treedt ditmaal op zonder de begeleidingsband Herman Düne. Helemaal alleen start ze a cappella met The Sweetest Eyes, het openingsnummer van de recente split-cd met Okkervil River. De Spanjaarden in de zaal durven niet eens meer te fluisteren. De zangeres verontschuldigt zich na enkele nummers voor het feit dat ze geen Spaans spreekt. Een enkele keer lijkt het alsof ze tussen de liedjes iets wil zeggen, maar ze beperkt zich tot een glimlach. Ze heeft weinig speeltijd en hoe meer er gezegd wordt des te minder tijd er over blijft voor de muziek. Buiten in avondlijk Santander is het 18 graden en Julie speelt het optimistische Snowfalls In November, een liedje over warme dekens en het thuis gerieflijk tegen elkaar aanschurken op een koude dag in Canada. Middenin het Franstalige Le Piano, vlak na het moment waarop ze zingt dat ze de controle over haar handen kwijt is, stopt ze voor enkele seconden. Het is doodstil in de zaal. Zelfs de airco zwijgt. Julie lacht en maakt het liedje af. C'est la sourire qui fait la mélodie. Ze heeft het zeshonderd koppen tellende publiek compleet betoverd. Ook de lichtman weet ze met een lichte hoofdknik duidelijk te maken toch maar te stoppen met die knipperende lampjes. Ze sluit af met Oh These Walls, wederom a cappella. Het debacle van Club Funday, een week eerder in Haarlem, is vergeten.

Matt Elliott
Het is voorbij middernacht en Matt Elliott is enigszins beschonken. Dat is slecht voor de concentratie. Vanaf het tweede nummer is merkbaar dat hij er niet meer helemaal bij is. Vier keer moet hij een intro inzetten voordat het goed is opgenomen. Elke noot die hij aanraakt wordt namelijk direct gesampled en omgezet in een loop. Elke foute noot is funest omdat ook de fout telkens herhaald wordt. Zonder vergissingen en onbedoelde bijgeluiden leveren de opeengestapelde loops mooie momenten op, zoals in het openingsnummer waarin Elliott al zingend langzaam een groot mannenkoor opbouwt of zoals in het laatste nummers waarin de opeenhoping van gitaar, toetsen, stem en blaasinstrumenten wordt aangevuld met gejaagde breakbeats. Daartussen is de set slordig en chaotisch.

Early Day Miners
De vier leden van Early Day Miners stappen het podium op. Ze worden toegejuicht als verloren gewaande familieleden. Voordat ze hun reguliere set spelen, begeleiden de Amerikaanse muzikanten zittend de film Stateless, de uit de hand geschoten serie landschappen van cineast Chris Bennett. Na de plechtstatige instrumentale soundtrack zetten de muzikanten hun stoelen opzij en speelt de band een overzicht van de vocale nummers afkomstig van drie albums. Oude liedjes worden al vanaf de eerste maat met luide instemming door de zaal ontvangen. Zanger/gitarist Daniel Burton moet er schuchter om lachen. Zijn fluisterende zang komt net boven de gitaren uit. Droefgeestige, verstilde momenten worden afgewisseld met aanzwellende feedback. Het had een cliché kunnen zijn, maar Early Day Miners houden de afwisseling van hard en zacht fris en weten in lange composities de spanning te bewaren. Voor de toegift vraagt Burton of we een heftig of een rustig nummer willen horen. De verzoekjes komen uit meerdere kelen tegelijk en dus speelt de band een slotnummer waarmee iedereen tevreden zijn of haar rustplaats voor de nacht kan opzoeken.

Zaterdag 8 november

Tex La Homa
Het album If Just Today Will Be My Entire Life dat Matt Shaw onder de naam Tex La Homa in zijn eentje heeft volgespeeld, klinkt minder bijzonder dan zijn optreden. Dat zal voornamelijk te maken hebben met zijn muzikale assistent. De kale jongen, gehuld in een T-shirt van de 100 Club, is zichtbaar nerveus. Hij raakt uit zijn concentratie als een van de effectendoosjes op zijn tafeltje niet helemaal goed is ingeplugd. Als het euvel verholpen is, haalt hij de meest onmogelijke geluiden uit zijn gitaar. Hij laat ze echoën, buigen, omkeren, verkleinen en vergroten, soms ondersteund door ritmische geluiden uit een onzichtbare computer. Ondertussen speelt Matt Shaw eenvoudige akkoorden op zijn eigen gitaar en haalt hij lange noten uit de snaren door er een E-bow tegenaan te laten rusten. Hij fluistert onverstaanbare teksten in de microfoon. Zonder de effecten zijn de liedjes gewoontjes en in het ergste geval middelmatig. Dankzij de aanvullende geluiden stijgt zijn repertoire ver boven zichzelf uit. Zo benadert hij het bovenaards gezweef van Flying Saucer Attack en de psychedelische lofi-liedjes van acts als Flowchart en het Nederlandse The Use Of Ashes.

Anari
Het is moeilijk geen grapje te maken over de naam van de Portugese zangeres Anari. In het programmaboekje wordt ze vergeleken met PJ Harvey en Cat Power, iets waar we ook om moeten lachen als we haar horen zingen. Er zit een diertje in haar keel. Het beestje laat haar stembanden constant bibberen. De vibratie trekt de noten allemaal naar de verkeerde kant van de toonsoort. De zangeres durft de hoge noten niet direct te raken. Ze bereikt ze door laag te beginnen en langzaam hoger te zingen, een Dopplereffect dat uiteindelijk resulteert in alweer een valse noot. Ze begeleidt zichzelf door op een akoestische gitaar te harken, gebruikmakend van de twee of drie basisakkoorden die gratis worden bijgeleverd als je een cursus singer-songwriter bestelt. Het enige dat nog interessant zou kunnen zijn, zijn haar teksten. Helaas zijn we het Portugees niet machtig en gaat alle mogelijke poëzie aan ons voorbij. Een jonge celliste probeert tevergeefs het repertoire enigszins interessant te maken. Ik kan me wel zo voorstellen dat Anari een succes kan zijn op cultureel verantwoorde congressen van de Portugese arbeiderspartij.

Berg Sans Nipple
Het Franse duo Berg Sans Nipple was enkele weken geleden in Paradiso een aangename verrassing. De bijdrage van trompettist Brian Cram van de hoofdact Do Make Say Think mislukte omdat de trompet vanwege een technisch foutje niet was te horen. De hyperactieve muzikant komt ditmaal luid en duidelijk door de speakers. Al blazend danst hij om de Fransmannen heen. Tijdens de uitvoering van Blvd. De Souvenirs is hij niet alleen. Ook de gitarist en de trompet spelende bassist van Do Make Say Think voegen zich bij de Fransen. Met zijn tweetjes proppen ze het geluid eigenlijk al vol genoeg. Daar heeft Berg Sans Nipple geen extra muzikanten voor nodig. Het ene bandlid stuurt een sampler aan en speelt repeterende melodieën op toetsen, percussie en een kleine steeldrum. Tegenover hem leeft zijn bandmaatje zich uit op drumstel, drumcomputer en melodica. Ter plekke worden ritmes in de drumcomputer ingespeeld en geprogrammeerd. Al hortend en stotend vormen ze een swingende cadans waarin alle ruimte is voor meerdere, door elkaar heen lopende motieven. Het hardwerkende duo doet er met succes alles aan om het publiek te laten vergeten dat ze slechts met hun tweetjes op het podium zitten.

Do Make Say Think
Hoe groter het podium, hoe meer aanwezig trompettist Cram is. Hij stond achterin de coulissen te dansen tijdens Berg Sans Nipple en wandelt tijdens zijn eigen optreden over, achter en voor het podium. Dankzij een zendmicrofoon is hij zelfs te horen wanneer hij achterin de zaal staat. Terug op het podium zet hij zijn wiebelende dans voort. Hij grijnst na afloop van elk geslaagd uitgevoerde nummer, roept dankwoorden in de lucht en steekt zijn rechterarm in de lucht. Regelmatig maakt hij een vuist rondom de trompet, als het even kan met zijn wijsvinger en pink in de vorm van duivelhoorntjes. Speciaal voor de drukke fotograaf aan de rand van het podium bewaart hij een opgestoken middelvinger. Er zit flink wat agressie in zijn kleine lijf. Tijdens het ontvlammende slotnummer wil hij het liefst een robbertje vechten met zijn medebandleden. De muzikanten zetten de versterkers voluit en botsen tegen elkaar over het podium. In Paradiso werd het optreden wat mij betreft verpest door een alles overstemmende bas. Tijdens Tanned Tin staan alle instrumenten even luid, is de balans helemaal terug en speelt Do Make Say Think een imposante furieuze set. De beste die ik tot nu toe van de band heb mogen meemaken.

Check zeker ook even de foto's van Do Make Say Think tijdens Tanned Tin op de site van Two Dead Stars.

Hood
Belicht door schokkerige filmbeelden van daken, straten en gevallen bladeren bewijzen de broertjes Adams in Santander dat je zelfs onder ideale omstandigheden een beroerde set kunt spelen. Tijdens de soundcheck hoor ik dat het podiumgeluid te hard is. In de zaal klinkt de band nog slechter. De geluidsman kan niets meer rechtzetten. Te harde bas, te luide samples en vrijwel onhoorbare zang zijn het gevolg. De toetsenist speelt blijkbaar voor het eerst mee, want bassist Richard komt meerdere malen al spelend met grote passen van de linker helft van het podium naar de rechter helft gelopen om te roepen wanneer een nieuwe sample kan worden ingezet. De drie nieuwe nummers die de band uit Leeds speelt beloven voor volgend jaar een vrij rauw nieuw album. In tegenstelling tot de vloeiende samples van de vorige platen zijn die in het nieuwe repertoire veel meer versnipperd en is de geluidsbron voornamelijk de stem. Broer Chris stapt tijdens het slotnummer van het podium en staat vlak voor mijn neus, zijn armen gespreid en zijn hoofd naar de hemel gericht. De muziek wordt niet beter door deze geforceerde performance. Na een liedje of zes houdt Hood het al voor gezien. Hun optreden is veel te kort en veel te mager.

Chucho
Gelukkig is de Spaanse Chucho behoorlijk beroerd. Het is laat, we zijn moe, een tikkeltje tipsy van de San Miguel en verzadigd van al het moois dat we de afgelopen drie avonden al gehoord hebben. Op een soort Spaanstalige Tröckener Kecks zitten we niet te wachten. Het is mooi geweest, Na het derde nummer pakken we onze jassen en rennen we de zaal uit. Een flink aantal Spanjaarden volgt ons voorbeeld.


Tekst: Vido Liber
Oude live-recensies staan in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]