home

filmarchief

vido?

archief

email

twitter

Vido Liber

(arthouse, classics, cult, Hollywood, music)

week 52

vrijdag 28 december 2010

Jaaroverzicht 2012 (2): de slechtste films van 2012

Teleurstellingen in de bioscoop

1. Detachment (Tony Kaye, 2011)
Regisseur Tony Kaye (American History X) slaat inhoudelijk en stilistisch zo wild om zich heen, dat ik binnen een kwartier helemaal klaar was met deze film. Alles staat me tegen: de gekwelde kop van hoofdrolspeler Adrien Brody, de onuitstaanbare, onontkoombare, dwingende score van The Newton Brothers, de karikaturale bijrollen, de overvolle plot, het willekeurige ratjetoe aan filmstijlen, het opzichtige gebruik van de zoomlens om het geheel af en toe documentair te laten overkomen, de uitleggerige dialogen en de idiote vergelijking tussen het zware leven van een onderwijzer en Hitlers concentratiekampen. Kaye wantrouwt de intelligentie en het voorstellingsvermogen van zijn publiek. Voor nadere toelichting kun je nog steeds hier terecht.

2. Tot Altijd (Nic Balthazar, 2012)
De Belgische cinema is over het algemeen van betere kwaliteit dan de Nederlandse. Tot Altijd is een opvallende uitzondering. Een waardevol onderwerp levert niet automatisch een geslaagde film op. Naast een introductie vol vermoeiende joligheid kampt de film met een onevenwichtige toon en een zwabberend vertelperspectief. In plaats van het verhaal vanuit het oogpunt te vertellen van de aan MS lijdende hoofdpersoon Mario Verstraete, kiezen de filmmakers voor het perspectief van zijn beste vriend. De afstand tussen de kijker en de patiënt wordt extra vergroot, omdat Verstraete wordt geportretteerd als een malloot in plaats van een bevlogen politicus. De uitgebreide recensie staat hier.

3. Alleen Maar Nette Mensen (Lodewijk Crijns, 2012)
4. The Domino Effect (Paul van der Oest, 2012)
5. Het Meisje En De Dood (Jos Stelling, 2012)
6. Lena (Christophe Van Rompaey, 2011)
7. Alles Is Familie (Joram Lürsen, 2012)
Een paar jaar geleden ben ik gestopt met Pathé Unlimited. Dat kans geconfronteerd te worden met aftandse Hollywoodpulp is daarmee gereduceerd tot vrijwel nihil. Dankzij Cineville is de drempel voor Nederlandse films heel erg laag, aangezien ze bijna zonder uitzondering op zijn minst in Het Ketelhuis draaien. Zonder Cineville was ik waarschijnlijk niet zo snel naar het behoorlijk geslaagde drama Hemel of naar de sympathieke Rotterdamse komedie De Marathon gegaan. Plan B is ook een onderhoudende film als je de lat niet te hoog legt. Vanwege de lage drempel ga ik ook naar films van eigen bodem waarvan het maar de vraag is of ik mezelf daar een plezier mee doe. The Domino Effect en Het Meisje En De Dood heb ik gezien omdat ze dit jaar Gouden Kalveren wonnen in belangrijke categorieën. Ik wilde weten of dat terecht was. In de eerste film verzuipen de ambities en goede bedoelingen in een mozaïekmoeras; de tweede film zakt weg in stijfsel. Soms is een film spraakmakend en wil je er over mee kunnen praten (Alleen Maar Nette Mensen) en soms geven vier sterren onderaan een recensie in een van de dagbladen een duwtje in de rug (Alles Is Familie). Lena van de Vlaamse regisseur Christophe Van Rompaey heeft een paar positieve elementen, maar zelfs de aanwezigheid van de sterk debuterende Emma Levie en de charismatische Jeroen Willems kunnen niet verijdelen dat Lena wel heel erg opzichtig leentjebuur speelt bij het veel betere Fish Tank.

Bof ik even dat Het Bombardement alleen maar bij Pathé op het programma staat.

8. 2 Days In New York (Julie Delpy, 2012)
Delpy's vorige film 2 Days In Paris (2007) was best grappig. Deze New Yorkse editie is een overbodige herhalingsoefening. Vader Albert Delpy keert terug om opnieuw te mogen overdrijven als excentrieke Fransoos en dat maakt de tweede keer een uitputtende zit. Het enige positief verrassende aan de film is de voor zijn doen zeer serieus spelende komiek Chris Rock. Dat mag hij vaker doen.

9. Little Black Spiders (Patrice Toye, 2012)
Het grootste manco van Little Black Spiders is dat het beetje aanwezige drama helemaal aan het einde van de film zit, als mosterd zonder maaltijd. We moeten een film lang wachten tot de ongewenst zwangere, zeventienjarige Katja (Line Pillet) bevalt van haar baby op een geheime zolder in een afgelegen katholiek ziekenhuis ergens in België. Hoe vul je een film waar tot aan het einde niets opzienbarends in gebeurt? Patrice Toye, maakster van het geslaagde Rosie (1998), laat de meisjes spelletjes spelen, een Griekse tragedie opvoeren en relaxen in het bos. De scènes in het bos zijn overduidelijk geïnspireerd door Picnic At Hanging Rock (Peter Weir, 1975), maar missen de magie van die Australische klassieker. De vaak slecht verstaanbare, niet ondertitelde Vlaamse dialogen zijn voornamelijk stoplappen die het verhaal zelden op gang brengen.

10. Dark Shadows (Tim Burton, 2012)
De terugkeer in het jaar 1972 van de tweehonderd jaar geleden overleden vampier Barnabas (Johnny Depp) zorgt voor voorspelbare vruchteloze grappen over hoe de antieke vampier aankijkt tegen en omgaat met de uitvindingen en gewoontes in een voor hem vreemde moderne wereld. De confrontatie tussen Barnabas en de heks die hem ooit vervloekte blijkt de middelpuntvliedende kracht van de film. Wat daar omheen resteert is meer decoratief dan functioneel, met als dieptepunt een optreden van Alice Cooper. De climax bestaat uit een heel druk gefilmd fysiek gevecht tussen de vampier en de heks in de grote vertrekken van het landhuis. Het interieur komt dankzij computertechnieken tot leven, net zoals in Jan de Bonts mislukte remake uit 1999 van The Haunting.

11. The Angel's Share (Ken Loach, 2011)
Wat moet je als kansarme arbeiderszoon doen om het criminele leven definitief achter je te laten? Inbreken bij een whiskybrouwerij! Lachen.

12. To Rome With Love (Woody Allen, 2012)
Woody Allen heeft vier verhaalideetjes losgelaten op de fotogenieke Italiaanse hoofdstad en schiet vaker mis dan raak. Zodra Penélope Cruz de hotelkamer binnenloopt, komt haar verhaaltje de klucht nooit meer te boven en stapelen de pikante flauwiteiten zich op.

13. Cosmopolis (David Cronenberg, 2012)
David Cronenberg maakt tegenwoordig praatfilms. Zowel in A Dangerous Mind als in Cosmopolis brengen de monotoon pratende acteurs me in diepe slaap. David Cronenberg kan beter hoorspelen gaan regisseren.

14. J. Edgar (Clint Eastwood, 2011)
In Clint Eastwoods biopic J. Edgar ziet Leonardo DiCaprio eruit als een jonge acteur met heel veel schmink op zijn gezicht. Het kan nog erger, getuige de latex kop van zijn tegenspeler Armie Hammer in de rol van metgezel en heimelijke liefde Clyde Tolson. Ouder gemaakt lijkt die acteur heel erg op astronaut Dr. Dave Bowman in de laatste scènes uit 2001: A Space Odyssee. DiCaprio heeft het meeste weg van John Voigt, wat me doet afvragen waarom Voigt niet de rol van de oude Hoover op zich heeft genomen.

15. On The Road (Walter Salles, 2012)
Zou On The Road beter zijn geweest als de verfilming had plaatsgevonden vlak nadat het boek uitgegeven was en werd geacteerd door Jack Kerouac, Neal Cassady en hun vrienden zelf? Als je de documentaire Magic Trip (Alison Ellwood & Alex Gibney, 2011) gezien hebt, weet je dat het antwoord daarop ontkennend is. Kerouac zit zwijgzaam, verlegen en sip op een bank en Cassady stuitert extatisch door het beeld vanwege permanent drugsgebruik. De cameraman heeft speed gebruikt of een evenwichtsstoornis. Walter Salles' reconstructie van hun leven stelt teleur vanwege het ontbreken van urgentie. De film moest een keer gemaakt worden en dat is nu gebeurd. De verfilming heeft teveel voice-over en te weinig jazz. On The Road had uit de speakers moeten knallen.


De slechtste films van 2012 in de thuisbioscoop

1. Road To Nowhere (Juliette Manet, 2010)
In 2012 heb ik me gelukkig niet vaak vergist bij het aanschaffen van films, vandaar dat dit lijstje slechts uit drie titels bestaat. De allerslechtste film op dvd zag ik per ongeluk, want er blijken in 2010 twee films gemaakt die Road To Nowhere heten. In plaats van de door mij bestelde, meest recente film van Monte Hellman kreeg ik dit gedrocht toegestuurd. De Amerikaanse internetwinkel maakte de vergissing in recordtempo goed. De foute film mocht ik houden. Bij de reacties van kopers van Amazon.com is te lezen hoeveel spraakverwarring het bestaan van de verkeerde Road To Nowhere teweeg kan brengen, want de meeste recensies gaan over de film van Hellman. Op IMDb zijn geen reacties te vinden. Sterker, de hele film van Juliette Manet (de moeder van de hoofdrolspeelster) is op die filmsite nog steeds spoorloos. Houden zo.

2. El Alma De Las Moscas (The Soul Of Flies) (Jonathan Cenzual Burley, 2010)
Soms weet je binnen vijf minuten dat het nooit meer goed gaat komen met een film. Het overkwam me dit jaar bij El Alma De Las Moscas (The Soul Of Flies). Ik heb geen principiële bezwaren tegen gebrek aan geloofwaardigheid, zelfs in een verhaal zonder oorzaak en gevolg, maar daar moet wel iets tegenover staan. Op papier ziet El Alma De Las Moscas er uit als een aantrekkelijke roadmovie. De film gaat over twee halfbroers die elkaar voor het eerst ontmoeten voor aanvang van een reis naar de begrafenis van de vader die ze nooit gekend hebben. Chemie tussen de twee ontbreekt echter en hun dialogen bestaan veelal uit vrijblijvend gekeuvel. De film mist scherpte; het acteerniveau komt het schooltoneel niet te boven; flashbacks en droomscènes hebben in postproductie goedkoop ogende, lelijke vegen meegekregen; de grappen zijn flauw; de ontmoetingen, onderweg tussen weidse landbouwvelden op zonovergoten Spaanse heuvels, hebben weinig om het lijf en last van exotische gezapigheid. Elke ontmoeting eindigt in een anticlimax, zoals de hele film uitmondt in een anticlimax.

3. Dark Souls (César Ducasse & Mathieu Peteul, 2010)
Voor een zombiefilm op het label van het sleazy BUT filmfestival is Dark Souls tamelijk braaf. De film komt over als een nauwelijks meeslepende low budget remake van Invasion Of The Body Snatchers (de versie uit 1978) gecombineerd met George A. Romero. De vader van een in een zombie veranderde jonge vrouw neemt haar mee op een zoektocht naar oorzaak van haar toestand en het achterliggende complot. Hij onderneemt de speurtocht praktisch geheel in zijn eentje, want de weinig coöperatieve rechercheur is slechts stoorzender. Na veel heen en weer rijden door stad en land, ontdekt pa de bron van het kwaad. Hoe hij dat precies voor elkaar krijgt, laat de film buiten beschouwing. Het script stapt wat al te gemakkelijk over obstakels heen. Elders worden met net zoveel gemak andere obstakels opgeworpen, zonder dat het de spanning verhoogt. De slotscène is een bevestiging van wat de kijker al een tijdje zelf heeft kunnen concluderen en mist daarom het beoogde dramatische effect.

Zie ook: de beste films van 2012 op dvd/Blu-ray


[home] - [filmarchief] - [vido?] - [archief] - [email]