home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

LIVE


7 juni 2002

Een rondje Europa aan de randen van het Vondelpark:
van Múm tot Plan K. en daartussen

Do you have any wishes? vroeg de engel voor aanvang van de toegift. Het werd heel stil in de kleine zaal. Niemand durfde zijn of haar vurigste wens ten overstaan van vreemden te uiten. Het kon ook zijn dat niemand haar vraag verstaan had. Wat zegt ze nu? O.S. bevestigde mijn vermoeden. 'Wishes', maar ze bedoelt waarschijnlijk 'requests', antwoordde ik hem. De witte engel met zwarte, lange haren keek vragend de zaal in. What do you like to hear? probeerde ze opnieuw. Het begon de zaal te dagen en om mij heen werden enkele titels genoemd. Múm betoverde ons daarna met hun laatste nummer nog eenmaal.

Geisers, gletsjers, warmtebronnen, witte weidse landschappen. Het is gemakkelijk het geluid van Múm af te doen met clichés. Vorig jaar, om precies te zijn 22 juni 2001, tijdens hun optreden in de grote zaal van Paradiso, maakte ook ik me er aan schuldig. Zou je die vergelijkingen ook gemaakt hebben als je niet wist dat Múm uit IJsland kwam? vroeg R.T. me toen, terwijl we achter een lint stonden dat ons vele meters verwijderd hield van het podium. De organisatie van het IJslandse muziekfestival was iets te creatief geweest. Bij de deur werd gemeten wat je lengte was. Naargelang de uitkomst kreeg je een nummer in je hand gedrukt. In de zaal bleek het nummer overeen te komen met de plek die je in de zaal mocht innemen. Kleine mensen vooraan en grote mensen achteraan. Niemand had zin zich in een hokje te laten duwen. De meeste bezoekers bleven daarom helemaal achterin staan. Achter de afzettingen. De afstand was te groot tot het kleine Múm. In de verte speelden vier anonieme mensen. De muziek ging volledig langs me heen.

Wat een verschil in vergelijking met het optreden vrijdag 7 juni in de bovenzaal van Paradiso. De intimiteit werd versterkt door het schaarse licht, de kaarsjes aan de rand van het podium en de eerste rijen die in een knusse groep naast elkaar gingen zitten. Na een aarzelende start speelden de twee jongens, de twee meisjes en hun drummer Green Grass Of Tunnel, de eerste single van hun tweede album Finally We Are No One. Een jongen naast me draaide zich om naar zijn maatje en wees naar zijn blote arm. Het maatje keek hem niet begrijpend aan, maar ik wist precies waar hij op doelde: kippenvel. Het was Múm gelukt de magie van de platen te vertalen naar een liveoptreden. Ze hulden hun mysterieuze wereld in schaduwen. Tijdens en tussen nummers liepen de bandleden voorzichtig schipperend tussen hun instrumenten. De muziek kwam op ons af als een kalme zee. Noten golfden rustig heen en weer, van beneden naar boven en weer terug in een herhaling die eindeloos door had mogen duren. Vingers sluipend over toetsen. Stokjes tikkend op een xylofoon. Een strijkstok glijdend over de cello. Sommige instrumenten werden heel kort beroerd, als kleine verfstreken, details op een groot canvas. Slechts een streepje mondharmonica, enkele lijnen uit een klein keyboard, aanvullende intervallen uit de Moog. Eenvoudige, repeterende melodieën als bouwstenen voor miniatuurtjes, regelmatig door elkaar geschud wanneer knetterende, knarsende en donderende ritmes uit de laptop naar de voorgrond traden. Het contrast tussen de lieflijke akkoorden en de dreigende drumgeluiden was groot. In het helse Smell Memory (van het eerste album Yesterday Was Dramatic, Today Is OK) nam het slagwerk de overhand en sneden elektronische belletje dwars door onze oren. De rest van de set hield Múm het klein. De twee zangeressen zongen als tienermeisjes, onverstaanbaar hoog fluisterend, alsof ze zich angstig hadden verstopt in het donker van hun slaapkamer, bang voor wat er achter de deur op hen te wachten stond. Ze begeleidden zichzelf afwisselend op accordeon (de schuifelende vingertred in We Have A Map Of The Piano) en Casio. De ogen merendeels gesloten. Nummer na nummer werd onze zwijmeltoestand vergroot totdat we gewekt werden door een uitbarsting van gitaren en bekkens. Terug bij de les. Ik was ze dankbaar want ik moest wakker blijven. De avond was nog lang niet voorbij.

We hadden alle tijd voor een kalme overtocht van Paradiso naar de andere zijde van het Vondelpark alwaar een avond vol Europese muziek een vervolg zou hebben. Net als bij Múm was bij de twee groepen in de OCCII vrijwel elke mogelijke verwijzing naar de Amerikaanse of Britse rocktraditie afwezig. In het voorprogramma hoorden we een spoortje new wave in de manier waarop de bas werd aangeslagen. De rauwheid van de punk dook op wanneer enkele malen de distortion ingetrapt werd. De rest van de korte set maakte het Amsterdamse duo Louisa Lilani & John Prop liedjes die nauwelijks zijn te herleiden tot Anglo-Amerikaanse voorbeelden. Alleen de taal was Engels, de rest van het repertoire was dichtbij huis: Duitsland (denk aan Dagmar Krause van Slapp Happy of qua thematiek aan chanteuse Nico) en Frankrijk (het chanson zoals in het Franstalige Je t'aime, dat gisteren overigens niet gespeeld werd). Een ander Europees element is het gebruik van de driekwartsmaat zoals in het liedje Mirror. Ik kreeg bijna de neiging tot inhaken. Inhaken? E.H. keek me zorgelijk aan. Meezingen was een betere optie. Razorblad Jr. stootte me een paar keer aan en gezamenlijk zongen we hard mee met de refreinen van From The Closet en het tweestemmige She Left Him. Manic Marck en Razorblade Jr. probeerden na afloop om het hardst hun favoriet te roepen. Blind Date! schreeuwde Razorblade. Postman! smeekte postbode Marck. Blind Postman was een acceptabel compromis. Love is nothing but an eye disease, hakte Louisa er weer stevig in met haar afsluitende zin.

Net als bij Múm is de verleiding groot de muziek van Plan Kruutntoone te omschrijven met beelden uit de omgeving waar de muzikanten vandaan komen. Bij Plan K. kom je dan uit bij metaforen als 'getrokken uit de koude kleigrond, geschept uit het veen'. Dat zijn makkelijke metaforen als je weet dat de groep uit Groningen komt. Plan K. staat niet voor verfijning. De mannen speelden ruw bonkend en hamerend op de instrumenten. Waar nodig gebruik makend van ongebruikelijke attributen zoals een bekken om mee over de snaren te schrapen. Door hun vrije manier van spelen klinken de nummers bij elk liveoptreden anders. De bezetting was vrijdag kleiner dan bij aanvang de bedoeling was. Er moest nog meer geïmproviseerd worden. Het kwam het optreden alleen maar ten goede. Trombone, tapes, staande bas, drums, klarinet, megafoon en twee gitaren wisselden elkaar af, vielen over elkaar heen of paradeerden in min of meer gelijke tred door een bloemlezing uit het oeuvre. Naast nummers van het laatste, rauwe, poëtische Nederlandstalige album Gelijktijdigwiel kwamen ook tracks van Humpacoma voorbij met als hoogtepunt het instrumentale De Lijn waarin de basgitaar slechts twee zingende akkoorden speelde waarover gitaren noisy soleerden in Oost-Europese toonladders. De muzikanten zwoegden als landarbeiders. Maaiend, harkend en ploegend maakten ze de muzikale puzzel compleet. Het is gewoon een kwestie van de dingen bij mekaar zoeken en net zo lang schuiven tot alles in elkaar valt. Net als bij eerdere optredens die ik van het immer gedreven Plan K. heb meegemaakt slaagden de Groningers ook vandaag in hun missie.


Tekst: Vido Liber, foto Múm (uitsnede): Paul Roylance (bron: fansite Múm), foto's Louisa Lilani & John Prop: Aimée Terburg
Oude live-recensies staan in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]