home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

2005

Nick Cave als acteur: 'I should never have been in this fucking movie!'

Vraag Nick Cave of hij van film houdt en zijn antwoord zal bevestigend zijn. Hij vindt film een prachtig medium, veel mooier dan de schilderkunst, literatuur of zelfs muziek. Als je vraagt of hij graag voor de camera staat, zal hij je vies aankijken. Acteren ligt hem niet. I'm not a very good actor, liet hij zich een paar jaar geleden ontvallen. It's never been anything that I've have taken seriously, to be honest. In een interview op zijn website licht Cave toe waarom hij terughoudend is wanneer regisseurs hem voor een rol vragen: It's frightening working in films because it might turn out to be just complete shit, and if you're in a bad film, you're in a bad film forever. En als hij al een rol accepteert kiest hij slechts voor een bijrol, omdat hem het geduld ontbreekt een hele film te dragen. Is Nick Cave echt zo'n slechte acteur als hij zelf beweert? Laten we de proef op de som nemen en twee van de vier speelfilms bekijken waarbij hij in het databestand van IMDb als acteur wordt genoemd. Der Himmel über Berlin (1987) blijft buiten beschouwing omdat Cave daarin zichzelf is, spelend met zijn Bad Seeds in een sfeervol onderbelichte club in het verdeelde Berlijn. Zijn laatste rol was in een film die ik nog nooit gezien heb: Rhinoceros Hunting In Budapest (Michael Haussman, 1997). De films die dan overblijven zijn Ghosts... Of The Civil van John Hillcoat uit 1988 en Johnny Suede van Tom DiCillo uit 1991.

Johnny Suede
Een evangelische albino Elvis. Zo omschreef debuterend regisseur Tom DiCillo tijdens zijn eerste gesprek met Nick Cave hoe hij het personage Freak Storm voor zich zag. De zanger had zich vrijwillig aangemeld nadat hij via via het scenario van Johnny Suede onder ogen had gekregen. De bijrol beviel hem wel en al helemaal met zo'n omschrijving. Hij had echter niet gerekend op de vele uren die nodig waren om de benodigde immense blonde vetkuif op zijn hoofd te bevestigen. Toen Cave op zijn eerste draaidag maar niet op de set wilde verschijnen, liep DiCillo boos de kleedkamer in om uit te vinden waarom de zanger zo lang wegbleef. Daar werd hij getroffen door de dodelijke blik van Cave, terwijl de make-upartiest al zwetend en met weinig succes huidkleurig plaksel probeerde aan te brengen tussen pruik en voorhoofd. I should never have been in this fucking movie! schreeuwde de zanger woedend. Hij moest die dag zijn langste van drie korte scènes spelen. De frustratie over de onhandige pruik ging ten koste van de concentratie, zoals is te merken in de uitgebreide dialoog met titelrolspeler Brad Pitt ergens halverwege Johnny Suede.

Ook Brad Pitt - in een van zijn eerste grote rollen - is voorzien van een vetkuif (zie foto) waarin termieten makkelijk een kolonie kunnen stichten. Hij speelt een naïeve rocker die grote fan is van de brave tieneridool Ricky Nelson. Johnny probeert zijn onvolwassenheid te verbergen achter cool gedrag, flitsende pakken en zwarte suède schoenen. Hij heeft een behoorlijk slecht bandje (met Samual L. Jackson op contrabas en de broer van regisseur Jim Jarmusch op accordeon) en ongemakkelijke relaties met twee vrouwen (gespeeld door Alison Moir en Catherine Keeler). Johnny's voorbeeld is Freak Storm, niet wetend dat de oudere rocker hem beliegt en bedriegt. Op een bouwvallige binnenplaats zingt Freak Storm het door Nick Cave geschreven liedje Momma's Boy als presentje voor de ambitieuze Johnny. Vervolgens troggelt hij slinks twintig dollar af en biedt hij Johnny een bedorven kippenboutje aan. Tweemaal in de scène is Nick Cave te snel met het leveren van zijn tekstregels. Tijd voor het draaien van een betere take was er niet, want Johnny Suede werd voor zeer weinig geld gedraaid in een vervallen buurt in Brooklyn.

Ondanks de beperkte financiële middelen en de vele tegenslagen tijdens het filmen werd Johnny Suede in Europa met open armen ontvangen en werd Tom DiCillo in 1991 tijdens het filmfestival in Locarno beloond met een Gouden Luipaard voor Beste Film. De prijs betekende niet automatisch succes in Amerika. De filmblikken bleven nog anderhalf jaar in de kelder stof vergaren. Distributeur Miramax stelde de release bewust uit, hopend dat de ster van Brad Pitt nog iets verder zou rijzen. Uiteindelijk draaide Johnny Suede anderhalve week in New York en nog eens anderhalve week in Los Angeles. De derde en laatste korte scène met Nick Cave moest zelfs op aandringen van Miramax om commerciële redenen uit de Amerikaanse versie van de film geknipt worden. Uitgerekend in die laatste scène is de zanger eindelijk goed op dreef.

Nick Cave is een ideale bijrolspeler. Een acteur met de potentie om binnen luttele momenten de scène naar zich toe te trekken. Zijn lange, slungelige voorkomen valt direct op. Het pokdalige gezicht en de zware wenkbrauwen als donderwolken boven zijn ogen doen de rest. Er straalt dreiging van hem af, zelfs wanneer hij een uitgerangeerde, beschonken rockster speelt die elk moment over zijn eigen schoenhakken kan struikelen. Hoe dichter Cave bij zichzelf blijft, hoe beter hij acteert, zeker als het in zijn privé-leven wat minder goed met hem gaat. Een psychopatenrol was in 1988 op zijn lijf geschreven zoals zanger/acteur bewees als de zelfdestructieve maniak Maynard in het Australische gevangenisdrama Ghosts... Of The Civil Dead.

Ghosts... Of The Civil Dead
Central Industrial Prison zit vol zeer gevaarlijke criminelen die voor lange duur, en meestal voor hun hele leven achter tralies zitten. De relatie tussen geïnterneerden en bewakers is broos en de spanning tussen beide groepen om te snijden. De komst van de maniak Maynard, zo'n 55 minuten in het verhaal, voert de spanning onvermijdelijk naar een extreem gewelddadige climax. Vooruit geduwd door zijn bewakers stapt de geboeide Nick Cave het cellencomplex binnen. Hij overziet zijn nieuwe leefomgeving en heeft zijn conclusie klaar: There's goes the neighbourhood. Na een paar passen maakt hij racistische opmerkingen in het gezicht van een zwarte gevangene in een kooi en voordat hij zijn cel ingesmeten wordt heeft hij onderweg elke bewaker en medegedetineerde zwaar beledigd. Maynard is hier niet om vrienden te maken. Hij is een zelfdestructieve griezel die zichzelf het liefst open snijdt en het bloed over de celmuren smeert. Hij houdt het hele gebouw 's nachts uit de slaap, smekend krijsend of de bewakers hem in elkaar willen rammen. Beat me down! Beat me down! Come here and kill me! Kill me! Zijn gezette buurman Riddle krijgt voortdurend plagerige raadsels naar z'n hoofd geslingerd. Riddle! Riddle! I've got a riddle. What is fat, lives next door and cuts up little girls? (korte pauze) You! (overdreven lachbui).

Voor de rol van Maynard hoefde Nick Cave niet al te diep in zijn eigen donkere psyche te zoeken. De rol is op het dunne lijf van de zanger geschreven. Hij oogt als een losgeslagen rockster, een jonge Iggy Pop die iets te fanatiek in glas heeft gerold zonder last te hebben van de pijn. Hij schreeuwt als tijdens de meest heftige momenten met zijn oude band The Birthday Party. De zanger was eind jaren tachtig nog een kwajongen. Als het hem even niet mee zat ging hij op de vuist met journalisten, zoals na een niet al te geslaagd interview met een reporter van de New Musical Express in augustus 1988. In de zomer van hetzelfde jaar moest hij verplicht afkicken in Engeland. Een andere reden waarom Cave's acteerprestatie zo geslaagd is komt door zijn nauwe betrokkenheid tijdens het schrijfproces van de film. De pagina's in het script waarin zijn personage voorkomt werden leeg gehouden en Cave kreeg alle ruimte om zijn karakter zelf vorm te geven. Ghosts... Of The Civil Dead betekende niet alleen zijn acteerdebuut maar was ook de eerste keer dat hij (samen met Bad Seeds Mick Harvey en Blixa Bargeld) verantwoordelijk was voor een soundtrack bij een speelfilm. Een doeltreffend kale soundtrack met een spookachtig, minimaal koor, de schrille fluittonen van Bargeld en de met de mannenwereld in de film contrasterende ijle vrouwenzang van Anita Lane. Muziek van Nick Cave zou daarna nog in vele films te horen zijn, tot Shrek 2 en Scream 3 aan toe.

Van Ghosts... Of The Civil Dead verscheen in 2002 al een prima dvd-uitgave (via Umbrella Entertainment). De complete versie van Johnny Suede verscheen onlangs in Engeland op dvd via Second Sight, begeleid door een zeer informatief commentaar van Tom DiCillo waarin de regisseur heel eerlijk is over de zwakke momenten in zijn debuut. Het meeste recente filmproject van Nick Cave is zijn scenario voor The Proposition, wederom een samenwerking met regisseur John Hillcoat. The Proposition is een Australische western over twee broers die na een vuurgevecht worden opgepakt en veroordeeld. Met hoofdrollen voor Guy Pearce, Ray Winstone, Danny Huston, John Hurt, David Wenham and Emily Watson. Zeker een film om naar uit te kijken.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]