home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

LIVE


25 januari 2002

God gemist: The Moldy Peaches tijdens De Nachten in Paradiso

Bobby Conn is God. De uitspraak van P. bij de garderobe van Paradiso is welgemeend en zonder een spoor van ironie. We staan te wachten op onze jas, blij vermoeid na wat uiteindelijk een zeer geslaagde avond is geworden. Hebben we dan toch het hoogtepunt van De Nachten op vrijdag gemist? P. is niet de enige die ons wijst op de gemiste kans. Een paar uur eerder, vlak na het optreden van meneer Conn in de volgepropte en daardoor onmogelijk te betreden bovenzaal, passeerden we R., zijn ogen nog waterig, diep onder de indruk van de zojuist ondergane ervaring. R. kwam woorden tekort en bespaarde ons de beschrijving die hij had willen geven. Je voelde dat hij medelijden met ons had, want we waren er niet bij.

We hebben Bobby Conn wel gevoeld. Laat dat een schrale troost zijn. Het plafond van de kleine, lage, tot podium opgewaardeerde ruimte boven de ingang van Paradiso trilde onder zijn kabaal. Zo erg dat Jeffrey Lewis en zijn broer Jack, die tegelijkertijd geprogrammeerd waren, het schema omgooiden. In plaats van het ingetogen repertoire schakelden ze zonder moeite over op de uitbundige verzameling liedjes die eigenlijk waren gereserveerd voor hun tweede set iets later in de bovenzaal. Zo is livemuziek bedoeld: je moet je als muzikant kunnen aanpassen aan de elementen en je muziek kunnen laten samengaan met de omgeving. Te veel bands spelen overal hetzelfde liedje, netjes ingestudeerd van de eerste tot de laatste maat, zonder bewegingsvrijheid en mogelijkheid tot improvisatie. Jeff en Jack deden niet moeilijk. Ze ragden woest op hun gitaren, de bas van Jack zwart, de gitaar van Jeff volgeplakt met stickers. De pleister op de vinger van Jeff raakte los. Muziek maken is lijden. De broers schreeuwden zich hees en schor en kastijden de snaren tot ze ontstemden en braken.

Halverwege het eerste optreden probeerde Jeff toch te profiteren van de kleine, huiskamerachtige setting van dit tijdelijke en, het moet gezegd, onmogelijke zaaltje. Het was er klein en benauwd en er pasten maar een man/vrouw of twintig in. Een uur eerder probeerden meer dan twintig mensen er naar binnen te komen voor de eerste set van Adam en Kimya van The Moldy Peaches. De opstopping op de trap die naar de tussenruimte leidde was zeer ontmoedigend. We lieten ons niet van de wijs brengen en vonden, tot onze verbazing en geluk, een plekje op de grond. Weliswaar zat ik met een rode lamp in mijn rug en een monitorbox direct onder mijn oor. Je moet wat over hebben om aan de voeten van Adam en Kimya te zitten. Andere fans hadden minder geluk en haalden woedend hun verhaal bij de receptie. Hoe had Paradiso zoiets idioots kunnen bedenken!? Het optreden dat ze misten was minder breekbaar dan de akoestische in-store van donderdagavond. Het intieme samenzijn was er niet minder om. De band lag regelmatig in een deuk en het publiek lachte vertederd mee. Kimya plaagde ons door te zeggen dat Nederlanders volgens de Belgen saaie en humorloze mensen zijn. Ze benadrukte haar opmerking even later door te gapen op een moment waarop onze deelname in een liedje achterwege bleef.

Tijdens het optreden van Jeff kwam Kimya, die achter ons in de zaal naast haar vriendje zat, even naar voren. Naast hem staand voegde ze enkele gevoelige noten toe. Vlak daarvoor had Jeff twee meer ingetogen liedjes gezongen met zijn uitvergrote striptekeningen ter illustratie. In het eerste liedje ging Jeff op reis met een knapzak over de schouder en een kraai als gezelschap. Een overnachting bij een hele aardige dame leverde hem slechts een hevige verkoudheid op. Ook de kraai werd aangestoken waarna het arme dier de geest gaf en Jeff voor hem een kuil groef op de begraafplaats. Het tweede liedje met plaatjes was dusdanig psychedelisch van aard (iets over een gat in de zon en een tandenstokertjesfabriek) dat ik snel de draad kwijt raakte. Zelfs Jeff had moeite het verhaal recht te houden, want zijn tekeningen bleken niet op de juiste volgorde de liggen. Broer Jack en een gastsaxofoniste speelden geduldig door.

Een half uur later zegevierde Jeff een verdieping hoger. Hij zong murmelend met krakende stem op monotone wijze zeer gevatte teksten. De liedjes moeten het meer van de poëzie dan van de melodie hebben. Onverwachts dook ontroering op aan het einde van The Chelsea Hotel Oral Sex. Misschien vergis ik me, maar volgens mij werd Jeff bevangen door emotie en trilde zijn stem extra. De betekenis en de schoonheid van het liedje drong hem hier, in het vergelegen Amsterdam, pas echt goed door. Het mooie idee dat hij ten overstaan van vreemden een liefdesliedje zingt over een meisje zonder dat zij er weet van heeft, een meisje dat hij ooit maar enkele minuten heeft gesproken. Stel je voor dat zij op dit moment op een andere plek op de wereld mogelijkerwijs, zonder dat hij het weet, een liefdesliedje over hem aan het zingen is, en dat er wellicht over de hele wereld tegelijkertijd en zonder het van elkaar te weten, mensen liedjes zingen over liefdes die ze verder helemaal niet persoonlijk kennen. Jeff is een jonge romanticus. Hij heeft me helemaal voor zich gewonnen.

The Moldy Peaches sloten af in de benedenzaal. De complete band stapte ditmaal op het podium en tot ieders verbazing begonnen ze, gekleed in hun rare pakjes, op een discoplaatje te dansen als de Village People. Hilarisch is niet het juiste woord, maar er schiet me zo snel niets anders te binnen. Het verdere optreden kon niet meer stuk. Zelfs als je de LP niet in huis had, zong je veel van de teksten vanzelf mee. Terwijl de achterste rijen in Paradiso verwonderd toekeken, dansten en hosten de eerste rijen vrolijk op Lucky Number Nine, Downloading Porn With Davo en Who's Got The Crack. Het anders zo breekbare Nothing Came Out werd voor de verandering omgezet in variété. Kimya en de hyperactieve gitarist gingen een pas de deux aan. Dankzij S. van de band S. en haar vrienden was Adam in staat een stelletje Nederlandse cartoonhelden op te sommen in plaats van Amerikaanse tekenfilmfiguren uit de originele tekst. Via via hoorde ik dat de band zo hard speelde dat de instrumenten niet extra versterkt hoefden te worden. De PA bleef grotendeels ongebruikt. De herrie van de muzikanten ruggensteunde Kimya waardoor ze niet langer meer het verlegen meisje was dat ze de overige twee dagen leek te zijn. Het kostte haar geen enkele moeite het grote podium klein te maken. Ze bewoog en zong als een volleerde indierockgoddess.

Zou de goddelijke Bobby Conn vanavond echt beter zijn geweest dan Jeffrey Lewis en The Moldy Peaches bij elkaar? Ik trek mijn jas aan, loop de verwaaide nacht in en doe heel erg mijn best me geen zorgen te maken en de herinnering te koesteren van hetgeen ik wel gezien heb. Bobby bewaar ik voor een volgende keer.

Tekst: Vido Liber


Oude live-recensies staan in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]