home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

mei 2003


week 22

vrijdag 30 mei

How many dead or alive

En, hoe was je vrije Hemelvaartsdag?
Wil je de lange versie of de mimeversie?
Als het maar leuk blijft.
Ik zal het kort houden

Een tijdje heb ik gedacht dat het mijn biologische klok was. Zelfs als ik doordeweeks pas rond half 5 's nachts onder de dekens ga liggen, word ik rond 8 uur wakker. Daarna kan ik nooit de slaap hervatten en trekt vervolgens de hele dag de zwaartekracht extra hard aan mijn benen. Nu weet ik dat het mijn bovenbuurman is die elke werkdag iets te luid stommelend de trap af loopt op weg naar ik weet niet wat. Zelfs op Hemelvaartsdag had hij blijkbaar heel vroeg iets belangrijks te doen en trok hij de voordeur beneden iets te hard achter zich dicht. Als een vers opgegraven zombie wandelde ik door mijn kamer en als een humeurige vampier vervloekte ik het felle zonlicht dat door kieren van de gordijnen drong. De herinnering aan een geslaagde avond daarvoor hield me overeind. In plaats van een kunstzinnig avondje laptopstaren in Ekko bij een door The Wire georganiseerde avond, koos ik op het laatste moment voor gezelligheid - een woord dat ik niet graag gebruik, maar voor deze ene keer uit het verste en donkerste hoekje van mijn zolder haal. Ik moest bekende gezichten om me heen hebben. Dat er ook nog bandjes speelden was een prettige bijkomstigheid en dat ze prima klonken dankzij het uitmuntende geluid in Desmet was een extra bonus. Na Seesaw en Green Hornet in Club 3voor12 hebben we het heel laat gemaakt, hebben sommigen van ons zich recalcitrant gedragen en werd er constructief gediscussieerd vlak onder speakers waaruit veel te scherp afgestelde rock-'n-roll schalde.

Het mag duidelijk zijn: ik was een avond later niet fit voor Tombola 2009. Ik waarschuw jullie maar alvast. Kribbig, kortaf en rusteloos duwde ik mezelf in Paradiso van act naar act. Er liepen gelukkig nog meer mensen rond die een zware dag achter de rug hadden. Ik was niet alleen. E. had aan de afgelopen nacht zelfs gekneusde vingers overgehouden na een ongelukkige val van zijn fiets. Bijna trots toonde hij zijn wonden. Paradiso vulde zich gestaag voor een vol programma dat van start ging met maar liefst drie singer-songwriters. Dat waren er drie teveel. Adam Green van Moldy Peaches had de meeste van zijn humor thuisgelaten en zong bloedserieus over bloemetjes, bijtjes en blauwe luchten. Aaron Riches probeerde in de grote zaal boven het rumoer uit te komen door te starten met een kinderliedje over treinen en ook het gevecht dat Alasdair Roberts met het gebabbel aanging was bij voorbaat verloren. De eerste band was Sleepy Jackson en ze klonken me iets teveel als Electric Light Orchestra. Arenarock maak je in de Arena, niet in een zaaltje van iets meer dan tweehonderd man. Aereogramme verzoop in pretenties en de echobak die Paradiso nu eenmaal is. Als je, zoals ik, hun tweede album niet kent, had je nauwelijks een idee waar de vier Britse Vikingen op het podium mee bezig waren. De eerste band die me opbeurde en al mijn vermoeidheid deed vergeten was onze eigen, hoofdstedelijke Seedling. Hun korte, springerige liedjes (en ze hebben er tegenwoordig veel van) zorgden voor de broodnodige adrenalineshots. Daarnaast ben ik een mannelijk chauvinistisch varken (eigen bandjes eerst!), dus sleep me maar voor de rechter.

Omdat de optredens elkaar gedeeltelijk overlapten zag ik maar een staartje van The Hidden Cameras, een soort De Band Krijgt Kinderen die liedjes van They Might Be Giants heeft laten arrangeren door The Pogues. Een van de vele bandleden was rechtstreeks overgevlogen uit de musical Cats. Een vrolijk meisje in wit jurkje deed de danspasjes voor; een soort vogeltjesdans, maar dan anders. Het was een feest. Behalve voor mensen die depressief worden van vrolijke muziek. Eastern Lane was geen doorkomen aan. Letterlijk, want de kleine zaal zat verstopt. Heb ik het al gehad over de tropische temperaturen? Er is het een en ander veranderd sinds de verbouwing van Paradiso, maar een airco in de bovenzaal paste niet in het budget. Terug beneden brachten de vier oude mannetjes van Wire de grote zaal in beweging met de meest simpele riffs denkbaar en vrijwel allemaal in dezelfde toonsoort. In eenvoud zit vaak de kracht en dat bleek gisteren al te goed. Verlost van enige pretentie maakte Wire punkrock door op een housemanier klassieke songstructuren opzij te zetten. De bandleden lieten verschillende lagen in elkaar over gaan en op elkaar stapelen. De drummachine van vlees en bloed hield het ritme op de juiste momenten even in voordat een volgende climax de hoofden of hele lichamen van het publiek opnieuw en nog veel heftiger in beweging zette. Tijdens de twee afgedwongen toegiften werd een bloemlezing gegeven uit de nummers van debuutplaat Pink Flag. Wie had dertig jaar geleden ooit gedacht dat Wire populistisch zou worden. De band gaf me precies wat ik nodig had, maar ik ben dan ook een oude man die niet beter verdiend.


woensdag 28 mei

We are young, heartache to heartache we stand

We are Young People, zei zangeres Katie vrij laat in de set.
Jong? Dat zouden de drie dertigers op het podium wel willen, had je gedacht als je niet wist dat Young People een bandnaam is en dat de band uit de Verenigde Staten maandag op het laatste moment aan het programma in de kleine zaal van Paradiso was toegevoegd. Hun Europese tournee met The Kills zou Nederland overslaan, maar er waren enkele vrije dagen over. Een paar weken van tevoren werd naarstig gezocht naar een geschikte locatie in de Randstad. Het zoeken leek op niets uit te lopen totdat op het laatste moment toch gekozen werd voor het voorprogramma van The Seconds. Een logische uitkomst, want Young People deelde niet zo lang geleden hetzelfde label (5 Rue Christine).

Vroeg op de avond, voor een nauwelijks gevulde zaal, speelde Young People voornamelijk nieuwe nummers. De verstilling en de folkelementen die zijn terug te vinden op het debuutalbum waren zo goed als verdwenen. Katie zat achter het drumstel, in de ene hand de microfoon en in de andere een drumstok. Gitaristen Jarrett en Jeff stonden of knielden voor hun versterker waar ze ieder een heldere, lage feedbacktoon opbouwden. De overslaande stem van Katie was het folkelement in de rudimentaire, rauwe liedjes. In haar zang en drumspel klonk in de verte de invloed van drumster Kat van onze eigen The Ex. Het trio wisselde regelmatig van instrument. Katie speelde afwisselend gitaar, viool en keukenpan. Bassist en gitarist Jeff sloeg zowel op drumvellen als op een gitaar die hij op de snaredrum had gelegd. Voor een danseres stond Katie opvallend onbeweeglijk haar ding te doen. Slechts de spieren in haar gezicht dansten. De enige hint naar performance was de wijze waarop ze haar viool vasthield tijdens het zingen van een van de nummers. Niet onder haar kin maar voor haar buik. Zonder naar het instrument te kijken zaagde ze over de snaren en maakte ze toonloze, krassende geluiden.

In het nummer met de pan als percussie leek de zangeres een compleet eigen koers te varen. Al zingend sloeg ze om de paar maten vier keer tegen het ijzer terwijl drummer Jarrett en de zeer levendige gitarist Jeff ritmisch een tegenovergestelde route vaarden. Pas geleidelijk aan bleken de mannen en de vrouw verwikkeld in een complex vraag- en antwoordspel. Slotnummer Collection was de enige track van het debuutalbum, veel harder gespeeld dan op plaat, opgejaagd door de luide roffels van Jeff. Het optreden van Young People was te onderkoeld om je volledig van je sokken te blazen en je moest het doen zonder de emoties in mineur die zo ruimschoots op plaat aanwezig zijn. Het concert was bijzonder vanwege de vele onverwachte wendingen in de korte nummers, de eigenwijze muzikale vondsten en de bevlogen begeleiding van de mannen.

Na het scoren van de nieuwe 12" EP The Single (op het label Hand Held Heart), een T-shirt en (nou, vooruit dan maar) een button bleef het optreden over van The Seconds. De hyperactieve gitarist Zach en de nog veel meer opgewonden drummer Brian (tevens trommelend in Yeah Yeah Yeahs) joegen door hoekige nummers. Het solide geluid van Shellac werd gecombineerd met de gekte van het Franse Sloy. De kleine Jeannie hield het hoofd koel tijdens de roggelende baspartijen. Ik was met mijn hoofd nog iets teveel bij Young People om volledig onder de indruk te raken. Aan de reacties om me heen zag ik dat het goed was.


maandag 26 mei

Gerucht

Berichtje tussendoor : het gerucht gaat dat niet alleen The Seconds, maar ook Young People vanavond een paar nummers gaan spelen in de kleine zaal van Paradiso. De deur gaat om 19.30 uur open. Misschien toch handig om op tijd aanwezig te zijn.


week 21

zondag 25 mei

Filmfragmenten (2)

Agent Smith loopt stapsgewijs op de camera af.
Zonder zonnebril is hij precies Jaap Boots, fluistert J. naast me in de grote zaal van Tuschinski.
Agent Smith kloont zichzelf net zolang totdat zijn kopieën een leger vormen. De afdeling CGI maakt overuren. The Matrix Reloaded is minstens een uur aan de gang en eindelijk lijkt er vaart in te komen. Tot aan het gevecht tussen Neo en de vele agenten Smith weet ik eigenlijk niet waar de film over gaat. Omringd door een prachtig digitaal decor bezondigen de acteurs zich aan het oplepelen van opgezwollen dialogen. Ze hebben het over de komende dreiging van de machines. De dreiging is geen moment voelbaar. The Matrix Reloaded is geen speelfilm, het is een promo van het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de visuele effecten. De vijftien minuten lange achtervolging op de snelweg is ontegenzeggelijk spectaculair. Jammer dat de ontknoping veel weg heeft van Superman.
You see, the good thing about being me, is that there are so many me's. Zonder zonnebril is acteur Hugo Weaving precies Martin Bril, bedenk ik me, met in mijn achterhoofd de slotscène van The Interview, een film die zich voornamelijk in 1 ruimte afspeelt en spannend is zonder computergestuurde trucjes.

*

De Canadese regisseur David Cronenberg heeft pech. Zijn vorige film eXistenZ ging vrijwel gelijktijdig met de eerst Matrix in Nederland in première. Twee films over virtuele realiteiten binnen korte tijd was iets teveel van het goede. De hype rondom de broertjes Wachowski maakte de keuze wel heer erg makkelijk. Cronenberg's laatste film Spider heeft onze bioscopen niet eens gehaald en ging direct door naar de videotheek. Spider heeft geen enkele verwantschap met Spider-man en is ook geen achtpotige variant op The Fly. Het is een verre van typische Cronenberg. De enige vergelijking met zijn andere werk is het kleurgebruik (vergelijk de titelsequentie maar eens met die van eXistenZ) en een recente voorliefde voor Britse acteurs (na Jeremy Irons en Jude Law is Ralph Fiennes aan de beurt). Ditmaal toont de regisseur geen morbide fascinatie voor het menselijk lichaam, maar daalt hij af in de verwarde geest van een schizofreen. Spider verblijft in een rusthuis vlakbij de buurt in London waar hij als tiener een jeugdtrauma opliep. Onverstaanbaar in zichzelf mompelend wandelt hij door zijn eigen flashbacks. Zo zien we de tragische geschiedenis door zijn ogen en weten we dus dat we niet de feiten, maar een interpretatie van de feiten aanschouwen. Dit gegeven, in combinatie met de dubbelrol van Miranda Richardson, zorgt ervoor dat je vrij vroeg weet hoe de film zal aflopen. Dat is de grote zwakte van een verder mooi vormgegeven film.


woensdag 21 mei

The scene that celebrates itself

Vorig jaar gaf ik enkele suggesties voor het organiseren van een huiskamerfestival. Afgelopen zondagmiddag werd het advies opgevolgd tijdens Wijsjes Uit Het Oosten II. Er zijn meerdere redenen om er niet over te schrijven: (1) de combinatie van de verslagen van Zebra en Blue-log is meer dan voldoende en (2) het festival heeft een hoog incrowdgehalte. Het verslag is eigenlijk alleen interessant voor de vijfentwintig plus nog een paar mensen die getuige waren. Voor hen zijn de woorden die ik er aan wijd dan ook bedoeld. Als herinnering aan een zeer geslaagde muziekdag.

Coming Soon

Het album More Parts Per Million van The Thermals op Sub Pop verschijnt pas in de loop van volgende maand in Nederland terwijl de cd al sinds maart verkrijgbaar is in thuisland Amerika. Een enkele gelukkige recensent heeft 'm al in huis, maar de rest moet het doen met een MP3 van het nummer No Culture Icons. Volgens een deskundige platenverkoper aan de Utrechtsestraat gaat het hier om een verslavend plaatje.

Op 26 mei spelen vanaf klokslag 20.00 uur The Seconds in de kleine zaal van Paradiso. Om alvast in de juiste stemming te komen kun je zowel Say Hey als Right Way downloaden.


maandag 19 mei

My favourite pet: dub concertante in Frascati

De tribune trilde. Het was dat enkele onverstaanbare gesprekken om mij heen me wakker hielden, anders was ik in een aangename slaap gedommeld. Staren naar een eenzame man achter knoppen in een theater was een beetje vreemd. Frascati is niet bepaald een dancehall. Pole zat helemaal achterin op de podiumvloer, omringd door een mengtafel, effectapparatuur, een keyboard, een laptop en een melodica. De kleine Stefan Betke tikte met snelle bewegingen op de knoppen en toetsen voor hem. Een sample van een saxofoon gleed door de speakers. Suizende bassen waarvan je de tonen niet kon horen bolden de conussen. Een lome dreun vulde de halfduistere ruimte. We werden gewiegd door diepe, diepe dub, kloppend tegen de onderbuik.

Pole was de afsluiter van drie acts op een door STEIM georganiseerde maandagavond aan de Nes. De zaal zat stampvol met opvallend veel jeugdig publiek. Voor de pauze speelde een zeer nerveuze Niobe. Ze probeerde constant haar lange lokken achter haar oren te houden en liep onrustig heen en weer tussen twee microfonen en haar machines. Het leek of ze in de war raakte van de stoorzenders die haar vergezelden. Ze ging behoorlijk de mist in tijdens een nummer waarbij ze zichzelf vrijwel onhoorbaar op akoestische gitaar begeleidde. Ze lachte, schudde het hoofd meerdere malen en verontschuldigde zich in gebroken Engels voor het feit dat een tekst haar was ontschoten en voor allerlei foutjes die wij niet hadden gehoord. Niobe had een mooie zangstem. Het was jammer dat ze daar niet meer mee deed dan vrijblijvend jazzy scatten. Na een kleine twintig minuten vluchtte ze achter de zwarte gordijnen, blij dat ze klaar was.

Veel leuker was het malle duo Scratch Pet Land en hun toeters en bellen. De jongen met de grote bos krullen bond de bellen aan zijn pols zodat je hem hoorde rammelen tijdens zijn draaitafelkunsten. Hij scratchte ritmisch geluiden aan elkaar terwijl zijn schuchtere maatje naast hem twee toeters in het ritme probeerde te knijpen. Het publiek kon er de lol wel van inzien. De set was heel percussief. Alle geluiden (uit computers, cd-spelers, effectendoosjes, toetsen en drumcomputer) werden wild door elkaar heen gemixt tot een kakofonische cadans. Zelden heb ik een crossfader zo mishandeld zien worden met zoveel resultaat. Het ging er zo wild aan toe op de instrumententafel dat pick-upnaalden van de schrik van de groeven gleden en in het label belandden. Het extra gekraak paste prima in de collages van de gebroeders Baudoux.


week 20

vrijdag 16 mei

Dicht bij huis

De afgelopen week stond in het teken van Nederlandse bandjes. Een dag na de geslaagde Krawattenklub vorige week vrijdag speelde Seesaw in de Winston en dinsdag was er een drukbezochte kTsjoem-avond in de bovenzaal van Paradiso. Het begon vertrouwd pas na elf uur. Ik had me voorgenomen uiterlijk half 1 de zaal uit te sluipen, maar Dress, Zoppo en We vs. Death brachten me tot aan de laatste noten steeds dichter bij het podium zodat het alsnog heel laat werd. Gisteren presenteerde Radio Mortale drie Nederlandse bands tijdens hun maandelijkse avond in de Volta. Tussen Oxol en Norma Jean stond LPG geprogrammeerd, een band die onder het toeziend oog van Excelsior Nederland gaat veroveren. Check voor meer details het verslag bij de Subs.


dinsdag 13 mei

Lief liedje voor een regenachtige dinsdag

I Want You To Know, het tweede nummer van het album Luck van Masha Qrella.

Zwarte doos

Sinds eind april neemt het programma BlackBox tien weken lang elke maandagavond vanaf 20.00 uur uitzendingen op in Bitterzoet aan de Spuistraat nummer 2 te Amsterdam. BlackBox is een soort Club Lek voor nieuwe (elektronische) muziek. De makers proberen het gat te dichten dat gaapt tussen de nieuwe muziekwereld en de media. Ze richten zich daarbij voornamelijk op Nederlandse artiesten en muzikanten en spelen zoveel mogelijk in op de actualiteit. Gisteren kwamen onder meer Grond Records en het Brabantse Muzieklab aan het woord en werd muziek gedraaid van de Belgische minimalist Wim Mertsen. De opnamen zijn vanavond te horen tussen 23.00 en middernacht op Radio 4.


maandag 12 mei

Filmfragmenten

Todd Solondz. De presentator van Cinema Digitaal versprak zich gisteravond in Paradiso. Hij bedoelde regisseur Todd Haynes. Was het zijn verspreking die er voor zorgde dat een gedeelte van het publiek lacherig reageerde op het melodrama Far From Heaven? Een ingezonden brief in de Sight & Sound van april dit jaar maakte al gewag van een generatie die is opgegroeid met Pulp Fiction. Deze generatie beschouwt sindsdien elke film als ironisch. Todd Solondz maakte met Happiness een zeer ironische (of beter gezegd: cynische) film. Far From Heaven is van een heel andere orde. Het is een prachtig eerbetoon aan de films uit de jaren vijftig van Douglas Sirk. In Paradiso verscholen twintigers en dertigers hun bewondering achter ongemakkelijk gegniffel. Ze vonden het dolkomische hoe de façade wordt opengebroken waarachter Cathy Withaker (Julianne Moore) leeft. Haar echtgenoot is aan het flirten in een ondergronds homocafé en vrienden en kennissen veroordelen Cathy wanneer ze troost zoekt bij een intelligente zwarte tuinier (gespeeld door Dennis 'President David Palmer' Haysbert). Het publiek scheen niet te zien dat Far From Heaven een hommage is en geen persiflage.

Een dag later. Normaal gesproken had ik het wel droog gehouden bij 25th Hour. Het ging bijna mis op het moment dat Monty Brogan (Edward Norton) terugkomt van zijn laatste, bewogen wandeltocht door New York City, zijn tranen laat vloeien en troost zoekt in de armen van zijn vriendin uit Puerto Rico (Rosario Dawson) die hij zeven jaar niet meer zal zien. Het meisje links voor me in Tuschinski probeerde tevergeefs haar snikken te onderdrukken. Toen werden de resterende vijftien minuten ook voor mij heel zwaar. Heel toevallig dook Rosario Dawson ook op in de film die ik huurde om een regenachtige avond goed mee door te komen. Helaas laat regisseur en acteur Edward Burns in Ash Wednesday zien dat plotgerichte films met geladen pistolen minder aan hem besteed zijn dan de psychologische drama's waarmee hij zijn regisseurcarrière startte. Het enige aardige moment van de film is de openingsscène met een belangrijke rol voor Radar Love van de Golden Earring. Daarna heb je nog negentig minuten lange minuten te gaan.


week 19

zondag 11 mei

Stropdas vergeten

Music may not help solve anything, but at least it helps to keep the terrifying silence inside your head at bay
Everett True in het redactioneel van Careless Talk Costs Lives #4 (mei/juni 2003)

Kalverstraat, Waterstone's, eerste verdieping. Vorige week lag er nog niks en nu haal ik alweer het allerlaatste exemplaar weg van CTCL. Op drukke zaterdagen zit boven altijd iemand achter de kassa. Als ik afreken komt zijn collega van de kassa's beneden iets ophalen. Hij ziet het blad liggen. Dat is een geweldig tijdschrift, roept hij opgetogen. It's the best, zeg ik (volgens mij gewoon in het Nederlands, maar dit is Waterstone's, waar een zekere dubbeltalige verwarring heerst). Is er nog eentje over? vraagt de jongen. Nee, ik vrees dat ik net het laatste exemplaar voor je heb weggekaapt. De man achter de kassa maakt een aantekening. Een nieuwe bestelling is in de maak.

Laten we vanaf nu nooit meer klagen over Amsterdam. De hoofdstad bruist. Wildvreemden slaken blije kreten als ze CTCL op een toonbank zien. Kleine labels poepen platen uit zoals konijnen jongen baren. Elke week wordt op verschillende locaties in de stad wel iets muzikaals georganiseerd. Soms moet je daarvoor zoeken op plaatsen waar je misschien nog nooit bent geweest, zoals Voor-Beeld aan de Postjesweg waar aanstaande zaterdag (de 17e) een benefietfestival wordt gehouden met onder meer een optreden van Voicst. We hebben genoeg goed gesorteerde platenzaken met gedreven verkopers om in een wekelijkse behoefte te voorzien. Als je nog twijfelt over de vitaliteit van de stad dan was je afgelopen vrijdagavond niet in Zaal 100 tijdens de Krawattenklub.

Intermezzo in veel te klein lettertype
Eigenlijk zou dit een bespreking moeten zijn van Yo La Tengo in Paradiso. De naam van het Amerikaanse trio stond wekenlang bovenaan deze pagina. Dat schept verwachtingen en daar ga ik voor de verandering eens niet aan voldoen. Hun vorige optreden enkele jaren geleden op hetzelfde podium met evenzoveel publiek was geïnspireerd en knus. Ook toen moesten de balkons open om iedereen ruimte te gunnen. Het nieuwe tweede balkon bleef afgelopen vrijdag voorlopig ongebruikt. Yo La Tengo opende bescheiden en net zo voorzichtig als hun laatste, zwoele zomeralbum Summer Sun. In het daaropvolgende nummer spuwden versterkers feedback en produceerden de drie muzikanten een totaal tegenovergesteld gevoel. De twee nummers waren een mooie, dynamische samenvatting van het repertoire en eigenlijk had de band het daarbij moeten laten. Helaas speelden ze lang door en lukte het de geluidsman niet om de verschillende partijen tot een geheel te smeden. Yo La Tengo was all over the place. Alsof ze zichzelf in elke maat opbliezen en lichaamsdelen als een fontein tegen plafond, balkons, steunpilaren en hoofden spetterden. Er droop blubber uit de PA. Aan ons de taak daar in onze hoofden samenhang in aan te brengen. Veel mensen in de zaal namen niet die moeite en vertoonden de eerste symptomen van babbelziekte. Tot en met de toegiften wachtte ik tevergeefs op een betoverend moment, zo'n moment waarop je spontaan gaat glimlachen of waarvan je week wordt in de maag.

Ik was na afloop van Yo La Tengo nog nauwelijks over de drempel van Zaal 100 gestapt of ik kreeg al een demo in mijn handen gedrukt. Twee stappen verder en ik keek recht in de blije gezichten van Stereo en Zebra. Ik hoorde hun enthousiaste verhalen aan over de bijzondere, gecombineerde set van Seedling, Sal en Voicst en wilde de overige verhalen daarna niet meer horen. Pfaff, zea, de cabaretier en de goochelaar. Allemaal festivalonderdelen die voorbij waren. Ik kon mezelf wel voor de kop slaan. Waarom was ik hier niet eerder op de avond naar toegegaan? Nieuwsgierig naar de bron van alle euforie liep ik langs de grote groepen feestgangers, her en der aangeklampt door een van uitzinnigheid en drank rood aangelopen hoofd. Ik baande me een weg door de afgeladen bar, stak mijn hoofd om de hoek bij het zaaltje en kreeg terstond een glimlach op mijn gezicht geplakt. Nimbus verzachtte het gevoel van gemis en spijt. De afgeladen zaal leek voorover te vallen tijdens hun korte, intense set. De voorste rij stond op minder dan armlengte van de band af. Het publiek maakte onlosmakelijk deel uit van de performance. Er was geen scheidslijn tussen performer en toeschouwer. Zo zou popmuziek live altijd moeten zijn. Ik hield me staande tegen de opening van de deur en zag van daaruit voornamelijk lachende en springende mensen. Muzikanten waren nauwelijks te onderscheiden. Het was dat de bandleden zelf ook een en al beweging waren, anders had ik alleen muziek gehoord en niets gezien. Vol onverzadigbare gulzigheid gooide Nimbus zich in een handjevol popliedjes die smeekten om meezongen te worden.

Voordat het Belgische Buffoon de avond zou afsluiten zorgde een preview van het magnum opus van smalfilmer Jaap Pieters voor verwarring en hilariteit. Oude foto's van Paradisobezoekers kwamen tot leven in hedendaagse portretten. Af en toe bewoog het portret, wat meer dan eens een vreugdekreet in de zaal teweeg bracht. De grootsheid van de films zal later dit jaar in de juiste context veel meer indruk gaan maken. Buffoon zorgden met hun Pavementsound voor aangenaam dronken chaos. Ik zocht mijn toevlucht in de overvolle bar en kreeg van A. een exemplaar in handen gedrukt van de eerste editie van That Dam Magazine, een tastbare herinnering aan een avond die ik nog niet eens half had meegemaakt.


vrijdag 9 mei

Peeping Toms

De hoofdrolspelers in My Little Eye (Marc Evans, 2002) zijn niet de vijf jonge, onbekende acteurs, opgesloten in een landhuis in de middle of nowhere. De fotografie en het geluidsontwerp zijn de sterren van deze Big Brother meets The Blair Witch Project (iedereen noemt die twee films als het gaat om My Little Eye, en ze hebben gelijk). De Britse film opent met een uitvergroot computerbeeld en inloggeluiden. Als je contact hebt gelegd met het huis, kun je de bewonersgroep bespieden door middel van ik weet niet hoeveel digitale camera's. Om alle belangrijke bewegingen te kunnen volgen moeten ze soms onverwachts inzoomen en bijfocussen. De camera's zitten gemonteerd in de meest gekke plaatsen denkbaar: een zaklantaarn, een afstandsbediening en een pen. Dankzij een uitgekiende montage zien we de Amerikaanse acteurs geleidelijk aan bezwijken van angst in de laatste weken van hun verblijf in het verlaten huis. Het geluidspalet (of sounddesign zoals het zo mooi heet in het Engels) zorgt voor een extra claustrofobisch effect. Als je de extreem bewerkte digitale ruis en andere onbestemde klanken hoort die de popproducers Flood, Alan Moulder en Rob Kirwan onder de naam bias hebben gemaakt, lijkt het net alsof je in de geperverteerde breinen opgesloten zit van sensatiezoekende voyeurs die maar al te graag vermogens uitgeven om vijf mensen ten onder te zien gaan.

My Little Eye is internethorror. Het is niet de meest perfecte film die ik gezien heb. Sommige karakters zijn te schetsmatig uitgewerkt en het einde is ondanks het expliciete geweld minder indrukwekkend dan het suggestieve eerste gedeelte. De film draaide niet zo lang geleden tijdens het Festival van de Fantastische Film. Ik vraag me af of er nog een officiële Nederlandse release komt. De import-DVD heeft een tweede schijfje met vele extra's waaronder verwijderde scènes die meer vertellen over de motivatie van enkele personages. Naast de benauwende soundtrack van bias hoor je ook korte en langere fragmenten van Elbow, Peaches en Echoboy.

Update: de trailer van My Little Eye is gespot in Tuschinksi. De film is dus binnenkort te verwachten in een bioscoop bij je in de buurt.


woensdag 7 mei

Tame Lilac

De geluidsman in de bovenzaal van Paradiso draait zowel voor, tussen als na de bandjes integraal een album Metallica. De hork. Het is al zo moeilijk sfeer te creëren met hooguit twintig man publiek in het zaaltje. De derde bezoeker is een eenzame Amerikaanse veertiger uit Seattle die naast ons op de grond gaat zitten, een praatje probeert te maken, vervolgens zijn hoofd tegen een tafel leunt en in slaap valt. Zijn gesnurk komt nog net boven Enter Sandman uit. De drie meiden en jongen van het voorprogramma trekken zich niets van de lege ruimte aan. De zanger/gitarist van het jonge Noorse X.lover misbruikt zijn instrument, venijnig schrapend over de snaren. Meer dan eens valt hij op zijn knieën, tanden op elkaar, zich net niet verwondend tijdens zijn fanatieke spel. De drumster links achter op het podium slaat op elektronische pads. Ze klinkt als een oude drumcomputer. De kleine bassiste laat een uitgerekte gil ontglippen in het openingsnummer. Samen met de veel langere gitariste schreeuwt ze de teksten mee. Ze waren nog niet eens geboren toen dit soort muziek voor het eerst werd gemaakt. Ik maak een mentale aantekening (World Domination Enterprises goes riot grrrl) en streep die meteen weer door.

De Noren staan verwoed voor ons te springen tijdens de laatste twee nummers van hoofdact The Rogers Sisters. Geen probleem. Ruimte zat. Zo wordt het toch nog een leuke avond. Een dag voordat ze een sessie bij BBC DJ John Peel gaan opnemen doen The Rogers Sisters uit Williamsburg hun enige Nederlandse optreden. De hoekige no wave is ruw en tegelijkertijd reuze opgewekt. Gitariste Jennifer zingt met meisjesstem over fietsen. De springende en zwetende bassist Miyuki beperkt zich tot ritmisch declameren. Hij gebruikt zijn bas voornamelijk als percussie-instrument en zet meer zijn vuist in dan zijn vingers. Na het eerste nummer knapt een gitaarsnaar. Jennifer integreert het verwisselen van de snaar in haar noisy solo, grabbelend in haar gitaarkoffer en vlak voor de versterker staand, draaiend aan de stemknop. Laura drumt stug door. Per nummer wordt de set meer swingend. Had iemand voor aanvang B52's genoemd? Kan. Talking Heads, fluistert een van mijn muziekmaatjes. Nog beter. Dat scheelt mij denkwerk. Het optreden is veel te snel voorbij. Het beetje publiek dat in de nacht van dinsdag op woensdag nog aanwezig is, buigt collectief over de koffers en tassen vol merchandising. De bedrukte onderbroeken van X.lover zijn me net even een maatje te klein. Als Whitesnake keihard door de speakers klinkt vlucht ik het pand uit. Er zijn grenzen.


dinsdag 6 mei

Kleuren

Dat gebeurt niet vaak. Muziek onder een reportage bij het NOS-journaal en uitgerekend bij het item over P. Fortuyn. Muziek verwacht je niet bij het journaal. Muziek kleurt het nieuws, doet partijdigheid suggereren en kan heel snel tot stemmingmakerij leiden. Waarom grijpt de redactie juist nu naar deze kale, dramatische pianonoten? Het is overigens opvallend hoe populair de track Any Other Name uit de soundtrack van American Beauty tegenwoordig is bij reportage- en documentairemakers. Vroeger gebruikten ze dan meestal Trois Gnossiennes. De filmcompositie uit 1999 is in korte tijd een cliché geworden bij Nederlandse televisieprogramma's. Thomas Newman is de Erik Satie van 2003.

Vinyl vissen

Dit weekend uit de schappen van de platenboer gevist:

My Dugong Loves Your Sea-cow, een 10" EP vol muziekdooselektronica van .Tape. Een paar nummers van .Tape. zijn te downloaden via Mp3.com. Dat geldt ook voor de Mira-acts I Am Robot And Proud, Lightspeed Future Lullaby en Stella Maris. MP3's van Quasi Mojo, Satellite Grooves en de casiomuziek van Lipstick, zijn op hun eigen sites te vinden. Zo kun je een hele aardige elektronicaverzamelaar bij elkaar branden.

Ook de moeite waard is de split-12" van Pulseprogramming en Signaldrift op Outward Music. Net als op hun meest recente album spelen vocalen ditmaal een belangrijke rol bij Pulseprogramming en dat maakt hun computergestuurde muziek er alleen maar mooier op. In de afdeling Audio van Outward Music staan voornamelijk veel tracks in RealAudio-formaat. Het concert dat Signaldrift vorig jaar gaf in San Francisco is hier te downloaden, al kost het wel flink wat minuten voordat je het op je harde schijf hebt staan.


maandag 5 mei

Een saaie opsomming van de afgelopen dagen

dinsdag
Direct na het werk doorgefietst naar Rialto voor de laatste voorstelling van Women's Prison. Fragmenten uit het leven van een vrouw die achttien jaar in een Iranese gevangenis woont. Dat is zeker geen pretje, maar er gebeuren te vaak dingen buiten beeld waardoor ik geen moment door het verhaal gegrepen word.

woensdag
Koninginnedag is hel in Amsterdam. Thuis is veilig. Gelukkig regent het aan het begin van de middag en hoef ik niet naar bandjes op de Noordermarkt. Wanneer ik 's avonds over de brug naar de kop van het Java-eiland rijd, hoor ik vanuit de verte een vrouwenstem luid het festival afkondigen. Antimonarchisten dansen rondom een drumband. Op een grote boot naast het festivalterrein gaat het programma nog even verder. Het is donker en benauwd beneden. Ik kan niet echt een nooduitgang ontdekken en voel me ondanks de aanwezigheid van vrienden totaal niet op mijn gemak. Morbide Eenheid heeft geluidsproblemen. De Theremin heeft er geen zin in. Het duurt een eeuwigheid voordat ze opnieuw een poging kunnen wagen. Rauwe instrumentale mathrock dendert door de kajuit. Ik heb geen rekenmachine bij me en hoofdrekenen is niet mijn sterkste kant. Het is beter als ik deze band een andere keer op een betere locatie zie. Vroegtijdig vlucht ik naar de Plantage Middenlaan. Alamo Race Track speelt naar aanleiding van 24 Hour Party People vier keer klassiekers uit Manchester en smokkelt met een nummer van The Jam. Shadowplay van Joy Division rammelt authentiek. Je zou bijna zweren dat Ian Curtis uit zijn graf is herrezen. Het is rustig in de Desmet Studio wanneer Styrofoam Club Lek afsluit. Belg Arne van Petegem zit in zijn eentje achter laptop en mengpaneel. Hij zingt heel bescheiden en met gesloten ogen het ene trieste liedje na het andere. Vooral zijn interpretatie van Snow Crush Killing Song van The Mountain Goats is prachtig desolaat.

donderdag
Eigenlijk moet ik 's avonds in Paradiso zijn voor L'Altra en Calla, maar ik had al maanden geleden beloofd plaatjes te draaien in de Volta. Belofte maakt schuld. De mengtafel doet niet helemaal wat ik wil. Ik begin met een rustige single en gooi de schuif open voor een cd'tje. Geen geluid. Snel op zoek naar iemand van de organisatie die verstand heeft van de apparatuur. Daarna blijft een cd hangen en niet veel later kraakt een zelfgebrand plaatje. De rest van de setjes die ik tussen de bands doe moet ik voornamelijk improviseren. De barjuffrouw vraagt of het volume omhoog mag.

zaterdag
's Middags plaatjes kopen bij Distortion en 's avonds lachen bij Solbakken. Twee bands sluiten een benefietdag af waarop geld en handtekeningen worden ingezameld voor het behoud van de kraakkerk aan de Rijnstraat. Tussen kunstenaars en vrienden van de band wandelt een zwerver die dankbaar de borden met speculaasjes leeggooit in zijn tas. De galm in de kerk is zo erg dat het lijkt alsof de echo's rechtstreeks uit de speakers komen. De microfoon van gitarist Empee kraakt als een verkouden megafoon. Het is geen gehoor. Hij begint te zingen en lachsalvo's uit het publiek echoën mee met de muziek. Als hij een lange speech afsteekt komen we helemaal niet meer bij. Gelukkig kan ik de laatste plaat van Solbakken dromen anders zou ik moeite hebben gehad te weten wat er nu werkelijk op het katheder gebeurt. De instrumentale passages zijn gelukkig redelijk goed te volgen. Laatste band Dress gebruikt een betere microfoon en de geluidsman zet alle speakers achter de band. Het helpt, want het geluid van het trio komt veel beter over. Het bier is op en omdat ik geen trek heb in rode wijn doe ik mee met de wodka. De avond blijkt nog lang niet over want met een grote club rijden we naar De Badcuyp waar de bassist van Gone Bald een feestje geeft. Als we daar worden weggeveegd belanden we in een café aan de Ferdinand Bol. Ik struikel over een paaltje en lig lachend op de grond. Het café sluit ook en er zit niets anders op dan een nadronk samen met J. bij E. in Oost. Pepermuntthee en whisky en bladeren door familiealbums. De ochtendzon staat redelijk hoog als ik eindelijk thuis ben.

zondag
Ziek. En niet zo'n klein beetje ook.


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home ] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]