home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine


week 44

vrijdag 30 oktober 2009

Love Streams (John Cassavetes, 1984) bioscoop
Vorige maand dacht ik een goede aankoop te hebben gedaan bij De Slegte aan de Kalverstraat: American Dreaming: The Films Of John Cassavetes And The American Experience (University Of California Press, 1985) van Raymond Carney, tweedehands voor slechts twaalf Euro en vijftig cent. Na het zien van Love Streams uit 1984 wilde ik alvast wat lezen over de bedoeling en betekenis van deze film, maar ik ontdekte - te laat - dat de Amerikaanse regisseur (1929-1989) in deze editie van het boek nog leeft en dat Love Streams er niet in aan bod komt. Het hoofdstuk waar een verhandeling over Love Streams had kunnen staan, heet Worrying The Dream, een titel waarmee Cassavetes’ zwanenzang mee samengevat zou kunnen worden. Love Streams geeft niet zozeer een inkijk in diverse dromen, maar is zelf een droom en wordt in de eerste scène ook als zodanig aangekondigd door Robert (John Cassavetes).

Nadat Robert zijn huis is binnengetreden en door de verschillende vertrekken heeft gewandeld, staat hij met een handvol jonge dames een drankje te nuttigen in een van de vertrekken. Het lijkt alsof hij een auditie afneemt, want de vragen die hij hen stelt legt hij vast op een cassetterecorder. Het duurt even voordat een van de vrouwen weet wat ze moet antwoorden op de vraag waar ze het meest van geniet: dromen. Via een harde montage gaat de lange droom van start, in een onwerkelijk ogende nachtclub. De donkere zangeres Susan (Diahnne Abbott, indertijd getrouwd met Robert De Niro) start een emotieloze, plastic klinkende versie van Bob Marley’s Kinky Reggae. Twee onwennig dansende achtergrondzangeressen begeleiden haar. Ze worden gadegeslagen door mannen achter twee tafels op het podium, daar gezeten alsof ze juryleden zijn van een zang- annex modellencompetitie. De vrouwen in het publiek, in de voor een derde gevulde zaal, dragen felgekleurde outfits en lijken uit een ander decennium te zijn binnengeslopen. Een van de vrouwen ziet Robert staan, kijkt hem indringend aan en schuift langzaam dichterbij. Het blijkt geen vrouw, maar een travestiet.

Ook de tweede scène in de nachtclub maakt een onwerkelijke indruk. Wanneer Susan voor het eerst met Robert praat, danst de travestiet uit de eerdere scène op de achtergrond, terwijl helemaal geen muziek is te horen. Susan en Robert zetten hun gesprek voort aan een van de tafels op het podium. De rest van de club is leeg. Ondanks zijn dronkenschap rijdt Robert de zangeres naar huis, onderweg een geparkeerde auto schampend. Hij verwondt zichzelf tot bloedens toe aan zijn gezicht na een val van de witte trap bij haar woning. Buiten beeld kotst hij haar woning onder. Toch kijkt ze de volgende ochtend verliefd naar hem, wachtend tot hij op de bank uit zijn dronken roes ontwaakt. Susan is Roberts droomvrouw.

Het parallel aan dat van Robert verlopende leven van Sarah (Gena Rowlands) is ook meer droom dan werkelijkheid. Na haar echtscheiding moet ze bij de rechter de bezoekregeling voor haar dochter regelen. Sarah maakt een verwarde indruk en als dochterlief zegt liever bij vader (Seymour Cassel) te wonen, stort ze in. Op aanraden van haar psychiater onderneemt Sarah een reis naar Europa, maar is dit een echte of een gedroomde reis? De vrouw heeft een zodanige krankzinnige stapel bagage mee dat aan het werkelijkheidsgehalte van haar Eurotrip (Parijs en Londen) getwijfeld mag worden. In tegenstelling tot Robert worden Sarah’s dromen minstens twee keer expliciet als zodanig gepresenteerd. Het muzikale intermezzo (The Opera Sequence) is daarvan het duidelijkste voorbeeld. Sarah valt in slaap, de opera vangt aan, de opera is voorbij en Sarah wordt wakker. Iets minder duidelijk, maar toch echt een droom, is de scène waarin ze bij een zwembad in de achtertuin van haar ex-man hem en hun dochter aan het lachen probeert te brengen.

Verder laat de film in het midden waar de scheidslijn tussen droom en wakende toestand ligt. Is Sarah echt zo gek dat ze een halve kinderboerderij voor Roberts huis aanschaft of vangen wij hier een glimp op van haar fantasiewereld? Roberts delirium, aangewakkerd door overmatig drankgebruik (zijn ontbijt bestaat voornamelijk uit champagne), doet zijn wereld pas in de slotfase van de lange film definitief uit elkaar vallen. Omdat ook slapeloze mensen niet zonder dromen kunnen, gaan ze hallucineren en daarom stappen droompersonages ’s nachts bij Robert het huis in, om daar zwijgend en ontkleed op zijn bank te zitten en hem vol medelijden aan te kijken met zwakke glimlach. Hij staat machteloos tegenover dit waanbeeld en kan de vreemdeling enkel hysterisch lachend vragen wat hij komt doen in zijn huis.

Net zoals in dromen is in Love Streams geen heldere verhaallijn te ontwaren, is het een komen en gaan van personages en veranderen mensen soms van uiterlijk (de travestiet is in zijn tweede scène bijna onherkenbaar vanwege zijn andere kleren en het ontbreken van de pruik, en ook de moeder van Susan ziet er later, vanwege haar feestelijke outfit, heel anders uit dan tijdens de eerste ontmoeting). Relaties zijn soms onduidelijk. Zo wordt eerst gemeld dat Robert en Sarah ooit met elkaar getrouwd zijn geweest, maar noemt hij haar later tot tweemaal toe zijn zus. Love Streams (een afschuwelijke titel, maar dit terzijde) is een afbrokkelende droom, bekeken vanuit de ogen van iemand die afscheid moet nemen van het leven. De man die afscheid van ons neemt is de filmregisseur en hij voelt aan dat dit zijn laatste creatie is.

Door de vaak geforceerde en daardoor groteske humor spreekt de laatste film van Cassevetes me het minst aan. Love Streams is een film die je het best kunt zien als je de rest van Cassavetes’ werk als regisseur kent (elf speelfilms in totaal) en gewend bent aan zijn methodes om het geduld van de kijker op de proef te stellen. Het is alsof personages en situaties uit de eerdere films nog eenmaal voorbij komen voor een laatste groet. Gena Rowlands staat niet ver af van de verwarde Mabel uit A Women Under The Influence (1974). Seymour Cassel draagt dezelfde soort snor als Moksowitz uit Minnie And Moskowitz (1971), maar in Love Streams blijkt dat het huwelijk met Minnie (eveneens Gena Rowlands) hem danig heeft ontnuchterd en hem zijn levenslust heeft ontnomen. Kinderen zijn de slachtoffers van al de gebroken huwelijken en ouders die voornamelijk met zichzelf en hun carrières bezig zijn. Ontheemd dwalen ze tussen vader en moeder. De verloren zoon Albie (Jakob Shaw) wordt opgesloten in een hotelkamer in Las Vegas en vergeten door zijn vader, net zoals de autistische Reuben (Bruce Ritchey) wordt achtergelaten in het tehuis in Cassevetes’ tweede (en laatste) studiofilm A Child Is Waiting (1963). De nachtclub en de groep jonge vrouwen in Roberts huis doen denken aan de geïdealiseerde (droom)wereld van nachtclubhouder Cosmo (Ben Gazzara) in The Killing Of A Chinese Bookie (1976). Net als de drie mannen in Husbands (1970) denkt Sarah mentaal terug op de rails te geraken door naar Europa te reizen. De terugkerende personages raken allemaal Cassavetes nog eenmaal aan, voordat ze hem en de door hem geschapen wereld voorgoed loslaten.

Het mooist aan de film is het slotbeeld waarin de acteur/regisseur wezenloos recht de camera in kijkt en met een verkreukelde hoed in zijn hand naar ons zwaait, terwijl iedereen hem heeft verlaten, de storm tegen zijn huis beukt en de regen ons het zicht aan hem ontneemt. De film is voorbij, Cassavetes’ droom is voorbij.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]