home

agenda

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

juli 2004

week 31

zaterdag 31 juli

Zomerleed

De zomer heeft werkelijk toegeslagen in Amsterdam. De ramen staan open om het kleine beetje frisse lucht op te vangen dat uit de schaduw waait. Aan de overkant blèrt ongevraagd lawaai uit veel te hard afgestelde radio's. Op de podia in de stad is nauwelijks iets te beleven. Drie weken zonder concerten is even wennen. Net als ik moet wennen aan een Amsterdam met twee goede platenzaken minder. Eerder deze maand meldde ik dat Subterranean op 17 juli jongstleden de deuren sloot. Toevalligerwijs besloot op dezelfde dag Staalplaat de stad te verlaten. Een A4'tje op de deur van de voormalige zaak aan de Staalkade meldt dat we welkom zijn op het nieuwe adres in Berlijn. Dat is toch een tikkeltje te ver voor op de fiets. Dan blijven voor ouderwetse platenkopers zoals ik slechts Distortion en Get Records over als serieus te nemen platenzaken voor kopers van avontuurlijke popmuziek. Dat is wel een beetje mager voor een hoofdstad.

Voor concertgangers die nog niet op vakantie zijn heeft zomermaand augustus best wel aardig wat keuze, wat te denken van o.a. Donna Summer, Pretty Girls Make Graves, Das Oath, Eugene Chadbourne, MC5, Mike Patton, Boyracer, Sonic Youth en Trachtenburg Family Slideshow Players. Meer details en een twintigtal MP3's vind je in de selectieve agenda van augustus.


woensdag 28 juli

Bliksemschicht

De allerbeste band tijdens het Britse festival All Tomorrow's Parties, eind maart dit jaar, was het heftige Amerikaanse duo Lightning Bolt. De twee muzikanten weigerden pertinent op een podium te spelen en verschansten zich op beide festivalweekenden op onmogelijke plekken: bij de tap (waar ik ze wel hoorde maar door de ontstane heksenketel helemaal niets kon zien), achterin de zaal na het optreden van Sonic Youth en onverwachts op een zondagmiddag bij een van de huisjes op het bungalowpark. Zoek dus een strategische plek op als je Lightning Bolt goed wilt zien tijdens hun komende Europese tournee. Volgens hun tourschema zijn ze eind september/begin oktober in onze omgeving: AB-Club, Brussel (27/9), Worm, Rotterdam (28/9), Vera, Groningen (29/9), OCCII, Amsterdam (16/10) en de Lintfabriek, Kontich (B) (17/10). Bekijk de foto's van eerdere optredens om te zien wat voor wilde taferelen je kunt verwachten. Mis ze niet.

Verjonging

De Amerikaanse band Young People (met albums op 5 Rue Christine en Dim Mak) gaat verder als duo. Gitarist Jeffrey Rosenberg kan de band niet meer combineren met zijn schoolwerk. Zangeres Katie Eastburn verzorgt in New York ondertussen de productie, choreografie en muziek voor een DVD op Kill Rock Stars met dans en muziek. De andere gitarist Jarrett Silberman neemt in zijn thuisstad Los Angeles ook solo materiaal op dat hij binnenkort zal uitbrengen, ondermeer als split-cd samen met muzikant Mick Barr (alias Octis van de bands Orthrelm, en Quix*o*tic). Young People wordt weer actief in het nieuwe jaar.

MP3

Zomerse indie met winters thema van het duo Nedelle & Thom met het nummer In Time It Snows van hun nieuwe album Summerland.


week 30

zaterdag 24 juli

Filmflitsen

De Schot Richard Jobson was ooit zanger in The Skids en The Armoury Show. Tegenwoordig is hij filmregisseur. Zijn digitaal en voor een relatieve habbekrats opgenomen debuutfilm, een verhaal dat zich afspeelt in het criminele milieu van Edinburgh, draait deze maand in de Britse bioscopen. Een recensie in het filmblad Sight & Sound maakt nieuwsgierig. 16 Years Of Alcohol is een Brits/Nederlandse coproductie, maar een Nederlandse releasedatum is nog niet bekend.

Nog meer films vind je vandaag in de gelijknamige rubriek, al gaat het hier om twee tegenvallers.


woensdag 21 juli

Fluisteren

Wat is ook alweer de Nederlandse vertaling van Chinese Whispers? Dat kinderspelletje waarbij je in een kring zit, de persoon links van je een woord of een verhaaltje influistert en afwacht wat van je influistering overblijft als iedereen aan de beurt is geweest en de laatste in de kring het resultaat hardop uitspreekt. Halfhide meldde onlangs dat dit spelletje het uitgangspunt is van een nieuw project. Een kunstwerk is inspiratie voor een compositie die inspiratie vormt voor een nieuw kunstwerk waarop weer een andere band muzikaal reageert, etc. Naast Carmenkata zijn bijdragen te verwachten van Commando Cauldron, Audiotransparent en eenmansband Ottoboy. Houdt de site van Halfhide in de gaten voor updates.


dinsdag 20 juli

Ongedierte

De platenverkoper was wel heel enthousiast gistermiddag. En dat vanwege een band waarvan niet eens materiaal verkrijgbaar is in Nederland. Terwijl ik mijn keuze bij de afluisterbalie aan het maken was en Happy Happy van Capitol K. teleurgesteld opzij schoof (matige opnamen en storende zang) kreeg ik de naam van een muzikant uit Bristol op een papiertje toegeschoven. Via internet mocht ik thuis zelf beoordelen of het enthousiasme ergens op gestoeld was. Dat bleek zeker het geval, luisterend naar de MP3's op de audiopagina van de gevonden website en nummers als Heard Through Floor en Chasing Paper Butterflies en de complete opname van een optreden in Cube Cinema te Bristol op 4 maart dit jaar. Laat de platen van Knowledge Of Bugs nu maar naar Nederland komen.


week 29

donderdag 15 juli

Compilatie

MP3's voor een mogelijk elektronisch minialbum:
Henry Leo Duclos (uit San Diego) - Drown 6 Android Seagull
Prhizzm (Brendan Dellandrea uit Toronto) - Thirty-seven Knots
Psidolump - Pantropical (geremixed door Unyx uit Limburg)
firestARTer (Duitse Gameboytunes) - Cute Invasion
Point B (Richard Bultitude uit Londen) - Outwoven
Vector Lovers - Tokyo Glitterati
Mormo (een Britse Amsterdammer) - Hero Never Rests


woensdag 14 juli

Maden

Nivek Ogre, verkleed als mummie met Venetiaans ravenmasker, springt als een duivelse sater over de planken van Paradiso, rennend tussen de drumverhoging links en het hoge, metalen staketsel rechts waarin zich de machinekamer van toetsenist cEvin Key bevindt. Zijn bewegingen worden vastgelegd door een camera aan de zijkant van het podium. Achter de dansende vocalist wordt zijn act geprojecteerd en aangevuld met hi-tech computeranimaties en video's vol oorlogsgeweld, opengereten lijken en anti-Amerikaanse beelden waarin een saluerende Bush parallel gemonteerd wordt met een lachende Hitler. De wereld volgens Skinny Puppy is een wereld in verval. Door zich toe te takelen oogt Ogre, naarmate het optreden vordert, als een man in staat van ontbinding. Hij trekt na een paar nummers zijn masker af, drenkt zijn handen in bloed en laat een nieuw masker van zijn gezicht druipen. Veel later beplakt hij zich met modder en stof. Slechts zijn witte grijns en felle pupillen blijven onbedekt. Hij spuugt schuim en schiet lachend met een speelgoedgeweer op zijn eigen wandelende afbeeldingen op het immense doek. De Apocalyps als entertainment. Muzikaal en tekstueel biedt de band het publiek geen nieuwe gezichtspunten, maar visueel is hun show stukken vermakelijker dan een gemiddelde elektronicaspecialist uit de avant-garde. Het optreden van de Canadese industrialgrootheid is overweldigend en letterlijk verblindend. Gigantische lampen branden gaten in mijn netvliezen terwijl hun hitte het zweet van mijn voorhoofd doet verdampen. Aan spektakel geen gebrek. De kerk Paradiso wordt op gelikt professionele wijze ontheiligd.

Skinny Puppy is een paar jaar geleden opgestaan uit de dood om het gewillige publiek te overrompelen met mechanisch dreunende drums, zo pijnlijk luid afgesteld en zo hard dat ze de meeste delicate riedels en elektronische foefjes van cEvin Key overstemmen. De componist van de groep werkt zich behoorlijk in het zweet getuige de wild kringelende dreadlocks die als slangen boven zijn kruin de wacht houden. Een kale, in stemmig zwart gehulde gitarist geeft de dansbare nummers een metalrand. Bij zoveel industrieel geweld sneuvelen veel van de harmonieën en wordt het moeilijk nummers te onderscheiden, zeker als je, net als ik, in 1988 gestopt bent met platen van Skinny Puppy te kopen. Zelfs nummers van voor 1988 herken ik slechts voornamelijk door tekstflarden. Gods Gift Maggot, roept Ogre in het gelijknamige nummer van het album Mind: The Perpetual Intercourse uit 1986. De rest van de muziek is me te uniform, waardoor mijn aandacht halverwege de set begint in te zakken. Het zijn de capriolen van de bezeten Ogre die me bij de les houden. Een groot gedeelte van het publiek zingt ondertussen veel van de teksten luidkeels mee, dansend, de armen in de lucht stekend en vuisten makend. De wederopstanding van Skinny Puppy wordt met massaal gejuich ontvangen.

Eerder op de avond was bij voorprogramma Legendary Pink Dots nauwelijks sprake van capriolen en zichtbaar vermaak. Net als Skinny Puppy had ik deze, al jaren vanuit Nederland opererende dinosaurus nog nooit eerder live gezien terwijl ik de band al ken sinds de aankoop in 1983 van hun cassette Basilisk. Van visueel aantrekkelijke taferelen was geen sprake, maar dat maakte het viertal goed met sprookjesachtige psychedelische elektronica waarover de als een kameleon bewegende Britse zanger Edward Ka-Spel zijn geheimzinnige verhalen zong. De band klonk nog exact hetzelfde als twintig jaar geleden. In de begintijd hadden LPD een violist. Ditmaal kleurde een kale saxofonist de kokette sequencerloopjes aan, ondersteund door een gitarist gehuld in een T-shirt van Swans. Tijdens het slotnummer wandelde de saxofonist door de zaal. Elke keer als hij door zijn instrument blies brandde een lichtje in zijn hoorn. Toch nog een uiterlijk vertoon.


maandag 12 juli

Boventoon301

Nog harder? Ja, nog harder. Bassiste Mila schudt haar hoofd terwijl gitarist Tjeerd zijn versterker richting 11 draait. We staan op een kluitje voor Blues Brother Castro in een ruimte die door S. eerder op de avond omschreven is als een uitvergrote kubus uit de film Cube. Een kubus ruim genoeg om niet, zoals in Untertage, last te krijgen van claustrofobie. Het lawaai van BBC sluit ons in, of omarmd ons, het is maar net hoe je het beleeft. De vierde Amsterdamse editie van de Krawattenklup en de presentatie van nummer 6 van het blad That Dam! is zaterdag de 10e een rumoerige aangelegenheid. Enkel de filmpjes van Jaap Pieters zwijgen in het cafégedeelte van cultureel kraakpand Overtoom 301. De organisatoren hebben effectief geflyerd en gemaild, want het is behoorlijk afgeladen. Daar was blijkbaar niet op gerekend want de biervoorraad is al halverwege de avond volledig opgedronken.

De meeste bands spelen op het dubbele podium in de zaal links van het café. Dichter Arthur kondigt Pfaff aan en een lange avond vol gitaargebrul gaat van start. De twee drummers zitten zo ver als mogelijk van elkaar vandaan. Soms roepen ze tussen nummers door naar elkaar om te checken hoe het met de ander gaat. In Sensurround stereo botsen roffels en razende bekken tegen de muren en kaatsen ze weer terug. Monitoren houden het trio bij elkaar. Gitarist Bas krijst als barende vrouw. Tijdens de laatste rollende drums betreden de drie leden van Wounded Kite het podium. Na de oerschreeuw van Pfaff is de tweede band wel heel erg timide. De gitaarliedjes schudden uit elkaar door een overmaat aan bescheidenheid. De avond lijkt zo vroegtijdig in te zakken, extra versterkt door het daarna achter elkaar programmeren van een film (het eerder genoemde Untertage, een poëtische afdaling in een Duitse mijn), nog meer film (4 Agenten Bekeuren en De Woedende Met Fles & Blik van smalfilmer Jaap Pieters) en een Amerikaanse dichter (die vrij monotoon declamerend een komisch bedoelde twist geeft aan de mythe van King Kong).

Aan Zoppo-afsplitsing Avec Aisance de taak de zaak weer op gang te krijgen. Het lukt de band slechts gedeeltelijk. De liedjes verzuipen teveel in hun eigen gedruis, gejaagd uitgevoerd als een set van The Thermals zonder melodieën. Pas als zanger Yuri bevrijd is van zijn gitaar krijgt de muziek in de slotfase de broodnodige ademruimte. In de andere ruimte gaan de vier liedjes van Louisa Lilani & John Prop bijna kopje onder in het caférumoer. John begeleidt daarna de laatste van de drie filmpjes die Jaap Pieters op de muur projecteert: Snaarloos, een fragment uit het leven van een zwerver die op een drukke winkelstraat aalmoezen probeert te verdienen door op een snaarloos gitaartje te tokkelen. Snaarloos is het alles behalve deze avond. De gitaren zijn in de meerderheid en dat zullen we weten ook. Versterkers piepen luid in een zwart decor. Het noisefeest begint pas werkelijk vanaf Makazoruki. De liedjesliefhebbers en mensen met hoofdpijn hebben het pand al verlaten als de band koortsachtig dendert in de rechterhoek van de zaal. Het zwart staat Makazoruki goed. Onder de lampen van Zaal 100 was hun set begin vorige maand tussen witgeverfde muren relatief vriendelijk. In de schaduwen van Overtoom301 is de band veel feller. De stem van vocalist Skušo smelt samen met het kabaal van zijn gedreven kompanen. Het gaat ten koste van de verstaanbaarheid van de teksten, maar wat overblijft is de hamerslag van de onvoorspelbaar wendende punksongs. Hun vrienden van Gone Bald stellen zich op aan de linkerzijde van het brede podium. Met ontbloot bovenlijf schreeuwt Razorblade Jr. de demonen van zich af. Hoe de bandleden elke onverwachte nieuwe draai in hun woedende noiserock kunnen onthouden is me een raadsel. De breaks, tempowisselingen en maatverschuivingen zijn mentaal moeilijk bij te benen en daarom het best fysiek te ondergaan.

Tevergeefs roept een dronken bezoeker tussen de nummers van het Belgische Hollywood Porn Stars om Slayer. Hij kan zelf nog het meest om zijn grap lachen. Hoe gebrekkig en bijkans vormloos de band uit Luik is merk je pas goed als je vervolgens geconfronteerd wordt met afsluiter Blues Brother Castro. Het lukt het kwartet weer om me niet te vervelen, terwijl ik ze toch al vaak genoeg heb gezien het afgelopen half jaar. Hun magnetische kracht geldt voor de meeste bezoekers. Mensen in het publiek duwen elkaar verder naar voren tot tegen de neus van de tierende gitarist/zanger wiens stembanden scheuren beginnen te vertonen. Zijn spaarzame aankondigingen klinken zorgwekkend schor. Als je iets moois wilt maken zul je nu eenmaal moeten lijden. Zonder voet op de rem snelt het kwart door het repertoire van het album Money Maker Me. De kracht van de liedjes zit niet alleen in het volume en de fanatieke uitvoering maar vooral in de vindingrijk tegen elkaar crashende gitaarriffs. Na zoveel geweld wil ik alleen maar meer. Helaas draaien de dienstdoende DJ's technisch capabel plaatjes die je eerder verwacht in Dansen Bij Jansen dan in een donker kraakpand. Hoogste tijd om te vertrekken.


week 28

vrijdag 9 juli

Radioheads

Een tweede kans. Afgelopen zondag gaf het optreden van TV On The Radio op Metropolis een aardige indicatie van de liveprestaties van het trio uit Brooklyn. Aangevuld met een drummer en een bassist was de set in Rotterdam te kort voor een definitief oordeel, maar het deed in ieder geval uitzien naar een vervolg. Gisteren voelde zanger Tunde Adebimpe zich in de bovenzaal van Paradiso beter dan in het Rotterdamse Zuiderpark waar hij plotseling van het podium verdween en zowel publiek als organisatie in verwarring achterliet. Een beetje nerveus maar gedreven hield hij al zingend met zijn ene hand afwisselend twee microfonen vast terwijl zijn andere hand boven zijn hoofd danste. Zijn hoge uithalen deden net als op de plaat denken aan een zwarte Peter Gabriel. Tijdens de meest gewone momenten moest ik helaas, net als anderen, denken aan Corey Glover van Living Colour. Zo bijzonder als op het album Desperate Youth, Blood Thirsty Babes werd het optreden niet. De kortstondige, schijnbaar geïmproviseerde opening en het gejamde slot tijdens de toegift bleven schemerig en ook de meer stevig gespeelde songs, zoals Staring At The Sun en het gejaagde The Wrong Way, leidden niet tot een apotheose. De spannende opbouw van de plaat verdween op het podium in een teveel aan herhalingen. Het gebrek aan werkelijke bezieling werd versterkt door de (gespeelde?) desinteresse van de soms akelige vals zingende tweede gitarist Kyp Malone en de verborgen, vrijwel constant met zijn rug naar het publiek spelende bassist. Het verbeten spel van gitarist/toetsenist David Andrew Sitek vergoedde een beetje. Hij wurgde zijn gitaar om er snelle akkoorden uit te wringen onderwijl hard meezingend zonder versterking van een microfoon. Live is TV On The Radio te eenvoudig aan te duiden als een rockband. Een interessante rockband, laat daar geen twijfel over bestaan, maar het bijzondere aan de plaat is nu juist dat het geluid moeilijk te definiëren is.

All your dreams are over now.

Twee luistertips voor de broodnodige referenties:
A.R. Kane - Sixty Nine (Rough Trade, 1988)
The Veldt - Afrodisiac (Mercury, 1994)


dinsdag 6 juli

Clip (2)

Zomaar een cool gefilmde videoclip in La Haine-kleuren en widescreenformaat van Flexxus de Beatslager en de rake klappen remix van zijn Nederhoptrack Zinnenspinner.


maandag 5 juli

Metropolis

Geen rechtgeaarde fanatieke concertganger laat zich afschrikken door een beetje regen en dus waren de meeste bekende Amsterdamse gezichten gisteren afgereisd naar Rotterdam voor een nieuwe editie Metropolis in het Zuiderpark. Ook vertrouwde muziekfanaten uit andere delen van het land waren snel gespot. Onderweg leek de lucht vrij van buien, maar net gearriveerd op het gras voor het hoofdpodium druppelde de eerste nattigheid tijdens Gem pesterig op mijn onbeschermde hoofd. Net als tijdens eerdere optredens lieten de vijf jonge rockers zich geen moment afleiden door technische mankementen (een gitaarversterker ditmaal) en verkende de immer brutaal uit zijn ogen kijkende zanger Maurits het grote podium. Hij probeerde een enkele maal in het hem omringende staketsel te klimmen onderwijl onverstoord doorzingend. Sommige passanten beklaagden zich bij me over het gebrek aan originele riffs, niet begrijpend dat een riff niet origineel hoeft te zijn, als-ie maar werkt en efficiënt wordt gebruikt. Festivalgenoot G. was slachtoffer van het bewijs dat Gem sterke liedjes voortbrengt, getuige een single die zich het hele verdere festival in zijn hoofd bleef vastbijten.

Op Metropolis ben je in de gelegenheid om in een goede sfeer muzikaal te shoppen, te zoeken naar verrassingen en je te laten confronteren met de laatste hype. Editie 2004 was wat betreft verrassingen de minste editie tot nu toe. Tevergeefs zocht ik naar een revelatie, naar een onbekende band die me op zijn minst in een zoutpilaar zou doen veranderen. Waar je bij eerdere edities bands voor het eerst in Nederland zag spelen, kregen meerdere bands ditmaal een tweede of zelfs derde kans zich te bewijzen voor een Nederlands publiek. Zo stond Modest Mouse een jaar of tien geleden al in de Melkweg Max in het voorprogramma van Guided By Voices en zorgde Ikara Colt op London Calling in maart 2002 al voor de nodige zichtbare opwinding in het publiek. Waarom zij alsnog op Metropolis stonden was me eerlijk gezegd een raadsel, al zorgde het in het geval van Ikara Colt gisteren wel voor een van de meer enerverende optredens van het festival. De Britten zetten geen rem op het repertoire en lieten de liedjes in vliegende vaart voorbij suizen. De snerende stem van zanger Paul bevond zich ruimweg tussen Mark E. Smith en Iggy Pop, melodieloos declamerend over de ontembare roffels van drummer Dominic. Bassist Jon heeft onlangs plaatsgemaakt voor Tracy. Ze liet haar bas diep knorren en zorgde samen met gitariste Claire voor een mooie verdeling man/vrouw. De woeste performance van Ikara Colt startte een vervaarlijk gewoel in de voorste regionen van het publiek. Losgeslagen ledematen en een enkele hanenkam vlogen boven de hoofden uit.

Na een eerdere tournee van het Japanse kwartet Mono hadden enkele Hollandse muziekloggers enthousiaste reacties op internet achtergelaten. Dat Mono een hoogtepunt zou worden wekte daarom geen verbazing. Echt geschikt was de instrumentale band niet voor een rumoerig festival als Metropolis, waar de podia zo dicht bij elkaar staan en het geluid zo ontiegelijk hard is dat je soms met een beetje pech drie bands door elkaar heen hoort. De zachte passages werden overstemd door pratend publiek en het rumoer van het nabijgelegen Reigning Sound. De postrock van de Japanners was als een afgekloven Mogwai en een minder onstuimige Explosions In The Sky. Voorspelbaar bouwden ze geleidelijk aan op naar een climax. Hun eenvoudige, herhalende gitaarpatronen bleven spannend dankzij een zorgvuldig geplande timing. Op papier klonk TV On The Radio ook als een geheid hoogtepunt. Op de bühne zijn de Amerikanen minder subtiel dan op plaat. Hun vreemde mix van gospelachtige zang en gitaargeraas werd met wisselende intensiteit gebracht. De gitarist links, hij met het grootse afro-kapsel, keek lichtelijk verstrooit door zijn bril, terwijl zijn gitarende maatje aan de andere zijde zijn bril verloor dankzij een hevig schokkende lichaam. Hun optreden deed uitzien naar een intiemere setting aanstaande donderdag in Paradiso. We hadden de tent van Vera/Waterfront al verlaten voor het moment dat de band er onverwachts voortijdig mee ophield.

De rootsrock van Myracle Brah, Reigning Sound (met teveel brekende snaren) en Soledad Brothers was me te gewoontjes om lang in hun tent te blijven hangen. Modest Mouse wist me niet als een magneet naar het hoofdpodium te trekken. The Killers uit Las Vegas deden erg hun best in het voetspoor te treden van Interpol en daarom klonken ze als de reïncarnatie van Britse bands als The Chameleons en The Sounds. Leuk voor als je jong bent en nog nooit iets van die bands hebt gehoord, een vermoeiende herhalingsoefening voor elke dertigplussers met meer dan tien platen in zijn collectie. Het aardigste aan The Killers was de hard werkende slagwerker wiens bewegelijke gezicht constant mee drumde. Tijdens elke slotakkoord stond hij op van zijn kruk voor een imposante laatste slag op zijn bekkens daarbij verbeten glimlachend als een jonge Chevy Chase. Typisch overigens dat Amerikaanse bands willen klinken als Britse bands. Andersom gebeurde ook want The Bees (in oktober 2001 al te zien op Crossing Border) leken sprekend op Amerikaanse hippies die Woodstock nog eens dunnetjes over deden. Op druggy wijze wisselden de Britten reggaeritmes af met Country Joe & The Fish. De gemoedelijkheid van de eerste paar nummers sloeg snel over in een flauwe set die ik helaas bijna helemaal moest ondergaan omdat het buiten de tent flink aan het plenzen was.

De minipodia op het Oogstveld waren wederom een slecht idee. Vorig jaar werden de Nederlandse bandjes opgesloten in containers. Ditmaal werden ze omringd door colakratten. Het geluid was daardoor stukken beter, maar het probleem was nog steeds dat je helemaal niets kon zien als minstens vijf mensen pal voor de band gingen staan. Het zou handiger geweest zijn met de kratten een verhoging te bouwen in plaats van een kunstzinnig bedoelde M van Metropolis op het dak. Nu hoorde ik flitsen van SneakerFreak (zang veel harder dan gitaar), My Sister Susan (ongevaarlijke rammelpop), Saunawest (studentikoze flauwekulratjetoe), Drillem (de Nederlandse Peaches) en Skeem (een poging tot industriële powerpop). Zelfs als er een goede band tussen had gezeten was het, gezien de omstandigheden op het Oogstveld, vrijwel onmogelijk talent op te merken. Aan de festivalorganisatie dan ook het verzoek te stoppen met deze zinloze vertoning en volgend jaar voor een fatsoenlijk podium voor Nederlandse bandjes te zorgen.


week 27

zondag 4 juli

Afscheid

Amsterdam is helaas weer een platenzaak armer. Subterranean Music aan de Jodenbreestraat stopt ermee op 17 juli. Eigenaren Mara en Mark willen zich concentreren op Subterranean distribution waarvoor ze de hoofdstad nog wel steeds als uitvalsbasis zullen gebruiken.

For the disappointed, a minor consolation: we'll keep doing mail order for special requests...at least until Amsterdam has a new CD shop for music from the margins. So drop us a line if there's something you need, or just to say hi, or bitch us out--we're still at subdist@planet.nl. (...) So see you around (soon)...


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home] - [agenda] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]