home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

muziek - film - Amsterdam

juli 2003


week 31

woensdag 31 juli

In the twee small hours

Dus dit is nu twee. Niet twee op z'n Hollands uitgesproken, maar twee op z'n Engels. Na vier liedjes in de set van Tullycraft, tijdens hun enige optreden in Nederland, kom ik er achter dat ik twee niet altijd leuk vind. In ieder geval niet vanavond. Het kan aan de schuchtere presentatie van het Amerikaanse kwartet liggen of hun gebrek aan charisma. De vier verlegen oude jongetjes op het podium werken niet bepaald als een magneet. Ze zijn blij verrast dat er meer dan vier mensen op hun optreden zijn afgekomen.

And she said HEY-HEY-HEY if there's just one thing I know
You'll find more Posies in the used bin then-there-are people at the show

Misschien moet je de liedjes heel goed kennen om ontzettend vrolijk te worden en mee te zingen en alle namen te droppen in het twee-volkslied Twee. De fans worden niet teleurgesteld. Vooraan spot ik een paar heel blije mensen. De overige bezoekers kijken het even aan en gaan lang voor de helft van de set over tot de orde van de dag. De dunne zangstemmetjes laten de meeste mensen ongeroerd. De niet-ingewijden drinken hun teleurstelling snel weg. Het is verder een prima avond in de OCCII. Voorprogramma Zoppo warmde ons voor aanvang van Tullycraft op met oude favorieten en een flink aantal nieuwe liedjes. Happend naar lucht sloeg drummer Paul een nummer lang fel op de tel en ook in de klassieke afsluiter Enemy Structure liet hij zich, tot plezier van de overige bandleden, helemaal gaan. Snaren sprongen, gitaarbanden braken. Zoals het hoort.

Het is leuk een onbekende band uit te proberen. Soms ontdek je de band van je leven, een andere keer gok je mis en zorg je er zelf voor rondom de band een hele goede avond te hebben. Na afloop van de bandjes maken we de nacht van woensdag op donderdag net zo lang als we willen, zelfs als we vriendelijk worden weggeveegd uit de OCCII. Ik beland na prettige gesprekken toch nog schuin aan de overkant van de Amstelveenseweg.Tullycraft is snel vergeten.


maandag 28 juli

Punch Drunk Love: Transformed Dreams in Ekko

Ekko is afgeladen en we zijn laat. Een gebroken treinkabel in Breukelen heeft ons gedwongen via Hilversum te reizen. Vanaf de kassa horen we nog net het laatste nummer van zea. De deur naar de zaal staat open. Als we op onze tenen staan kunnen we, wachtend op het toegangskaartje, zanger/gitarist Arnold in de verte zien zweten. Het is een benauwde, verregende zomeravond en iedereen heeft het warm. Op het podium hoor je de muzikanten zuchten. Een paar minuten in de set zijn T-shirts volledig doorweekt. Het is afzien, maar niemand klaagt, want het is een goede avond. Ik heb geen idee of het een vooruitziende blik is geweest die deze Transformed Dreams-avond middenin het land en op een verder vrij doodse zaterdagavond heeft geprogrammeerd. Het publiek komt zowel uit thuisstad Utrecht als uit Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Nijmegen. Het is in de zaal te donker om te zien hoeveel bekenden op Ekko zijn afgekomen. Bier vloeit als water en gelukkig zijn de meeste mensen die ik spreek minstens zo aangeschoten als ikzelf.

Er wordt gelachen op het podium tijdens de set van Seesaw. Ook de twee zomerse invalkrachten op gitaar en bas lijken zich op hun gemak te voelen ook al speelt de bassist vanavond voor het eerst mee. De liedjes vertellen een ander, minder luchtig verhaal, het best samengevat in I Want You, een nummer dat ontbreekt op het laatste album Violent Elegance. De obsessie uit de titel wordt versterkt door de wurggreep waarin de akkoorden dissonant de keel van de luisteraar omklemmen. Al vanaf het intro (een opgevoerde versie van Dramaqueen) laten ze niet meer los. Ik zal je krijgen, lijkt Asta te zingen. Ze lacht als Laura Palmer en palmt je in als de geheimzinnige Emily Watson in de laatste film van Paul Thomas Anderson. Je kunt alleen maar vermoeden wat achter die lach verborgen gaat en wat zal gebeuren als je het middelpunt van haar verlangen wordt. De muziek kent nauwelijks bevrijdende akkoorden. Op plaat gloort hoop in afsluiter Exit., maar dat nummer wordt live niet gespeeld. Slechts even vallen de gitaren weg in Wasted Obsession en in het refrein van This Is What Happened gloort enig licht. Voor het merendeel van het optreden doen de smorende gitaren je naar lucht snakken. Jezelf loswrikken is een optie, maar hoe vaker je de plaat hoort en de band live ziet hoe aantrekkelijker de veel te innige omarming aanvoelt. Je wilt de muziek van Seesaw volledig kennen en laat de band niet meer los. De obsessie keert zich om.

Afsluitende band Seedling roept tegen het einde van hun set naar de geluidsman dat ze van de setlist afwijken en dat nu Put Your Hand Under My Shirt aan de beurt is. Ze kunnen zo'n rustige nummer goed gebruiken na de voorafgaande, uitgelaten stuiterende popliedjes. Aan pauzes doet Seedling liever niet. Ze gaan door, door, door en geven het vrolijke optreden een duizelingwekkende vaart. Na afloop zijn in de afgeladen zaal nog mensen in staat te dansen op de plaatjes van de DJ's. Ik kan niet anders meer dan vermoeid leunen tegen een muur in het café van Ekko en een poging doen alle conversaties te absorberen. Terug in de trein val ik in slaap met de geruststellende gedachte dat er mensen zijn die me op tijd wakker zullen maken. Pas een paar dagen later vergeet ik dat de button van Seedling nog in mijn broekzak zit en haal ik mijn been open.


week 30

zondag 27 juli

Nog wat concerttips

Zaterdag 16 augustus doet The Barcelona Pavilion een eenmalig Nederlands optreden in de OCCII aan de Amstelveenseweg te Amsterdam. De groep uit Toronto wordt omschreven als Devo meets Huggy Bear technopunkpop en hun performance is volgens eigen zeggen an attack on the forced adolescence of rock'n'roll culture. Zelf heb ik vanwege technische problemen onderstaande MP3's nog niet kunnen beluisteren, maar misschien hebben jullie meer geluk met New Materiology en de remix van Tidy Up Tidy Up. In het voorprogramma van The Barcelona Pavilion staan zowel Louisa Lilani & John Prop als zea.

Monument van menselijke lompheid

Ja hoor. Heb ik weer. Ga ik een keer naar de bios, zit twee stoelen verderop een jongen luidruchtig chips te vreten. Het groepje van drie waar hij deel van uit maakt was al onrustig tijdens de reclame. Zij wisten nog niet wat wij een uur eerder hadden ontdekt: de sneakfilm van vanavond is Chinees. De mannetjes waren hoorbaar niet blij toen de Chinese openingstitels op het doek werden geprojecteerd. Bij de eerste dialogen maakten ze rare stemgeluiden in een poging het Mandarijn na te apen. De dichtstbijzijnde dronken onnozel maakte een kwartier later luid aan zijn kornuiten bekend dat hij iets ging halen in het café. Bier, dacht ik. Verkeerd gedacht, want niet veel later zakte hij terug in de bioscoopstoel en trok hij zonder zich iets van iemand aan te trekken hard een zakje open. Hardop krakend begon hij aan de vette hap. De rest van de zaal was stil, ondanks het feit dat de film steeds verder afgleed in dubieuze diepten en ons trakteerde op valse sentimenten en edelkitsch. Halverwege koerste het verhaal regelrecht richting niet te harden moralistische Hollywoodromantiek.

De papzak naast me houdt het zakje bij zijn mond en schudt de laatste zoute kruimels zijn keel in. Helaas heeft de geestelijk minder bedeelde jongen nog meer honger. Een tweede zak komt tevoorschijn. Ik moet me inhouden hem niet in elkaar te meppen en tik hem zacht tegen zijn elleboog. Kan het wat zachter? gebaar ik. De boodschap lijkt door te dringen in de vrij lege kop van de jongen. Hij doet nu iets langer over de inhoud van de tweede zak. Hij gooit het lege omhulsel op de grond, trommelt verveeld met lege handen op zijn knieën, neemt zijn SMS-berichten door op een telefoontje met lampje en vraagt enkele malen aan zijn soortgenoten hoe lang de film nog duurt.

Ergens in de derde acte krijgt Together (een tamelijk potsierlijke film van Chen Kaige) educatieve waarde voor het soort idioten dat mij de laatste jaren steeds meer uit bioscopen houdt. Een jonge vrouw bezoekt het klaslokaal van een conservatoriumdocent en maakt zichzelf volkomen belachelijk en onmogelijk door dwars door een muziekstuk een in aluminiumfolie verpakt broodje te gaan zitten eten. Niet veel later gaat haar mobieltje af en als ze die doodleuk opneemt wordt ze streng de deur gewezen, nagekeken door woedende studenten. Geen idee of de boodschap door komt bij de Neanderthaler, maar het wordt relatief stiller naast me. Ons clubje houdt zich in tot na de aftiteling (of wat daar tijdens de gammele projectie in Kriterion van overblijft) en bewaart de kritiek zoals het hoort voor bij een drankje in het voorcafé. We zijn het er over eens dat het opzichtig gemonteerde einde van Together ontzettend pathetisch is en dat scènes in soft focus beter werken bij sappige momenten in Emmanuelle dan bij de tranen van de vioolspelende hoofdpersoon in de Chinese film. Tussen de minpunten die op deze pagina zijn opgesomd staan bijna alle kritische opmerkingen te lezen van ons groepje van drie. Om een of andere reden is niet iedereen zo negatief getuige de 7,4 punten die de film van het sneakpubliek krijgt. Er zijn zelfs mensen die Together een 'monument van menselijke grootheid' noemen, dus misschien raad ik je vandaag een meesterwerk af. Together draait vanaf donderdag in de Nederlandse bioscoop.


woensdag 23 juli

Come on, let's Notwist again

Eind september verschijnt op het label van The Notwist de eerste EP van Chronomad. Achter deze naam gaat percussionist Saam Schlamminger schuil. Hij werd geboren in Istanbul, groeide op in Iran en woont sinds zijn twaalfde in München. De twee Oosterse percussie-instrumenten waar hij in is gespecialiseerd zijn de Daf en de Zarb. In de vier Oosters klinkende, instrumentale tracks op de EP wordt Schlamminger bijgestaan door Markus en Micha Acher van The Notwist die de productie verzorgen en daarnaast sampler, toetsen en programming voor hun rekening nemen.

Schlamminger doet op zijn beurt mee op Lichter, de EP van The Notwist die volgende maand uitkomt. De muziek op die plaat is een soundtrack bij een film van cineast Hans-Christian-Schmid. Je kunt op deze pagina de vier tracks alsvast in RealAudio beluisteren.

(met dank aan meneer Senzor voor de tip)


dinsdag 22 juli

Wat een verrassing. Een nieuwe recensie in de rubriek Platen. Het moet niet gekker worden.


week 29

zondag 20 juli

Meevaller

Strauss of Eno. Wie hoor je het liefst wanneer ruimteschepen door het heelal varen? In Kubrick's 2001 dansen de voertuigen in het luchtledige sierlijk op zwierige walzen. Brian Eno's ambient begeleidde in 1983 de beelden van de Apollo-reis naar de maan. Regisseur Steven Soderbergh probeerde vorig jaar tijdens de postproductie van zijn eerste science fictionfilm diverse bestaande muziekwerken uit en draaide ze af tijdens de scène waarin Chris Kelvin (George Clooney) arriveert bij de mysterieuze planeet Solaris en zijn capsule wordt vastgekoppeld aan het ruimtestation Prometheus. Soderbergh zocht het in eerste instantie in de popmuziek en draaide Pink Floyd en Beck (het nummer Round The Bend) om te zien of ze de beelden versterkten. Venus In Furs van de Velvet Underground kwam het dichtst in de buurt. Helaas pasten de expliciete teksten over SM niet bepaald bij het verhaal over een planeet die zo extreem op de menselijke geest inwerkt dat je fantasieën, dromen en verlangens worden gematerialiseerd. Regisseur en producer kozen uiteindelijk voor de speciaal gecomponeerde score van Cliff Martinez wiens elektronische percussie en langgerekte orkestklanken dramatisch zeer goed werken.

Het idee van een tweede verfilming van het boek Solaris, na het meesterwerk van Tarkovsky uit 1972, stond me zo tegen dat ik de film niet in de bioscoop hoefde te zien. Thuis, kijkend naar de onlangs uitgebrachte DVD-versie, valt hij me reuze mee. Soderbergh is bondiger dan Tarkovsky. De Russische regisseur had 165 minuten nodig om zijn filosofische verhaal zo poëtisch mogelijk te vertellen. Soderbergh knipte te kritisch in zijn eigen werk en maakte een eerste versie van slechts 85 minuten. Dat vond producer James Cameron veel te kort waarna scènes van de montagevloer werden opgepikt en alsnog hun weg vonden in het eindresultaat. De Amerikaanse versie van Solaris is geen typische Hollywoodfilm geworden. Er zitten geen actiescènes in en er zijn veel momenten waarbij enkel beelden het verhaal vertellen, een vorm van pure cinema die Hollywood normaal gesproken vreemd is. Soderbergh maakte een filosofisch liefdesverhaal waarin nauwelijks gefilosofeerd wordt.


donderdag 17 juli

Zonder stropdas in subtropisch OCCII

Wil degene die dinsdagavond de gitaar van Bas heeft gesaboteerd zich direct melden bij de redactie. De Krawattenklup zou vliegend van start gaan in de OCCII met vijf bands binnen veertig minuten op een volgepakt podium. Het ontstemde instrument van Sal zette kortstondig de speelklok stil. Na een onbedoeld zeer spannend dissonant nummer stonden gitarist en bassist verwoed te stemmen, balancerend op de kleine ruimte die ze hadden op het rechter gedeelte van het podium. De in oranje voetbalshirt geklede presentator van de Krawattenklup had de bandestafette aan het begin van de avond aangekondigd als een Battle of the Bands. Blijkbaar had een muzikant uit een van de andere bandjes dat iets te letterlijk opgevat en in een onbewaakt moment de snaren van Sal in onmogelijke stemmingen gedraaid. Anderhalf nummer lang probeerde de band dapper door te spelen totdat er toch echt iets moest worden gedaan aan het euvel. Het kwik schoot door alle inspanning extra omhoog. Zelfs als ik stil bleef staan droop transpiratie over mijn brillenglazen. Na de ingelaste stemsessie kwam Sal alsnog als een van de vijf winnaars uit de bus met hun prettig wringende liedjes.

Sal maakte snel plaats voor de drie opgefokte jongens van Voicst. Ze sprongen op de linker helft van het podium en speelden een vernietigende versie van Acts Of Fire. De laatste noten van het nummer waren nog niet uitgestorven of Mono nam de instrumenten over. If the question is more important than the answer, riep de gitarist enkele malen voordat de drie uit Rotterdam het eerste hoekige nummer werkelijk inzetten. Terwijl Mono zich in het zweet werkte, werden naast hen voorbereidingen getroffen door de vierde band. De rock van Ninginkata was het meest recht doorzee. Ongedwongen, maar stevig. Gek genoeg leek het of ze langer speelden dan de andere bandjes. Gevoelstijd noemen we dat. Halverwege de set van Ninginkata zat de drummer van de laatste estafetteband ongeduldig achter zijn instrument te wachten tot hij mocht beginnen. Het was een wonder dat alle springende leden van OIL geen last hadden van de beperkte ruimte. Tegen elkaar aan leunend en soms hangend over de rand van het podium probeerden ze alle felheid en energie van de reguliere set in een paar nummers te persen. De stoom in het hoofd van de rusteloze zanger zocht zich een uitweg en blies de beschermende doppen uit zijn oren.

De tweede editie van de Krawattenklup was een perfect zomercadeau. Eentje om heel langzaam uit te pakken. Ik had zo veel zin in de avond dat ik de concertbezoeken die ik maandag en woensdag had gepland resoluut schrapte. Net als veel anderen had ik er voor gezorgd dat de volgende dag uitgeslapen kon worden. Tussen de acts vierden we het feestje ook buiten op straat, aan de Amstelveenseweg. Even bijkomen en een frisse neus halen. De ware fanatici liepen heen en weer tussen zaal en bovenverdieping. In de ruimte boven werden films vertoond en las dichter Jaap Boots voor uit eigen werk. De rest van de avond beneden werd gevuld door Amerikaanse gasten. Enon moest het noodgedwongen doen zonder zangeres Toko Yasuda en dus zonder haar baspartijen, toetsenwerk en, bovenal, zonder de broodnodige pop. De vrolijke single In The City werd niet gespeeld. De stevige, rudimentaire aanpak door de twee overgebleven leden was een verfrissende variatie voor mensen die vertrouwd waren met de liedjes en Enon al enkele keren live in actie hadden gezien. Bezoekers die de band voor het eerst zagen haalden hun schouders op. The Cherry Valence brachten een warme wervelwind teweeg. Twee drummers hakten bezeten en verhit. Ze gingen zo heerlijk overdreven tekeer dat de seventiesrock nergens aftands klonk ondanks minidrumsolo's en dubbele gitaarriedels (van onder meer het coole rockdier Jamie Williams). Om beurten renden de houthakkers in soms half ontklede staat naar de microfoon voor dronken vocalen.

Dälek sloot af met bulderende industriële hiphop waar de meeste van de aanwezige indiekids graag dichtbij wilden staan. Tijdens het optreden van de band begin vorig jaar in de Melkweg leek de brede rapper indrukwekkend groot. Op ooghoogte bleek Dälek een paar koppen kleiner en minder vervaarlijk. De muziek was niet minder imposant. Na afloop mocht gedanst worden op de breakbeats van DJ Ripley & Kid Kameleon. De meeste bezoekers zochten echter de frisse lucht op of speelden boven met in cocktails drijvende vruchten. In een hoekje bladerde iemand stilletjes in het muziekblad dat geen muziekblad is.


woensdag 16 juli

Intermezzo

Uit de krochten van de Nederlandse popgeschiedenis.


week 28

zondag 13 juli

Losse flodders op zondag

Verontrustend
Een dag zonder internet en toch niet het gevoel hebben iets te missen.

*

1 Mile North
Vooral op een warme dag als deze houd ik van saaie muziek.

*

Wervende hoestekst
This one has more of a lilting, gypsies round the campfire feel, schrijft een zekere Stefan Jaworzyn op kerstavond 2002 over het tweede nummer op het minialbum Turning It Down Since 2001 (op Load Records) van de Noorse band Noxagt. Close your eyes, I dare you, and you'll be magically transported to a quaint gathering of brightly painted caravans, jovial tattooed men & woman & rabid mongrels trying to rip your balls off. Luister zelf naar Cupid Shot Me om te oordelen of de vergelijking een beetje opgaat.

*

Goed nieuws voor in je agenda
Pretty Girls Make Graves + The Blood Brothers staan op zaterdag 23 augustus in de Melkweg.

*

Een optreden te ver
Hoe heet het als je een bandje teveel moet zien? (...) Dat noem je werken.

*

Ondertussen heeft de Coalitie nog steeds een probleem
Weapons Of Mass Destruction.


donderdag 10 juli

Filmfragmenten (3)

I see Everything and Nothing
Pas veel later, een dag na het zien van Begotten, dringt de nachtmerrie werkelijk door. Ik ben bezig met alledaagse dingen en plotseling doemt het beeld op van een wit gedrapeerde, gemaskerde manfiguur die in een kaal, wit huis zijn ingewanden wegsnijdt. Elke verklaring voor wat ik zie ontbreekt. Het zwart-wit beeld pulseert. Het trekt me langzaam hypnotiserend een heidens ritueel binnen. Er zitten krassen op het celluloid. Er zitten krassen op mijn netvlies. Het is alsof ik naar een artistieke snuff movie over een kannibalenoffer kijk, een film waarmee ik, zonder het te weten en net als in Videodrome, mijn geest vergiftig.

Filmmaatje H. vertelde me enkele jaren geleden over de cultfilm uit 1989 van E. Elias Merhige. Het was hem zelf niet gelukt Begotten te pakken te krijgen. Op internet was er indertijd nauwelijks informatie over te vinden en de Cultvideotheek wist niet waar hij het over had. Nu woont H. al enkele jaren in Cambodja, heeft hij alle schepen verbrandt en zal hij de zoektocht naar de film zijn vergeten. Mij was de titel altijd bijgebleven en deze week zag ik Begotten voor het eerst op DVD. Sindsdien zijn al mijn dromen voorgoed besmet.

The poet always rings twice
De soundtrack van David Byrne zingt door de zaal en ik kan me niet herinneren of ik eerder zo'n hekel heb gehad aan Ewan McGregor. Zijn personage Joe dregt een lijk uit het Schotse water en legt zijn door kool bevuilde handen op haar koude rug. Gelaten wacht hij tot de politie de dode jonge vrouw komt afvoeren. Kent hij haar? Heeft hij iets te maken met haar dood? Het is een zelfgekozen dood, suggereert hij in de vrachtboot van zijn werkgever Les (Peter Mullan). Na het avondmaal rookt hij aan de eettafel in de kajuit een sigaret en palmt hij onder het oog van zijn baas diens vrouw (Tilda Swinton) in. Hij heeft ervaring. Als zwoegende arbeiders even niet opletten, slaat de gewetenloze en zelfzuchtige McGregor hun vrouwen aan de haak. Het gaat hem zo gemakkelijk af dat je er moe van wordt. De noten in Byrne's composities zitten vol dreiging tijdens broeierige vrijpartijen, maar de gewillige slachtoffers lijken niet door te hebben dat ze onder de dekens belanden met een egoïst die verslaafd is aan verleiding. Het goede acteerwerk ten spijt sleept de thriller Young Adam van regisseur David Mackenzie zich traag naar de finale. Tevergeefs wacht ik op gerechtigheid.

Young Adam draait vanaf 4 september in de Nederlandse bioscoop en is alleen aan te bevelen voor McGregorfanaten.


maandag 7 juli

Metropolis

Na een jaar gedwongen afwezigheid daalde Metropolis weer neer in Rotterdam. Een flinke afvaardiging uit Amsterdam reisde met trein en metro naar het Zuiderpark voor een lange dag op een van de interessantste en leukste gratis festivals van Nederland. Klik hier voor een korte impressie.


week 27

zaterdag 5 juli

Een komkommervrije zomer

De vorige Krawattenklup in Zaal 100 op 9 mei staat nu al te boek als een historische gebeurtenis. Het vervolg vindt op 15 juli vanaf 20.30 uur plaats in de OCCII aan de Amstelveenseweg 134. Het programma zit bomvol. Naast de totale chaos die locale helden Voicst, OIL, Sal en Ninginkata gaan verzorgen, zijn er optredens van The Cherry Valence (een Amerikaanse band met twee zingende drummers), dälek (industriële hiphop uit de VS), Enon en sets van DJ Ripley & Kid Kameleon. Er wordt een film gedraaid van een gezelschap dat zich ROSTO & De Humobisten noemt en er worden cocktails geserveerd. Tegelijkertijd wordt THAT DAM Magazine #2 gepresenteerd, een editie rondom het thema Dubbeltalenten. Zorg dat je er bij bent. Verzet desnoods je geplande vakantie. En vergeet je stropdas niet.


vrijdag 4 juli

Rock & roll can rescue the world (Paradiso, afgelopen woensdag)

My God is early Black Sabbath... Yeah
Every day, every night I like Ramones
And Bob and John and Jimi and Stevie,
Fishbone and Wishbone Ash and much more.

Rock kan heel erg dom zijn. Domme rock wordt meestal gemaakt door bleke mannen met bierbuiken en/of heel erg lang haar. Domme rock is alleen leuk als je behoorlijk dronken bent of net doet alsof je behoorlijk dronken bent. Of het moet gemaakt worden door keihard werkende Japanners, want als Oosterse culturen frontaal tegen Westerse botsen, ontstaan wonderlijk vervormde constructies die onherroepelijk op je lachspieren werken. Verering van Westerse helden leidt in Japan vaak tot uitvergrote pastiches die het origineel doen verbleken.

Yeah
Maybe, I think we can beat Nirvana
Much more than Presidents of USA
I can play faster than Eddie Van Halen

Gitarist Akihito Morimoto van Electric Eel Shock uit Tokio is de eerste Japanner met woeste Afro die ik live ben tegengekomen. Al zingend draait hij met zijn ogen en probeert hij tussen solo's door zijn nek in tweeën te knippen met een Flying V. Hij kijkt niet eens naar zijn vingers als ze over de hals van de gitaar rennen. Drummer Tomoharu 'Gian' Ito is een verhaal apart. Hij gaat slechts gekleed in anderhalf paar sokken. Hij gooit zijn drumstokken als een fontein in de lucht en tijdens het drummen slaat hij zich tegen zijn hoofd net als Edwin Rutten in de Film van Ome Willem. Een paar keer staat hij op en slaakt hij in zijn blote kont onverstaanbare kreten in microfoon. Bassist Kazuto Maekawa is relatief gesproken het normaalst van het trio. Net als Akihito zet hij tussen de nummers zijn hand tegen het voorhoofd en maakt hij een duivelteken. Eeeeeeeee-maaaiiilllll, brullen ze in koor, zo aangevend dat je achter in de zaal je naam op de mailinglist kunt zetten. Sex & drugs & e-mail. Kanpai!

Lets talk about Rock & Roll
Every day and every night It's a free for all
So we don't need a big bank roll...

Electric Eel Shock waren met hun brændende heksekedel af punk, blues og metal een van de headliners tijdens de laatste editie van Roskilde. Een dag later werd de roem gerelativeerd in een Deens zaaltje waar werkelijk helemaal niemand was komen opdagen. Het liefst spelen de drie Japanners elke dag en waren ze alsnog het podium opgeklommen voor die ene verlate fan die hen aansprak tijdens het inladen van hun toerbusje. Het is die volledige inzet en totale toewijding waarmee ze het publiek in de bovenzaal van Paradiso inpakken. Hun Oosterse bereide rockclichés zijn zonder ironie en toch (of juist daarom) ontzettend grappig. Als je uitgelachen bent weet je nog steeds niet of de humor bedoeld of onbedoeld is en gelukkig is dat het laatste waar je je druk over maakt.

Rock & Roll can rescue the world...
Rock & Roll can rescue one and all
Rock & Roll can rescue the world...
Rock & Roll can rescue one and all
Yeah Yeah Yeah


woensdag 2 juli

Fluoroscopisch

De muziekjes die je kunt downloaden vanaf deze pagina op de site van Sonic Therapy bestaan voor het merendeel uit remixen van het nummer Soft Drink Jihad. Het origineel is van Fluoroscopic Kid, een jongen uit Austin wiens site je ook in het Esperanto kunt lezen. Op zijn homepage staan nog meer tracks. Je houdt nog voldoende ruimte op je CDR over voor bijvoorbeeld de drie nummers van Namke die hier klaar staan. Bij elkaar vormen ze een album op lp-formaat dat zeer geschikt is voor elektronicaliefhebbers die hun muziek het liefst hangend in een luie stoel consumeren.


dinsdag 1 juli

Herinneringen aan goed weekend (II)

zaterdag
Halverwege de korte set van Entrance in de Desmet Studio tikt Zebra me op de schouder. Dat is toch dezelfde kerel die we in het voorprogramma hebben gezien van Catpower? Hij heeft helemaal gelijk. Nu zie ik het pas. Dit is een typisch geval van een selectief geheugen. Ik was Guy Blakeslee al vergeten voordat de krullenbol goed en wel uit mijn gezichtsveld was verdwenen na zijn optreden in Paradiso, een paar weken geleden. Vreemd, want zowel zijn uiterlijk als zijn muziek zijn zeer herkenbaar. De twintiger houdt zijn open gestemde akoestische gitaar linkshandig vast en bespeelt met zijn voet een tamboerijn. Hij laat zich ontvallen stoned te zijn, maar gelukkig klinken de bluesnummers van de Amerikaan minder alle kanten opvliegend en hysterisch dan een paar weken geleden in Paradiso.

Net als de voorgaande edities heeft ook het dertiende Amstel Festival zo zijn verrassingen. Niet allemaal in de positieve zin van het woord. Ursula uit Spanje kabbelt voort als een praktisch opgedroogd beekje. Net als bij The Notwist worden de gitaren vergezeld door computergestuurde ritmes en net als bij Arab Strap murmelt een bebaarde man moeilijk verstaanbaar. De herhalende gitaarmotieven hebben geen enkele spanningsboog zodat verveling snel toeslaat. Het lukt me ook niet de volledige set van Davide Balula uit te zitten. Ik ben groot liefhebber van de avontuurlijke muziek op het Franse elektronicalabel Active Suspension en Encre en Domotic bewezen eerder dat de experimenten live goed tot hun recht kunnen komen. Helaas heeft Fransman Balula zijn folkliedjes niet voldoende ingestudeerd. Bij elk akkoord op zijn akoestische gitaar hoor je hem nadenken en iedere fout die zijn maatje maakt achter laptop en overige elektronische apparatuur wordt uitvergroot. Hij laat zich daarnaast intimideren door de plotselinge stilte in Desmet en fluisterzingt veel te zacht en veel te verlegen in de microfoon. Ik voel me zo ongemakkelijk bij zijn set dat ik vergeet te speuren naar een mooi moment.

Het eerste hoogtepunt van de avond komt gewoon uit Groningen en heet Audiotransparent. Uiterst geconcentreerd spelen de zanger, de twee gitaristen, de bassist, de drummer en de toetsenist hun uitgesponnen nummers. Goeddoordachte en vooral zeer open gehouden arrangementen rechtvaardigen de lengte van de composities. De invloed van Radiohead is hoorbaar, maar als je toch persé wilt gaan vergelijken kun je de band beter naast de Nederlandse band At The Close Of Every Day zetten. Beide groepen voelen zich niet gedwongen luide momenten aan te brengen en imponeren door de kracht van de verstilling uit te buiten. De drummer weet zich te beheersen en slaat geen moment te hard. De meerstemmige zang is een andere sterke troef. De geslaagde set doet uitkijken naar het in september te verwachten debuutalbum.

Aan het begin van de avond leek het Amstel Festival iets te gezellig te worden en voelde niet iedereen de behoefte het gesprek te staken tijdens de muziek. Bij Iron & Wine, wat mij betreft het hoogtepunt van het festival, is het als vanouds doodstil. Sam Beam, een kleine, bescheiden artiest met lange baard, zingt eenvoudige liedjes waarbij hij terzijde wordt gestaan door een maatje op tweede gitaar. Vooral de nummers waarin beide gitaristen tokkelend spelen zijn mooi opgebouwd. De makkelijk verstaanbare teksten hebben een eenvoudige, huiselijke thematiek. Ze roepen met een paar treffende woorden sterke beelden op zoals in een liedje waarin hij met zijn moeder een herinnering ophaalt aan de kat die moest jongen, het bloed dat vloeide op de vloer en de huilbui die het bij haar teweegbracht. Sam Beam zingt vaak even hoog als Nick Drake en uit zijn akkoorden spreekt de landelijkheid van de folk en de blues. Hij moet lachen als een tekst hem even ontglipt en hij verontschuldigt zich als hij het enige nummer dat wordt aangevraagd niet kan spelen. Het publiek dwingt meerdere toegiften af en het is na afloop dringen rondom de slinkende doos cd's.

Opnamen van de concerten zijn binnenkort te beluisteren bij De Avonden en op 3voor12.nl. En ik lees net dat Fireflies ook aanwezig was.


Oudere weblogs zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]