home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

week 1 (2007/2008)

maandag 31 december 2007

Jaaroverzicht 2007 (deel 3 - slot: het beste in de Nederlandse bioscoop)


1. Inland Empire (David Lynch)
Vorig jaar overheerste Amerika in mijn eindlijstje en werd de wereldcinema de marge ingeduwd. Dit jaar delft Amerika het onderspit en haalden slechts twee Amerikaanse titels de bovenste tien. Een daarvan prijkt toch trots bovenaan. Als je open staat voor de wereld van David Lynch is Inland Empire een film waar je jezelf helemaal in kunt verliezen, zeker in een goedgevulde bioscoop vol lotgenoten. De collectieve concentratie in de volle zaal maakt de wanhopige dooltocht van actrice Laura Dern extra intens. Inland Empire is een kunstzinnige uitbeelding van geestelijke aftakeling. Ik ken weinig speelfilmregisseurs die de psychose zo concreet kunnen verbeelden (Lodge Kerrigan is met Clean, Shaven een ander goed voorbeeld). David Lynch gaf mij de meest ultieme bioscoopervaring van 2007. Ik zat verstijfd in mijn stoel en voelde drie uur lang een mentale opwinding, alsof iemand mij deelgenoot maakte van alle duistere geheimen van het leven, echter in een taal waar nog geen vertaling voor bestaat. Zelden smaakte frustratie zo zoet. Ondanks (of misschien juist dankzij) hun vaak abstracte karakter zijn vrijwel alle beelden mij bijgebleven. Ze hielden me zelfs een paar nachten wakker, zodat mijn uitgebreide schrijverij over Inland Empire gezien kan worden als hoogstnoodzakelijk exorcisme.

2. 4 Months, 3 Weeks & 2 Days (Cristian Mungiu)
Het sombere, grijze Roemeense landschap is geen ideale vakantiebestemming. Norse medewerksters aan de balie doen geen moeite klanten in de ogen te kijken. Overleven in de grote stad is een survival of the fittest en knokken voor elke beschikbare millimeter. Roemenië ten tijde van Ceausescu voelt aan als een dwangbuis (al suggereert het eerder uitgebrachte The Death Of Mr. Lazarescu dat het nog steeds niet meevalt in het voormalige Oostblokland). De camera volgt hardnekkig de pogingen van een studente (Anamaria Marinca) om haar kamergenoot te helpen bij een illegale abortus. Haar inzet gaat verbijsterend ver. De cameravoering (met veel knappe, lang aangehouden shots) maakt de lotgevallen van de jonge vrouw beklemmend en onontkoombaar.

3. El Laberinto del Fauno / Pan's Labyrinth (Guillermo del Toro)
Sprookjes zijn van oorsprong wreed en Pan's Labyrinth was afgelopen jaar het wreedste sprookje. De hachelijke nachtelijke avonturen van de kleine Ofelia (Ivana Baquero), geleid en misleid in haar fantasiewereld, lopen parallel aan de strijd tussen de fascistische Spaanse soldaten en het naderende verzet anno 1944. Haar grote boze wolf is de wrede kapitein Vidal (Sergi López), een stiefvader ditmaal in plaats van een stiefmoeder. Ofelia's fantasie is een vlucht uit de werkelijkheid uitmondend in een aangrijpend dramatisch slot waarin het kwaad bestraft wordt maar zeker niet uitgeroeid. En ze leefde niet lang en gelukkig.

4. Le Scaphandre et le Papillon / The Diving Bell and the Butterfly (Julian Schnabel)
Waar David Lynch triomfeerde met een film over geestelijke aftakeling, deed Julian Schnabel de kijker ervaren hoe het is om een extreme fysieke beperking te ondergaan. Het eerste, subjectief gefilmde half uur is op zichzelf al een cinematografisch hoogtepunt van 2007. De regisseur haalt het maximale (zowel visueel als emotioneel) uit de meest minimale middelen. The Diving Bell and the Butterfly is een lofzang op de verbeelding en daarmee, ondanks het zware thema, een hoopvolle film. Creatief vermogen geeft de mens mentale kracht.

5. Still Life (Zhang Ke Jia)
De gevolgen van de aanleg van de Drieklovendam in China leverde dit jaar twee geslaagde films op: de documentaire Up The Yangtze! (te zien tijdens het IDFA) en Still Life. Terwijl duizenden jaren cultuur onder water verdwijnt en alle inwoners hun woningen rondom de rivier moeten verlaten, proberen een man en een vrouw onafhankelijk van elkaar hun (ex)geliefden te vinden. De documentair aanvoelende gebeurtenissen worden regelmatig onderbroken door symbolische taferelen en een enkele extreme stilistische ingreep. De episodes worden aan elkaar gekoppeld met al even symbolische voorwerpen: sigaretten, drank, thee en toffees - middelen om de bewoners van de zinkende stad en hun gasten met elkaar te verbinden.

6. Khadak (Peter Brosens en Jessica Hope Woodworth)
Het Westerse regisseursduo Brosens en Woodworth heeft met Khadak een visueel rijke spirituele film gemaakt die zich voornamelijk afspeelt in innerlijke werelden, dromen en hallucinaties. Vanaf het moment dat in Mongolië bevolkingsgroepen hun tradities moeten verruilen voor de grillen van de moderne tijd en de wereld letterlijk op zijn kop keert, is van een heldere vertelstructuur geen sprake meer. De kijker moet zich geheel overgeven aan de wonderlijke wegen van hoofdpersonage Bagi en de betoverende filmbeelden waarmee zijn tocht door de grens tussen fantasie en realiteit worden vastgelegd. Het verhaal over het inheemse volk wordt voor Westerlingen inzichtelijk gemaakt dankzij Bijbelse verhaalelementen. De als standbeelden stilstaande nomaden op de daken van de flatgebouwen zijn mij lang bijgebleven.

7. Zodiac (David Fincher)
Net zo geobsedeerd als cartoonist Robert Graysmith (Jake Gyllenhaal) ontleedt de perfectionistische regisseur David Fincher het dossier van de Zodiac-moordenaar. Misdaadverslaggever Paul Avery (Robert Downey Jr.) en inspecteur David Toschi (Mark Ruffalo) helpen mee. Naarmate hun onderzoek vordert, raakt de toeschouwer door de obsessie besmet. Niet de acteurs en hun personages, maar wijzelf zijn in Zodiac de speurders, naarstig op zoek naar de identiteit van de moordenaar. Zonder afgeleid te worden nemen we de vele gedetailleerde aanwijzingen zo goed mogelijk in ons op. We willen de agent, de journalist en de cartoonist voor kunnen blijven en als eerste alarm slaan als we zeker weten dat de ware moordenaar voor het eerst in beeld verschijnt. We durven niet meer met de ogen te knipperen, bang belangrijk bewijsmateriaal over het hoofd te zien, met als gevolg dat we drie uur lang onafgebroken en zonder verveling mee gaan in het jarenlange onderzoek. De Zodiac zal gevonden worden.

8. Anche Libero Va Bene (Kim Rossi Stuart)
De camera wijkt geen enkel moment af van de jonge Tommi (een voortreffelijk debuut van Alessandro Morace). Vanuit zijn optiek ervaart de kijker het leven in het huis van zijn vader (gespeeld door debuterend regisseur Kim Rossi Stuart), een gescheiden levende, zelfstandige en veel te eigengereide steadicam-operateur De vader van Tommi is verre van heilig, al zijn er in Anche Libero Va Bene voldoende scčnes waarin duidelijk is dat hij ook een liefhebbende vader is. Hij is vaak geneigd zijn frustraties over werk en de relatie met zijn labiele ex-vrouw af te reageren op de kinderen en ze te dwingen dingen te doen die hij zelf belangrijk vindt. Tommi zondert zich daarom graag af door van een gevaarlijk hoog dak het omringende stadsleven te bespieden. Vooral tijdens die momenten maakt de kijker zich grote zorgen om de jongen, met soms het angstzweet in de handen

9. Bamako (Abderrahmane Sissako)
Op de stoffige, zonovergoten binnenplaats, naast het huis in thuisland Mali van regisseur Abderrahmane Sissako's familie, is een geďmproviseerde rechtszaal neergezet, opgebouwd uit enkele wankele tafels en een verzameling caféstoeltjes. Afrika en het Westen staan in Bamako lijnrecht tegenover elkaar. De film lijkt op het eerste gehoor een overdaad aan politieke argumenten, een opeenstapeling van economische uiteenzettingen en een zeer verbale aanklacht tegen het neokoloniale beleid van organisaties als de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Tijdens de rechtszitting gaat het leven gewoon door en het bijzondere van Bamako zit 'm in de dagelijkse beslommeringen. Ondanks de grote hoeveelheid feiten die over de kijker wordt uitgestort, is er plaats voor ontroering. Een oude boer kan niet langer wachten tot hij mag getuigen en zingt de frustraties hartverscheurend (en onvertaald) van zich af. Ook de tranen van de zangeres, tijdens haar laatste liedje in de nachtclub, laten niet onberoerd.

10. Control (Anton Corbijn)
Ik weet niet of je fan van Joy Division moet zijn (geweest) om geraakt te worden door Control, maar ik vind het in ieder geval een zeer geslaagd regiedebuut. De setting van het economisch achtergestelde Noorden van Engeland is goed getroffen, de muziek knalt vol realistisch vuur uit de bioscoopspeakers, er mag gelachen worden (vooral Toby Kebbell als manager Rob Gretton steelt wat dat betreft de show) en acteur Sam Riley lijkt met name tijdens de optredens griezelig veel op de echte Ian Curtis. De zelfmoord van de zanger wordt met veel meer tact verbeeld dan de notendop waarin de wanhoopsdaad in 24 Hour Party People verpakt wordt. Opvallend is dat clipmaker Corbijn zich met Control niet heeft laten verleiden tot het maken van een videoclip op speelfilmlengte. Control oogt meer als in beweging gezette foto's uit Corbijns vroege periode als fotograaf. De zwartwitfotografie is esthetisch, maar nooit overdadig en juist zoveel mogelijk dienstbaar aan het verhaal.


The best of the rest


11. The Host (Joon-ho Bong)
De meest aandoenlijke antihelden tegenover het meest spectaculaire monster van 2007.

12. The Bourne Ultimatum (Paul Greengrass)
Kinetische aanval op de zintuigen. Jason Bourne is het nieuwe monster van Frankenstein en Westerse paranoia heeft de vorm van een computerspel.

13. Das Leben Der Anderen (Florian Henckel von Donnersmarck)
Als het enige leven dat je zelf nog bezit het leven is van iemand die je moet vernietigen, dan ben je werkelijk verdoemd.

14. Nue Propriété (Joachim Lafosse)
Het onveranderlijke en daardoor gezapige bestaan op het Franse platteland van twee broers wordt bedreigd door de nieuwe vriend van hun moeder (een voortreffelijke Isabelle Huppert). Hoe een verstikt leven zichzelf vernietigt.

15. The Assassination Of Jesse James (Andrew Dominik)
Dankzij de subtiel angstaanjagende Brad Pitt is Jesse James definitief niet langer meer de ongenaakbare en nationaal geliefde antiheld. Na tientallen eerdere verfilmingen is een vermaard westernhoofdstuk waardig gesloten.

16. Letters From Iwo Jima (Clint Eastwood)
Aan beide zijdes van het slachtveld kan niemand eervol sterven.

17. Half Nelson (Ryan Fleck)
Nieuwe generaties in achtergestelde Westerse stadswijken hebben grote moeite hun richting te vinden, omdat de oudere generaties met hun eigen zwakheden te kampen hebben. Waar moet een kind heen als volwassenen het spoor bijster zijn?

18. Little Children (Todd Field)
Het meest geďnspireerde Jaws-citaat van 2007: wanneer een veroordeelde pedofiel een rondje komt zwemmen en het hele zwembad gillend uit het water rent.

19. Sunshine (Danny Boyle)
Toekomstige ruimtereizen zagen er in tijden niet meer zo aanlokkelijk uit, zelfs met de kern van de zon als eindbestemming. Danny Boyle is back on track.

20. A Prairie Home Companion (Robert Altman)
Ontroerende en grappige zwanenzang vol zoete weemoedige liedjes. De dood staat geduldig tussen de coulissen te wachten tot de laatste spot is gedoofd.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]