home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

week 52

zaterdag 29 december 2007

Jaaroverzicht 2007 (deel 1: dvd's)

Klassieke (re)releases


1. Under The Volcano (John Huston, 1984)
Het was lang wachten op een dvd-uitgave van Under The Vulcano, de verfilming van Malcolm Lowry's zogenaamd onverfilmbare meesterwerk over de laatste dag uit het leven van de permanent beschonken Britse consul Geoffrey Firmin op de dag van de doden in Mexico. Het wachten werd ruimschoots beloond met een uitmuntende dubbelaar op Criterion. Naast de film (met acteur Albert Finney in misschien wel zijn allerbeste rol) bevat het pakket een anderhalf uur durende documentaire over het complexe leven van Lowry en een uur lange blik achter de schermen tijdens de opnamen van de film. En dan heb ik het nog niet eens over de inzichtelijke commentaren, waaronder die van Danny Huston, zoon van de regisseur, wiens stralende jonge koppie tijdens de making of heel even te ontwaren is op de set. Werden alle filmklassiekers maar zo liefdevol uitgegeven...

2. Ace In The Hole (Billy Wilder, 1951)
Chuck Tatum (als een wervelstorm vertolkt door Kirk Douglas) is een gehaaide en gewetenloze journalist die alles doet voor een scoop, zelfs als dat ten koste gaan van een mensenleven. Per toeval rijdt hij met een fotograaf langs een oude grot waar een man onder neergestorte stenen ligt opgesloten. De journalist vertraagt de reddingsactie om zoveel mogelijk verhaal uit de situatie te halen. Rondom de grot ontstaat een massaal bezocht mediacircus. De woede van Billy Wilder is helaas nog steeds toepasbaar op de huidige wijze waarop media met nieuws omgaan. Het visionaire Ace In The Hole was indertijd geen succes, want bleek uiteindelijk zijn tijd ver vooruit.

3. Where Danger Lives / Act Of Violence / The Naked City
Dit jaar zag ik zoveel geweldige film noir dat ik voor dit lijstje niet kan kiezen. Warner bracht in Amerika een box uit met maar liefst 10 titels waaronder zowel het solide regiedebuut They Live By Night van Nicholas Ray als het krankzinnige Decoy (zien is geloven). Dat Robert Mitchum een van de grote noir-acteurs is bewijst hij in Where Danger Lives (1950) van John Farrow. Mitchum is de typische nonchalante lobbes, fysiek sterk genoeg om de hele wereld aan te kunnen, maar mentaal stukken zwakker en daardoor een eenvoudige prooi voor fatale vrouwen die hem mee de diepte in willen sleuren. De vrouw in kwestie is de geestelijk labiele Margo (Faith Domergue) met wie Mitchum op de vlucht slaat richting Mexico. Pas veel te laat dringt het bij de man door dat hij zich door de vrouw heeft laten verblinden en dat de woorden van haar vermoorde echtgenoot profetisch waren: If you take her, it's a long road. There's no turning back. Een ander icoon uit film noir is Robert Ryan die vanwege zijn postuur en verbeten blik vaak de bad guy moet spelen. In de noir Act Of Violence (ook met Janet Leigh) heeft hij het gemunt op familieman Frank (Van Heflin) die ver buiten New York een nieuw leven probeert op te bouwen, maar daar toch geconfronteerd wordt met zijn verleden. Vanaf het eerste prachtige shot van duister New York wordt de kijker direct het verhaal in gesleept. Criterion verblijdde ons met twee films van Jules Dassin waarbij met name The Naked City uit 1948 indruk maakt. De film is duidelijk geïnspireerd door het werk van fotojournalist Weegee en heeft net zo'n documentaire inslag. Dankzij een moordmysterie krijgen we een levendige blik op het dagelijks bestaan in het New York van vlak na de Tweede Wereldoorlog, schilderachtig vastgelegd door cameraman William H. Daniels. Daar kan zelfs de openingssequentie van Woody Allens Manhattan niet tegenop, met of zonder Gershwin. De invloed van de film is al voelbaar vanaf Side Street uit 1949.

4. Distant Voices, Still Lives (Terence Davies, 1988)
Terence Davis verzacht zijn naargeestige jeugdherinneringen door de filmpersonages regelmatig populaire liedjes te laten zingen. Zo worden de zware thema's minder zwaarmoedig. De film is bijna een musical over een gezin in een arme Londense wijk, maar dan eentje vol dichterlijke triestheid. De eerste helft van de film wordt overheerst door de tirannie van vader (Pete Postlethwaite op zijn meest demonisch), een onvoorspelbaar, explosief projectiel. In de tweede helft volgen we de familie na het huwelijk van een van zijn dochters. De volwassen geworden kinderen hebben het huis verlaten en proberen te overleven ondanks blijvende mentale littekens. Distant Voices, Still Lives wordt non-lineair verteld en is een collage van voorvallen en dagelijkse details die niet meer uit het geheugen van de filmmaker waren te griffen.

5. El Topo (Alejandro Jodorowsky, 1970)
De documentaire Midnight Movies (2005) haalde het surrealistische El Topo uit de stoffige kluis en zowel in Amerika als Europa verscheen dit jaar het beruchte werk van Jodorowsky opgepoetst in een uitpuilende box met naast de speelfilms Fando Y Lis (Adam en Eva in Dante's inferno) en The Holy Mountain (een bonte trip door het onderbewuste) ook een documentaire, een vroege korte film en twee soundtracks op cd (waaronder de nooit eerder uitgebracht soundtrack van Don Cherry). De antireligieuze tirade van Jodorowsky is een groteske aaneenschakeling van met bloed doordrenkte rituelen. Niet altijd even makkelijk te volgen, maar wel constant vol van adembenemende visuele krachtpatserij.

6. The Steel Helmet (Samuel Fuller, 1951)
Het vijfde deel in de Eclipse Series van het Amerikaanse kwaliteitslabel bestaat uit de eerste drie films van maverick director Samuel Fuller. Hoogtepunt en doorbraak is de derde film The Steel Helmet met debuterend acteur Gene Evans in de rol van Fullers alter ego Sergeant Zack, een man van snauwend uitgesproken kortzinnen voor wie sentimentaliteit geen optie is. Zack overleeft wonderwel een executie tijdens de oorlog in Korea. Tegen zijn wil geholpen door een Zuid-Koreaans jongetje probeert hij in de wildernis een uitweg te zoeken. Ze vinden een zwarte hospik en een groepje verdwaalde soldaten en nemen hun intrek in een op een heuvel gelegen tempel, niet wetend dat zich in hun toevluchtsoord een Noord-Koreaanse soldaat schuilhoudt. Onder het ruwe oppervlak van de imposante sergeant zit een man verborgen met medeleven in zijn bast, al zal Zack de laatste zijn dat toe te geven. Fuller sluit zijn ogen niet voor het racisme binnen de gelederen van het leger en houdt zich ook niet in wat betreft de bloedige gevolgen van de oorlog. Het geweld in de film is kortstondig maar hevig.

7. You Only Live Once (Fritz Lang, 1937)
De Amerikaanse periode van de Duitse regisseur Fritz Lang is bijna in zijn volledigheid op dvd te verkrijgen. Net als in M en zijn Amerikaanse debuut Fury is You Only Live Once (nu al voor slechts 5 Euro te verkrijgen) een aanklacht tegen de doodstraf. De veroordeelde in kwestie is Eddie Taylor (Henry Fonda), een voormalige gevangene op zoek naar een eigen plek in de maatschappij. Als ex-gedetineerde blijft hij echter besmet en als hij verdacht wordt van een bankoverval met dodelijke afloop lijkt zijn lot bepaald en kan ook zijn jonge echtgenote Jo (Sylvia Sidney) hem niet meer redden. De wreedheid van het lot is bij meesterverteller Lang in goede handen. Hij zet zijn expressionistische roots schaars maar doeltreffend in, zoals te zien is in de manier waarop hij de schaduwrijke dodencel belicht.

8. The Heroic Trio (Johnny To, 1993)
Het heroïsche trio uit de titel bestaat uit drie bovennatuurlijke Charlie's Angels uit Hong Kong, gespeeld door de sterren Michelle Yeoh (Invisible Woman), Anita Mui (Wonder Woman) en Maggie Cheung (Thief Catcher). De plot en vooral de uitleg over de achterliggende geschiedenis van het wonderlijke trio zijn niet het sterkste punt van deze fantasierijke Oosterse klassieker, maar de heldinnen zijn oppermachtig en vliegen door het beeld in duizelingwekkende vechtchoreografieën. Regisseur Johnny To houdt de vaart erin. De film inspireerde Olivier Assayas tot het casten van Maggie Cheung in de titelrol van diens Irma Vep (waarin ook fragmenten uit The Heroic Trio te zien zijn). De Chinese dvd-uitgave is karig als het gaat om extra's, maar de dubbele schijf bevat wel het vervolg op The Heroic Trio: het in hetzelfde jaar gehaast geschoten en daardoor warrige en dus veel mindere Executioners.

9. If / O Lucky Man! (Lindsay Anderson, 1969/1973)
Stanley Kubrick castte Malcolm McDowell voor de hoofdrol in A Clockwork Orange naar aanleiding van diens spel in If...., een allegorische satire vernoemd naar een gedicht van Kipling. Hoofdpersonage Mick Travis wil zich niet aanpassen aan de gevestigde orde, wat in If.... een lastige opgave is, aangezien Travis tussen de muren leeft van een kostschool met een strikt regime. Naarmate we de gewelddadige wraakactie van Travis naderen, wordt de film surrealistischer. Regisseur Lindsay Anderson maakt het de kijker lastig een onderscheid te maken tussen werkelijkheid en de verbeelding van Travis. De fantasie slaat op hol naarmate de film de explosieve slotfase nadert. De vervolgfilm O Lucky Man! is een satire van epische allure en een drie uur durende road movie door het Engeland van de jaren zeventig. De absurdistische toon uit de tweede helft van If.... is extra aangedikt. Mick Travis is volwassen geworden en werkzaam als vertegenwoordiger voor een koffiemagnaat. Hij is een conformist die zich heeft aangepast aan de dolgedraaide Britse maatschappij, opportunistisch op zoek naar succes en rijkdom. Het wereldbeeld van Anderson is zeer zwartgallig, want zelfs wanneer zijn hoofdpersonage opportunisme verruilt voor liefdadigheid krijgt hij daar niets voor terug. De kijker blijft constant bewust van de kunstmatige constructie, niet alleen vanwege de telkens terugkerende acteurs in verschillende rollen en de zichtbaar rondom de band bewegende cameraploeg, maar ook door de opzichtige montage en bewuste stijlbreuken.

10. Radio On (Chris Petit, 1979)
De jacht is mooier dan de vangst, zong ooit een Nederlandstalige popgroep. De reis van een Londense DJ (David Beames) naar Bristol heeft als doel het achterhalen van de omstandigheden rondom de dood van zijn broer, maar deze film is zeker geen flitsende postpunkvariant op Get Carter. De plot doet er niet toe. Wat telt is de eenzame tocht in een gebutste Rover van Londen naar Bristol over inwisselbare Britse snelwegen en B-weggetjes, de gehaaste ontmoetingen met passanten en voorbijgangers (waaronder een zingende Sting), de deprimerende silhouetten van steden en de muziek op de autoradio van o.a. Kraftwerk, Bowie en Robert Fripp. Radio On is Britse doomwave vertaald naar celluloid. De invloed van co-producer Wim Wenders is voelbaar.


DVD-uitgaven van films die (vooralsnog) geen reguliere Nederlandse bioscoopuitgave hebben gehad


1. Linda Linda Linda (Nobuhiro Yamashita, 2005)
In dit aangenaam weemoedige en lichtkomische drama hebben vier Japanse schoolmeiden slechts een paar dagen de tijd om drie populaire punkliedjes in te studeren voor een uitvoering op de afsluiting van het schoolfestival. Begeleid door de ingehouden en warme soundtrack van James Iha neemt regisseur Yamashita rustig de tijd voor het laten opbloeien van de vriendschap tussen drie Japanse leerlingen en hun toevallig tot zangeres gekozen Koreaanse schoolgenoot. De Koreaanse actrice Doona Bae weet zich prima raad met de vele emoties waar haar personage binnen korte tijd mee geconfronteerd wordt. De scholieren realiseren zich maar al te goed dat weg naar de uitvoering belangrijker dan het optreden zelf. Het liedje Linda Linda Linda is na afloop niet meer uit je geheugen te wissen.

2. Tell No One (Guillaume Canet, 2006)
Tell No One (a.k.a. Ne Le Dis À Personne) is een lekker complexe Franse thriller naar een boek van de Amerikaanse bestsellerauteur Harlan Coben. Acht jaar na de moord op zijn vrouw Margot krijgt kinderarts Alexandre Beck een mailtje waaruit blijkt dat ze waarschijnlijk nog leeft. In zijn zoektocht naar wat er op de fatale avond daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, wordt hij zowel door de politie als door criminelen tegengezeten. Regisseur Canet (zelf te zien in een korte rol) neemt rustig de tijd om ons een blik te gunnen in het innerlijke van de wanhopige maar doorzettende Beck (een uitstekende vertolking van François Cluzet) en geeft slechts mondjesmaat de broodnodige informatie voor het oplossen van de puzzel. Halverwege de film zorgt een zenuwslopende achtervolging opeens voor veel vaart en extra spanning, waarna pas in de laatste minuten alles op zijn plaats valt en je de rest van de avond nodig hebt om werkelijk door te hebben wat er nu allemaal gebeurd is. De bekendste namen in de cast zijn Kristin Scott Thomas en Jean Rochefort. De film werd dit jaar in vijf categorieën voor een Cesar genomineerd en won er vier (beste acteur, regisseur, montage en originele filmmuziek).

3. This Is England (Shane Meadows, 2006)
Shane Meadows schets een raak beeld van een subcultuur in het Engeland van de jaren tachtig. Terwijl Margaret Thatcher regeert met kille ijzeren hand, proberen jongeren op te groeien in minder welvarende buitenwijken. De tiener Shaun (debuterend natuurtalent Thomas Turgoose) is speelbal tussen twee verschillende varianten binnen de ska: de tolerante, multiraciale muzikale variant (geleid door de sympathieke Woody) en de versie die is geïnfecteerd door rechtsextremisme (geleid door de charismatische Combo). Dat is lastig kiezen voor een onzekere jongen die op zoek is naar een krachtige vaderfiguur. De destructieve wending in de slotfase is aan te zien komen, maar desondanks schokkend.

4. The Night Of The Sunflowers (Jorge Sánchez-Cahezudo, 2006)
The Night Of The Sunflowers wordt voortgedreven door de handelingen, misverstanden en verkeerde inschattingen van de personages. De subtiele Spaanse thriller over een moordenaar van jonge vrouwen vertelt in zes episodes een verhaal vanuit zes perspectieven. De verschillende perspectieven schudden het verhaal heen en weer in de tijd en elke episode zorgt voor een ommekeer die lastig is zien aan te komen. De landelijke, bosrijke en vooral afgelegen locatie fungeert als katalysator. Het is een plek waar een vreemdeling ongezien zijn misdaden kan plegen en waar sommige bewoners zich gevangen voelen. Qua loom tempo, sfeer en aandacht voor de betrokkenen is de film vergelijkbaar met de Australische psychologische thriller Lantana.

5. Stranger Than Fiction (Mark Forster, 2006)
In Stranger Than Fiction heeft belastingambtenaar Harold Crick (Will Ferrell) last van een voice-over. Als deze stem in zijn hoofd vertelt dat Crick binnenkort komt te overlijden, raakt de man begrijpelijkerwijs lichtelijk in paniek. Een literatuurdocent (Dustin Hoffman) helpt de bron van de stem te achterhalen. Crick heeft gelukkig genoeg zoektijd, want de schrijfster van zijn leven kampt met een writer's block. Het absurde gegeven zou uit de koker kunnen komen van Spike Jonze of Michael Gondry, maar de van oorsprong Duitse regisseur Marc Forster weet hier ook wel raad mee. Dankzij vindingrijke digitale trucages wordt in de film de compulsief calculerende werking van Harolds brein verbeeld in razendsnel verspringende statistische grafieken. Stranger Than Fiction is een ontregelde Amerikaanse komedie en een feel good movie die scherper, grappiger en intelligenter is dan de meeste van zijn soortgenoten. Het verhaal is vlotter en minder uit de klei getrokken dan het thematisch vergelijkbare Ober van Alex van Warmerdam.

6. Funny Ha Ha / Mutual Appreciation (Andrew Bujalski, 2002/2005)
Een nieuwe generatie Amerikaanse alternatievelingen mompelt zich een weg door het leven. Vroeger noemden we ze slackers (met dank aan Richard Linklater) - tegenwoordig brengen ze hun dagen naamloos door, niet wetend welke richting op te gaan. Regisseur Andrew Bujalski zit er middenin (en neemt in Mutual Appreciation een van de rollen voor zijn rekening) en schetst een herkenbaar portret van dolende ex-studenten en gaat daarbij pijnlijk gênante momenten niet uit de weg. Je hoeft als generatiegenoot niet in Boston of New York te wonen om deze jonge mensen aan te voelen. Je bent ze vast al 's tegengekomen in De Nieuwe Anita, OCCII of de Bitterzoet.

7. Fido (Andrew Currie, 2006)
Brave huismoeder (Carrie Anne-Moss in een voor haar zeldzaam komische rol) krijgt speciale gevoelens voor haar ondode huishoudhulpje (een opvallend zwijgzame Billy Connolly) dat tevens het beste maatje is van haar zoontje. Fido is een geslaagde, komische mengeling van de veilige jaren vijftig zoals verbeeld door Douglas Sirk en de zombiefilms van George A. Romero. De film zowel in bloed gedrenkt als in fraaie nep-Technicolorkleuren.

8. Fast Food Nation (Richard Linklater, 2006)
De hamburgers van een succesvolle fastfoodketen bevatten iets teveel koeienstront. Een vertegenwoordiger gaat op onderzoek uit in de vleesfabriek in een grensplaats nabij Mexico. Daar blijkt alles geoorloofd om zo winstgevend mogelijk te produceren, zelfs als dat ten koste gaat van de volksgezondheid en het welzijn van de uitgebuite gastarbeiders. Fast Food Nation werd door meerdere critici omschreven als Traffic meets Super Size Me. Meet is murder mag ruimer geïnterpreteerd worden.

9. Harsh Times (David Ayer, 2005)
Harsh Times vertoont overeenkomsten met Marcel Carné's Le Quai Des Brumes (1938). In beide films zijn de hoofdpersonen tragische loners, niet in staat hun demonen te bedwingen en daarom altijd op de vlucht voor zichzelf. Tijdens zeldzaam heldere momenten kunnen ze hun daden rationeel benaderen, maar meestal laten ze zich leiden door instinctieve reacties die altijd verkeerd uitpakken. Zoals we van hem gewend zijn speelt Christian Bale op bezeten wijze zijn rol van voormalige soldaat Jim die in Los Angeles werk zoekt bij de politie. De oorlog heeft een wandelende tijdbom van hem gemaakt, extra opgefokt door drank, drugs en roekeloos gedrag. Jims stemmingswisselingen zijn zo plotseling en zo extreem dat hij zelfs een gevaar is voor zijn naasten. Door zijn oncontroleerbare, geweldige uitbarstingen brengt hij zijn eigen toekomst in gevaar en bezegelt hij zijn lot.

10. Nighmare Detective / Akumu Tantei (Shinya Tsukamoto, 2006)
In Nightmare Detective wordt de leegte van het moderne Japanse bestaan verbeeld door de steriele architectuur waar geen plaats lijkt te zijn voor mensen. Personages worden binnen het frame als insecten geplet door kille kantoorcomplexen en op torenhoge grafstenen gelijkende hoogbouw. Shinya Tsukamoto's meest conventionele film neigt naar doodgebloede J-horror, maar heeft stilistisch genoeg Tsukamoto-trekjes om eigenwijzer te zijn dan de rest. De nachtmerriedetective en antiheld uit de titel heeft de gave in andermans nachtmerries te treden en dromers te helpen van hun angsten af te komen. Hij wordt ingezet in de jacht op de geheimzinnige '0' (gespeeld door de regisseur zelf). Dit anonieme gevaar dringt namelijk via de mobiele telefoon door tot de dromen van suïcidale mensen en geeft ze op gewelddadige wijze het laatste zetje. Tsukamoto is een van die weinige Japanse genrefilmers die achtergronden van zijn verhaal onthult door voornamelijk krachtige beelden in te zetten in plaats van langdurige uitleg door pratende hoofden.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]