home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

januari/februari 2006

International Film Festival Rotterdam 2006 (1) bioscoop

Rondom de viering van het jaar van de hond vond in Rotterdam de 35ste editie plaats van het International Film Festival Rotterdam. Op het kille, kale plein voor het Pathépaleis kringelde en kroop een feestelijke Chinese draak. De kruitdampen waren tot in de achterste Zaal 6 te ruiken. Op het programma stonden dit jaar minder films, maar dat maakte de rondgang langs bioscoopzalen er niet minder hectisch op. De Subs pikten een paar willekeurige dagen uit, in de hoop bij toeval getuige te zijn van een meesterwerk, die paar missers op de koop toenemend. Laten we beginnen bij die laatste categorie.

Dieptepunten en twijfelgevallen

Tsotsi van Gavin Hood
Speelfilm Tsotsi heeft internationaal al flink wat prijzen in de wacht gesleept, waarvan het merendeel publieksprijzen. In Rotterdam behaalde de film net niet de top tien van publieksfavorieten. De kijker laat zich blijkbaar gemakkelijk inpakken door een geromantiseerd boevenverhaal in een Zuid-Afrikaanse sloppenwijk waarin een schattig baby'tje dient als katalysator. De jongen uit de titel heet eigenlijk David, maar hij bedient zich liever van een geuzennaam die kortweg 'crimineel' betekent. Tsotsi (Presley Chweneyagae) deinst nergens voor terug en kent geen scrupules. Binnen tien minuten is hij betrokken bij de roofmoord op een oudere, weerloze man in de metro van Johannesburg, slaat hij na een woordenwisseling het gezicht van een bendelid tot rode moes en schiet hij zonder pardon een welgestelde, zwarte jonge moeder in de buik tijdens het stelen van haar auto. En toch heeft deze bruut een zwak voor huilende baby's. Als hij het kindje van de neergeschoten vrouw op de achterbank van de auto vindt, neemt hij de koter mee naar huis om het daar op te voeden. Een huilende baby is alles wat je nodig hebt om een boef op het rechte pad te brengen. Een tamelijk simplistisch uitgangspunt, maar wel eentje waar de hele film aan is opgehangen. Tsotsi dwingt opvoedkundige hulp af van Miriam (Terry Pheto), een zogende alleenstaande moeder nabij zijn bouwvallige huis. Kijkend naar de baby aan de borst herinnert de jongen zijn eigen jeugd met een aan AIDS stervende moeder en een verre van zachtzinnig vader. De flashbacks vertellen in korte scènes iets over de tragische achtergrond van Tsotsi, maar ze verklaren niet zijn plotselinge bekering tot een zorgzaam en verantwoordelijk leven. Waarom hij persé babyvoeding en flesjes gaat jatten in het huis van de ouders van de gestolen baby is ook onduidelijk. Slim is die zet in ieder geval niet.

Regisseur Gavin Hood wil teveel behagen. Hij schiet zulke mooie plaatjes dat je bijna geneigd bent na afloop van de film direct een vakantie te boeken naar een van de townships. De camera zoomt rijkelijk in op betraande gezichten en componisten Mark Kilian en Paul Hepker mogen in de slotfase alle registers opentrekken om ook bij de toeschouwer de waterlanders de vrije loop te geven. Gaat het genomineerde Tsotsi de Oscar winnen in de categorie Best Foreign Language Film? Nee, die eer gaat toch echt naar Paradise Now.

Captain Milkshake van Richard Crawford
Captain Milkshake is een uit de vergetelheid onttrokken hippiefilm van Richard Crawford, volgens de overlevering in 1969 verboden door het Amerikaanse Ministerie van Defensie vanwege de kritiek op het Vietnambeleid. De film opent met marinier Paul (Geoff Gage) die in de Vietnamese jungle met zijn platoon een onschuldige man en kind neerschiet. Vol trauma's reist Paul terug naar Amerika voor een kort verlof in verband met een overlijden in de familie. Hij krijgt bij het vliegveld een lift naar zijn huis in San Diego en rijdt mee met baardmans Thesp (de eng op een Taliban lijkende David Korn) en het bloemenmeisje Melissa (Andrea Cagan). Paul komt zo in contact met het vrije en blije leven van de locale hippiegemeente. Terwijl Thesp een grote demonstratie voorbereidt tegen de Vietnamoorlog, geeft Melissa de groene Paul tussen vrijpartijen door een spoedcursus vrijdenken inclusief eerste haaltjes aan een stickie. De antiautoritaire boodschap wordt in Captain Milkshake overschaduwd door typisch lege hippieprietpraat ('Love can happen when you're free!') en romantische plaatjes die rechtstreeks uit de catalogus van de Bouquetreeks lijken overgeheveld. High van de marihuana rollen Paul en Melissa verliefd over grasheuvels en rennen ze in slow motion naar elkaar toe met de ondergaande zon als oranje gloeiend decor. Hippieleider Thesp groeit in de film uit tot griezelige despoot die de lijntjes strak houdt en er niet voor terugdeinst zijn vrienden in gevaar te brengen als er weer verse drugs moet worden gesmokkeld uit Mexico. Grappig om te zien hoe hippies zichzelf zo dwaas kunnen afschilderen. Het gelach in de bioscoopzaal is dan ook meestal op momenten die niet komische zijn bedoeld. De meeste personages en figuranten hoefden zich nauwelijks in te leven om hun rol te spelen. En dan te bedenken dat de rednecks in de film nog veel erger zijn. Geoff Gage speelt marinier Paul met een minimum aan gelaatsuitdrukkingen, waarschijnlijk om het idee te versterken dat soldaten voorprogrammeerde robots zijn. Het komt zijn karakterontwikkeling niet bepaald ten goede. De film is afwisselend zwart-wit en kleur zonder dat duidelijk wordt of die kleurenwisseling nog een diepere bedoeling heeft. Tussen de vloeistofdia's door zijn flarden van de band Kaleidoscope te zien. Op de groovy soundtrack staat verder nadrukkelijk muziek van Country Joe and The Fish, Steve Miller en Quicksilver Messenger Service. Als pamflet tegen de oorlog faalt Captain Milkshake jammerlijk, maar als tijdsbeeld is de film lollig genoeg om een keer gezien te hebben. De trailer geeft een goede indruk van wat je zo ongeveer kunt verwachten.

Heart, Beating In The Dark (New Version) van Nagasaki Shunichi
De titel van de openingsfilm van het International Film Festival Rotterdam geeft aan dat het hier een remake betreft. Het origineel is een zwaar obscuur 8mm-drama uit 1982 over een jong echtpaar dat zich schuilhoudt nadat ze hun kind hebben vermoord. In de nieuwe versie zien we hetzelfde stel 23 jaar later (gespeeld door de originele acteurs), een nieuw jong stel dat zich verstopt voor justitie na een identieke kindermoord, fragmenten uit de originele film en scènes in en rondom de set tijdens de opnamen van Heart, Beating In The Dark (New Version). De hele film bijt zich zo stevig vast in het vormexperiment dat er van een boeiend verhaal weinig overblijft. Het dode kind blijft in zowel het origineel als in de remake een abstract gegeven waardoor het gekibbel en de SM-spelletjes op het nauwelijks verlichte logeeradres mij helemaal koud lieten. De regisseur probeert van alles uit, onder meer het parallel monteren van oud en nieuw materiaal (waarbij meer dan eens de rollen van de man en de vrouw worden omgedraaid) en het laten praten van de personages in de camera. De ontmoeting tussen de twee echtparen in de slotfase is tamelijk geforceerd.

Ça M'est Egal Si Demain N'arrive Pas van Guillaume Malandrin
'De ontroering en de intensiteit zitten in het grote niet-zeggen', zegt het programma van het festival over Ça M'est Egal Si Demain N'arrive Pas. In werkelijkheid ontbreken ontroering en intensiteit in Ça M'est Egal... juist door datzelfde 'grote niet-zeggen'. Vooral het laatste gedeelte van het verhaal voelt aan als het in willekeurige volgorde bekijken van grauwe vakantiekiekjes van mensen die je nauwelijks kent. De veertiger Jacques (de prima gecaste binnenvetter Jacky Lambert) probeert na zijn gevangenistijd het leven opnieuw aan en heeft weer vrijwel dagelijks contact met zijn zoontje. De jongen woont bij een pleeggezin. Buiten de officiële kanalen om vraagt Jacques aan de pleegvader of hij zijn zoon een weekje mee mag nemen op vakantie. De pleegvader aarzelt eerst, maar stemt toe. Ondertussen heeft Jacques ook weer contact met zijn ex-vriendin Anne, de moeder van het jongetje. In het laatste gedeelte volgen we het uitstapje van de drie naar Frankrijk waar de relatie tussen de stugge Jacques en zijn vriendin niet echt vloeiend verloopt en duidelijk is dat hun beide ideeën over de toekomst niet helemaal overeenkomen. En daarmee heb je Ça M'est Egal... wel zo'n beetje samengevat. Het potentiële drama zit ver weg opgeborgen in de alledaagse gebeurtenissen van de hoofdpersonages. De sfeertekening van het kleurloze bestaan in een anoniem Waalse industriestadje is raak getekend en de acteurs spelen heel natuurlijk, maar hun leven is zo verstoken van belevenissen dat er voor de kijker te weinig valt te beleven, hoe erg de componist van de film ook zijn best doet om spanning te suggereren. Ik had bij de aftiteling het gevoel dat de laatste filmspoel ontbrak.

Hoogtepunten en guilty pleasures

Lunacy (Sílení) van Jan Svankmajer
De oude Tsjechische meester Jan Svankmajer kondigt zijn recente werk aan als een horrorfilm, geïnspireerd door Edgar Allan Poe en Marquis de Sade. Te oordelen aan de organen en het vlees dat dankzij stop motion animatie over het doek en tussen de bedrijven door rolt, is Lunacy minder geschikt voor mensen met een zwakke maag. Wel eens twee afgesneden tongen met elkaar zien paren? Het grootste deel van Lunacy speelt zich af in een gesticht of in het hoofd van het labiele personage Jean Berlot (Pavel Liska) die, onderweg naar de inrichting waar zijn overleden moeder woonde, in contact komt met de excentrieke Marquis (Jan Triska) en diens entourage. Hij mag bij de Marquis logeren en is de eerste nacht getuige van blasfemische praktijken waarbij een Jezusbeeld en als non verklede vrouwen het moeten ontgelden. Op de tweede nacht moet Jean helpen de Marquis levend te begraven. De jonge man is vol afschuw over de macabere spelletjes. Het liefst wil hij vluchten, maar zijn zorgen over het lot van de schone Charlotte (Anna Geislerová) houden hem in de buurt van de Marquis en brengen hem in de armen van Dr. Murlloppe (Jaroslav Dusek), de dubieuze directeur van het nabijgelegen gesticht. Om zo dicht mogelijk bij Charlotte te blijven laat Jean zich vrijwillig opnemen en is hij overgeleverd aan de grillen van directie, bewakers en de flink gestoorde bewoners, onder aanvoering van de alomtegenwoordige Marquis. In de kelder zit de oorspronkelijk directie opgesloten, bedekt door pek en veren. Als Jean met hulp van Charlotte de kelderdeuren weet te openen, laat hij het kwaad pas goed los, in de vorm van de 13 fysieke geneesmethoden voor geesteszieken. Wat die methoden precies inhouden heeft de oplettende kijker al kunnen zien in de openingstitels. Zoals in zijn eerdere werk staat ook Lunacy vol typische Svankmajer-symboliek waarin de kijker zelf betekenis mag leggen. In vergelijking met vorige films is Lunacy nogal aan de verbale kant, wat niet altijd in het voordeel van de film werkt.

The Great Yokai War van Miike Takashi
Een kinderfilm van Miike Takashi, wie had dat verwacht. Normaal gesproken hakt en zaagt deze Japanse workaholic graag met ledematen en spuit hij diverse levenssappen richting de lens (check Audition, Dead Or Alive, Ichi The Killer, Izo of Visitor Q). Voor kinderen zal The Great Yokai War vaak te eng zijn, want er vallen slachtoffers, er vloeit bloed en de film stroomt over van de meest wonderlijk mismaakte creaturen. Als Dorothy in The Wizard Of Oz huppelt tiener Tadashi (Ryunosuke Kamiki) samen met een schildpadmens, een waterprinses, een rode bonenwasser en een rood maskerspook door het fantasieland van de yokai's, onschuldige Hobgoblins die voor de meeste mensen onzichtbaar blijven. Scholier Tadashi is uitverkoren om in de grot van de opper-yokai een speciaal zwaard te trekken en daarmee ten strijde te gaan tegen de kwade genius die op de rug van een gigantisch Gamera een industriestad heeft gebouwd waar hij yokai's samensmelt met stalen voorwerpen en ze omvormt tot moordende monsters. Voordat de genius zichzelf tot opperwezen transformeert wil hij met hulp van de monsters de aarde wegvagen. De kleine Tadashi staat nogal een flinke klus te wachten. Een van zijn hindernissen is Agi, de blonde rechterhand van het kwaad (gespeeld door actrice Chiaki Kuriyama, bekend als de dodelijke Japanse dame in schooluniform uit Kill Bill 1). The Great Yokai War is een leuke onzinfilm die, op een enkel scène na, zonder al te veel oponthoud van de ene actie in de andere rolt, eindigend in een dolle massascène met een paar miljoen yokai's die denken dat de oorlog een uit de hand gelopen feestje is. De special effects maken overuren, maar tussen het digitale geweld heeft Miike Takashi ruimte over om zijn stempel op het verhaal te drukken middels komische tussentitels en absurd cartoongeweld.

Yaji and Kita: The Midnight Pilgrims van Kankurô Kudô
Yaji and Kita: The Midnight Pilgrims van regisserende Japanse popster Kankurô Kudô was van tevoren aangeprezen als een van de krankzinnigste films van het festivals, en dat bleek niets teveel gezegd. The Midnight Pilgrims kookt over van de extravagante, kakelbont gekleurde ideeën en ideetjes, verzameld in een anachronistische vergaarbak waarin willekeurig wordt gegraaid. De tweede homoseksuele samurai-junkiesYaji (Tomoya Nagase) en Kita (Shichinosuke Nakamura) verlaten hun sjofele verblijf in het oude Edo-tijdperk voor een postmoderne reis door ruimte en tijd, in hun samuraipakken gestoken rijdend op de stoere motor uit Easy Rider. Born To Be Wild wordt Born To Be Gay. Drie kilometer voor hun bestemming Ise (een kuuroord waar ze hopen af te kicken) haalt een motoragent de twee lovers van hun voertuig om ze erop te wijzen dat mensen uit het Edo-tijdperk behoren te lopen naar hun bestemming. Dan begint de reis pas goed met tussenstops in verschillende herbergen zoals de Laughing Inn (waar je betaalt met geslaagde grappen) en de Singing Inn (waar zuiver gezongen wordt om de berg Fuji zichtbaar te houden). De blonde Kita heeft onderweg vrijwel constant last van hallucinaties die wilder zijn dan de meest buitensporige waanbeelden in Fear & Loathing In Las Vegas. Een omschrijving van wat Kita bijvoorbeeld ziet in plaats van een groepje voorbij wandelende ambtenaren kost teveel tekst om hier samen te vatten. Dankzij drugs lijken mannelijke geslachtsdelen opeens veel meer rekbaar dan ze in werkelijkheid zijn. De film vraagt veel verbeeldingskracht van de digitale effectenspecialisten met meerdere malen erg grappige resultaten. Alles is grenzeloos over the top en Monty Python is nooit ver weg. Honderd procent geslaagd is de idioterie van The Midnight Pilgrims zeker niet. Geen van de acteurs houdt er een naturel spel op na (waarmee ik me eufemistisch uitdruk) en vanwege de overvloed aan terzijdes kachelt de film in de tweede helft te lang door. Vooral een subplot over een vermeende moord (inclusief schmierende detective) en het verblijf bij de paddestoelenbar haalt de vaart er flink uit. Als je denkt dat de film voorbij is, begint-ie weer gewoon van voor af aan, maar dan in de director's cut.

13 (Tzameti) van Géla Babluani
In 13 (Tzameti) repareert de jonge Georgische gastarbeider Sébastien (George Babluani) het dak van de door morfine gedrogeerde Jean François Godon (Philippe Passon). Door de gaten in het dak hoort Sébastien de gesprekken onder hem en vangt hij op dat het onzeker is of er wel (zwart) geld genoeg is voor zijn gedane arbeid. Ook hoort hij over een lucratieve opdracht die Godon moet uitvoeren. De Fransman overlijdt echter aan een overdosis en de jonge Georgiër onderschept diens treinticket en hotelreservering in de hoop dat de buit voor de opdracht groot zal zijn, maar ontwetend over de rechercheurs die hem schaduwen en al helemaal zonder notie over het huiveringwekkende spel waar hij in een afgelegen landhuis aan deel moet nemen. Ontsnappen is niet mogelijk en zowel Sébastien als de toeschouwer staat een zeer benauwende avond te wachten. Regisseur Géla Babluani filmt in zwart-wit en wijds Cinemascopeformaat en laat zich nergens door afleiden. Als de weddenschappen zijn afgesloten en het spel is begonnen verlaat de camera het landhuis pas als bekend is wie de winnaar is geworden. Die kale manier van vertellen werkt spanningsverhogend. De trailer van 13 geeft een aardige indicatie van wat je te wachten staat. Later dit jaar krijgt de film een Nederlandse roulatie.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]