home
|
Vido's FilmZinevrijdag 1 mei 2009
The Ghoul (Thomas Hayes Hunter, 1933) dvd
Na Morlants overlijden verdwijnt Karloff noodgedwongen langdurig uit beeld en zitten we opgescheept met een godvrezend Laing, een onbetrouwbare notaris, een Arabische schatgraver, een opvallend vaak aanwezige locale priester en een om de erfenis kibbelende neef en nicht. De Britse acteurs declameren hun teksten op toneelmatige wijze en worden door de regisseur wat al te netjes in een master shot op een rijtje gezet. Als Karloff terugkeert is hij als zwijgende zombie met zijn gekreukelde gelaatsuitdrukking de sterkst acterende speler van de hele cast. Het ergst is actrice Kathleen Harrison in de rol van de kamergenote van Morlants nichtje Betty (Dorothy Hyson). Een beetje komedie ter verluchtiging van de horror was in die tijd gebruikelijk (zie bijvoorbeeld Frankenstein en The Invisble Man van James Whale), maar Harrison maakt het kakelbont met haar onuitstaanbare gesnater. Haar acteerstijl past meer bij de tv-serie Are You Being Served dan bij gothic horror. Het scenario laat vele vragen onbeantwoord (waarom bijvoorbeeld brengt een van de personages een bom aan bij de ingang van de tombe?) en stevent af op een weinig opwindende ontknoping. Omdat vrijwel iedereen zich verdacht gedraagt komt de ontmaskering niet aan als een verrassing. Waarom The Ghoul naast de aanwezigheid van Boris Karloff zo speciaal is? Onder meer vanwege de fotografie van Günther Krampf (o.a. Nosferatu, The Hands Of Orlac, Pandora's Box) die boomtakken spookachtig achter ramen laat zwiepen en het interieur van Morlants landhuis onheilspellende schaduwen meegeeft. Het decor van Alfred Junge (later actief voor Alfred Hitchcock, Michael Powell en John Ford) is zo rijk aan details dat hij het huis doet ademen – je kunt het stof bijna ruiken in de volgestouwde archiefkasten achter notaris Broughton (Cedric Hardwicke). Make-up artiest Heinrich Heitfeld werkte eerder voor het baanbrekende horrormeesterwerk Das Cabinet Des Dr. Caligari en past ook in The Ghoul met hulp van houtskoolstrepen zijn expressionistische make-up toe op de meeste mannelijke acteurs. Uit de laatste drie genoemde crewleden valt op te maken dat The Ghoul uit een Duitse filmtraditie voortkomt. Dankzij hen is het op het visuele vlak allemaal dik in orde.
Een andere Amerikaanse regisseur wiens naam, net als die van Thomas Hayes Hunter, tegenwoordig geen bellen meer doet rinkelen is James Landis (1926-1991). In opdracht van producer Arch Hall Sr. maakte hij in 1963 binnen zes weken voor $33.000 de B-film The Sadist. De kosten bleven mede zo laag omdat de zoon van de producer de titelrol speelde en voor de andere hoofdrollen onder meer nichtje Helen Hovey en production manager Don Russell werden ingezet. De enige professionele acteur is Richard Alden. Russell en Alden spelen samen met Marilyn Manning drie bevriende onderwijzers, onderweg naar een baseballwedstrijd. Het trio strandt met een defecte auto op een afgelegen en zonovergoten autokerkhof in de hoop daar een garagehouder aan te treffen. Ze lopen echter de sinistere vetkuif Charlie Tibbs en zijn simpele, zwijgende vriendinnetje Doris Page (Hovey) tegen het lijf en worden slachtoffer van zijn sadistische spelletjes (*). Arch Hall Jr. krijgt alle ruimte te schmieren en dankzij zijn overdreven acteerstijl zet hij een onvergetelijke schurk neer. Wat The Sadist nog meer de moeite waard maakt is de strakke regie van Landis, die het verhaal in real time vertelt zonder overvloeiers en sprongen in tijd, en de creatieve zwartwitfotografie van cameraman Vilmos Zsigmond die onopzichtig het probleem van verplaatsende schaduwen wist te omzeilen. Zsigmond liet zich inspireren door een combinatie van onder anderen Orson Welles en de Italiaanse neorealisten. Later in zijn carrière stond hij achter de camera bij onder anderen The Deer Hunter, Blow Out, The Witches of Eastwick, The Black Dahlia en Cassandra's Dream en zou hij een Oscar winnen voor Close Encounters Of The Third Kind. Doordat verhaaltijd en filmtijd gelijk zijn (denk aan Nick Of Time en de televisieserie 24), en omdat geen moment zeker is of de slachtoffers zich uit hun penibele situatie zullen redden, heeft de film ook voor de moderne kijker een constante spanning. (*) Tibbs en Page zijn overigens gebaseerd op Charles Starkweather en Caril Fugate, het moorddadige duo dat later als inspiratie zou dienen voor onder meer Badlands (Terrence Malick, 1973) en Natural Born Killers (Oliver Stone, 1994) |