home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine


week 51

dinsdag 21 december 2010

Ossos (Pedro Costa, 1997) dvd (8)
In Vanda’s Room (No Quarto Da Vanda) (Pedro Costa, 2000) dvd (9)
Colossal Youth (Juventude Em Marcha) (Pedro Costa, 2006) dvd (8)
Drie jaar geleden wist ik zeker dat ik Colossal Youth geen tweede keer wilde zien. De voorstelling tijdens het International Film Festival Rotterdam 2007 ervoer ik, en velen met mij, als een beproeving (zie verslag). Dit jaar heb ik mijn mening over de film drastisch moeten bijstellen dankzij de sublieme dvd-box Letters From Fontainhas, uitgebracht door Criterion. Colossal Youth behoort tot de categorie films die je eerst gezien moet hebben, voordat je ze gaat zien. De eerste keer kijk je, de tweede keer zie je. De film is het derde deel van een trilogie over bewoners van de achtergestelde wijk Fontainhas in Lissabon en lastig los te zien en te waarderen zonder de eerste delen gezien te hebben.

De eerste film Ossos uit 1997 is opgenomen op 35mm en heeft daardoor een gelikte look. Het normaal gesproken verre van gracieuze Fontainhas krijgt vanwege het celluloid een lichte glans. TL-verlichting maakt de smalle stegen mosgroen. De kleine straatjes in de sloppenwijk worden op film mooier dan ze in werkelijkheid zijn. Celluloid heeft een verzachtend effect. De close-ups van Clotide (Vanda Duarte) maken haar gelaatstrekken, en die van haar op zussen lijkende buurvrouwen, minder hard, ook al is ze getekend door een leven dat bestaat uit weinig geld en veel zorgen. Door het regelmatige zwijgen van de personages is de kijker genoodzaakt hun motivatie te verklaren aan de hand van handelingen. Het kost even tijd voordat duidelijk is wat de zwervende jongen van plan is met de baby waarmee hij door de stad zwerft. Soms raken we een personage kwijt in de drukte van de straat en moeten onze ogen naar hem of haar op zoek. Een actieve manier van kijken is noodzakelijk om betrokken te blijven.

Voor In Vanda’s Room gooide Pedro Costa het roer drastisch om. Het script speelde geen rol meer. De 35mm-camera en de filmcrew bleven thuis. De leidraad werd het dagelijkse leven en hoe echte mensen overleven in een veranderende leefomgeving. Costa ging zelf op pad met een videocamera en filmde van heel dichtbij, tot in slaapkamers toe. Toevallig werd in dezelfde periode de sloop van de beruchte wijk ingezet. In de vervolgfilm blijkt Vanda Duarte zwaar aan de heroïne. Het grootste gedeelte van de dag verblijft ze in en op haar bed, rokend en slijm ophoestend, zonder enig uitzicht op verbetering. Soms gaat ze voor haar moeder, maar vooral om haar eigen verslaving te kunnen financieren, met groente de huizen lang. Ze woont samen met haar al even gedrogeerde zus Zita, haar moeder en haar grootmoeder. Zus Zena zit in de gevangenis. De eveneens aanwezige peuter maakt een zwakzinnige indruk en de enige man die zo af en toe met zijn viool het huis bezoekt, heeft de vrouwennaam Miranda. Terwijl Vanda haar eigen lichaam sloopt, worden om haar heen de verpauperde panden gesloopt. Een groep junkies probeert de sloop vooruit te blijven door van het ene pand naar het andere te verkassen, totdat ze naar de rand van de wijk zijn verdreven.

Net als in Ossos is het even wennen aan de manier waarop regisseur Pedro Costa scènes aan elkaar verbindt. De film wordt niet door een plot gestuurd, maar door een aaneenschakeling van terugkerende handelingen. Tussen de shots zit zelden een direct verband. Er lijkt chronologie te zitten in de opeenvolging van beelden, maar een actie in het ene beeld levert vaak niet automatisch een logisch vervolg op in het volgende beeld. Zo is vaak onduidelijk of gebeurtenissen zich op dezelfde dag afspelen. De afwisseling van dag en nacht geeft nog het vermoeden dat de tijd niet stilstaat en de dagen wel degelijk verstrijken.

In Vanda’s Room duurt drie uur en is samengesteld uit 180 uur aan filmmateriaal. De lange filmduur is noodzakelijk om de beleving van de eenvormige, uitzichtloze levens bij de kijker te versterken. Binnen drie uur is ook de dreiging van de langzaam naderende sloopmachines extra tastbaar. Binnen de geboden tijd kan de kijker zich net zo intiem in de nabijheid van de personages wanen als de regisseur. Hetzelfde effect bereikt de Chinees Wang Bing met zijn 545 minuten, driedelige epos Tie Xi Qu (West Of The Tracks) uit 2003 (begin dit jaar in Nederland uitgebracht door Tiger Releases). Vooral het middelste gedeelte van deze indrukwekkende documentaire vertoont veel overeenkomsten met In Vanda’s Room: door de lange duur, door het feit dat muren wegvallen (letterlijk en figuurlijk) en we privé-levens open en bloot kunnen zien, en door de manier waarop Chinese jongeren proberen te overleven in een sloppenwijk die beetje bij beetje onder hun kont vandaan wordt afgebroken. Bij elke gesloopte steen verdwijnt een stuk geschiedenis en daarmee een stuk van hun leven, totdat er niets meer overblijft. De aanwezigheid van de camera lijkt de geportretteerden in beide films niets te schelen. Tie Xi Qu en In Vanda’s Room zijn broer en zus. Het grote verschil is dat de laatste film meer speelfilm is, omdat sommige momenten geregisseerd zijn en het geluid sterk is gemanipuleerd. Fictie zit vlak onder het oppervlak.

Colossal Youth, de derde film in de Fontainhas-trilogie, is een mengeling van de stilistische aanpak in Ossos en het documentair vastleggen zoals in In Vanda’s Room. De hoofdrolspeler is ditmaal de grijze Kaapverdiaan Ventura. Hij zwerft tussen de huizen van zijn dochters, gedwongen dakloos omdat zijn vrouw hem heeft verlaten en al zijn bezittingen heeft vernield. De ene dochter wacht in haar donkere afbraakpand tot ze naar een nieuwe wijk kan verhuizen. Ze laat Ventura in eerste instantie niet binnen. De andere dochter (Vanda Duarte uit de eerste twee films) is wel gastvrij en kletst en rookt honderduit in haar nieuwe witte slaapkamer in haar nieuwe flatwoning.Ventura luistert geduldig, zwijgend zittend aan de rand van het bed, soms kijkend naar de televisie die constant aan staat. Vanda heeft een dochtertje en is aan het afkikken. Door haar drugsverleden ziet ze er pafferig uit en ouder dan ze in werkelijkheid is. Ook Ventura wordt een nieuwe woning aangeboden, maar hij voelt zich niet thuis in de kleine, kale, witgeschilderde, op gevangeniscellen lijkende kamers. In het kleine beetje dat nog over is van Fontainhas bezoekt Ventura regelmatig een vriend voor een terugkerende maaltijd. Bij het krot van de arme arbeider Lento klopt hij aan voor een slaapplek. Ventura is ontheemd, vervreemd van zijn familie, levend tussen sloppenwijk en nieuwbouwwijk, met zijn voeten op Portugese grond en met zijn gedachten terug naar zijn geboorteland. Tijdens zijn bezoeken aan Lento lijkt Ventura buiten de tijd te staan, denkt hij het meest aan vroeger en houdt hij de herinnering aan een voorbije liefde levend door de inhoud van een liefdesbrief hardop te herhalen.

De terugkerende declamatie van de bovengenoemde brief leverde bij de eerste kijkbeurt op het IFFR in 2007 irritatie op. Colossal Youth leek er onnodig door opgerekt. De film eist een concentratie die moeilijk is op te brengen op een volgepropte festivaldag. Geen wonder dat de bij aanvang volle grote zaal na afloop minstens gehalveerd was. De grootste exodus was tijdens de scène waarin Ventura in een haveloze lege kamer in een afbraakpand een grammofoonplaat afspeelt. Ik kon me op dat moment heel goed voorstellen waarom festivalgangers massaal de benen namen. Oppervlakkig gezien lijkt het alsof Pedro Costa ons aan het treiteren is door de camera minutenlang te richten op een plaatjes draaiende man. In mijn geheugen zat Ventura met zijn gezicht in de richting van de camera in zijn eentje aan een tafel met platenspeler en werd hij door Costa in totaalshot gefilmd. Het deuntje op de plaat klonk als een vrolijk niemendalletje. Ik weet niet meer of het liedje in Rotterdam werd ondertiteld. Ik kan me alleen maar herinneren hoe geamuseerd ik naar de vertrekkende bezoekers zat te kijken. Colossal Youth was een bijzondere festivalervaring, maar om de verkeerde redenen.

Bij de tweede keer Colossal Youth, gezien vanuit een comfortabele fauteuil thuis, blijkt Ventura in bovengenoemde scène vooraan in beeld met zijn rug naar de camera te zitten. Hij is niet alleen. Aan de andere kant zit kamergenoot Lento doelloos met een pen in het hout van de tafel te krassen. Zijn bewegingen doen de naald een paar keer uit de groeven springen. Uit de ondertiteling blijkt de muziek een oude opzwepend onafhankelijkheidslied uit Kaapverdië te zijn. Het strijdlied blijkt het emotionele hart van Colossal Youth, wat benadrukt wordt wanneer Ventura de tekst en melodie tegen het einde van de film zelf begint te zingen. Achter het masker van de expres emotieloos acterende Ventura gaat een groot verlangen schuil. De scène maakte voor mij duidelijk hoe belangrijk de context is waarbinnen een film gezien wordt. Niet alleen de context van de trilogie, het verdere oeuvre van Pedro Costa of de geschiedenis van Fontainhas, maar ook vanuit welke stoel je de beelden tot je neemt. Een filmfestival biedt soms niet de ideale omstandigheden. Thuis blijk ik meer geduld te hebben, vallen het zeer trage tempo, de eigenaardige afwisseling van beelden en de afwijkende manier van acteren op hun plaats en blijkt wat me eerst ergerde en afleidde niet langer meer een stoorzender.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]