home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

FEBRUARI 2002


week 9

woensdag 27 februari 2002

De laatste mode

Het zal je misschien ontgaan zijn maar eind vorig jaar stond Kid606 op 1 in de hitparades van Spanje, Italië, Denemarken en Duitsland. Laat ik er eerlijkheidshalve direct bij zeggen dat hij dat niet helemaal op eigen kracht deed. Hij profiteerde van het succes van Depeche Mode en hun single Dream On waarop een remix van zijn hand is te vinden. Het is voor het eerst sinds pakweg 17 jaar dat ik weer eens een plaatje van de Britse groep heb gekocht. Twee zelfs. In het allerlaatste seizoen van Toppop sprak presentator Ad Visser de naam van de band uit als deepesjee mood en ik meen me te herinneren dat hij eraan toevoegde dat het een hele experimentele band was en dat hij om die reden hun videoclip niet kon laten zien. Ik wist niet beter en kocht na die aanbeveling de 12" Get The Balance Right (Mute, 1983). Het bleek gewoon een best wel aardige popplaat te zijn. Weliswaar met veel elektronische foefjes, maar niet wat ik indertijd zocht in de muziek. De carrière van de Britse boys kon me verder een zorg zijn (al vond ik indertijd de singles Stripped en Enjoy The Silence best wel OK), totdat ik enkele weken geleden las over de remix van Kid606.

Afgelopen weekend grabbelde ik voor de verandering eens uitgebreid door de Depeche Mode-schappen en ontdekte ik zowaar dat er meer hippe elektronische muzikanten in opdracht van de band niet met hun vingers van de poppy deuntjes af konden blijven. De remix van the kid is voor zijn doen zeer ingehouden en braaf met hier en daar een hoog geluidje om de glitchfreaks tevreden te houden. Op Dream On bevindt hij zich in het goede gezelschap van ondermeer Octagon Man en Bertrand Burgalat. Zowel op de singles I Feel Loved als Free Love (aan spetterende titels geen gebrek bij de mannen van DM) doen zelfs een paar van mijn favoriete knoppendraaiers uit de Keulse scene mee, want niet alleen Thomas Brinkman, maar ook Schlammpeitziger van het label A-Musik doet van zich gelden. Free Love bevat daarnaast een bewerking door Console, het zijproject van de vrolijke computernerd van The Notwist. De meest recente single verscheen deze maand. Martin L. Gore's gekweel in de ballad Goodnight Lovers wordt ingebed door de lieflijk druppelende percussie en weeïge synths van ISAN. De teksten zijn van zulk een sulligheid dat je mag hopen dat ze niet serieus gemeend worden. When you're born a lover/You're born to suffer/Like all soul sisters and soul brothers. Een spiritueel koortje neuriet vrolijk mee. Veel interessanter is de buzzsaw bassynthesizer in de remix van Electronicat AKA Fred Bigot (Angelika Köhlermann /Disko B) die op de koptelefoon aanvoelt alsof je je hersenen in de magnetron hebt gezet. We're the horniest boys/With the corniest ploys/Who take the easiest girls/To our sleaziest worlds, durft David Gahan te zingen. Je zou er bang van worden.

Nadat ik me blauw heb betaald aan de diverse singles bedenk ik me thuis, en dus veel te laat, dat er over enkele maanden waarschijnlijk een album zal gaan verschijnen met alle remixen netjes op een rijtje. Bovengenoemde singles zijn afkomstig van het album Exciter. Gezien het creatieve gehalte van titels en teksten gok ik erop dat het remixalbum Remexciter gaat heten. Pin me er niet op vast.


dinsdag 26 februari 2002

Familiebezoek

De meest indrukwekkende die ik vorig jaar zag was tijdens het IDFA. Ik was niet de enige die diep onder de indruk was want de film won bijna de publieksprijs. Het meesterwerkje werd wel bekroond met de Joris Ivens Award. Family van Sami Saif en Phie Ambo krijgt komende maand gelukkig een (bescheiden) roulatie in Nederland dankzij het initiatief Docuzone. Vanaf aanstaande donderdag gaat deze serie van start en reizen de beste documentaires van de laatste tijd langs tien Nederlandse filmtheaters. Elk jaar worden een stuk of veertig titels geselecteerd. Donderdag heet vanaf nu Docu-donderdag. Als we boffen prolongeren sommige bioscopen de gekozen films wanneer de belangstelling van het publiek groot is. Ik weet zeker dat Family veel langer zal blijven draaien. November vorig jaar (zie posting van 26 november) raakte ik al niet uitgesproken over dit Deense juweeltje. Als je houdt van het werk van Lars von Trier dan is Family verplichte kost. Regisseur Sami Saif gaat in de toekomst een film maken onder de hoede van Von Trier en de invloeden van Breaking The Waves (de poëtische intermezzo's) en het extreem overschakelen van grote emoties (die je niet onberoerd zullen laten) naar humor zoals in The Idiots zijn merkbaar in zijn persoonlijke speurtocht naar een verloren vader in het Midden Oosten. Houd de bioscoopladder in de gaten en reserveer nu alvast een plekje voor je eindejaarslijstje.

Andere documentaires in het pakket van Docuzone zijn ondermeer Het Grootste Van Het Grootste, First Kill, De Stand Van De Zon, The Land Of The Wandering Souls, Geluk Als Glas en De Staart Van De Leeuw.


maandag 25 februari 2002

To sushi of not to sushi

Pas op het laatste moment, ergens rond een uur of zeven 's avonds, hakte ik de knoop door en koos ik voor drie meiden uit Japan in plaats van drie jongens uit Amerika. Het vooruitzicht op een volgepakte Max gevuld met the usual suspects en een band (Black Rebel Motorcycle Club) die ongegeneerd rock-'n-roll zou bedrijven, begon me, naarmate de zondag tegen het einde liep, steeds meer tegen te staan. Rock is live meestal een voorgekauwde en voorspelbare aangelegenheid waarbij je lang van tevoren aanvoelt met welk nummer de band de set eindigt en met welke nummers ze de toegiften vullen. Als het zo moet zie ik liever de overdreven, extreem plastic rockvariant van eX-Girl uit Tokio. En zeg nu zelf, je kijkt toch ook liever naar drie vrouwen in lollykleurig tenue dan naar vier zweterige jongetjes in ongewassen jeans? Dat dacht ik ook. eX-Girl kleedt rockmuziek uit, toont ons de nieuwe kleren van de keizer en steekt het genre vervolgens in een oogverblindende kunststof outfit.

Het verslag van het eX-Girl in Amstelveen staat vandaag op De Subjectivisten. Daar vind je in de loop van vandaag trouwens ook een bespreking van Black Rebel Motorcycle Club. Jullie worden op je wenken bediend.


week 8

zaterdag 23 februari 2002

Amsterdam is ook niet alles

Niet alle grote namen komen naar de hoofdstad, zeker niet als ze afkomstig zijn uit de underground. Veel bands die Vera, Effenaar en Doornroosje aandoen, komen niet of pas jaren later eens een kijkje nemen in Amsterdam. Op de OCCII na heeft Mad Master Amsterdam vaak niet eens interesse in spannende groepen uit verre oorden. Vorig jaar werd geprobeerd het Japanse Acid Mothers Temple in Paradiso te krijgen, maar de groep kwam de poptempel niet binnen. Voor Amsterdammers zijn steden als Haarlem en Utrecht gelukkig dichtbij en als het moet ben ik niet te beroerd af te reizen naar Den Haag of Rotterdam. Vooral de agenda van het Patronaat in Haarlem geeft de komende maanden genoeg redenen de trein te pakken. Het podium doet niet alleen mee met het Toon Festival (Kid606 en Jega spelen er op vrijdag 8 maart), maar presenteert op zaterdag 20 april ook het enige optreden dat grand old lady Lydia Lunch in Nederland zal verzorgen. Zaterdag 18 mei staat 90 Day Men op het podium. Wie weet worden ze weggespeeld door het voorprogramma dat bestaat uit de Nederlandse groepen Feverdream (hun derde album Future Directions komt binnenkort uit) en Mercy Giants (hun tweede album Racingclub Hades verschijnt medio maart). Zaterdag 15 juni staat een avond gepland met ondermeer Lou Barlow (van wie binnenkort nieuw plaatwerk verschijnt) en Steve Westfield.

Niet ver van station Den Haag Centraal ligt het podium scsiCELL. Zaterdag 2 maart verzorgt de band PAK daar het enige Nederlandse optreden tijdens hun Europese tournee. PAK is de band rondom Ron Anderson. Globetrotter Anderson was begin jaren tachtig een van de oprichters van de noise rock groep Rat At Rat R uit Philadelphia. Na zijn vertrek richting New York maakte hij in 1987 zijn eerste soloplaat Fever Dream. Vanuit zijn eigen studio in Oakland startte hij zijn langst lopende project tot nu toe: The Molecules. De groep combineerde free rock en Dada. Vanuit nieuwe woonplaats Genève in Zwitserland werkte hij vanaf 1998 ondermeer samen met leden van de Franse groep Ulan Bator. Hij toerde door Europa met Ronruins (een samenwerking met de Japanse groep Ruins) en het Britse Guapo. In 2000 reisde hij met Ronruins door Japan en vormde hij PAK. Het eerste album van PAK is mede geproduceerd door Elliott Sharp. Op de site van scsiCELL wordt PAK omschreven als the Minutemen playing like John Zorn, or Napalm Death sitting in with Captain Beefheart. Dat klinkt veelbelovend.

Ondertussen zit ik met een luxeprobleem: wordt het aanstaande zondag Black Rebel Motorcycle Club in de Melkweg of een Sushi-avond in P60 te Amstelveen met een optreden van ondermeer eX-Girl? Kies ik voor de hype of voor het exclusieve, exotische avontuur? Keuzes, keuzes, keuzes.


donderdag 21 februari 2002

Hij bestaat

Het duurde even, maar sinds vandaag bestaat er een gereserveerde bespreking van Neon Golden, het nieuwe, in alle andere media bejubelde nieuwe album van The Notwist. Gavin Mueller, op de zeer lezenswaardige website Oligarchist Home Journal, vindt de plaat mooi, maar niet meer dan dat. Hij heeft last van het "I Care Because You Do" complex. You listen to something, know that it has artistic merit, know all your friends will love it, but for whatever reason it never grabs you. Hij weet niet exact waarom, maar Neon Golden just doesn't move me. I know it should. But instead I just keep hearing the latest Volkswagen commercial. Hij denkt dat het ligt aan de vocalen die hem als te perfect in de oren klinken. There's no spontaneity in them, and very little emotion. Wat hem het meest tegen staat is de eenvoudige, eenvormige structuur van de composities. De instrumentatie ziet hij eerder als een novelty dan als verrassend. Voor de volledige bespreking verwijs ik naar de site.

In het Oligarchist Home Journal vind je verder besprekingen van ondermeer Aesop Rock, Faust, DJ Scud en Boards of Canada.


woensdag 20 februari 2002

Trail, Tags, Codes & Windows Media Player

Vandaag staat het volledige album Source Tags & Codes van ...And You Will Know Us By The Trail Of Dead 24 uur lang on-line. Als je hier klikt moet je wel even je e-mail invullen voordat je de cd (die op 11 maart officieel verschijnt) nummer voor nummer kunt afdraaien.


maandag 18 februari 2002

Bandjes, filmpjes en verjaardagen. Deze dagen ben ik alleen thuis om te eten, te slapen en verslagen te typen. Laat ik alvast naar een impressie verwijzen. Wat dacht je bijvoorbeeld van Tomahawk in de Melkweg.


week 7

zaterdag 16 februari 2002

Een engel in de OCCII

De avond begon gisteren in Fantasio, het nieuwe zaaltje aan de Prins Hendrikkade. Groningen was afgedaald naar de hoofdstad voor de presentatie van een bloemlezing uit de kleurrijke collectie Vera-posters. Lopend door een gang, de benedenhal en op de trap werd ik omringd door mooi vormgegeven aankondigingen van belangwekkende concerten. In de concertzaal op de eerste verdieping waren de Groningers in de meerderheid. Na de onvermijdelijke openingsspeech (die voor de verandering echt grappig was) betraden De Straaljagers het podium. Striptekenares Barbara Stok (op drums) en vriend Ricky (gitaar, zang en mondharmonica) deden een verwoede en niet meer dan sympathieke poging heel erg te lijken op The White Stripes. Het breed uitwaaierende en tegen de feedback aanhangende gitaargeluid van Whipster sprak me meer aan, zeker als er niet gezongen werd en een tweede gitarist accenten legde door met een bottleneck over de snaren te glijden. De akoestiek binnen het donkerblauwe Fantasio-interieur deed de rustgevende, sfeervolle roots tegen de muren weerkaatsen. Het warme geluid leek soms even opgesloten te zitten.

Na het wegsterven van de laatste akkoorden sprong ik haastig op mijn fiets en sneed ik vol vaart door de kou richting West. Hopelijk kon ik nog wat meepikken van het minifestival in de OCCII aan de Amstelveenseweg. Bij binnenkomst had ik snel door dat het programma op de helft zat en dat Herman Düne de avond had geopend. De rest van de line-up kende ik niet. Nietsvermoedend naderde ik het podium, om me vervolgens onverbiddelijk de adem te laten benemen door Julie Doiron (ex-Eric's Trip) uit Montreal. Wat ging er een kracht uit van de kleine, tengere dame met bleek gelaat en grote sjaal om de nek. Ze zong zacht haar engelenliedjes waarin ze zo openhartig en intiem haar geliefde toesprak dat je het gevoel kreeg zelf die geliefde te zijn en dat ze speciaal voor jou haar hart opende. Haar stem streek als een tintelende aai langs slaap en wang.

I'm sorry, zei ze en ze lachte omdat wij niet begrepen waarom ze zich tussen twee nummers verontschuldigde. Ze wees naar haar buik en vertelde dat ze over enkele maanden haar kind verwachtte en dat het rond het avonduur flink bewoog daarbinnen. Het gevoel maakte haar een beetje duizelig. Doiron had daarnaast heimwee naar Canada. Ze toerde een maandlang met haar labelgenoten en keek uit naar de terugreis aanstaande zondag. Met ingehouden emotie zong ze haar wachtende familie toe vanaf de andere kant van de oceaan. Julie Doiron speelde veel Engelstalige nummers, ondermeer afkomstig van haar in april te verwachten nieuwe album Heart and Crime. Andere liedjes kwamen van haar vorige, voornamelijk Franstalige album Désormais (op Jagjaguwar). Die plaat bevat een half uur aan verstilde, bijna gefluisterde liedjes aangevuld met spaarzame drums, piano, orgel, trompet en elektronische effecten. Doiron zingt zeer dicht bij de microfoon en weet een desolate sfeer op te roepen zoals bijvoorbeeld ook Nina Nordenstam en Lisa Germano dat op hun beste momenten weten te doen. In de OCCII was ze gisteren helemaal in haar eentje. Ze zei het niet erg te vinden dat er achterin de zaal gekletst werd. Ze putte kracht en warmte uit de aandacht die ze voelde in de voorste rijen. Een paar keer wist zelfs respect af te dwingen bij de barbaren aan de bar. Met een paar eenvoudige gitaarakkoorden en enkele rake zinnen beroerde ze onze traanklieren. Het kostte me grote moeite de brok in de keel met bier weg te spoelen. Het lukte de laatste band niet mijn aandacht daarna vast te houden. Ver in de achterhoede lapten mijn maatjes en ik elkaar weer op.

Als je nieuwsgierig bent naar de muziek van Julie Doiron kun je hier het nummer Pour Toujours (MP3) downloaden.


vrijdag 15 februari 2002

Desmet verleden herinnerd + Desmet komt weer tot leven dankzij VPRO

Zes jaar geleden was Desmet aan de Plantage Middenlaan mijn favoriete Amsterdamse bioscoop. Het interieur had de sfeer van een gekrompen Tuschinksi. Desmet was op bescheiden wijze statig vanwege de nep-Art Deco en knus vanwege grote leestafel en de over de kleine foyer verspreide zitplaatsen. De benedenzaal rook muf zoals alleen een oude bioscoop muf kan ruiken. In de kleine bovenzaal zat je zo lekker in de lederen stoelen dat je eigenlijk het liefst de ogen wilde sluiten. Gewapend met een tienrittenkaart zag ik een paar jaar lang bijna alle premières en ging ik minstens 1 keer per week een klassieker bekijken op mijn meest geliefde moment: de late night movie om elf uur 's avonds. Elf uur is een perfecte tijd voor een doordeweeks filmbezoek. Je hebt gewerkt, je hebt thuis gegeten, je leest de krant, bekijkt het nieuws op tv, draait een paar goede platen en als je verder geen afspraken hebt, kijk je tegen halfelf in de bioscoopladder wat op het programma staat, tuur je uit het raam om te zien of het niet al te hard regent en zak je, vlak voor het slapen gaan, onderuit bij de mooiste verhalen.

De meeste films die indruk op me maakten in de tweede helft van de jaren negentig heb ik aan de Plantage Middenlaan gezien. Ik kan me het aangrijpende en in prachtig zwart-wit/Cinemascope geschoten In Cold Blood van Richard Brooks herinneren en retrospectieven van onder meer de Coen Brothers, François Truffaut, Emir Kusturica en Luis Bunuel. De late avonden stonden vaak in het teken van thema's zoals de Oosterse cinema, wat een goede gelegenheid gaf klassiekers als Black Rain van Imamura en Seppuku/Harakiri van Kobayashi voor het eerst te zien. Desmet bood ook de mogelijkheid Oosterse modernen een kans te geven, zodat ik me ongemakkelijk kon voelen bij de eindeloze huilbui aan het slot van Vive l'Amour en onbedaarlijk kon lachen om het ontwrichte Japanse gezinnetje in Monkeys In Paradise. Desmet was de ideale plek voor cultfilms als The Texas Chainsaw Massacre van Tope Hooper en Clean, Shaven van Lodge Kerrigan. De ene week zag je een Amerikaanse klassieker als Touch of Evil (waarbij halverwege de film de ondertiteling verdween en niet meer terugkeerde) of het zeer gewelddadige The Wild Bunch. Een week later liet ik me verwonderen door de tekstloze poëzie van de Georgiër Parajanov in De Kleur Van Granaatappels. Nadat Desmet een nieuwe directie kreeg ging het snel bergafwaarts. Weg waren de late filmavonden en nieuwe, niet al te interessante titels bleven wekenlang geprolongeerd. Amsterdam zou voor de filmliefhebber nooit meer hetzelfde zijn. En toen moesten Alfa en Alhambra nog sluiten.

Tegenwoordig huist de VPRO in Studio Desmet. Woensdag nam ik er voor het eerst een kijkje. Net na tien uur 's avonds hoorde ik thuis de aankondiging van Jaap Boots voor drie uurtjes Club Lek. Ik sprong op mijn fiets en liep Desmet binnen toen Boots Kiss van Prince afkondigde. Niet dat ik dat live meemaakte, want ik kwam in het voorcafé een groep muzikanten tegen die zich aan de bar aan het voorbereiden waren op een goede avond. Ik keek om me heen, plaatste mijn herinnering naast de realiteit en moest concluderen dat van de bioscoop helemaal niets meer over is. De ingang is totaal verbouwd met dubbele deuren ter voorkoming van geluidsoverlast op straat. De grote trap is spoorloos. De oude glorie is verdwenen. In de zaal zijn geen stoeltjes meer. Het balkon ziet er net zo kil en zwart modern uit als in de Melkweg Max. Ik meende achter het podium nog een stukje filmdoek te ontwaren. Het zal inbeelding geweest zijn.

Starfighter uit België speelde in het eerste uur een lang niet zo zweterige en opgewonden set als in de Winston tijdens A2A vorig jaar. Lawn uit Groningen wilde vooral mooi klinken en koos voor lang uitgesponnen nummers die waarschijnlijk op de radio beter tot hun recht kwamen dan in het zaaltje. Het feit dat ze waren te horen op de nationale radio, deed de muzikanten voorzichtig spelen, terwijl ze normaal gesproken flink tekeer kunnen gaan (check overigens zeker hun album Lawn-dro-Mat op het label Grond). Het Haarlemse The Sheer had het meeste succes met hun ongedwongen Britpopliedjes. Ze klonken als al je favoriete Britpopbandjes en speelden met verve, plezier en bravoure. Die komen er wel.

Een dag later braken de Texanen van ...And You Will Know Us By The Trail Of Dead de tent af. Letterlijk. Trail Of Dead moet je eigenlijk uitnodigen de avond voordat je gaat verhuizen. De vier knaapjes waren zo opgefokt dat ze niets heel konden laten. Ze speelden hun meeslepende noiserock als een vulkaanuitbarsting. De lava perste zich rommelend van onder de aardkost en werd uitgespuwd, uitgebraakt en de lucht in geslingerd. Gitarist Conrad Keely schreeuwde zijn stem tot gort. Hij was toch al schor van de vele interviewsessies eerder die dag. Bassist Neil Busch sprong vrolijk achter de microfoon waarin hij soms aanvullende kreten riep. Tweede gitarist Kevin Allen concentreerde in alle rust op zijn snaren, zich niets aantrekkend van de gekte om hem heen. Het meest hyperactief van de vier muzikanten was Jason Reece. Hij kwam armen tekort voor de duizenden roffels die hij in elk nummer probeerde te stoppen. Hij wilde het drumstel perse pijn doen en gunde het instrument slechts een enkele maal een rustpauze wanneer hij de gitaar van Conrad overnam en het publiek in sprong. De gitaar kreunde en kermde, een fatsoenlijke solo was uitgesloten. Jason gebruikte het verplaatsbare podium als trampoline. Versterkers sprongen met hem mee en stonden op het punt om te vallen. De roadie maakte overuren en ontfermde zich over gewonde gitaren en omgevallen microfonen.

Trail Of Dead speelde nummers van de eerste twee albums en natuurlijk materiaal van het eind deze maand te verwachten derde album Source Tags & Codes. Ze sloten af met Richter, het openingsnummer van de debuutplaat. Let's all riot, riot/Let's tear this place to shit, krijste Conrad. Dat liet Jason zich geen tweede keer zeggen. Net als tijdens de eerdere optredens die ik van de band heb gezien, duwde hij zijn drumstel weg. Draden knapten. Een microfoon gaf de geest en liet niet meer horen dan een krassend wit geraas. Het drumstel kieperde van het podium en lag als een levenloze klomp tussen het publiek. Eigenlijk wilde Jason het instrument tot aan het mengpaneel achterin slepen, maar dat lukte hem niet. Uitgeput en badend in het zweet bleef hij op de grond liggen. Sommige bezoekers probeerden hem overeind te trekken. Tevergeefs. Toen de lichten aangingen zat hij uit te blazen en bij te komen in een klein hoekje bij de ingang. Een brede grijns op zijn gezicht.

Desmet leeft weer.

Je kunt hier terecht voor de recensie van Club Lek door Jaap Boots. Hier vind je het hierboven beschreven live-optreden van Trail of Dead.


woensdag 13 februari 2002

Nederlandse successen in The States

De vlaggen kunnen uit, het vuurwerk kan in gereedheid worden gebracht, het oranje kan uit de kast. Sinds gisteren is de uitslag bekend van de Pazz & Jop poll van The Village Voice. Er staan maar liefst zes Nederlandse platen in genoemd. Houd je vast. Solex staat met 31 stemmen op een met ondermeer Marillion gedeelde 321ste plaats. Niet ver daarachter zit The Ex met maar liefst twee noteringen: Rondje Hollands met 22 stemmen op plaats 434 (in het goede gezelschap van Miles Davis) en Dizzy Spells staat met 20 stemmen op plek 449 (gedeeld met ondermeer Janet Jackson en Bob Dylan). Bauer krijgt 14 stemmen voor Can't Stop Singing en belandt daarmee op 680, een plek die de band deelt met onder andere landgenoten Johan en hun cd Pergola. Nederlandse hekkensluiter is Funckarma op plaats 814 dankzij de 10 stemmen op hun album Solid States. Bij deze de felicitaties van Vido en alle begrip als de muzikanten morgenochtend iets later op hun werk zijn vanwege de kater na al het feestgedruis.

Voor wie nog geïnteresseerd is: Bob Dylan staat aan top met Live And Theft, gevolgd door The Strokes en Björk. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.

(via MetaFilter)


dinsdag 12 februari 2002

When I was bored for the 7th time

Er staan zeven muzikanten op het podium en toch komt het merendeel van de set van backing tape. Er spelen drie gitaristen tegelijk hun akkoorden. Dat is minstens 1 gitarist teveel. Er doet een percussionist mee. Dat is zeker een percussionist teveel. Als zanger/gitarist Tjinder Singh ook nog eens uit zijn ogen staart alsof hij zojuist vanaf een andere planeet op het Paradisopodium is gebeamd en op geen enkele wijze laat blijken ook maar een greintje plezier aan het optreden te beleven, dan heb ik het heel moeilijk enthousiast te worden. Cornershop teert op het succes van de single Brimful Of Asha, een succes dat voornamelijk te danken is aan de flitsende remix die Fatboy Slim de hitparades in wist te slingeren. Zonder zijn dope big beats blijven slechts drie akkoorden over en een van de mooiste oneliners in de Britse popmuziek van de laatste tien jaar: Everybody needs a bossom for a pillow. Dat is voor mij niet genoeg.

Cornershop cultiveert de arrogantie en de desinteresse tot grote hoogten. Tussen het eerste en het tweede nummer heeft zanger Singh zelfs het lef zijn mobiele telefoon aan te nemen. We lachen erom, in de veronderstelling dat het part of the act is. Als een Nederlandse band dit zou flikken werden de muzikanten stuk voor stuk gekielhaald in het IJ, zelfs met de storm die nu de stad op zijn palen doet schudden. Een Britse band mag blijkbaar wel de kantjes ervan af lopen. Ik heb zo snel geen verklaring waarom dat zo is. Het zal in het geval van Cornershop de aantrekkingskracht van het exotische zijn. En exotisch is de band zeker met maar liefst twee sitars op het podium. Een meisje speelt solo's terwijl de derde gitarist naast haar gezeten af en toe grondtonen mag meespelen. Als de band niet werd ondersteund door een slappe dancebeat had Cornershop het ideale broertje uit India (via Londen) van Spacemen 3 kunnen zijn. De Spacemen gingen tenminste nog helemaal op in hun monotone drones, compleet van de wereld vanwege vlak voor het optreden verorberde verdovende middelen. Cornershop is niet high, noch van de hasj noch van de speed. Hooguit een beetje trillerig door het nippen aan een maxiglas cola, als daar tenminste cafeïne in zit. Ik vraag het me af.

Zelfs een toetsensolo komt van tape. Eerst denk ik nog dat de solo wordt gespeeld door het meisje van de band. Mis. Als ze eenmaal in mijn vizier komt zie ik haar tijdens de sitarloze momenten mee tikken op een tamboerijn, terwijl daar toch die verdomde percussionist voor was aangenomen. De dia's op de achtergrond beloven allerlei liedjes die niet gespeeld worden, zelfs niet in de met moeite afgedwongen toegift. De zanger zegt dat we even moeten wachten omdat de drummer zijn hoofd gestoten heeft en even moet bijkomen. Zet dan maar weer een van die backingtapes op, denk ik dan. De mannen en vrouw wringen er een tweeakkoordenjam uit en houden het dan voor gezien. Hun gemakzucht bracht ze in de bovenzaal van Paradiso. Verder zullen ze er in Nederland niet meer mee komen.

Vanavond is het nummer Spectral Mornings op de nieuwe site van Cornershop te horen met een speciale gastbijdrage op gitaar van Noel Gallagher. Ik denk dat ik rond die tijd maar 's een leuke film ga zien.


week 6

zaterdag 9 februari 2002

It's a drag! Or is it?

De zonnebril valt ergens tussen het tweede en derde nummer van zijn neus. De zanger doet niet eens de moeite het ding opnieuw op te zetten. De muzikale splinterbommen die de jonge Nederlandse band Beer For Breakfast laat ontploffen in de OCCII zijn zo heftig en de muziek is zo onnavolgbaar dat ik de tel kwijt raak. Het volume is op het randje van onhoudbaar. De gitaar is na de eerste feedbackaanval danig ontstemt. De als een New Yorkse kunstenaar ogende en woest meppende drummer zal later in de set zijn bril ook kwijt raken. De stoere bassiste rechts op het podium houdt de mannen met koele blik goed in de gaten, onderwijl zoemende noten uit haar met een Bikini Kill bestikkerde instrument halend. De hoogblonde, lange en zeer tengere vocalist houdt zich op voor het podium tussen de enkele durfals in het publiek. Als een onrustige panter in een Artiskooi baant hij op en neer tussen de zaalspeakers, de microfoon enkele centimeters verder van zijn mond verwijderd dan de meeste zangers gewend zijn te doen, krijsend als een tekkel wiens achterlijf langzaam in een draaiende vliegtuigmotor wordt geduwd. Zijn topje zakt constant tot onder zijn tepels en als het rokje ook al niet om zijn dunne billen blijft zitten, gooit hij die op het podium en gilt hij verder, slechts gehuld in een zwarte panty. De hilarisch hysterische hardcore lijkt de waanzin voorbij. De zaal weet een kwartier lang niet of ze moeten bulderen van het lachen of dat ze zich zorgen moeten maken over het geestelijke welzijn van de hardcore dragqueen die ons bij de les houdt op de vrijdagavond.

Vergeleken met Beer For Breakfast is het Amsterdamse impronoisetrio Labdog een oase van rust, een potje cooljazz bestaand uit laag resonerende bas, van elke maatsoort vrije drumpartijen en snaarerupties die laveren tussen bluesrock en Caspar Brötzmann. De eerste helft van het optreden worden de improvisaties kort gehouden en stoppen de muzikanten telkens op momenten dat je net in de cadans begint te komen. Het wordt een tikkeltje vervelend als gastsaxofonist Damir Prica Kafka-Capri tussen de drie muzikanten gaat staan en via een piep naar een bulder toewerkt. Na een eerste, redelijk geslaagde aftasting wil er daarna geen bruisend idee de kop op steken en weet de geluidsbulk niet meer te raken.

De intense en ultrakorte set die Xbxrx uit Mobile, Alabama vervolgens afwerkt is even vermakelijk als frustrerend. In een identieke samenstelling als Beer For Breakfast gaan de vier als waanzinnigen tekeer. Bijna na elk kort beuknummer staat de drummer op zijn stoel zodat ook de achterste rijen kunnen zien dat nummer voorbij is en het applaus in ontvangst genomen kan worden. Xbxrx klinkt verdacht veel als een Amerikaanse versie van Melt Banana. De kleine zanger heeft een blaffende manier van zingen en de snel gespeelde liedjes hebben een troebele structuur. Het beklijft geen moment, maar dat maakt het optreden niet minder vermakelijk. Tussen enkele nummers wordt een minidisk met discomuziek opgezet. De muzikanten trekken de overbodige kleren uit en staan allemaal in identiek sporttenue. Om beurten hossen ze de zaal in hopend op publieksparticipatie. De meeste van ons zijn te blasé of te verbaasd om mee te springen en te dansen. Als het laatste nummer niet meer is dan een krakersversie van Nederland In Beweging, een fitnessexercitie begeleid door een slappe housebeat, en de band vervolgens niet meer terugkomt voor een fatsoenlijke afsluiter, weten mijn maatjes en ik eigenlijk niet wat we er van moeten denken. We hebben zeker gelachen en lol gehad, maar waar ging dit eigenlijk over?

Volgende maand doet Xbxrx een afscheidsoptreden in het thuisland.


vrijdag 8 februari 2002

Sky Radio

De handen van het nieuwe meisje strijken zachtjes door mijn haren. Haar wijsvinger en middelvinger trekken behoedzaam de krullen op mijn kruin stijl. In tegenstelling tot haar ervaren collega's staat ze een stap verder van mijn stoel verwijderd zodat haar boezem niet als zacht kussen kan dienen. Ik ben niet helemaal wakker van een late avond staren naar een computerscherm. De houding die ik uren lang heb aangenomen, leunend op mijn linkerarm en het lichaam diagonaal, als een bezetene woorden tikkend op het toetsenbord, heeft niet alleen een pijnlijke rug maar ook een zeurend rechter schouderblad opgeleverd. Ik probeer rechtop te zitten en strak voor me uit te kijken. Zonder bril toont de grote spiegel voor me een interieur als een waterverfschets. Ik kan niet eens mijn eigen ogen onderscheiden. Een ideaal moment om me over te geven aan dagdromen. Normaal gesproken laten de meisjes me ongestoord vertoeven in mijn eigen wereld, bieden ze een kop thee aan en concentreren ze zich op hun werkzaamheden. Als ik goed luister kan ik mijn lokken horen vallen op de vloer. Soms neuriën ze mee met de radio en zingen ze een paar woordjes uit een refrein. Ik houd me stil en buig alleen naar voren wanneer de tondeuse in mijn nek gaat. Mijn geestelijke aanwezigheid is niet nodig. Ik heb geen enkele behoefte aan klein gepraat over onbenullige zaken. Het zoeken naar de juiste woorden, puttend uit een beperkt arsenaal aan stopwoorden en voor de hand liggende frasen, levert me een te grote inspanning op en daar heb ik deze ochtend de energie niet voor.

Naast me leest een bejaarde dame de Privé, wachtend tot de opbouw van haar permanentje de volgende fase in gaat. Mijn thee wordt koud. Het nieuwe meisje knipt zorgvuldig en met gevoel voor detail langzaam plukken haar weg. Ons half uur samen is tamelijk intiem, zo'n moment kan niet zonder gesprekje. Ze kamt mijn kuif naar achteren, kijkt me nog een keer goed via de spiegel aan en kucht zachtjes. Ik bereid me voor op het ergste.

En? Heeft u al plannen voor de vakantie?

Het enige voorwerp dat mijn ogen nog scherp krijgen is de klok in de spiegel, precies op het moment dat de grote wijzer blijft steken op het hele uur en weigert verder te tellen. Mijn door het plotselinge zweet vochtig geworden rug plakt aan de kappersstoel vast. Can't Stay Away From You van Gloria Estefan gaat geruisloos over in Standing Still van Jewel en ik heb het angstige gevoel dat ik hier nooit meer weg kom.

Luistertips voor de vrijdag

Hoe wordt in Nederland omgegaan met het erfgoed van Autechre en aanverwanten? Veel geluiden uit die richting bereiken me niet via de ether, maar wat me ter ore komt maakt mij nieuwsgierig naar meer. De stilte wordt ondermeer verbroken door Multi-Panel uit Breda die eigenlijk nog niet zoveel elektronica als huiswerk achter de kiezen heeft en zijn inspiratie net zo gemakkelijk uit emotionele indiepop haalt. De muzikant is achttien jaar jonger dan ik. Een schokkende realisatie en tegelijkertijd een bemoedigende gedachte wanneer je hoort hoe gretig de jeugd op zoek is naar nieuwe geluiden. Multi-Panel produceert niet alleen zijn eigen experimenten, maar gaat ook creatief om met materiaal van anderen, zoals de drastische remix van de trashpop van buurtgenoten Zomotta bewijst.

Jelmer Cnossen en Denis de Leeuw Duarte van Cyozlab opereren vanuit Delft. Hun eerste, vier nummers tellende demo doet sinds deze maand de ronde. Abstracte melodieën gaan gepaard met knisperende en knapperende ritmes die vooral in Eqrane en Xaukloot een rustige, spannende opbouw krijgen. Op hun site zijn meer MP3's te downloaden. Het is even zoeken op het mengpaneel dat de jongens je voorschotelen, maar als je ergens op een blokje links onderaan klikt kom je terecht bij zeven tracks. Daarmee red je het voorlopig wel tot je vanavond uit gaat.


woensdag 6 februari 2002

Hart onder de riem

In de vroege morgen van 18 augustus vorig jaar wees niets erop dat een half jaar later drie van de vijf bandleden van zea de band zouden verlaten. De band had zojuist, in de afgeladen zaal van MTC, op de warmste avond van de zomer in Keulen, voor een uitzinnig publiek een korte, van zweet doordrenkte set gespeeld. Oude en nieuwe nummers wisselden elkaar af. Zugabe, riepen de voorste rijen en zea sloot af met het verse liedje One More. Ik had het nog niet eerder gehoord en kon toch meteen het refrein meebrullen. Na het optreden raakte toetsenist Remko zoek in de op discodreunen hossende menigte en treiterde zanger/gitarist Arnold in de catacomben, gewapend met een van VPRO-spion Ron ontvreemde videocamera, de bezoekers van het mannentoilet. We waren dronken (de een wat meer dan de ander), we waren in een zeer goede stemming en enigszins melig. Het was een geslaagde avond. Met moeite sleepten we de breed grijnzende Remko van de dansvloer en leidde ik de overgebleven zeamannen en Ron over de met blikjes en frietzakken overladen weg terug naar de jeugdherberg aan de andere kant van de Rijn. De braderie van het Festival Am Ring, die het hele weekend de stad had ontwricht, was ten einde. Bussen en trams reden niet meer en taxi's weigerden voor ons te stoppen. Wat kon ons het schelen. De lange wandeling en de frisse ochtendwind die over brug waaide werkte ontnuchterend.

Het is zomaar een herinnering die me vorige week te binnen schoot na het lezen van het bericht dat zea is teruggebracht tot een duo. Andere gedetailleerde herinneringen bewaar ik voor Zea, The Authorized Biography die ooit, over een jaar of twintig, geschreven gaat worden. Zea gaat gelukkig door. Het zal even wennen zijn voor de overgebleven bandleden, de vertrokken bandleden en voor de fans, maar het verhaal van zea is nog lang niet over. Als een soort hart onder de riem is mijn wekelijkse bijdrage aan De Subjectivisten gewijd aan de band. Te vinden onder de titel: See ya! - Waarom Nederland niet zonder een zea kan.


maandag 4 februari 2002

Uitstekende Antenne

Wat is internet toch een mooi medium. Als je een band niet kunt vinden, dan vindt die band jou wel. Dat overkwam me gisteren toen ik in mijn mailbox keek. Muzikant Kim Hansen uit Kopenhagen bedankte me voor het plaatsen van het album #1 van Antenne in mijn top 10 van 2001. Hij gaf mij ook het URL van de zakelijk kaal vormgegeven officiële site van Antenne: antenne.suite.dk. Ik had via het onvolprezen Google menigmaal geprobeerd meer informatie te vinden over de mysterieuze Denen, maar dat liep op niets uit. Hun cd en het daaropvolgende minialbum met remixen van Metamatics, Geiom, Accelera Deck en Zammuto zijn uitgekomen op het Nederlandse label Korm Plastics. Label en cd-hoesje geven niet veel prijs over de achtergronden van de groep. Het schijnt dat Hansen een verleden in de industriële muzieksector heeft. Samen met zangeres Marie-Louise Munch is hij ook betrokken bij de triphopformatie Amstrong. Deze groep heeft op de twee tot nu toe uitgebrachte albums trekjes van Portishead. Antenne gaat flink wat stappen verder in het maken van wereldvreemde, ijle, ongrijpbare, diepdonkere ambient met zachte vrouwenzang. Het duo is bezig met een tweede album waarop je een Steinway, loops van akoestische gitaren, elektronisch bewerkte drums, white noise, klarinet, altsax, zang en een Nick Drake-cover kunt horen. Totdat nieuw materiaal zal verschijnen kun je flink wat nummers downloaden van hun site. Doe het nu. Je zult er geen spijt van hebben.


week 5

zaterdag 2 februari 2002

Een dwaas op een schip

Ik had me stellig voorgenomen minstens twee avonden thuis te blijven. Sinds woensdag 23 januari had ik elke avond wel iets te doen buiten de deur. Ik was toe aan rust en had alle tijd nodig de ervaringen van de afgelopen filmdagen op te schrijven. Middenin mijn avondmaal werd ik opgebeld door Razorblade Jr. Hij had weer een optreden met een van zijn duizenden bandjes, ditmaal zowel met De Reizende Verkoper als met Birdlips. Ik probeer de bevlogen Kroaat zo min mogelijk teleur te stellen. Als er ook maar een beetje leven in mijn spieren zit wil ik me wel een avond laten onderdompelen in zijn nobele noise. De locatie was niet al te ver van mijn huis: The Ship of Fools, aangemeerd aan het KNSM-eiland. Geduwd door de wind was ik er binnen vijf minuten. Zoekend naar een ingang vond ik via een trap de kajuit. Bij binnenkomst werd ik vriendelijk toegelachen door een barman met gekleurde strepen door zijn dunne haar geschilderd. De oude kapitein droeg twee grote, puntige nep-oren. De kleine Chileense DJ zette een mijnwerkerslamp op zijn hoofd en trommelde luid op de tafel voor hem. Twee honden liepen tussen de aanwezigen en de muziekinstrumenten door. De kleinste van de twee, formaat baard, blafte het luidst. De boot deinde zachtjes op de golven, mij een prettig week gevoel in maagstreek gevend.

Razorblade schudde me de hand en vertelde over zijn afgelopen drieweekse reis door Kroatië. Tot zijn vreugde had iemand een solo-optreden van hem opgenomen en uitgebracht op cd. Het afscheid van zijn geboorteland wordt met de jaren moeilijker. Er gaat een dag komen dat hij niet meer terug zal keren naar Amsterdam. Met zijn band Gone Bald speelt hij acht jaar lang in onze contreien merendeels weergaloze en onvoorspelbare concerten, maar de roem binnen de gitaarunderground in de lage landen wil maar niet komen. Ik probeerde goede adviezen te geven, het minste wat ik kon doen. De Reizende Verkoper is impro-noise. Gekleed in een net pak en een stropdas om zorgde Razorblade in de kleine ruimte die hij op het podium had voor zowel rustige momenten als donderend en gierend lawaai. Zijn gitaarmuur ging vergezeld van zeer losse drumpartijen en twee saxofonisten. Het geluid van een implosie, had Razorblade het voor aanvang van het concert genoemd. Achter de bar deelde een kleurrijk gezelschap een jointje. Sommigen van hen keken met lichte paniek in de ogen naar de muzikale tornado die zich in gang had gezet. Het kleine hondje was in geen velden of wegen meer te bekennen en de grote hond stond met zijn kont naar het podium gericht en de oren naar beneden hangend heel erg ongelukkig voor zich uit te staren. Twee dames op leeftijd naast me klaagden zo hard mogelijk over het geweld dat over hen werd uitgestort en leken zo op de twee kritische oudjes uit de Muppet Show.

De krappe kajuit raakte snel afgeladen en halverwege de set stond de ruimte blauw van de sigarettenrook. Het was mooi geweest. Thuis wachtte de laptop en moest nog een filmverslag afgemaakt worden. Ik bedankte Razorblade voor de verrichte inspanning en ging vroegtijdig, tegen de wind in fietsend, terug naar huis, weg van het schip, weg van het eiland, terug de bewoonde wereld in.

Via Rotterdam naar voormalig Joegoslavië, Japan, China, Albanië, Iran en weer terug

Hier vind je een kort verslag van een avond en een dag op het Filmfestival Rotterdam.


vrijdag 1 februari 2002

Scout-bij-nacht

Een delegatie van het Amerikaanse label Secretly Canadian stond gisteravond in Paradiso. Stoeltjes waren opgesteld rondom een minipodium vlak voor het door gordijnen aan het zicht onttrokken grote podium. Jason Molina van Songs:Ohia was volgens het programma de hoofdact. June Panic en Scout Niblett waren zijn support. Jason had echter een beter idee. Rond negen uur begon hij als eerste te spelen. Slechts vier liedjes. Precies genoeg. Jason heeft namelijk een mij iets te beperkte manier van songschrijven. Hij gebruikt drie à vier, meestal aflopende akkoorden en zingt telkens dezelfde soort klagerige zanglijnen. Langer dan vier nummers kon hij me daar gisteren niet mee blijven boeien. June Panic was al helemaal geen onverdeeld succes. Zijn dunne, geknepen stem kwam veel te geforceerd over. De in de teksten verwerkte filosofietjes waren me iets te simplistisch. Vrij vertaald zong hij op een gegeven moment: Als je dood gaat moet je scheiden van de leuke dingen. Nee, je meent het, moest ik denken. Als je dood gaat moet je scheiden van de slechte dingen, vervolgde hij. Zo heb ik er nog niet eerder over gedacht, bedankt voor de wijze inzicht. Zoiets verrijkt de perceptie op het leven. June Panic's gezichtsspieren bleven strak staan. Zo te zien was hij geheel vrij van ironie. Arme jongen.

De teksten van Jason Molina gingen grotendeels langs me heen. Dat kwam enerzijds omdat ik nog zat na te suffen van de intensieve anderhalve filmdag in Rotterdam, maar ook vanwege de zweverige abstracte beelden die Jason met heldere stem probeerde op te roepen. Hij zong over zijn stad Chicago en ik zag heel even een maan boven de donkere stad voor me glinsteren als een mes. Dat was mooi, maar te weinig. Het kon anders, bewees Emma Louise oftewel Scout Niblett, de derde singer-songwriter van de avond. Tijdens het vorige optreden tijdens het Amstel Festival werd ze begeleid door een veel te hard rammende drummer. Ditmaal stond ze in haar eentje op het kleine podium. Haar liedjes waren zo eerlijk en naakt dat ik bijna niet durfde te kijken. Waar de heren onbedoeld afstand leken te scheppen tussen de woorden en hun eigen leven, was er bij Scout duidelijk merkbaar een nauw verband tussen teksten en haar dagelijkse bestaan. De teksten waren niet vrolijk, maar ook niet zonder verlangen. I live for love, zong Scout, en ze voegde er aan toe dat ze tot zaterdag kon wachten tot ze haar object van verlangen weer zou zien. Ze bespeelde op rauwe, elementaire, bijkans onbeholpen wijze haar elektrische gitaar. Haar stem was zuiver met een lichte kraak aan het einde van sommige zinnen. Verlegen bedankte ze ons voor het applaus en vertelde ze hoe verbaasd ze was over haar aanwezigheid in deze grote zaal. Nog geen 18 maanden geleden had ze haar demo aan Jason gegeven en nu stond ze al hier. Ze kon de vreugde over het voor haar onverwachte succes niet onder haar grote grijze lokken verbergen en lachte breeduit. Na afloop van het concert, terwijl de stoelen in alle haast werden weggesleept, bestormden nieuw gewonnen zielen Scout voor een kort woordje, een cd en een handtekening. Ze was de heldin van de avond.


De weblogs van september, oktober, november en december 2001 en januari 2002 zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]