home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

2006

The Equinox... A Journey into the Supernatural: monsters in de achtertuin

Het enige, titelloze filmpje dat ik ooit heb gemaakt werd gedraaid in het laatste jaar van wat toen nog de lagere school heette, op 8mm, zonder geluid en met slechts twee acteurs (mijn schoolmaatje en ik) die allebei om beurten achter de camera stonden. Van een verhaal of een script was geen sprake. Het vage gegeven betrof twee schaakspelers die hun partij (gefilmd met hulp van stop motion) zagen uitmonden in een vergezochte remise, met een zwarte en een witte koningin als enige stukken op het bord. De twee spelers zetten hun strijd voort door elkaar te belagen met scherpe voorwerpen, rennend in en om het huis. In de koelkast van mijn schoolmaatje lag genoeg verse tomatenketchup om de verwondingen enigszins realistisch te maken en we filmden door tot het rolletje vol was, ook al had het verhaaltje op dat moment nog geen afronding. Een verdere carrière in de filmwereld zat er daarna voor ons beiden niet in.

Veel inventiever, doortastender, ambitieuzer en vooral meer getalenteerd waren de Amerikaanse filmmakers Dennis Muren, Mark McGee, Jim Danforth en David Allen. Tijdens hun late tienerjaren hadden ze een 16mm-camera tot hun beschikking: een Bolex zonder geluid en met een maximum van 30 seconden per take. Muren, Danforth en Allen waren grote fan van King Kong uit 1933 en de animaties van Ray Harryhausen. Geïnspireerd door onder meer Invasion Of The Bodysnatchers (1956) en Curse Of The Demon (1957) schreef McGee een scenario van 60 pagina's. Via advertenties verzamelden ze vier jonge hoofdrolspelers bij elkaar en met $6,500 op zak (een investering van Murens grootvader) filmden ze vanaf 1965 twee jaar lang in de achtertuin en in een zonovergoten park te Californië met als resultaat het monstermysterie The Equinox... A Journey into the Supernatural. De muziekleraar van Muren componeerde een volledige soundtrack - een sterk door Le Sacre du Printemps beïnvloede compositie, opgenomen met een orkestje vol leerlingen. Het creëren van monsters en speciale effecten was voor de filmmakers geen enkele moeite. Spelregie en het heelhuids vertellen van een onlogisch verhaal ging ze minder makkelijk af, zeker toen bleek dat hun 60 pagina's script slechts drie kwartier aan filmmateriaal opleverde. McGee verzon nog wat opvullende dialogen om The Equinox... tot de lengte van een korte speelfilm op te rekken.

In The Equinox... vinden de jonge mannen David en Jim (Skip Shimer en Frank Bonner) samen met vriendinnen Susan en Vicki (Barbara Hewitt en Robin Snyder, een vriendin van zangeres Stevie Nicks) in een grot een geheimzinnig boek vol onleesbare symbolen. Tussen de pagina's zit een papier met enkele vertalingen door de oude professor van David. In het park buiten de grot grist de professor het boek uit handen van de studenten. De twee jongens achtervolgen hem waarbij de oude man zich dodelijk verwondt. De twee weten niet wat te doen, maar hun probleem wordt opgelost als het lijk zomaar verdwijnt. De wachtende meisjes worden belaagd door een monsterlijk groot, aapachtige wezen dat op zoek is naar het boek. In een van de hoogtepunten van de film weten de jongeren het monster van zich af te slaan. Ze klimmen naar een plateau waar ze eerder een misplaatste middeleeuwse burcht hebben gezien. De burcht blijkt te zijn verdwenen. De jongens ontdekken op de lege vlakte een onzichtbare poort naar de hel en moeten de strijd aangaan met de vliegende duivel zelve. De makers van The Equinox... zullen zelf als eerste beamen dat het verhaal weinig voorstelt en dat met name de vele dialogen vaak onnodig en op z'n zachtst uitgedrukt nogal krukkig zijn. Wat de oorspronkelijke versie van The Equinox... de moeite waard maakt zijn de inventieve trucages: stop motion animation (bewegende poppen), matte painting (een schildering van een kasteel toegevoegd aan een Californisch landschap), double exposure (beelden door elkaar vermengd), front projection (om animaties te combineren met acteurs) en forced perspective (het door slimme cameraposities creëren van reuzen - dertig jaar later ook succesvol toegepast in The Lord Of The Rings van Peter Jackson).


De overtuigende trucages waren voor producer Jack H. Harris (bekend van The Blob uit 1958 met Steve McQueen) spectaculair genoeg om de film te kopen. Hij gaf regisseur Jack Woods de opdracht een herziene versie van The Equinox... in elkaar te zetten. Voor Woods was het de eerste regisseursklus en dat is te merken. De vermenging van origineel materiaal met opnieuw geschoten scènes levert nog meer continuïteitsfouten op dan het origineel al had, de flashback binnen een flashback binnen een flashback binnen een flashback zorgt voor een warrige puzzel en Woods laat de hoofdpersonages meer uitleggen over het plot dan het verhaal aankan. De regisseur moest zelf ook zonodig meespelen in de rol van de dubieuze boswachter Asmodeus. De sympathieke onbeholpenheid van het origineel maakt dankzij zijn inbreng plaats voor enkele lelijk ranzige momenten. Voor de jonge filmmakers maakte het niet uit dat hun werk in een gereviseerde versie en onder de afgekorte titel Equinox in de bioscoop verscheen. Ze waren allang blij dat hun werk ook buiten de vriendenkring te zien was. Hun jeugdwerk bleef niet onopgemerkt en was het begin van een loopbaan in Hollywood. De vroeg overleden animator David Allen maakte onder meer de befaamde Volkswagenreclame met King Kong. De meest bekende uit de crew van Equinox werd Dennis Muren die in latere jaren negen Oscars won voor de speciale effecten in onder anderen E.T., Indiana Jones, The Abyss, Terminator 2 en Jurassic Park. Equinox kreeg door veelvuldige nachtuitzendingen op de Amerikaanse televisie de status als cultfilm en de invloed van de film is te zien in menige underground genrefilm waaronder Evil Dead van Sam Raimi.

Op de recente dvd-uitgave van het kwaliteitslabel Criterion (import, Regio 1) staan beide versies van de film, aangevuld met onder meer een video-introductie door de invloedrijke horrorspecialist Forrest J Ackerman, interviews met de makers, testopnamen, verwijderde scènes en outtakes en een boekje met naast een essay ook aanprijzingen door George Lucas en Ray Harryhausen. Het is aan te raden om te beginnen met de originele versie uit 1967 (en het vermakelijke commentaar van Dennis Muren, Mark McGee en Jim Danforth) om die daarna te vergelijken met de versie die uiteindelijk de bioscopen heeft gehaald (met commentaar van regisseur Jack Woods en de zelfingenomen producer Jack H. Harris).

Hier is alvast de trailer te zien.


[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]