home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

LIVE


dinsdag 12 november 2002

Last night Donna Summer saved my life

Donna Summer is een vrolijk, klein, gezet mannetje voorzien van een laptop. Hij draagt een zwart T-shirt met glitterende belettering. Black Sabbath, lezen we. Hij roept dat hij zijn computer pas start wanneer we hem vol enthousiasme toejuichen. Houden jullie van progrock? vraagt hij en voordat we luid nee kunnen roepen vallen de speakers bijkans uit elkaar van de rumoerige, geluidsbarrière doorbrekende mix van breakbeats, toetsensolo's en symfonische uithalen. Wat ooit pompeus was wordt nu in duizenden stukjes fijn gereten en door een atoomversneller gehaald. Jason Forrest springt als een blije kleuter. Het kleine tafeltje waarop zijn Apple overuren draait stuitert mee. Jason kent elke wending, elke break en elke onverwachte noot uit zijn hoofd. Hij zwaait met de armen, balt zijn vuisten, wijst ritmisch naar alle hoeken van de kleine zaal en steekt zijn vinger in onze richting alsof hij de muziek als een valse hond de opdracht geeft ons aan te vallen en niets van ons heel te laten.


Een man en zijn laptop zijn voldoende een zaal op zijn kop te zetten. De mensen die eerder op de avond waren weggejaagd door de Nazis From Mars komen snel terug om te zien wat er in hemelsnaam aan de hand is daar op het podium. Tijdens de Nazis wilde het maar niet leuk worden. Op plaat is hun politiek gekleurde, elektronische variant op The Ramones best grappig. Live komt hun boosheid verre van oprecht over. De zangeres denkt dat je woede kunt uiten door een zonnebril op te zetten, je voet op een monitor te laten rusten, de middelvinger regelmatig op te steken en de microfoon tegen de grond te gooien wanneer de set voorbij is. De bassiste en gitarist staan erbij alsof hun galgenmaal niet goed is gevallen. Alleen de baardmans achter de drumcomputer toont enige vorm van enthousiasme. De Nazis hebben een teveel aan attitude, geen zelfrelativering en geen humor en verwijten vervolgens hardop klagend het publiek gebrek aan een positieve reactie. Respect moet je verdienen, dat krijg je niet op een dienblad aangereikt.

Donna Summer rockt meer dan een zevenmansband bij elkaar. Het verschil tussen Donna Summer en Death In Vegas is opvallend groot. Aan het begin van de avond stonden zeven chagrijnige Britten in de Melkweg Max een vrij levenloze set rockdance uit hun instrumenten te persen. Vooral de drie gitaristen voelden zich heel erg ongelukkig. Ze staarden verlegen naar de vloer en deden niet meer dan wat hen was opgedragen. Links van hen zaagde een drummer planken zo dik als Sequoia's. Achter een afscheiding draaiden de twee opperhoofden van Death In Vegas aan knopjes. Ze probeerden hun gebrek aan leuke ideeën te verbergen door het volume flink hoog te zetten en waren de eersten die applaudisseerden wanneer een nummer ten einde was gekomen. Gelukkig had het in grote getale aanwezige publiek wel zin in een feestje zodat het niet helemaal een dooie boel werd.

De K-tsjoemavond in Paradiso begon rustig. Het duurde even voordat we naar binnen mochten. Het oudere, klassieke muziek minnende publiek nam de tijd Paradiso te verlaten. Een zwerfster deed geen goede zaken bij de uitgang. In haar hand stak een Première ter vervanging van de Z. Boven speelde het tegenwoordig in Amsterdam woonachtige Japanse duo Pop-Off Tuesday een spannend grillige set. Hiroki hield zittend zijn laptop in de gaten onderwijl de rookmachine bedienend en de rode laserlichtshow richtend op een A3'tje achter hem. Minori hield geconcentreerd de ogen dicht en zong haar onnavolgbare, rustige partijen, ondertussen tokkelend op een onhoorbare akoestische gitaar. De nummers klonken als oorstrelende minisymfonieën, een collage uit folk, pop en elektronica en het repertoire van The Residents, The White Noise, After Dinner en Robert Wyatt. Van die laatste speelden ze een cover.

Donna Summer zorgt ervoor dat ik weer overal zin in heb. De vermoeidheid na een zwaar weekend, de honderd vervelende mailtjes die ik eerder die dag had moeten doorworstelen en onophoudelijke werkdruk hadden geleidelijk aan gezorgd voor een pokkenbui. Al een paar dagen had ik geen zin in muziek. Ik keek thuis naar de stapels platen en voelde geen enkele behoefte iets op te zetten, laat staan er woorden aan vuil te maken. De hele avond leek er geen verbetering in mijn stemming te komen. In Paradiso trekt Donna Summer me weer bij de les. Hij rammelt me wakker en laat me onbedaarlijk lachen. Het scheelt niet veel of we rennen met een groepje het podium op om als idioten te dansen. Ik weet niet wat ons uiteindelijk tegenhoudt. Houden jullie van metal? vraagt Jason Forrest. Houden jullie van disco? Alle genres spuiten uit zijn Pandora's Box. Begeleid door flitsende video's op een groot scherm achter hem sluit hij af met zwaar bewerkte samples van een band die hem zeer na aan het hart ligt. The Logical Song van Supertramp heeft nog nooit zo mooi geklonken. Jason speelt alle instrumenten na in de lucht, schudt zijn bolle buik, ontbloot al zijn tanden en steekt zijn hoofd in de machine totdat zijn neus vastplakte op de monitor. Na de laatste noot klapt hij zijn instrument resoluut dicht, trekt er de stekker uit en stopt het in zijn tas. Vijf minuten later is hij bijna door al zijn cd's en zwarte T-shirts heen. En dan te bedenken dat hij nog drie weken moet toeren. Zie hem zweten.

MP3: Black Prometheus


Tekst: Vido Liber
Oude live-recensies staan in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]