home

2004

vido?

archief

email

Vido's Prikbord

Artikelen


De hoogtepunten van 2004

Hieronder vind je een overzicht van platen, concerten en films uit 2004 die me zijn bijgebleven.

De beste films van 2004


1. The Return (Andrei Zvyagintsev)
Na een afwezigheid van jaren keert de vader van Ivar en zijn oudere broer Andrey terug naar huis. De man is een vreemde voor de jongens en de onderlinge spanningen stijgen geleidelijk richting kookpunt tijdens een reis met onbekende stemming die de drie ondernemen door lege landschappen. The Return is een intense road movie over twee tieners die in het diepe worden gegooid en gedwongen worden zelf het initiatief te nemen, met alle fatale gevolgen van dien.

2. Infernal Affairs (Wai Keung Lau en Siu Fai Mak)
Een agent en een crimineel in Hong Kong gaan ieder undercover en ontdekken tijdens een subliem in beeld gebrachte drugdeal het bestaan van elkaar. Beiden krijgen van hun baas de opdracht de ander te ontmaskeren en een kat- en muisspel ontvouwt zich. Regisseurs Wai Keung Lau en Siu Fai Mak laten op intrigerende manier de vage grens zien tussen goed en kwaad en zetten met dit eerste deel uit hun trilogie en passent cinema uit Hong Kong weer terug op de filmkaart.

3. Elephant (Gus van Sant)
Dwalend door de schijnbaar veilige gangen van het schoolcomplex in Elephant lopen onschuldige leerlingen nietsvermoedend tegen de loper van een geweer aan. Elephant was met de moord op het Terra College in Den Haag ook in Nederland akelig actueel. Regisseur Gus van Sant levert geen verklaringen en vertrouwt eventuele conclusies toe aan de toeschouwers.

4. Eternal Sunshine Of The Spotless Mind (Michel Gondry)
Scenarist Charlie Kaufman toont op zijn bekende eigenzinnige en originele wijze dat de mens niet kan ontkomen aan zijn lotsbestemming, ook niet als je geheugens uit kunt wissen dankzij het louche bedrijfje Lacuna Inc. Franse regisseur Michel Gondry doet op inventieve en grappige wijze zijn teleurstellende debuutfilm Human Nature helemaal vergeten.

5. Uzak (Nuri Bilge Ceylan)
Turkse fotograaf Mahmut verdoet in Uzak zijn leven met een teveel aan drank en het bekijken van pornofilms. Apathisch geeft hij zich over aan het onvermogen om zijn oude idealen te verwezenlijken. Familielid Yusuf komt onverwacht bij hem logeren, hopend werk te vinden in de grote stad omdat er op het platteland geen toekomstperspectief is. Hun ongemakkelijke relatie wordt zowel poëtisch als op licht komische wijze verbeeld door prijswinnende regisseur Nuri Bilge Ceylan. Istanbul heeft er zelden zo mooi troosteloos uitgezien.

6. Osama (Siddiq Barmak)
Een Afghaans meisje klem in de kaken van het islamitisch fundamentalisme. Angstige en pijnlijke momenten in een badhuis.

7. Aaltra (Benoît Delépine)
On the road in een rolstoel. Twee onuitstaanbare Fransozen maken diverse landen onveilig in hun tocht naar Finland om verhaal te halen bij de landbouwvoertuigenfabriek die ze verantwoordelijk achten voor hun handicap. Zwarte humor in zwart-wit.

8. Lost In Translation (Sofia Coppola)
De clichés over Japan zijn zeer voor de hand liggend en soms behoorlijk flauw, maar het acteerwerk van Scarlett Johansson en Bill Murray en de mix van melancholie en humor vergoedt veel, zo niet alles.

9. Gegen Die Wand (Fatih Akin)
Met de kop tegen de muur in Duitsland. Een suïcidale Turkse man en vrouw ontmoeten elkaar in het ziekenhuis en beginnen een onmogelijke relatie. Ze overleven door elk afzonderlijk terug te keren naar hun roots. Intens spel van de twee hoofdrolspelers en een fijne soundtrack met veel doem uit de jaren tachtig (o.a. The Birthday Party en Abwärtz).

10. Shara (Naomi Kawase)
Zeer natuurlijk geacteerd Japans drama over het verwerken van verlies. Als jaren na zijn verdwijning het lichaam van hun kind wordt gevonden komt oud verdriet terug bij echtpaar en hun overgebleven zoon. Een geboorte en een jaarlijks terugkerende rituele stadsdans brengen het verhaal van donker naar licht. De energie die uit de dans straalt zorgt voor een van de beste en zeker de meest opbeurende scènes die ik dit jaar heb gezien.

Net niet in de top 10
11. Crimson Gold
12. 21 Grams
13. Shaun Of The Dead
14. Zebraman
15. Depuis Qu'Otar Est Parti
16. A Snake Of June
17. Los Lunes Al Sol
18. Oi Non Ho Paura
19. The Twilight Samurai
20. Kill Bill 2

Documentaires

1. Fahrenheit 9/11 (Michael Moore)
Door slimme montage en effectief gebruik van muziek bewerkt Moore op vakkundige wijze onze emoties, maar zelfs los van de manipulerende wijze van vertellen zijn de beelden op zichzelf staand al ontstellend genoeg om je te overtuigen van het falen van president Bush. Diens reactie op het bericht van de aanslagen in New York levert verbijsterende beelden op (zelden iemand zo dom uit zijn ogen zien kijken), en dan is de film nog maar net begonnen.

2. Touching The Void (Kevin Macdonald)
Bloedstollend relaas over een rampzalige afdaling door twee Britse bergbeklimmers in het Andesgebergte. Drie getuigen vertellen terwijl geënsceneerde scènes de werkelijkheid pijnlijk realistisch verbeelden. Zelden had muziek van Boney M. zo'n vervreemdend effect.

3. Bus 147 (José Padilha + Felipe Lacerda)
Zwerver kaapt bus in het centrum van Rio de Janeiro. De documentaire wisselt de dramatische afwikkeling af met achtergronden over de dader en geeft zo een beeld van het lot van zwerfjongeren in een wereldstad in Zuid-Amerika.

De beste films op DVD in 2004

1. Klassiekers

The Conversation (1974) van Francis Ford Coppola
The Ozu Collection (1949-1961)
Nil By Mouth (1997) van Gary Oldman

2. Sterke films die vreemd genoeg in Nederland niet in de bioscoop verschenen

1. The Station Agent (Thomas McCarthy)
Net als Love Liza (met Philip Seymour Hoffman) worden in The Station Agent grote drama's op bescheiden wijze verteld, ver van de drukte van de grote stad. De kleine acteur Peter Dinklage speelt een stille treinliefhebber die in een slaapstadje in New Jersey het verlopen onderkomen van een stationswachter erft. Langs het spoor ontmoet hij onder meer de Italiaanse hotdogverkoper Joe en de getraumatiseerde Olivia met wie hij stapsgewijs een vriendschap opbouwt. Van een dwingend plot is geen sprake in een film die zijn kracht haalt uit sterk acteerwerk en tragikomische ontwikkelingen.

2. A Night With Kevin Smith
Eerlijk gezegd vond ik Clerks alleen de eerste keer leuk en heb ik veel moeite met de rest van Kevin Smiths speelfilms die vooral flauwe grappen bevatten en lelijk gefotografeerd zijn. Als Smith op het podium staat van immense, uitpuilende Amerikaanse Universiteiten voor duizenden typisch Amerikaans hysterische studenten verandert de regisseur tijdens de Q&A-sessies in een niet te stoppen grofgebekte babbelaar die zeer gevat reageert op de vragen en reacties uit de zaal. Het levert drie uur en drie kwartier geslaagde grappen en grollen op met veel verhalen en sappige anekdotes. An Evening With Kevin Smith is vele malen grappiger dan alle films van Kevin Smith bij elkaar.

3. Cypher (Vincenzo Natali)
Na het debuut van de Canadese regisseur Vincenzo Natali met de cultfilm Cube valt Cypher een beetje tegen. Een beetje oplettende kijker ziet het einde al ver voor de helft aankomen. De eerste helft bevat echter genoeg spanning en paranoia om de interesse vast te houden. Het is de vraag of de film Nothing (2003) van Natali ooit nog de Nederlandse bioscopen zal halen.

4. Fear X (Nicolas Winding Refn)
Fear X is het Amerikaanse debuut van de Deense regisseur Nicolas Winding Refn. Hij schreef het scenario samen met Hubert Selby Jr. (auteur van Requiem For A Dream). De fotografie werd verzorgd door Larry J. Smith (The Shining), de soundtrack werd mede gecomponeerd door Brian Eno en voor de hoofdrol wist Refn acteur John Turturro te strikken. Turturro is Harry Cain die zelf de moord op zijn zwangere vrouw probeert op te lossen. Elke avond analyseert hij geobsedeerd de video-opnamen die tijdens en rondom het ongeluk zijn gemaakt door bewakingscamera's in het winkelcentrum waar hij werkt als bewaker. Zijn belangrijkste aanwijzing vindt Harry echter in het verlaten huis tegenover het zijne. Harry leeft in de schemerwereld tussen droom en werkelijkheid waardoor zijn handelingen voor meerdere uitlag vatbaar zijn. De weidse opnamen, het langzame tempo, Turturro's zwijgzame acteren en de zacht kloppende filmmuziek geven Fear X een aangename geheimzinnigheid.

5. Spartan (David Mamet)
Meestal zijn films met Val Kilmer bij voorbaat de moeite van het kijken niet waard. Spartan is een van de uitzonderingen. Het verhaal, over een geheim agent op zoek naar een ontvoerde dochter van een belangrijke Amerikaan, wordt zeer economisch verteld. Het script legt niets uit en dus moet je goed opletten, want elk beeld bevat informatie voor het ontrafelen van de puzzel. Spartan vertrouwt op de intelligentie van de kijker en dat gebeurt tegenwoordig zelden in een Amerikaanse thriller.


De beste concerten van 2004


1. Lightning Bolt @ OCCII (16/10)
Het verslag is nog steeds hier te vinden.
(foto: Wot Nxt)

2. Boredoms @ All Tomorrow's Parties (27/3)
Het hoogtepunt van All Tomorrow's Parties in het Britse Camber Sands. Drie drummers in een kring bouwden in opperste concentratie gestaag en extreem luid versterkt een eeuwenoud stammenritme op terwijl voorman Yamatsuka Eye, het mannetje met de opgeknoopte rastakrullen, regieaanwijzingen gaf en geclusterde akkoorden door zijn mengpaneel loodste. Hij lijmde de drumpatronen aan elkaar met de geluiden uit zijn mengtafel, zong enkele maten in een zelfverzonnen oertaal en hitste, wanneer nodig, zijn bandleden op door met zijn vuist in de lucht de slaan. De gecombineerde roffels vulden elkaar aan, stapelden zich op, wisselden elkaar af en bleven constant een solide eenheid. De delicaat opgevoerde ritmes grepen me letterlijk bij de strot, waarschijnlijk mede vanwege het hoge volume dat tegen hoofd, keel, ribbenkast en maagstreek stompte. Boredoms maakten zich los van het beperkende rockidioom en overstegen zichzelf, vrij van rigide songstructuren.

3. Blues Brother Castro @ Bitterzoet (27/4)
Blues Brother Castro maakte zich Bitterzoet helemaal eigen. Bij aanvang van het optreden liep ik door het zaaltje, naar achteren, de trap op, tot op het balkon recht boven de vier muzikanten. Het monitorgeluid steeg op, langs mijn gezicht, richting plafond om daar te condenseren en weer terug te vallen op mijn kruin. Elk onderdeel van het gebouw leek doordrongen van Blues Brother Castro. De bandleden zaten te vol energie en hadden geen ruimte voor ingetogenheid en balladeballast. Normaal gesproken waag ik me liever niet in het gewoel, maar tijdens de toegift werd ik zo aangetrokken door de energieke band en de hossende voorste rijen dat ik terug naar beneden moest en geheel los van gêne heen en weer sprong, vriendschappelijk trekkend aan en duwend tegen vrienden, bekenden en volslagen vreemden.

4. Gone Bald jubileum @ Zaal 100 (11/6)
Ter ere van het tienjarig bestaan van noiseband Gone Bald speelden zeven acts in een goed gevulde Zaal 100. Het eerste hoogtepunt was de intense improvisatie van de drie snarenbespelers van The Ex. De drie verborgen zich achter oorverdovend geraas. Geen woorden maar snaren, striemend tegen trommelvliezen. Peach Pit uit Zagreb speelde met precisie hun gecompliceerde instrumentale stukken. Twee gitaristen weefden verfijnde patronen aan elkaar van aan Steve Reich ontleende vingervlugge loopjes en akkoordwisselingen. De set deed denken aan de Amerikaanse band Don Caballero, maar dan meer ingetogen lyrisch. Gone Bald zorgde voor de afsluiting. Opgezweept door de eerdere optredens van de avond en het welwillende publiek gaf het trio een van de beste optredens sinds tijden. Tijdens de lange instrumentale passages ving gitarist/zanger Razorblade het glorieuze lawaai op met ontbloot bovenlijf. Zo wispelturig en onvoorspelbaar als hij de laatste jaren kon zijn, zo zeker en geconcentreerd was hij deze avond. Zijn ogen wijdopen gesperd, zijn kaken trillend op onregelmatige ritmes.

5. McLusky @ All Tomorrow's Parties (28/3)
Het elastiekje van de bril van bassist Jon was gebroken. Zijn roadie gaf hem een groot stuk witte tape. De tape was zo groot dat zowel het elastiek werd bedekt als de beide brilglazen van de bassist. Vrijwel blind sloeg hij met zijn vuisten en handpalm op de vier dikke snaren. De diep reutelende bas vormde samen met de drums een open geluid en de basis voor cynische, komische, politiek getinte liedjes met meeschreeuwbare slogans vol zelfspot. Britse humor werd gevat in compacte blokken swingende noise. De vele, voornamelijk Britse fans zongen luidkeels elk woord mee en eindelijk ontstond tijdens het in het algemeen zo tegenvallende festival All Tomorrow's Parties een welgemeende moshpit waar vriendschappelijk tegen elkaar opgesprongen werd.

6. Trachtenburg Family Slideshow Players @ Paradiso (25/8)
Het concept van deze ongewone familie uit New York is heel simpel: liedjes bedenken bij dia's die zijn gevonden op Amerikaanse rommelmarkten. De uitwerking was nog grappiger dan ik me had voorgesteld. Mamma Tina Pina zat op de grond en bediende de diaprojector, zingende pappa Jason speelde afwisselend gitaar en toetsen en de elf jaar jonge dochter Rachel drumde onverschrokken, onderwijl zoveel mogelijk met haar vader meezingend. Het trio gaf een cabareteske draai aan het geluid van The Shaggs. De dia's vlogen in razend tempo over het scherm terwijl de zangers hun tekstregels op komische wijze koppelden aan de beelden. De teksten van de liedjes waren zo grappig dat mijn bril besloeg van het lachen.

7. Neptune @ Paradiso (19/11)
De zelfgefabriceerde basgitaar leek op een wapen uit het leger van Saruman. De basloopjes hakten even zwaar op het publiek in als een horde vechtende Uruk-hai. De percussionist ramde op verzameld ijzerwaar. Riffs deden oude tijden herleven en in mijn gedachten was ik terug bij de vergeten metaalbewerkers van Distorted Pony en New Yorkse noisemakers Cop Shoot Cop. Een overweldigende verrassing in de bovenzaal tijdens het verjaardagsfeestje van The Ex in Paradiso.

8. zea @ Noorderslag (10/1)
Twee muzikale anarchisten zetten de meeste gitaarbandjes van Noorderslag 2004 in hun hemd door gewoonweg extreem eigenwijs te zijn en op zoek te gaan naar opwindende combinaties van elektronica en gitaarpop. Binnen een half uur pakte zea de kelder in de Oosterpoort stevig vast en deed het duo de ruimte schudden als een doos vol stuiters. Apparatuur tuimelde om en snoeren begaven het, maar zea werd alleen maar sterker door de tegenslag. Dronken van zijn eigen lawaai schreeuwde gitarist Arnold met rood aanlopend hoofd ladingen woordspelingen de microfoon in. Remko danste de overtollige pondjes weg achter twee tafels vol toetsen, mengpanelen en andere elektronische speeltjes. Het zweet biggelde van zijn hoofd en maakte vijvertjes in zijn brilglazen. De computer spuwde smerige gabberbeats tijdens een komische coverversie van een Coldplay-hit en het publiek in de kelder kolkte.

9. Oneida, 2e set @ Paradiso, bovenzaal (8/3)
Drie mannen uit Brooklyn wasten ons de oren met opgevoerde gitaren, drums en een orgeltje. De Acetone gromde en brulde en om beurten of tegelijkertijd riepzongen de muzikanten hun teksten en kreten, zichzelf ondersteunend met dreunende, ziedende, bezwerende, repeterende noiserock. Bijna elke aankondiging werd door de stoer op toetsen rammende, studentikoze Fat Bobby op onderkoelde wijze afgesloten met 'a song by Oneida', behalve dan de cover die (zo werd mij ingefluisterd) van Siouxsie & The Banshees was. Het publiek kreeg er geen genoeg van, zelfs niet na het ellenlang minimalistisch pompende, nauwelijks veranderende Sheets Of Easter.

10. CocoRosie @ Paradiso (13/5)
De Amerikaanse zusjes Cassady schiepen in de bovenzaal van Paradiso hun eigen unieke wereld met hulp van speelgoedinstrumenten, gitaar, toetsen en een Franstalige human beatbox. Sierra tokkelde op akoestische gitaar en liet haar stem vibreren als een volleerde operazangeres. Haar zus zong mee met krakende stem, gelijkend op een Japanse Billie Holiday, woordjes murmelend alsof ze vier jaar oud was, voorzichtig jodelend als een licht gestoorde Cat Power, zingend over primaire zaken: de kleur van de hemel, God, de liefde en het leven. In de speeltuin van CocoRosie werden abstracte vormpjes in het zand gedrukt met hulp van folk, blues, gospel, opera en hiphop. Het opeengepakte publiek keek met open mond toe alsof een sprookje voor hun ogen tot leven kwam.

11. Mission Of Burma @ Paradiso (27/6)
25 jaar na hun oprichting stond Mission Of Burma voor het eerst in Amsterdam. De drie oudjes (geholpen door geluidsman en vierde bandlid Bob Weston van Shellac) speelden flink hard, log en ongepolijst. Uiteraard kwamen klassiekers als That's When I Reach For My Revolver voorbij. Bassist Clint Conley zong verbeten, de gitaar van Roger Miller (met koptelefoon op om zijn oren te beschermen) gierde en piepte meedogenloos tijdens de solo's en Peter Prescott drumde druk daarbij zijn aandeel in de koortjes zeker niet vergetend. Nieuwe en oude nummers werden afgewisseld en het trio coverde een track van de eerste lp van Pink Floyd. Het fanatisme van de drie bandleden straalde jeugdigheid uit. Van nostalgisch terugblikken was geen sprake.

12. Solbakken met Lost @ Veemtheater (15/4)
Kijkend naar Lost vergat ik mijn gebrek aan affiniteit met theater. De choreografie was inventief en vaak niet zonder humor, het decorontwerp mooi sober en de sombere muziek van Solbakken werkte uitstekend bij het sombere verhaal.

13. Xiu Xiu @ Paradiso (6/5)
Bij Xiu Xiu geen gebrek aan intensiteit. De stevige momenten waren omgeven door wispelturige elektronica en de verstilde nummers werden gefluisterd. Zanger Jamie Stewart begeleidde zijn leed met gitaar, voorgeprogrammeerde beats, twee harmoniums en tempelbellen. Het contrast tussen de plechtige ernst van Xiu Xiu en het daaropvolgende feestje van het afsluitende trio Numbers was immens.

14. The Chinese Stars @ OCCII (6/6)
De opvallendste maniak was deze avond een onbekende bezoeker met zonnebril, in smetteloos wit pak en met een meer dan zongebruind kaal hoofd. Hij bleef tijdens het voorprogramma ternauwernood overeind tussen het publiek. Zanger Eric Paul, berekende gek en vocalist van hoofdact The Chinese Stars, droeg een nummer aan hem op. Dankzij de discodrums klonken de Amerikanen als Arab On Radar On 45, scheef en uiterst dansbaar. Gitarist Paul Vieira speelde de meeste van zijn gierende, hoge hoekige loopjes met de gitaar in zijn nek. De zanger sneerde, spuwde, blies, rolde met zijn ogen, sloeg op koeienbel en tamboerijn en verkende ondertussen het gehele podium. Eric Paul speelde gecalculeerd improviserend de clown en had het optreden compleet onder controle.

15. Ikara Colt @ Metropolis (4/7)
De Britten zetten geen rem op het repertoire en lieten de liedjes in vliegende vaart voorbij suizen. De snerende stem van zanger Paul bevond zich ruimweg tussen Mark E. Smith en Iggy Pop, melodieloos declamerend over de ontembare roffels van drummer Dominic. Nieuwe bassiste Tracy liet haar bas diep knorren. De woeste performance van Ikara Colt startte een vervaarlijk gewoel in de voorste regionen van het publiek in het Zuiderpark te Rotterdam. Losgeslagen ledematen en een enkele hanenkam vlogen boven de hoofden uit.

16. LCD Soundsystem + The Dillinger Escape Plan @ Lowlands (22/8)
Danceformatie LCD Soundsystem was niet voorgeprogrammeerd. Hun zwaarlijvige, in ongewassen T-shirt gehulde voorman declameerde en zong op dwingende wijze met oorverdovend luide stem als een kruising tussen Mark E. Smith en Curtis Mayfield, soms citerend uit moderne popklassiekers. De jakkerende, technisch zwaar ingewikkelde hardcore van The Dillinger Escape Plan was even later, in de tent verderop het Lowlandsterrein, enkel goed te volgen voor gevorderden. Zonder voorkennis kwamen de gitaarpartijen over als een onontwarbare kluwen. Terwijl voorin mensen dansten alsof ze verticaal een epileptische aanval ondergingen, stond de rest van de tent met open mond van verbazing de wild springende muzikanten aan te staren. Het getrainde lijf van de kleine, dierlijk krijsende vocalist wist maar net de spasmen van zijn bandgenoten te ontwijken. Herkenbare melodieën waren slechts te vinden in een paar ingehouden passages. De welkome zeldzame rustpunten contrasteerden in al hun weelderigheid hevig met het briesende lawaai.

17. Encre live @ Paradiso (12/3)
Veel meer dan andere elektronische acts gaf Encre live meerwaarde aan de muziek door de arrangementen drastisch te herzien en werkelijk live te spelen. Thuis, in zijn studio in Parijs, herschikt Yann Tambour de opgeraapte geluidssnippers en gesamplede klanken met hulp van de computer. Live, op het kleine podium van Paradiso, werd hij bij het opnieuw rangschikken van losgeraakte noten geholpen door vier muzikanten (op drums, gitaar, bas, cello en sampler). De band deed denken aan de statige gothic van Cranes (maar dan zonder de kindzang van Alison Shaw) en de repeterende, langzaam tot een climax toegroeiende instrumentale bouwwerken van Godspeed (etc.).


De beste albums van 2004
(alfabetisch en soms met toelichting)


1. Bark Psychosis - ///CODENAME:dustsucker
Graham Sutton is terug en klinkt meer als Spirit Of Eden dan zijn eigen album Hex uit 1994. Daarvoor verantwoordelijk is zondermeer Talk Talk-drummer Lee Harris die zoals gebruikelijk de snaredrum gedempt houdt en ritmes gebruikt waarbij alleen abonnees van de Slagwerkkrant moeiteloos kunnen meetellen. Naast Sutton en Harris doen nog 13 gastmuzikanten mee waaronder ambientgitarist Colin Bradley (Dual) en pianist Rachel Dryer (die ook een nummertje vocaal voor haar rekening mag nemen). Nieuw of verrassend is het allang niet meer, maar wel weer heel erg mooi.

2. Bearsuit - Cat Spectacular!
Vol van kinderlijke vreugd en uit de voegen barstend van de muzikale ideeën. Experimenterend met songstructuren en toch poppy. Binnen een half uur gebeurt meer dan de meeste bands in tachtig minuten presteren.

3. Cocorosie - La Maison De Mon Rève

4. Laura Veirs - Carbon Glacier
Laura Veirs was dit jaar een nieuwe ontdekking dankzij enthousiaste berichten van verschillende mensen in het Subsforum en de MP3's die van haar platen zijn te beluisteren. Net als Nina Nastasia (van wie in 2004 het debuut Dogs opnieuw werd uitgebracht) laat Veirs soms haar countryinvloeden gelden, maar is ze op haar best als ze van haar roots afwijkt. Afwisselend ingehouden en soms fel. Favoriet moment: als het droeve kinderkoortje invalt aan het slot van Snow Camping.

5. Liars - They Were Wrong, So We Drowned
Al was het alleen maar vanwege de doordreunende en gierende synthesizerriff in There's Always Room On The Broom.

6. Pan Sonic - Kesto
Op hun indrukwekkende, meer dan vier uur durende epos Kesto zijn de Finnen Mika Vainio en Ilpo Vaisanen geïnspireerd door de schilderijen van Francis Bacon en verwijzen ze naar Bruce Gilbert, Keiji Haino en Suicide (op de eerste cd), Throbbing Gristle (op cd2) en Charlemagne Palestine (op cd4). Op de eerste twee schijven worden rudimentaire ritmes gekoppeld aan hypnotiserende, enkelnotige, vervaarlijk grommende brombassen. Op de overige twee cd's speelt verstilling een grote rol. De meer dan een uur lange afsluiter Säteily (Radiation) op cd4 is een golvende reeks piepende akkoorden die klinken als zingend glas en aanvoelen als een muzikale variatie op het te lang staren naar de zon. Lees hier het volledige verhaal.

7. Telefon Tel Aviv - Map Of What Is Effortless
De Amerikaanse producers, muzikanten en geluidsontwerpers Joshua Eustis en Charles Cooper (ook bekend onder de naam Slicker) pakken groots opgezet uit op hun tweede album. Dance, soul, glitch, The Loyola University Chamber Orchestra en pathos gaan hand in hand in composities die volgestouwd zitten met details en waarin genoeg ruimte overblijft voor emotie.

8. The One A.M. Radio - A Name Writ In Water
De meest melancholische plaat van 2004.

9. TV On The Radio - Desperate Youth, Blood Thirsty Babes
Radiohead meets Suicide met soul. Vaak gedraaid in de eerste helft van het jaar, tot aan de teleurstellende optredens op Metropolis en Paradiso. Uiteindelijk blijft hun single Staring At The Sun (uit 2003) het meest beklijven.

10. Voicst - 11-11
We hoeven niet de grens over voor opwindende plaatjes. Met hulp van de Amerikaanse producer Eli Janney (Girls Against Boys) hebben de drie mannen van Voicst op hun tijdloze debuut de kracht van hun aanstekelijk poppy nummers behouden. Prima opbouw van tracks met in ieder geval alle favorieten van de demo's aangevuld met o.a. een singer/songwriterintermezzo van bassist Sven.

De rest (in volstrekt willekeurige volgorde):
11. Deerhoof - Milkman
De Japanse zangeres Satomi piept in haar Amerikaanse band Deerhoof als het nog steeds niet helemaal volwassen nichtje van Kazu Makino uit Blonde Redhead. Eerlijk gezegd verkies ik de dwarse, ruwe en meer toegankelijk geworden pop van Deerhoof op Milkman boven het gladgestreken album Misery Is A Butterfly.
12. Bauer - Baueresque
De perfecte symfopop.
13. Stina Nordenstam - The World Is Saved
Voor vrolijkheid ben je bij de Zweedse zangeres Stina Nordenstam aan het verkeerde adres. Ze arrangeert haar sombere droompop het liefst licht jazzy. Op het eerste gehoor bevat haar zesde album minder scherpen randjes dan het meer experimenteel getoonzette Dynamite.
14. The Use Of Ashes - Ice67
Het heeft even geduurd maar eindelijk is Ice67, het vervolg op Firetree uit 1996, uitgekomen, en dat bekent drie kwartier spacen op een prettig kabbelende psychedelische mix van Krautrock en ambientpop. Maarten Scherrenburg (ook actief met Mercy Giants) en veteraan Peter van Vliet van The Use Of Ashes vullen hun gitaarpartijen aan met uitwaaierende elektronica en door af en toe een voorzichtig voortschrijdende ritmebox aan te zetten. De boos kijkende roofvogel op de hoes doet donkere thematiek vermoeden, maar de droombeelden die de zacht zingende Van Vliet oproept zijn lichter van toon met veel ruimte voor de natuur (bedekt door een dikke laag sneeuw) en sprookjesachtige figuren (een sneeuwman en een eenhoorn).
15. Yann Tiersen & Shannon Wright - Yann Tiersen & Shannon Wright
Meest geslaagde muzikale gelegenheidsproject van 2004.
16. Persil - Duotone
Voor de mensen die het Amsterdamse duo Persil al een tijdje volgen klinkt de springerige, elektronisch aangestuurde slaapkamer-indiepop op Duotone heel vertrouwd. De originele geluiden uit synthesizers en sampler zijn onverminderd speels van karakter en de meisjeszang vrolijk en bewust naïef. Ook als je niet bekend bent met de oude versies van de opgepoetste demo's en opgevoerde singles vormt het album een aaneenschakeling van hits.
17. The Blue Nile - High
De vierde plaat van The Blue Nile mag gerust een remake genoemd worden van de eerste twee huilplaten A Walk Across The Rooftops (1983) en Hats (1990), want de Schotse band laat precies hetzelfde trucje horen. Opvallend zijn en blijven de stroperige strijkers die tranen uit de ogen trekken door de zwaartekracht te trotseren en collectief omhoog te druipen naar de hoogst mogelijke noten. Mantovani is er niets bij. De door emoties geteisterde stem van Paul Buchanan valt nog net niet uit elkaar in beladen ballads. Negen treurliedjes druipen als kaarsen op donkere herfstavonden.
18. The Ex - Turn
The Ex klinken op hun dubbelaar Turn als vanouds. Het nieuwe aan hun huidige geluid is de beurtelings zingende en krassende contrabas van het meest verse bandlid Rozemarie Heggen. De Afrikaanse invloeden zijn vooral te horen op de tweede cd. Stilzitten bij het opzwepende Theme From Konono is erg lastig.
19. Le Charmant Rouge - Post No Bill
In tegenstelling tot Godspeed (etc.) wordt niet in lange nummers op filmische wijze afgeweken van gebaande songstructuren of (zoals bij Don Caballero en andere mathrockers) technisch ingewikkeld gemusiceerd. De meeste nummers op Post No Bill zijn te vergelijken met vroege Kante of oude Tortoise (zonder marimba's). Le Charmant Rouge maakt rijk gearrangeerde muziek waarbij de melodie wordt aangevuld door blazers, strijkers, klokkenspel, piano en een verdwaalde zingende zaag. Een enkele keer duikt een stem op die praat of zingt. Hoe vrijer de composities en hoe meer elektronica zich tussen de noten voegt hoe meer het etiket post-rock van toepassing is.
20. Sykosonics - ultralite
Het Amsterdamse trio Sykosonics heeft een paar jaar de tijd genomen om het beste te selecteren uit hun repertoire. ultralite zit boordevol slimme muzikale ideeën die er op eenvoudige wijze voor zorgen dat de gitaarpopliedjes nergens voorspelbaar worden. Aan het begin van de plaat loopt de tape vast en elders wordt na een paar maten al brutaal getransponeerd. Om maar wat te noemen. Hun optredens zijn bescheiden en vrolijk als een Magnapop dat wel volwassen is geworden.
21. Savath&Savalas - Apropa't
Mijn enige Latinplaat van 2004.
22. Spider Rico - Garage Sale
Zelfs in de studio getemd blijft het Haagse monster grommen. De beste Nederlandse rock-'n-rollplaat van het jaar.
23. Solex - The Laughing Stock Of Indierock
Solex klinkt op de eerste plaat op haar eigen label meer als een band dan als een op hol geslagen sampleapparaat. Door haar grillige manier van componeren en door haar kenmerkende zang blijft Solex een unicum.
24. Kaito - Band Red
Elders op internet al bondig omschreven als Elastica meets Yeah Yeah Yeahs. Je moet wel even door de hyperventilerende vocalen in het openingsnummer heen bijten voordat je het zoete hart van de plaat bereikt.
25. Blues Brother Castro - MoneyMakerMe
26. Greg Davis - Curling Pond Woods
27. Gem - Tell Me What's New
De Nederlande vertegenwoordigers van Het Nieuwe Nu (een stroming waar ik eind 2004 nog een mooi verhaal over had willen schrijven, maar dat houden jullie nog tegoed van me). Terugkijken maakt enkel somber, de toekomst is en blijft onzeker. Het jonge Gem klemt zich stevig vast aan het nu. Vandaag is alles wat we hebben. Na 11/9, 6/5 en 2/11 werkt de lust in de teksten van All We Have Is Now en Tonight als een broodnodige levenselixer.
28. Mirah - C'mon
29. Department Of Eagles - The Whitey On The Moon
Officieel al eind vorig jaar in de Verenigde Staten uitgebracht, maar dit jaar pas echt goed in Nederland te verkrijgen. Door sommigen omschreven als een kruising tussen Badly Drawn Boy en DJ Shadow. Department Of Eagles zijn een stelletje slackers die voornamelijk druggy swingen en zichzelf af en toe wakker schudden door plotseling het volume open te schuiven. Geijkte songstructuren worden wijselijk terzijde geschoven.
30. Havergal - Elettricita
Ik was verrast dit jaar een nieuwe plaat van Havergal in de schappen te vinden. Na zijn prachtig sombere debuut Lungs For The Race is Havergal op Elettricita gelukkig niet opeens vrolijker geworden.
31. Sunn O))) - White2
Drone van het jaar.
32. Broken Social Scene - You Forgot It In People
33. Fennesz - Venice
Vertrouwde warmbloedige glitch.
34. The Je Ne Sais Quoi - We Make Beginnings
Met de punksoul van The Make-Up, met het opgefokte van Ikara Colt, met meerstemmige refreintjes, met een vurig jengelorgeltje en de felheid van riot grrrls & boys. Miss J Sang zingt ergens in het schemergebied tussen Pretty Girls Make Graves en Bis. The Je Ne Sais Quoi uit Stockholm heeft het, en nog meer.

De beste singles en EP's van 2004
(in willekeurige volgorde)

1. Bloc Party - Banquet/Staying Fat (7")
2. Panico - Anfetaminado/Que Pasa Wey (7")
Panico uit Chili geeft een Latijns-Amerikaanse draai aan ouderwetse seventiespunk gecombineerd met hoge stemmetjes (m/v) en wrakkige elektronica. Ook in Que Pasa Wey op de b-kant heeft de band wel iets weg van het hoekige Numbers.
3. Hood - The Lost You EP
Geen jaar zonder Hood.
4. Young People/Friends Forever - Where The Streets Have No Name (7")
U2 door de mangel in deel 3 van de Buddy Series op Narnack Records. Young People houdt het kaal, folky en minimalistisch inclusief klap- en stamporkest. Zangeres Katie houdt zich opvallend in. De versie van Friends Forever is een stuk drukker en maakt niet geheel duidelijk of de cover een parodie of een eerbetoon betreft.
5. Battles - B EP (12")
Battles is woordloos. De bio op hun site is in vieren gesplitst met als enige enigszins leesbare variant de stamboom in Bio A waaruit ik kan opmaken dat Battles vier personen telt waaronder Ian Williams (Don Caballero) en John Stanier (Helmet/Tomahawk). De progrock voor gevorderde King Crimsonfans is een aaneenschakeling van repetitieve noten afgewisseld met minimale onrustige ambient.
6. DJ Spooky+Twilight Circus Dub Sound System+Alter Echo - Dub Summit (12")
Dub in de overdrive.
7. Damer - Twee
Meest meezingbare plaat van 2004.
8. Cyozlab - Cheb Kofta/Worm & Tender Love (7")
Het duo Cyozlab uit Delft heeft in eigen beheer twee overkokende breakcore tracks op vinyl laten persen waarin vrolijk en zonder bronvermelding uit zomerhits wordt geciteerd.
9. Bearsuit - Chargr/What, You've Never Seen Snow Before? (7")
Bearsuit combineert als een Belle & Sebastian in de speeltuin indierock met punk en progrock. Melodie en noise rijden tegen elkaar aan als dol geworden botsauto's.
10. Blues Brother Castro - Drunken Boy (7")


Tekst: Vido Liber
Voor eerdere jaaroverzichten kun je terecht in het archief.
[home] - [jaarlijst 2004] - [vido?] - [archief] - [email]