home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine


week 51

woensdag 22 december 2010

Jaaroverzicht 2010 (1): de beste dvd-uitgaven in 2010

1. Recente films op dvd die in 2010 onterecht in Nederland geen officiële bioscooproulatie kregen

1. The Headless Woman (Lucrecia Martel, 2008)
The Headless Woman had in 2009 in Nederland kunnen draaien, maar dit jaar zat er zelfs niet eens een Nederlandse dvd-uitgave in. Vreemd, aangezien de relatie tussen Nederland en Argentinië dankzij ons koningshuis zo nauw is. De zaak tegen piloot Julio P. maakten de wandaden van de vroegere militaire junta ook in 2010 actueel. The Headless Woman is meer dan een dromerige thriller over een welgestelde vrouw die vermoedelijk een arm kind aanrijdt en vervolgens even niet meer weet wie ze is. Haar geheugenverlies staat voor het collectieve geheugenverlies waar sommige Argentijnen aan lijden.

2. City Of Life And Death (Chuan Lu, 2009)
De Chinese regisseur Chuan Lu schuwt het spektakel niet en sleurt de kijker direct het slachtveld op van Nanking anno 1937, midden in de ongelijke strijd tussen de Japanse milities en het Chinese verzet. Vanaf de massa-executie van de Chinese krijgsgevangenen verandert de opwinding over het spektakel in ontzetting. Opvallend is dat een groot deel van het verhaal wordt bekeken door de ogen van een Japanse soldaat. Het feit dat hij onze afschuw deelt en in gewetensnood raakt, maakt het verhaal minder zwart-wit dan je zou verwachten van een door de Chinese overheid goedgekeurde film.

3. Carlos (Olivier Assayas, 2010)
Carlos is Carlos de Jackhals, de internationale Marxistische terrorist die zijn carrière startte als activist voor de Palestijnse zaak en samenwerkte met meerdere links-radicale terreurbewegingen. Hij was direct en indirect betrokken bij aanslagen in Europa (onder meer de gijzelingsactie in de Franse ambassade in Den Haag in 1974) en daarbuiten. Het driedelige epos van de Franse regisseur Olivier Assayas is een gedetailleerde reconstructie van soms verbijsterende taferelen, zoals de scène waarin mannen op het vliegveld tussen het publiek een bazooka proberen af te vuren op een vliegtuig van El Al. Het tweede deel van de trilogie wordt voor een groot deel in beslag genomen door de OPEC-gijzeling in Wenen in december 1975. Acteur Édgar Ramírez zet Carlos neer als een uitgekookt opererende, fanatieke narcist met net zoveel strategisch inzicht als hoogmoedswaanzin. Carlos is oorspronkelijk voor televisie gemaakt, maar zeer geschikt voor het brede doek. Een opwindende geschiedschrijving, van begin tot eind.

4. Les Herbes Folles (Wild Grass) (Alain Resnais, 2009)
Les Herbes Folles bevat bijna evenveel kleuren als filmgenres, maar is toch vooral een komedie vol liefde voor cinema en een cinefiele droom waar het prettig vertoeven is. Ook George (André Dussollier) laat zich gewillig omringen door het rode neonlicht van het woord Cinema wanneer hij een bioscoop verlaat. Het zal geen toeval zijn dat hij in het café tegenover de bios een ontmoeting heeft met het object van zijn amour fou, de roodharige tandarts en hobbyvliegenier Marguerite (Sabine Azéma). In handen van de Franse filmveteraan Alain Resnais, maker van de klassieker Hiroshima Mon Amour en het filmdoolhof L'Année Dernière À Marienbad, is cinema de grote verleider.

5. The Maid (La Nana) (Sebastián Silva, 2009)
Veertiger Raquel (Catalina Saavedra) is de meest onwaarschijnlijke filmheldin. Als je de huishoudster in de eerste scène ingedoken aan haar tafeltje in de keuken ziet zitten, heb je niet het idee dat ze ooit uit haar schulp zal kruipen. Ze woont ruim twintig jaar in bij dezelfde Chileense familie, lang genoeg om bedwelmd te raken van de chemicaliën in de schoonmaakmiddelen en tot het vaste meubilair gerekend te worden, even onmisbaar als een geërfde koekoeksklok. De komst van hulphuishoudster Lucy lijkt voor buitenstaanders een klein verschil, maar staat voor Raquel gelijk aan een aardverschuiving. Omdat de geïsoleerde Raquel weinig loslaat, is haar gevoelsleven enkel te destilleren uit haar handelingen, door regisseur Sebastián Silva getoond in zulke subtiele details dat ze bij een eerste kijkbeurt over het hoofd gezien kunnen worden.

6. Ballast (Lance Hammer, 2008)
De invloed van de gebroeders Dardenne is nadrukkelijk aanwezig in Ballast. De voertaal is echter Amerikaans Engels in plaats van Belgisch Frans. Net als in Rosetta, Le Fils en L’Enfant beziet Lance Hammer het afgelegen leven van oom Lawrence, de vrouw van zijn overleden broer en haar jonge zoon James vanuit een documentair registrerende camera. Hij legt het drama in de kale Mississippi Delta vast op microniveau, geeft mondjesmaat informatie, houdt de dialogen spaarzaam en dwingt zo een actieve manier van kijken af. Hammer laat ons enige tijd in het duister, want zo kan hij onze betrokkenheid bij het belangrijkste personage James versterken.

6. Valhalla Rising (Nicolas Winding Refn, 2009)
Poëtische Vikingfilms zijn zeldzaam. Valhalla Rising zit ook nog eens vol Bijbelse verwijzingen. Nadat de stomme, sterke, eenogige Vikingslaaf One-Eye (Mads Mikkelsen) zich heeft ontdaan van zijn ketens, en zich aansluit bij een handjevol Christelijke soldaten op kruistocht, ondergaat hij een metamorfose. Aangeland aan de verkeerde kant van de oceaan, in The New World in plaats van The Holy Land, wordt het beest een Messias. De in Nederland schandelijk genegeerde Deense regisseur Refn is Teutoons in zijn beeldvoering. Hij wisselt spirituele introspectie af met uitgerukte ingewanden, ondersteund door een overweldigende soundtrack die klinkt als tegen elkaar schuivende aardplaten.

7. The Island (Ostrov) (Pavel Lungin, 2006)
Pyotr Mamonov, de voormalige zanger van de Russische avant-gardeband Zvuki Mu (ooit geproduceerd door Brian Eno), is perfect gecast als de heilige dwaas Anatoli op een afgelegen kloostereiland waar hij zijn schuldgevoel een leven lang bevriest in de Russische kou.

8. Vengeance (Johnnie To, 2009)
Vengeance is een elegante wraakfilm van veteraan Johnnie To over de jacht die Costello (gespeeld door de Franse rocker Johnny Hallyday) samen met drie professionele huurmoordenaars maakt op de mannen die verantwoordelijk zijn voor de aanslag op het gezin van zijn dochter (Sylvie Testud). De film gaat expliciet over familiebanden in een gewelddadige wereld. Ex-huurmoordenaar Costello runt thuis in Parijs het restaurant Les Frères en belooft zijn bedrijf aan de drie broederlijke profs als beloning voor hun hulp. Een van de beste scènes speelt zich af in een picknickpark waar een shoot-out wordt uitgesteld omdat de onschuldige vrouwen en kinderen van de tegenpartij aanwezig zijn. De aan geheugenverlies lijdende Costello raakt de weg in Hong Kong letterlijk kwijt en vindt heel even zijn toevlucht in een kinderrijke surrogaatfamilie. Vengeance was afgelopen jaar enkel als Hong Kong-import in de schappen van de betere dvd-zaak aan te treffen.

9. Trash Humpers (Harmony Korine, 2009)
Vanaf zijn scenariodebuut Kids toont regisseur Harmony Korine zijn zwartgallige wereldbeeld in films over outsiders in veelal fictieve gemeenschappen. Zoals in eerder werk ontbreekt elke vorm van autoriteit. De vier titelpersonages kunnen onverstoorbaar, luid gierend buitenwijken en achterbuurten afstropen en hun lusten botvieren op levenloos straatmeubilair en de minder bedeelden van de wereld. De drie mannen en vrouw, allen getooid in hetzelfde lugubere, doods ogende bejaardenmasker, filmen hun wandaden met een aftandse videocamera. Hun plotloze filmverslag is een fascinerend wanstaltige ode aan scandaleuze voorgangers, waaronder de kleine anarchisten die zichzelf lachend te gronde richten in Even Dwarfs Started Small (1970) van Korine’s filmvriend Werner Herzog.

10. Alle Anderen (Maren Ade, 2009)
Scènes uit een broos Duits huwelijk.


2. De beste retrospectieve dvd-uitgaven in 2010

1. Letters from Fontainhas: Three Films by Pedro Costa (1997-2006)
Zie uitgebreide toelichting.

2. House (Nobuhiko Ôbayashi, 1977)
Dat Japanners krankzinnige films kunnen maken, wist ik wel, maar toch werd ik danig verrast door deze onverwachts opgedoken excentrieke parel over het bezoek van enkele Japanse schoolmeisjes aan een huis dat mensen verorbert. Regisseur Nobuhiko Ôbayashi mocht van de studio bij hoge uitzondering op relatief jonge leeftijd aan de slag, zonder eerst het lange traject binnen de Japanse filmhiërarchie af te hoeven leggen. Hij kreeg carte blanche bij de uitwerking van idee van zijn dochter. De ongeremde film doet het huis op zijn fundamenten schudden vanwege de botsende stijlvormen en elkaar bijtende genreverwijzingen - van mierzoete, overdreven reclamespot tot grand guignol.

3. Metropolis (Fritz Lang, 1927)
Een van de grote filmgebeurtenissen van 2010 was ongetwijfeld de première van de gereconstrueerde Metropolis, sinds 2010 na 80 jaar in vrijwel complete vorm te aanschouwen. De première werd live uitgezonden door Arte en zelfs op het televisiescherm maakte de film uit 1927 meer indruk dan voorheen. Door de toevoeging van de in een Argentijns filmmuseum teruggevonden extra 25 minuten, is het verhaal duidelijker geworden. Het gevonden materiaal was in slechte staat en niet meer op te poetsen. Daardoor is zichtbaar wanneer een fragment of scène terug in de film is geplaatst. Sommige scènes voelen aan alsof een sarcofaag van de farao uit de tijd van Mozes voor het eerst wordt opengemaakt. De eerste grote opwinding voelde ik bij de scène waarin Joh Fredersen naar een groot gordijn stapt en het immense stambeeld van Hel openbaart, tot dan toe enkel bekend van stills. Hel was Fredersens vrouw, maar ook het grote liefdesobject van zijn rivaal Rotwang. Zij is voor de krankzinnige geleerde de grootste motivatie voor het tot leven brengen van de beroemde robot. De beste dvd-uitgave is die op het Britse label Eureka, vanwege begeleidend boekje en het audiocommentaar.

4. 3 Silent Classics by Josef von Sternberg (1927-1928)
De basis van de Amerikaanse gangsterfilms uit de jaren dertig (die op hun beurt inspiratie waren voor onder meer film noir) ligt voor een groot deel bij twee van de drie zwijgende films van Josef Von Sternberg, afgelopen jaar in een box bijeengebracht door Criterion. Underworld gaat over de explosieve driehoeksverhouding tussen de luide crimineel Bull Weed (George Bancroft), zijn liefje Feathers (Evelyn Brent) en zijn pientere linkerhand Rolls Royce (Clive Brook). George Bancroft zorgt als robuuste matroos voor opschudding in de schaduwrijke en mistige haven in The Docks Of New York. Tussen deze films zit The Last Command met acteergrootheid Emil Jannings als voormalige Russische generaal die door de Bolsjewieken uit zijn geboorteland is gejaagd en zich de revolutie herinnert tussen onderbetaalde figuranten in een Hollywoodproductie over de laatste dagen van het Tsarenrijk. De Russische revolutie wordt gereconstrueerd in een exorbitant studiodecor. Guy Maddin zal hier zeker naar gekeken hebben en aantekeningen hebben gemaakt voor zijn Archangel uit 1990.

5. Close-up (Abbas Kiarostami, 1990)
Ultieme uitgave door Criterion van een van de beste films ooit gemaakt. Maar op deze plek hadden ook de definitieve Criterion-uitgaven kunnen staan van Paths Of Glory of The Night Of The Hunter of Make Way For Tomorrow of …

6. Welt Am Draht (World On A Wire) (Rainer Werner Fassbinder, 1973)
Vanwege Berlin Alexanderplatz associeer ik Fassbinder met televisie. Zijn omvangrijke oeuvre is, op een paar onvermijdelijke hoogtepunten na, voor mij verder vooralsnog onontgonnen gebied. Van Welt Am Draht had ik niet eerder gehoord. Fassbinder en sciencefiction is een verrassende combinatie. Je kunt je afvragen of de regisserende broers Wachowski deze miniserie hebben gezien, maar de overeenkomsten met The Matrix zijn frappant. Het na een restauratie fonkelend nieuw ogende Welt Am Draht is een surrealistische vertelling vol letterlijke weerspiegelingen en filosofische bespiegelingen over identiteit en zelfbewustzijn in een decor dat is opgebouwd uit vergane Hollywoodglamour.

7. Pandora and the Flying Dutchman (Albert Lewin, 1951)
Jack Cardiff is vermaard vanwege zijn camerawerk in onder anderen The African Queen, The Red Shoes en Black Narcissus. Minstens zo mooi zijn de kleuren en zijn gedurfde kadrering in deze opnieuw opgedoken mythologische klassieker van Albert Lewin (maker van The Picture Of Dorian Gray) met hoofdrollen voor James Mason (als De Vliegende Hollander Hendrik van der Zee) en Ava Gardner. One is starved for Technicolor up here.

8. Earth (Aleksandr Dovzhenko, 1930)
Niet eerder heb ik in een film een oude man zo waardig en sereen afscheid zien nemen van het leven als in de openingsscène van de zwijgende Sovjetklassieker Earth. Terwijl God Zijn vingers door het koren laat glijden, kondigt Simon in de boomgaard zijn aanstaande dood aan, temidden van familieleden en vers geplukt fruit. Voordat hij voorgoed zijn ogen sluit, vraagt de oude man om een laatste appel. Hij laat het zoete vruchtensap nog eenmaal over zijn lippen rollen. Na zijn dood verdwijnen de tradities en maakt de tractor zijn entree in de arme boerengemeenschap, als wapen tegen de rijke landeigenaren. Terwijl het conflict slachtoffers maakt, houdt vriend en kameraad Peter de wacht bij Simons graf, hopend op een troostende boodschap uit het hiernamaals. De meeste tranfers van het label Mr Bongo zijn technisch gezien jammerlijk mislukt (zie bijvoorbeeld het onooglijke Antonio Das Mortes), maar deze van Earth mag er zijn.

9. Dillinger È Morto (Marco Ferreri, 1969)
Het label Criterion houdt zich voornamelijk bezig met het uitbrengen van opgepoetste bona fide klassiekers, maar is ook goed in het herintroduceren van minder voor de hand liggend werk, zoals dit surrealistische portret van een man met midlife crisis (Michel Piccoli), geregisseerd door de excentrieke Marco Ferreri (het meest bekend van La Grande Bouffe en Tales Of Ordinary Madness). Dillinger È Morto volgt de man tijdens zijn activiteiten binnenshuis op de avond waarop hij een ontsnappingsroute denkt te hebben gevonden uit zijn benauwende burgerlijke bestaan.

10. Decoder (Muscha, 1984)
Decoder is als Fritz Langs Metropolis, maar dan verplaatst naar de jaren tachtig, met Neue Deutsche Welle als soundtrack, een hoofdrol voor FM Einheit van Einstürzende Neubauten en bijrollen voor undergroundmuzikanten uit onder anderen Abwärts, Sprung Aus Den Wolken en X-Mal Deutschland. Scenarist Klaus Maeck, regisseur Muscha en hun Hamburgse crewmaatjes waren voornamelijk geïnspireerd door het essay The Electronic Revolution van William S. Burroughs en de subliminale manipulatie waarmee overheid en multinationals het volk aanzetten tot consumeren. Burroughs speelt dan ook een gastrolletje. De acteurs zijn merkbaar geen profs en de plot is te rudimentair uitgewerkt om de film voor het verhaal te willen zien. Decoder is de moeite waard als momentopname uit een doemdenkperiode en als kunstzinnige anarchistische vooruitblik op het Orwelliaanse 1984.

11. Galaxy Of Terror (Bruce D. Clark, 1981)
Van alle in 2010 voortreffelijk door het label Shout! Factory heruitgegeven B-films uit de stal van producer Roger Corman is deze schaamteloze rip-off van Alien het meest de moeite waard. De jonge filmcrew, onder leiding van fanatieke production designer James ‘Avatar’ Cameron, gaat vindingrijk om met beperkte middelen en gebruikt onder meer omgekeerde hamburgerverpakkingen om een ruimteschip van wanden te voorzien. De monsters, bloederige sterfgevallen en het beetje bloot zijn voornamelijk bedoeld voor mannelijk publiek met permanente jeugdpuisten. Naast een jonge Cameron doen ook latere Oscarwinnaars Dennis en Robert Skotak en Robert ‘Freddy Krueger’ Englund mee.

12. Diamonds In The Night (Jan Nemec, 1964)
Twee jongens ontsnappen uit een trein richting concentratiekamp. Hongerig dolend door winterse bossen, putten ze kracht uit restanten herinneringen aan onbevangen vredestijd. Ze worden opgedreven door een bewapende groep bejaarde nazisympathiesanten, symbool van een macht waarvan het destructieve aard blijkbaar gestuurd wordt door impotentie (zie ook Dr. Strangelove). De jagers laten zich niet door hun gebrekkige fysiek tegenhouden om de vluchtende jeugd definitief van hun herinneringen te ontnemen.

13. Peppermint Candy (Chang-dong Lee, 1999)
Volgens de filmgeschiedenisboeken betekende Peppermint Candy het begin van de vandaag de dag nog steeds bloeiende Koreaanse cinema. Peppermint Candy is een drama over keuzes in het leven en verwant met het eveneens achterstevoren vertelde liefdesdrama 5x2 van François Ozon uit 2004. De zwakheden van hoofdpersonage Yong-ho (Sol Kyung-gu) worden geleidelijk per filmdeel verklaard door gebeurtenissen uit zijn verleden. Zijn geschiedenis krijgt een extra laag, omdat het verhaal gekoppeld is aan de geschiedenis van Zuid-Korea in de periode 1979-1999. Door de omgekeerde vertelstructuur suggereren 5x2 en Irréversible (Gaspar Noé, 2002) in hun slotscènes een happy end. Chang-dong Lee duldt geen eenduidigheid.

14. Hotel (Jessica Hausner, 2004)
Naar aanleiding van het succes dit jaar van haar film Lourdes, werden twee eerdere films van regisseuse Jessica Hausner op dvd uitgebracht. Het hotel in Hausners twee speelfilm zou ontworpen kunnen zijn door dezelfde architect als die van The Overlook Hotel in The Shining (1980). De schaduwen in de gangen en bij de trappen beloven net zo weinig goeds als de ruimte achter de deur van kamer 237 in The Shining. In beide films is er geen verschil tussen het labyrint van het gebouw en dat van de natuur achter de ramen. De beeltenis van de verdwenen voorgangster van Irene (Franziska Weisz) zit in Hotel vastgevroren in een ongedateerde foto aan de wand, net zoals het grijnzende gezicht van schrijver Jack (Jack Nicholson) in het laatste tracking shot van The Shining zit vastgevroren in een foto uit 1921. Een vergelijkbare camerabeweging zit overigens in de openingsscène van Lourdes, wanneer de camera tergend langzaam in de eetzaal van het hotel inzoomt op hoofdpersoon Christine (Sylvie Testud).

15. Messiah Of Evil (Willard Huyck & Gloria Katz, 1973)
De modale filmliefhebber zal het liefst aan Messiah Of Evil voorbij rijden, zoals Woody Allen doet in Annie Hall (1977) wanneer hij, tijdens een autorit door verdorven Los Angeles, een bioscoop passeert waar de titel van de horrorfilm als onderdeel van een double bill op de voorgevel prijkt. Toch had het filmechtpaar William Huyck en Gloria Katz artistieke aspiraties en probeerden ze begin jaren zeventig hun affiniteit met de Europese arthousefilm, en vooral de nouvelle vague en het werk van Michelangelo Antonioni, een plaats te geven tussen zombieachtige mensenvleeseters. Messiah Of Evil is daardoor een tweekoppig monster geworden dat tegelijk aantrekt en afstoot.


Zie ook: de slechtste films in 2010 en de beste films in de bioscoop in 2010 + beste documentaires.
[home] - [filmarchief] - [vido?] - [archief] - [email]