home

live

platen

artikelen

film

vido?

archief

email

Vido's LogZine

APRIL 2002

dinsdag 30 april

ATP (2): the party is over

Het vliegtuig trilde en beefde terwijl het daalde richting koude Hollandse grond. De nacht zat vol wind. Het leek alsof we terug naar huis gesmeten werden. Beneden ons lag Amsterdam als een uitgestrekte kerstboom te branden. Mijn bezwete handpalmen omklemden de leuningen van de stoel. De adrenaline stroomde onafgebroken en vol vaart door mijn aderen. Geen onbekend gevoel. Als je de angst voor het neerstorten wegdacht was ik weer terug in Camber Sands, een bungalowpark nabij het toeristische stadje Rye aan de kust van East Sussex. Afgelopen weekend speelden drie dagen lang op uitnodiging van Steve Albini, Todd Trainer en Bob Weston tientallen bands in de twee zalen van het blauwgeschilderde ontmoetingscentrum. De podia stonden op nog geen twee minuten lopen afstand van ons huisje. We zaten drie avonden op een kluitje met zo'n 2500 geestverwanten. Een mooi aantal. Niet de verstikkende massa van Lowlands. Geen jong grut voor wie de muziek van secundair belang is. In Camber Sands was de sfeer was gemoedelijk. De mensen bleven stil waar het nodig was en sprongen wild en uitbundig als de muziek daar om vroeg. Als je op papier het programma zag wist je al dat het niet fout kon gaan. Je wist alleen niet welke groepen je zouden gaan verrassen. Het bleek dat elke avond minstens drie hoogtepunten bevatte. Bij elk concert waarbij de muzikanten ver boven zichzelf uitzweefden wist je dat het alleen maar hier, op deze plek, op dit unieke moment kon plaatsvinden en nergens anders. Zeker niet in Nederland. All Tomorrow's Parties (kortweg ATP) kan hier niet gehouden worden, in ieder geval niet in het huidige muzikale klimaat. Welke locatie zou geschikt zijn? Center Parks? Laat me niet lachen. De directie zou het nooit begrijpen en daarom nooit toelaten. Wie zou het in Nederland kunnen organiseren? Er lopen flink wat talenten rond, maar die kunnen vast niet zoveel tijd vrij maken voor zoiets groots. Zou het kunnen zonder de bemoeienis van Mojo? Hoeveel Hollandse liefhebbers van dwarse muziek krijg je op de been als het festival zijn deuren zou openen? Ik vrees dat het niet gaat lukken. Laten de bands de handen ineen slaan en eerst hun eigen festivals organiseren, op kleine schaal, zonder pottenkijkers. Als over vijf jaar nog steeds een gezonde ondergrondse in Nederland bestaat, kun je proberen iets soortgelijks als ATP in Nederland van de grond te krijgen. Tot die tijd kan ik je aanraden op tijd te reserveren voor de Britse editie. Die van volgend jaar (georganiseerd door Autechre) schijnt al volgeboekt te zijn.

Ik ga nu proberen de vele ervaringen van afgelopen weekend onder woorden te brengen. Mocht het verslag vandaag niet gereed zijn, dan toch zeker morgen. Als de foto's zijn gelukt volgt later deze week ook een kort visueel verslag. Misschien dat de schrijfsels alsnog mensen inspireert om een ATP te organiseren op een speciale plek ergens in Nederland. Laat het me weten. Ik kom zeker kijken, want ATP 2002 was onvergetelijk.


week 17

vrijdag 26 april

ATP

ATP dus. En jullie ook een goed weekend.


donderdag 25 april

A Bathing Ape

Ik werd rechts ingehaald door de jongen die ik zojuist was gepasseerd. Het was White Bronco Filip. Hij lachte. Waar ga je naar toe? vroeg ik. Hij wees naar Paradiso. Aan de rij te zien was het concert uitverkocht. Wat speelt er vanavond? Motorpsycho, antwoordde Filip en we wensten elkaar een plezierige avond.

Terwijl ik dit schrijf is het optreden waar Filip getuige van is pas halverwege. Minstens. Het concert waar ik voor heb gekozen is een kleine drie kwartier geleden opgehouden. Het duurde korter dan het in de rij staan buiten en het in de rij staan voor het scoren van een biertje. Ik had op het bruggetje naar de Melkweg mee kunnen gaan met de massa die rechtsaf sloeg. Dan had ik nu in de oude zaal de toegift van Woven Hand meegemaakt. Gek genoeg verbaast het me niets dat Ian Brown na een kleine vijftig minuten performance ons toezwaaide, het podium verliet en nooit meer terugkeerde. Het hoort bij zijn reputatie. Hij leek er bij aanvang van het optreden zin in te hebben. De Koos Koets uit Manchester flirtte knipogend en flauw glimlachend met dames op de eerste rij. Rammelend met een tamboerijn op hoofdhoogte maakte hij voorzichtige danspasjes. Hij liet het zware werk over aan zijn band waarin vooral de lichtgevende gitarist opviel. De lampjes kwamen zowel uit zijn instrument als uit zijn vingers. De rode laserstralen beschenen beurtelings het podium en de gezichten in het publiek op de tribune. Aan de andere kant van Brown speelde tulband Goldfinger percussie. Zijn vingervlugge getik op de tabla's verrijkten de platte beats.

De gemakzuchtige Ian Brown teerde op zijn verleden en op het belang van zijn vorige band The Stones Roses. De ravecultuur ging in die band in 1989 een huwelijk aan met rock. Bier werd verruild voor ecstasy en Madchester bloeide opnieuw op. Op het podium was Brown gisteren niet meer dan een herinnering aan goede tijden, een relikwie uit de jonge popgeschiedenis. De dansritmes waren niet bepaald opwindend. De set kwam traag op gang mede dankzij een slome reggaebeat in het tweede nummer. De drugsverwijzingen waren niet van de lucht. Welkom in Amsterdam, Ian. Pas vanaf Love Like A Fountain kwam er enigszins leven in de zaal. Het publiek kon nauwelijks vrijuit bewegen omdat het zo vol was. Slechts een stelletje dronken Britten probeerden ons op te hitsen. Wachtend op de laatste hit viel het me op hoe goed het geluid in de Max was. Voorheen een zeldzaam verschijnsel, maar tegenwoordig kan het blijkbaar wel. Alleen de mondharmonica die de zanger in een nummer gebruikte tussen het zingen door klonk naar schel.

De Madchester Monkey trok een kledingstuk uit zodat we de opschrift op zijn zwarte T-shirt goed konden lezen. A Bathing Ape. Een aapje badend in geluid en rook. Hij voelde zich zo lekker op zijn gemak dat hij steeds valser ging zingen. Niet een fractie zat hij er naast, nee, hij zwalkte vaak meer dan een halve noot verwijderd van de afgesproken zanglijn. Het repertoire klonk meer en meer als een dronken Jamiroquai. Voordat het laatste nummer werd ingezet stopte Brown alle energie in de hit F.E.A.R. zodat die er in ieder geval heelhuids doorheen kwam. Binnen een minuut na zijn vertrek nam een roadie zijn plaats in en werd resoluut het drumstel gedemonteerd. De toegeworpen lege plastic bierglazen wisten de demonteur niet te bereiken. Teleurgesteld dropen we af. We hadden onverwacht een hele avond voor ons en dus genoeg tijd om de hond uit te laten, de kinderen voor te lezen, de kruiswoordpuzzel af te maken, de planten water te geven, de laatste kopjes af te wassen, de vuilnis buiten te zetten en te dromen dat we in Paradiso waren en gehypnotiseerd stonden te dansen op de geïnspireerde mantra's van Motorpsycho.

Het moge duidelijk zijn. Ik heb gisteren voor het verkeerde concert gekozen.


woensdag 24 april

Van de beurs

Eigenlijk stond en zat ik afgelopen zaterdag gewoon voor mijn werk voor een keertje op de platenbeurs. Ik had tijd zat om mijn lotgenoten te observeren en heb slechts een paar keer de gelegenheid genomen zelf plaatjes te zoeken. De aankopen waren schaars en alle albums vallen onder het kopje Herrie. Bij gebrek aan belangwekkend nieuws hieronder een overzicht van de aankopen (inclusief een ATP-berichtje).

De mini-cd Stroboscopy (Black & Noir Records, 1991) van Deity Guns is een Franse variant op Sonic Youth. Ik zag de groep in een ver verleden als voorprogramma van Cop Shoot Cop in Arnhem. Dat optreden vond ik vrij clichématig en vervelend, in tegenstelling tot de hoofdact waarvan de bandleden gedreven werden door vrolijke dronkenschap. Uit Deity Guns kwam uiteindelijk Bästard voort, een van de meest indrukwekkende Franse undergroundgroepen die ik ooit live heb mogen aanschouwen (in PH31, ooit een heel fijn zaaltje nabij het Vondelpark). Een optreden waar, naar later bleek, heel wat toekomstige vrienden aanwezig waren. Een andere lawaai-cd die ik zaterdag kocht was Bad Blood (In Bloom, 1998) van Ice. Ice is een project van Kevin Martin en Justin Broadrick van Techno Animal met gastbijdragen van ondermeer DJ Vadim, Blixa Bargeld en El-P. Het is een op het eerste gehoor vrij warrige plaat waarop de vocalen veel te nadrukkelijk aanwezig zijn. De derde cd is van een obscure, Duitse gotische noise-formatie die luistert naar de naam Ambush. De titel van de plaat is Lach! (Common Cause, 1994). Die titel stond al meer dan 5 jaar op mijn verlanglijstje. Tijdens de eerste draaibeurt vroeg ik mij af waarom ik de cd zo graag wilde hebben. Het is een wel erg bombastisch album waar alles behalve een lachje van af kan.

Op de gok kocht ik op vinyl een album van Albert Ayler. Ik had nog niets van deze freejazzgrootheid. Ik heb geen idee of Spirits Rejoice (met ondermeer drummer Sunny Murray) een belangrijk werk is in zijn oeuvre. In het titelnummer verwerkt de saxofonist zowel Star Spangled Banner als het Franse volkslied. Dan liever het veel wildere nummer D.C. op de B-kant. De opnamen uit 1965 zijn oorspronkelijk uitgebracht door ESP. Mijn kopie is een uitgave op Base Records, zo'n vage Italiaan die wel meer klassiekers op goedkoop vinyl heeft geperst (check maar eens je kopieën van Joy Division en New Order en luister ondertussen naar Ayler's Holy Family). De laatste LP die ik kocht was de dubbelaar Let There Be Burma (Emergo/Taang!, 1990) van Mission Of Burma. Deze voor de Amerikaanse gitaarunderground invloedrijke groep heeft maar kort bestaan in de eerste helft van de jaren tachtig. Hun bekendste nummer is That's When I Reach For My Revolver, ooit gecovered door Moby (of all people). Naar aanleiding van het boek Our Band Could Be Your Life doet de band op dit moment een reünietour. Afgelopen zondag speelde Mission Of Burma op het eerste weekend van All Tomorrow's Parties en dat schijnt de groep wel te zijn bevallen. Volgens Jan@LVR.com waren de hoogtepunten op het zeer geslaagde festival: Threnody Ensemble, Danielson Famile, Nina Nastasia, Rachel's, Shannon Wright, Low, Smog, Mark Robinson, Godspeed (etc.), Dianogah, Blonde Redhead en Shellac. Het optreden van Versus werd afgelast omdat de zanger moest worden opgenomen in een ziekenhuis in thuishaven New York. Hopelijk is hij komend weekend wel van de partij op het Britse festival. Ondertussen draai ik als huiswerk tot aan vrijdag elke dag een plaatkant van Mission Of Burma.


maandag 22 april

Op de beurs (een treurzang)

Op de beurs slenteren bleke mannen, bebrild, in ongewassen kleren, nerveus van stand naar stand, van schap naar schap. Hun obsessie is nooit de jouwe en daarom kun je niet een normaal gesprek met hen voeren. Als we elkaar toevallig spreken, praten we langs elkaar heen. Het gemis van warm menselijke communicatie wordt door de organisatie gecompenseerd door de hits extra hard te laten schallen uit de speakers boven onze hoofden.

Op de beurs storten de verzamelaars zich op de schappen als hongerige hyena's. Verwilderd duiken ze voor je langs. Hun ellebogen zijn altijd scherper dan die van jou. Het is vertrappen of vertrapt worden.

Op de beurs belanden brandende blaren op de ribbelige huid van gevoelige vingers door het te snel bladeren tussen de hoezen.

Op de beurs sjouwen een handjevol vriendinnen en echtgenotes achter hun mannen aan. Deze ene dag in het jaar zijn ze bereid zich op te offeren. Om hun liefde en toewijding te tonen trekken ze braaf de tas op wieltjes van manlief voort. Naarmate de dag traag voorbij gaat, worden de tassen zwaarder en dringt vermoeidheid door tot diep in de schoenzolen.

Op de beurs worden armen langer door uitpuilende Albert Heijn-tassen. Tussen hangende schouders steken voorovergebogen hoofden als koppen van kraanvogels op geknakte nekken.

Op de beurs rusten de bezoekers slechts heel kort uit, zittend tegen de muur naast de toiletten en omringd door afval dat niet meer in de overvolle vuilnisbakken past. Zonder te kauwen en zonder te proeven proppen ze vette patatten en dikke kroketten in de mond, de calorieën wegspoelend met bier of cola. Ze mesten zich vet met beursvoer. Standhouders leven erop.

Op de beurs zijn bezoekers kopers en vee tegelijk.

Op de beurs hoef je niet de hele dag je adem in te houden, want iedereen laat zijn bierbuik ongegeneerd hangen. Sommigen dragen hun buik zelfs op de rug.

Op de beurs kopen we platen die we wel willen hebben, maar zelden of nooit zullen draaien.

Op de beurs doe je verwoed een poging je collectie compleet te krijgen als substituut voor een leven dat je compleet wilt hebben.

Op de beurs zijn we met zijn allen alleen en nooit gelukkig, want verloren in het doolhof van standjes weten we dat tegenover elke gevonden plaat de albums en singles staan die je niet hebt gevonden en waarvan je weet dat je ze ook nooit zult vinden.


week 16

zondag 21 april

Het pad van Zebra

Het virus waart verder rond. Alweer duikt een weblog op met muzikale invalshoek. Vido heet Zebra welkom in de wondere weblogwereld. Zebra is sinds vorige week actief, dus nu nog niet barstensvol tekst, maar daar zal spoedig verandering in komen.Lees ondermeer zijn korte verslag van het onderstaande concert (versie 3 volgt spoedig), een avond waar Stereo overigens de plaatjes draaide. Dat doet hij wellicht ook tijdens de volgende Mortale-avond in de Volta wanneer The White Broncos, Club Diana en King Me gaan spelen. De optredens vinden plaats op donderdag 16 mei in Volta te Amsterdam. Maak alvast maar een plekje vrij in je agenda.


vrijdag 19 april

Lichaamstaal (of: May the Voicst be with you) (versie 2)

Een trio regeerde gisteravond in de Volta aan de Houtmankade te Amsterdam. Drie was het perfecte getal. Het was me bij binnenkomst direct duidelijk. Voicst duwde vriendelijk doch dringend de zeer op dreef zijnde presentator opzij. Aftellen. Vanaf de eerste maten loos. Geen gas terug. Geen weg meer terug. Volumeknoppen ver open. Vibraties dwars door je skelet. Drijven op het lawaai dat je zelf maakt. Je vooruit laten duwen. Muziek als een elektroshock. De drie mannen konden niet anders dan stuiteren, springen, zweten, op de tanden bijten. Hun songmateriaal vroeg erom.

Is er een ander scenario mogelijk voor rock-'n-roll op het toneel? Natuurlijk. Je zou de bovenstaande omschrijving kunnen omdraaien. Eerst bewegen en dan zien of de muziek met je mee gaat. Je kunt proberen door middel van veel bewegingen, door gekke grimassen te trekken en raar met je ogen te rollen de noten naar je toen te trekken. Bevriende bezoekers vertelden me dat eerder op de avond een dappere poging in die richting was ondernomen door de bassist van Sun.Woofer. Hij scheen van de eerste tot de laatste noot als een idioot kromgebeend om zijn medebandleden gemanoeuvreerd te hebben. De ooggetuigen bevestigden dat de gespeelde gekte een fraai schouwspel had opgeleverd. Iemand nam het woord vermakelijk in de mond. Een ander zei zelfs heel erg gelachen te hebben. De mensen die ik het meest vertrouwde vertelden dat de capriolen er goed bedoeld maar overdreven uit hadden gezien. Het kronkelen van de bassist maakte een geforceerde indruk. Het waren schijnbewegingen, misschien als poging een rookgordijn op te trekken. De performance stond buiten de muziek, maakte er geen deel van uit. Het paste niet.

Ik durf zelf geen eindoordeel te vellen. Ik was te laat binnengekomen.

Gelukkig was ik op tijd voor TJ (zang/gitaar), SF (bas/zang) en mohawk JTM (drums, heel veel drums). Ze profiteerden voluit van het feit dat trio's niet zoveel ruimte in beslag nemen. Ze konden zich op natuurlijke wijze vrijuit op het podium bewegen. Ze raasden voort. Ons en vooral zichzelf volpompend met energie. Niets hield de bandleden tegen de muziek door te laten dringen tot de diepste poriën in hun lichaam. Ze absorbeerden de noise net zolang tot ze uitbarstten als waren ze drie vulkaantjes. De bassist stampte blootsvoets op effectpedalen. Ik kon door de vervorming een paar nummers lang bijna geen snaar onderscheiden. Voelen deed ik zijn luide spel zeker. Hij sneed dwars door mijn half beschermde trommelvliezen. Terwijl de drummer verstrengeld raakte in roffels en TJ onrustig heen en weer bewoog tussen microfoon en versterker, overzag ik de hoofden in het publiek voor mij. Gek genoeg stonden de meeste van ons stokstijf stil tijdens het ondergaan van de stormachtige selectie compacte gitaarpopliedjes. Ook ik liet het melodische lawaai passief over me heen komen. Waarom bleef onze uitbarsting uit? Zou onze explosie later komen? En zo ja, wanneer dan?


woensdag 17 april

Warped

De komende twee weekenden staat Camber Sands te East Sussex in het teken van All Tomorrow's Parties. Vido zal verslag doen van het tweede weekend dat vol staat met bands die geselecteerd zijn door Shellac. Drie dagen vol gitaren van acts als Breeders, Will Oldham, The Ex, Low, Melt Banana, Nina Nastasia, Mark Robinson, Smog, Zeni Geva, Shannon Wright en stokoude bands als The Fall, Mission Of Burma en Wire. Het contrast met de editie van volgend jaar is behoorlijk groot. Vandaag is bekend gemaakt dat Autechre ATP 2003 voor zijn rekening zal nemen. De band zou ook een ATP in Japan programmeren, maar de editie aan de andere kant van de wereld gaat niet door. Wat wel door gaat is de allereerste Warp Records tournee door Europa onder de titel Warp Magic Bus Tour. Op de site van het label kun je op de hoogte blijven van de diverse line-ups en de data. De eerste teleurstelling voor de Warp-fans onder jullie: Nederland en België staan niet op het programma.

Anachronisme

Panic Room: Meg Altman (Jodie Foster) zit met haar dochtertje Sarah (Kristen Stewart) opgesloten in wat in eerste instantie leek op een veilige schuilkamer in hun veel te grote nieuwe huis (wat bezielde die twee toch toen ze het kochten?!). Drie indringers zijn niet veel goeds met ze van plan. Sarah lijdt aan suikerziekte en begint langzaam wit weg te trekken aangezien de medicijnen in een ander, niet te bereiken vertrek liggen. Om zichzelf bij bewustzijn te houden, noemt ze albumtitels op van The Beatles. Het is een beetje vreemd gedrag van een kind dat eerder in de film een pizza zit te eten gehuld in een ongehavend T-shirt met het portret van Sid Vicious. Overige trivia: de voor eeuwig tot bijrolletjes veroordeelde actrice/zangeres Ann Magnuson (o.a. ex-Bongwater) speelt de rol van Lydia Lynch (geen typfout) en countryzanger Dwight Yoakam is weer eens een overtuigende bad guy. Is Panic Room de moeite waard? Nee, zeker niet als het magnifieke Fight Club nog vers in je geheugen zit.


maandag 15 april

Soulpower

De bassen die de geluidsman van de Jon Spencer Blues Explosion gisteravond in Paradiso tijdens een van de nummers uit het mengpaneel haalde, deden mijn hersenpan trillen. Nu wist ik exact waar de scheidslijn ligt tussen mijn kleine en grote hersenen. Het hele gebouw trilde mee. Menigeen hield angstvallig de handen voor de oren. De muren resoneerden vervaarlijk. Jon Spencer was even Samson in de rocktempel. Het door hem tot sacred place bestempelde gebouw kon elk moment instorten. Visioenen van een Boeing die zich in de oude kerk stortte en brandende kerosine als alles verschroeiende lava ontsproten vanzelf voor mijn ogen. Mijn fantasie ging met me aan de haal. Het was het enige moment dat de blues van Spencer grip op me kreeg. Een paardenmiddel. Een trucje. Ik had me kunnen laten grijpen door de geoliede machine die de band was. De perfectie stond echter tegen. Nummers gingen in elkaar over alsof iemand berekenend aan het zappen was tussen blueskanalen op de radio. De drummer sloeg vast en strak op de tel. Er was geen ruimte voor nuance, er was geen ruimte om te ademen. De Blues Explosion sloeg murw. De spiritualiteit van de blues was mijlenver te zoeken. Showman Spencer en de zijnen dreven op routine. Heel knap en heel professioneel ontdaan van bezieling. The blues is number one, riep Spencer meer dan eens. Welke blues? dacht ik op mijn beurt. Toch echt niet die blues van jou, want je raakt me noch in mijn hart en noch in mijn ziel. Slechts mijn trommelvliezen leden. Toen het tempo in de toegift naar beneden ging verwerd de muziek tot ingedutte seventies rock en klonken de nummers als gedumpte outtakes van Sticky Fingers.

Ik had even gehoopt dat het voorprogramma ons versteld zou doen staan. Helaas. De New Yorkse Yeah Yeah Yeahs waren niet meer dan sympathiek. Een studentikoze drummer zette heel functioneel een solide basis neer voor een piepjonge gitarist met zwart geschilderd new wave-kapsel en de beweeglijke zangeres Karen. Ze droeg bij haar opkomst blikjes Heineken als sambaballen in de hand. Haar microfoon versterkte het klikken en sissen telkens wanneer ze een blikje opende. In haar vol tekst bekalkte jurk oogde ze als de punky variant op een kersenbonbon. JSBX 4-EVA had ze op haar hals geschreven. Het was het laatste optreden van de tour en de trots straalde van de zangeres af. Ze was een lust voor het oog. Even uitdagend als bedreigend, zoals het goede rockdieren betaamd. Het archaïsche repertoire deed denken aan een Amerikaanse rock-'n-rollversie van Siouxsie & The Banshees. Het was een curieuze combinatie. Voor een paar nummers was het fris genoeg om te plezieren. Daarna ging het ontbreken van communicatie tussen band en publiek tegenwerken. De benedenzaal van Paradiso was veel te groot voor de muzikanten.

De enige rock-'n-rollband die er gisteravond echt toe deed kwam gewoon uit de Hollandse klei. Naprogramma Green Hornet uit Groningen gaf in de bovenzaal een lesje in bevlogenheid gebruik makend van het simpele, maar vaak over het hoofd geziene element dynamiek. Drummer Koos zat vlak voor of vlak na de tel, maar er nooit direct bovenop. Het gaf de muziek een los gevoel. Olaf plukte de riffs hard uit zijn gitaar alsof hij bij elke noot een snaar uit het instrument wilde trekken. Het orgeltje van André (ook zang, mondharmonica en gitaar) gromde, jankte en brulde. Als je het instrument van de riem had gehaald zou het de tuin van de buren hebben vol gescheten en de konijnen van de achterburen uit elkaar hebben gereten. De blues van Green Hornet zat vol energie en noodzaak. Het trio oogde stoer zonder dat de bandleden de macho's hoefden uit te hangen. De glimlach van Olaf ontwapende. De band speelde met groot plezier. Net als bij Jon Spencer werden nummers aan elkaar geregen, ons nauwelijks ruimte gunnend te applaudisseren of de bandleden bemoedigend toe te schreeuwen. De band swingde en stuwde als een niet te stoppen seksmachine. Een bronstig dier dat niet alleen de oude fans maar zeker ook de nieuwe zieltjes in het zaaltje wilde bespringen. Een fysieke ervaring die veel van de nagebleven bezoekers graag en dankbaar ondergingen. Dat het meer was dan lichamelijkheid klonk door in de gospelachtige orgelpartijen. Green Hornet toonde aan dat gisteravond niet de blues nummer 1 was, maar de soul.

Subjectivisme is een virus

Vanaf heden ook virtueel te aanschouwen: popjournalist Roger Teeling.


week 15

zondag 14 april

Zielbaken (laveren tussen stemmingen)

De eeuwige jeugd. Nooit ouder worden dan je jezelf wilt voelen. De tieners in het stuk Trots (door Artisjok/Nultwintig) vierden gisteren in Frascati hun jeugd middels een spel van muziek, dans en een enkele tekst. Onbevangen gaven ze zich over aan hun onzekerheden in de zoektocht naar een plek in de groep. Enkele spelers maakten zich los van het gezelschap en kwamen dicht bij ons zitten, onder een enkel lampje dat boven hun hoofd bungelde. Hun expressieve gezichten, zwarte pupillen speels schichtig rollend in grote ogen, straalden meer levenslust uit dan ze in woorden konden overbrengen. We mochten hun energie in diepe teugen tot ons nemen. Twee uur later stonden we in een afgeladen en rokerige Zaal 100 aan de andere kant van de stad. Noise van Gone Bald woedde in de grote zaal. Achter de zaaldeuren zagen we hoofden meedeinen op het zware ritme en de gierende gitaren. Felle lampen schenen over hun kruinen en de zwetende koppen van de bandleden. Het Dom Ding-festival liep tegen het einde. We pikten nog enkele liedjes mee van entr'acte Louisa Lilani & John Prop die verwoed probeerden boven het bargekletter uit te komen met hun schrille liedjes over liefde en gekte (synoniemen, bedenk ik me nu, als ik de twee woorden opschrijf). Het duo is minstens twee keer zo oud (als het niet drie keer zo oud is) dan de kinderen in het theaterstuk, maar hun overgave straalde nagenoeg evenveel jeugdigheid uit, zij het met meer ironie en speelse spot in de teksten, besmet door vele jaren levenservaring.

De meeste ironie op deze avond huisde in het repertoire van afsluitende act Belinda. Drie dertigers die luimige Nederlandstalige rock verbinden aan de vocale uithalen van bandlid nummer vier: de op het podium tot woeste popdichter getransformeerde schrijver/kunstenaar Tiers Bakker. Netjes in het pak gestoken joegen ze door hun set als een strak geregisseerde wervelstorm. Nergens rust, regelmatig van maatsoort wisselend, altijd met een glimlach spelend rond de mondhoeken. Diepere gevoelens ver verstopt onder een hoop spelplezier. De woorden en de manier waarop Tiers ze woest zong/declameerde leken afstandelijk (wat je nodig hebt is een verrekijker) en los van emotie, zelfs wanneer de zanger verbitterde strofen zong als: Laat ze komen, de leugens van het leven. (...) Laat ze komen, de schaduwen van de liefde. De zanger bezong het leven vol zelfspot. De voorste rijen waren doof voor de donkere kanten van de liedjes en hosten dronken dieper de nacht in. De zaal werd bevolkt door een bonte mengelmoes van mensen die zich het zeer goedkope bier goed lieten smaken. Artiesten, studenten, verdwaalde en verdwaasde buurtgenoten, toevallige passanten, de onvermijdelijke hond. Omringd door de kleurrijke diversiteit aan individuen lukte het ons de waardigheid te bewaren en niet net zo laveloos als de meeste van hen de geslaagde avond af te sluiten. We fietsen vol vaart terug naar onze huizen. De stad was even van ons.

Ironie. Daar had de Friese band Lul vroeger ook last van. Het deerde mij indertijd niet, want ze verpakten hun relativerende humor in haastig in elkaar getimmerde, avontuurlijke composities. Voor reflectie op het leven hoefde ik bij hen niet aan te kloppen. Toen de 'broertjes' Empee en Klaas hun carrière voortzetten met Solbakken kon ik de combinatie van de vette knipogen niet rijmen met de meer ingehouden muzikale aanpak. Totdat het derde album Zure Botoa verscheen en ik door kreeg dat de ironie allang was gevaren. Solbakken zingt vanuit een sombere, duistere gemoedstoestand. De band is cynisch geworden, maar ook berustend en vasthoudend aan de mooie dingen in het leven, hoe weinig dat soms ook is. De jongetjes die vroegen zongen over voetbal en hun debuutalbum Inside Little Oral Annie noemden, zingen nu over wat verloren is gegaan en dat het de liefde is die hen op de been houdt na een lange, zware dag. Het is een variatie op Love is the only thing that's real, het refrein in Intellectual Friend op Zure Botoa. Het is het melancholieke gevoel dat je niet wilt verliezen, maar evil is always better prepared. Vrijdag was Solbakken een baken voor mijn ziel. Hun optreden sloot aan bij mijn gemoedstoestand. Mijn gedachten waren eigenlijk mijlen ver verwijderd van de plek waar ik stond. Lichamelijk was ik aanwezig in de OCCII, mijn geest dwaalde door de stad. Solbakken vergezelde me daarbij. De sentimenten in de nieuwe nummers waren zo herkenbaar dat de liedjes meteen heel vertrouwd klonken. Extra toetsenist Peter Sijbenga deed een poging me terug op de grond te krijgen. Hij doorkliefde Former Ghostrider met snerpende gepiep uit de synthesizer. Het bleek wonderwel precies te passen in een zorgvuldig opgebouwde set waarin de band zich vaak kwetsbaar opstelde. Solbakken deed me vrijdag oud voelen en gek genoeg voelde dat goed. Ik kijk vol verlangen uit naar het nieuwe album dat in de loop van dit jaar zal verschijnen.

Het laatste optreden vrijdag was van 90 Day Men. Een stelletje Amerikaanse indierockers die onlangs jazzrock hebben ontdekt en daarnaast meenden Pink Floyd anno Animals en Wish You Were Here nog eens over te moeten doen in. Alsof iemand je wakker maakt door een ijskoude teil water over je uit te gieten. Na drie nummers zocht ik mijn maatjes op die hun toevlucht al veel eerder hadden gezocht achter de veilige barricade die de mengtafel vormde. Daar bleven we tot we rond sluitingstijd de tent uit werden geveegd.


donderdag 11 april

Billy Bob

Puur uit nieuwsgierigheid stapte ik gisteren de Melkweg binnen om het fenomeen Billy Bob Thornton als zanger te ervaren. Ik had geen verwachtingen dus echt tegenvallen kon het niet. Helemaal verkeerd ingeschat. De drumsolo (!) van twee (!) drummers direct aan het begin van de set deed het ergste vermoeden. De pretentieuze kletspraatjes van prima donna Billy Bob tussen de nummers door waren verbijsterend. Hield de acteur ons voor de gek? Meende hij dit allemaal serieus? Ik heb eigenlijk geen geschikte woorden die kunnen beschrijven hoe het optreden van de acteur in de Melkweg Max er aan toe ging. Ik doe een poging met een eerste aanzet tot filmscript. Het is niet meer dan een schets, maar misschien geeft het je een idee hoe surrealistisch de avond was.

Update: check ook zeker het ooggetuigenverslag op merelroze.com.

Niet vergeten: de John Peel sessie van Seedling vanavond live bij de BBC.


woensdag 10 april

Freeze

Paniek. De zangeres van Persil kan zichzelf niet horen. De overige twee bandleden blijven onverstoorbaar doorspelen. Harde gitaren maken communicatie op het podium onmogelijk. De paniek klinkt door in de liedjes. Op plaat is Persil charmant en schattig. Live overheerst chaos en een overdaad aan valse noten. Het moet voor de muzikanten zijn als een boze droom, zo een waarin alles wat je doet verkeerd gaat. Persil droomt dat ze in de kleine zaal van Paradiso zijn neergezet zonder enig idee te hebben wat te moeten doen, niet in staat terug te vallen op elkaar, zonder enige ondersteuning. Zelfs het gedeelte van de muziek dat van tape en uit elektronische apparatuur komt geeft geen zekerheid. Dan is de bühne een vijandige omgeving. De balans is zoek, de fijne melodietjes zijn kansloos verloren. Gebrek aan spelervaring nekt een in potentie hele leuke band. Bevangen door plaatsvervangende schaamte spoel ik de teleurstelling veel te snel weg met bier. Daar krijg ik later op de avond spijt van.

Voordat de man met de hamer toeslaat is er gelukkig nog Freezepop om de avond te redden in een veel te matig gevulde zaal. De Amerikanen stralen een zelfverzekerdheid uit die Amerikanen eigen is. Meestal heeft het volkje de neiging op elke plek waar ze belanden de Stars & Strips in de bodem te steken. Vanavond gebruikt de band uit Boston de zelfverzekerdheid als basis voor een hoop onbevangen lol. Hun electropop leent zich daar uitstekend voor. De stekelharige Duke of Candied Apples hippelt enthousiast met een soort Nintendodoosje in zijn handen. Geen idee wat hij er mee doet. Waarschijnlijk komt het gehele repertoire uit het speeltje. Rechts staat The Other Sean T. Drinkwater achter een synthesizer annex vocoder de robot uit te hangen. Tussen hen in langharige Liz, zingend en springend en waar nodig met de haren zwiepend. Het zijn vooral de up-tempo liedjes zoals Shark Attack en Freezepop Forever die zich lenen tot vrolijke danspasjes. Het beetje publiek dat aanwezig is, blijft echter lekker zitten aan de tafeltjes. Je kunt aan het heen en weer bewegen van hoofden zien dat ze het naar hun zin hebben. Vooral de drie jongens links in de zaal lijken fans, roepend naar het podium om favoriete nummers. Als er niet gedanst wordt, valt er na enige tijd visueel niet veel meer te beleven. Het schijnt het musicerende trio niet te deren dat ze ons niet tot een dansje weten te verleiden. Tussen de nummers en ook na het optreden babbelen ze met het publiek, de afstand tussen band en luisteraars verkleinend. Hopelijk hebben ze vanavond in Vera te Groningen meer succes. Ze verdienen het.


maandag 8 april

Western sky

Een vertrouwd liedje kan van de ene op de andere dag niet meer van jou zijn. Op zoek naar de juiste woorden dacht ik gisteravond mijn heil te vinden bij Joy Division. Vroeger een band die me in het duister van de zolderkamer een hand toereikte. Tot mijn schrik kwam ik er achter dat die tijd voorgoed voorbij is, dat een plaatje niet langer meer een maatje kan zijn, hooguit een monument, een grafsteen in de platenkast. Ik dacht dat zoiets nooit zou gebeuren, dat je muziek altijd kon vertrouwen. Het afscheid was zwaar. De bleke zanger keek me vol schuld aan, alsof hij de boosdoener was. Ik wreef hem over de rug en zei dat het goed was. Ik loog natuurlijk, want het was niet goed, maar ik wist het gevoel zo snel niet beter te verwoorden. De dag was te mooi geweest. Wat kon ik anders zeggen? De kille wind deed ons rillen op de hoek van de straat.

Verkleumd kwam ik thuis en zocht ik naar andere liedjes, betere citaten. Een Amerikaan schoot me te hulp. She'll make it real easy for you/All you have to do is remember her name, grapte hij. She's almost your passport to the world/She's almost your ticket out again. In het refrein zong hij met gebroken stem. Falling/Hey, I don't see the bottom/Are you gonna be my last harbor. Hij zei sorry nadat hij was uitgezongen, maar dat zegt hij altijd. Stil keken we elkaar aan niet wetend of de stilte in de lucht verbroken zou worden door een lach of een snik. De zanger pakte zijn gitaar weer ter hand en zong bemoedigend: So please be happy baby/And please don't cry/Even though the parade has passed us by/Well you can still see it shining in the western sky/So why won't you stop crying/You can still see it shining. De zon stond zo laag dat het leek alsof de huizen aan de overkant bezaaid waren met vuurvliegjes. Wanhopig fladderend vonden ze geen uitweg, opgesloten achter de ramen.


week 14

zaterdag 6 april

Leesvoer voor de zaterdag

De nieuwe Fakejazz is on-line. Ditmaal met een uitgebreide bespreking van de Amerikaanse editie van All Tomorrow's Parties (georganiseerd door Sonic Youth), recensies over de nieuwe albums van Xiu Xiu en Do Make Say Think plus filmverslagen van Ned & Daron.

Bij de Subjectivisten wordt even stilgestaan bij het overlijden van Fad Gadget.


vrijdag 5 april

Verder graven onder het oppervlak: At Home Recordings

Het duurde even voordat ik de site te pakken kreeg, maar er werd dan ook nogal aan gesleuteld de afgelopen dagen. At Home Recordings is een in Amsterdam vervaardigde Engelstalige website voor het gelijknamige label waarop noise en experimentele muziek is te vinden van HEROFACE, DK en The InHuman. AHR is meer. Het is een e-zine voor nieuwe geluiden. Het staat allemaal in de kinderschoenen, vandaar dat het aantal recensies en artikelen voorlopig even beperkt is. Daar zal snel verandering in komen want de mensen achter AHR zijn zeer actief in de Amsterdamse underground. Je kunt in de toekomst veel berichten verwachten vanuit zalen als OCCII en Overtoom301 en opnamestudio's als Aluna. De door Marc Outcast geschreven recensie over het intieme huiskameroptreden van Louisa Lilani & John Prop op Goede Vrijdag is een mooie aanvulling op de impressie die ik er een dag later van heb proberen te geven.

Dreaming I was only dreaming

Zitconcerten maken me slaperig. Van knikkebollen kwam gisteravond in Paradiso helaas niets terecht. Mijn zithouding was niet comfortabel genoeg. Dankzij mijn gerieflijke sluimertoestand was ik er toch niet helemaal bij. Wegdromend, als vreemde in de kerk van Evan Dando, gingen de liedjes als een zachte bries voornamelijk langs me heen. De fans hadden een mooie avond. Dat idee was voor mij voldoende om het optreden te kunnen waarderen. De rust werd slechts onderbroken door opzettelijke feedback en een paar woorden richting fans. Naast de onvermijdelijke klassiekers uit het Lemonheadsrepertoire speelde Dando ook flink wat nieuwe nummers, waar nodig met een spiekbriefje in de gitaar gestoken. Ik was opeens helemaal bij de les toen Dando zijn instrument terzijde legde en een favoriet liedje a capella coverde: Gloomy Sunday.

Coverbijbel The Originals (Arnold Rypens, 2000) meldt op pagina 166 dat Gloomy Sunday van origine een Hongaars liedje is over zelfmoord, geschreven door Laszlo Javor en Rezso Seress. Veel muzikanten die Gloomy Sunday in hun repertoire hebben opgenomen waren gedoemd tot een tragisch leven. Denk aan Billy Holiday die het door Paul Robeson in 1936 in Amerika geïntroduceerde liedje voor het eerst zong in oorlogsjaar 1941. Of aan Billy Mackenzie die samen met Alan Rankine als The Associates het nummer Szomoru Vasarnap (want zo heet het origineel uit 1933) op het album Sulk (1982) zette. Sulk is een volgeproduceerde plaat die klinkt alsof er een immens band aan te pas is gekomen. De hoge sopraan van Mackenzie zit op het grootste gedeelte van de lp regelmatig tegen het hysterische aan. In Gloomy Sunday houdt hij zich op zeer effectieve wijze in. In 1997 waren regels als Let them not weep/Let them know I'm glad to go van toepassing op zijn eigen leven waar een einde aan kwam toen de bijna veertigjarige Mackenzie een overdosis nam. De versie op Sulk was mijn eerste kennismaking met het klassieke liedje. De tweede keer kwam ik het tegen op The Singer (1991), het liedjesalbum van diva Diamanda Galas. Galas zingt alleen maar over waanzin en dood. The Singer was een rustpunt na het apocalyptische Mask Of The Red Death, haar indrukwekkende AIDS-trilogie. Hoe rustig ze ook zingt, Gloomy Sunday klinkt bij haar zeer dreigend.

Evan Dando hield het gisteren luchtig in zijn uitvoering. Na een ingetogen begin zong hij de regels Dreaming I was only dreaming bijna frivool en in ieder geval verrassend luid genoeg om de zaal aan het lachen te krijgen. De cover gaf de broodnodige diepgang aan zijn set. Het deed de gedrogeerde Dando opeens in een heel ander spotlicht staan. Van een mooie jongen die koketteert met uitvergroot klein leed veranderde hij even in een man die het Grote Lijden kon verwoorden, al gebruikte hij daarbij niet zijn eigen teksten. Ik ben benieuwd welke versie van Gloomy Sunday Evan Dando ooit als eerste heeft gehoord. Die van Ray Charles? Lydia Lunch? Elvis Costello? Serge Gainsbourg? Of toch die van Sinead O'Connor? Ik ben het hem na afloop maar niet gaan vragen, al was daar wel alle gelegenheid voor aangezien de goede lobbes tijdens de plezierige cd-presentatie van Damer in de bovenzaal vooraan bij het podium kwam staan. Dankzij paddo's en andere geestverheffende middelen was hij echter zo vaag als een schilderij van De Kooning. De meiden van Damer lieten zich niet van de wijs brengen door zijn aanwezigheid.


donderdag 4 april

Rock bore

Vanaf morgen ben ik weer op volle sterkte actief. Tot die tijd kun je tijd verdoen met een popquiz. Het is misschien een oudje, maar ik kende deze nog niet: Are You A Rock Bore?. (met dank aan Mark@mortale)


dinsdag 2 april

Linkdumps & dumb links

Het einde van internetradio? Om te beginnen in de Verenigde Staten.

*

Zin in nieuwe elektronica (breakbeats, d&b, dub, industrial jazz, lounge)? Check de afdeling music bij Digital Cut Up Lounge.

*

In Japan worden albums gemaakt waarop orkesten arrangementen spelen van muziek bij computerspelletjes. Ongelogen. Ik heb geen muziek voor je maar wel de hoezen.


maandag 1 april

Baran versus Tenenbaum (bevat een enkele spoiler)

De enige reden waarom ik Baran vergelijk met The Royal Tenenbaums is het feit dat ik beide films op dezelfde dag heb gezien. De tegenstellingen zijn eigenlijk te groot om de verhalen naast elkaar te kunnen leggen. Het grappige is dat de kritieken over het algemeen negatief zijn als het om Baran gaat en lovend in het geval van de Tenenbaums. Ik heb een tegenovergestelde mening. In de nieuwe Filmkrant staan enkele woorden over Baran netjes op een rijtje. Glycerinetranen en kitsch zijn de woorden die Het Parool gebruikt. Het NRC noemt Baran de Hollywoodversie van de nieuwe Iraanse cinema. Daarna lees ik het artikel over de Tenenbaums in het voorlaatste nummer van Sight & Sound waarin de auteur bijkans kwijlt bij het zien van zoveel visueel vernuft verborgen in zulke korte scènes.

De laatste film van Wes Anderson is een schuimrubberen taart in de etalage van de banketbakker. Het ziet er prachtig uit, maar de lust vergaat je snel als je er je tanden in zet. Verwende filmcritici zien er waarschijnlijk allerlei interessante verwijzingen in naar de canons uit de filmgeschiedenis (Sight & Sound noemt The Magnificent Andersons, La Règles du Jeu en Jules et Jim, alle drie films die ik braaf heb uitgezeten) en likken hun vingers af bij de architectonische wijze waarop de regisseur de objecten binnen het frame plaatst. En het ziet er ook magnifiek uit, knalscherp geprojecteerd in de benedenzaal van Kriterion. Alleen, het doet me geen ene malle moer. Zelfs niet als de scènes worden ondersteund door de muziek van Nick Drake, Elliott Smith of Nico. De personages zijn van plastic. Hoe anders bij Baran, het verhaal vol modder, stof en regen over een jongen in Iran die bouwvakkers voorziet van eten en drinken. Tot zijn eigen verbazing en wanhoop wordt hij verliefd op het meisje dat zich op het werkterrein als jongen voordoet om haar zieke vader te kunnen vervangen. Ook regisseur Majid Majidi doet aan mooifilmerij wat me eigenlijk alleen stoort als hij de beelden afdraait in slowmotion. In heldere sequenties en zonder overbodige woorden zie je hoe de jongen het meisje probeert duidelijk te maken wat hij voelt. Je leeft met hem mee tijdens de grote afstanden vol omwegen die hij aflegt op zoek naar haar woonplaats. Je ziet zijn hart breken als hij hoort dat ze met haar gewonde vader terug moet naar haar thuisland Afghanistan. De jongen en het meisje spreken elkaar geen moment in de film. De band tussen beide komt voort uit de beelden. Er is niets Hollywoods aan Baran. In Hollywood waren de twee elkaar in de armen gevallen en leefden ze nog lang en gelukkig. Even lijkt de werkelijkheid een sprookje te worden, als het meisje vlak voor haar vertrek een schoen verliest in de modder en de jongen als een prins haar het voorwerp aanreikt. De realiteit doet snel weer zijn intrede als blijkt dat het hun laatste ontmoeting zal zijn. Het meisje (de Baran uit de titel) rijdt weg richting onzekere toekomst. Het enige dat de jongen overhoudt is de afdruk van haar voet in de modder verdwijnend in de harde regenbui die losbarst.

Baran is een kleine, menselijke film die op heldere wijze laat zien hoe moeilijk het is voor mensen met een verschillende culturele achtergronden elkaar te bereiken. The Royal Tenenbaums is een aan elkaar gekletst prentenboek vol prachtige plaatjes waarin het tevergeefs zoeken is naar een betekenisvol moment. Laten we het op mijn sentimentele bui houden dat ik het eerste verkies boven het laatste.


De weblogs van januari, februari en maart 2002 zijn te vinden in het archief.
[home] - [live] - [platen] - [artikelen] - [film] - [vido?] - [archief] - [email]