home

vido?

filmarchief

archief

email

Vido's FilmZine

(archief)

april 2006

22nd Amsterdam Fantastic Film Festival (2): Saints-Martyrs-des-Damnés en The King

Saint Martyrs Of The Damned (2005) van Robin Aubert

Het Franstalige Canadese Saints-Martyrs-des-Damnés begint veelbelovend. Flavien Juste (François Chénier) werkt bij een tijdschrift dat zich specialiseert in reportages over bovennatuurlijke verschijnselen, met verhalen over UFO's en ontvoeringen door ruimtewezens, merendeels uit de duim gezogen door de zeer kleine redactie. De oude hoofdredacteur stuurt Flavien samen met een fotograaf naar het naargeestige en uiteraard zeer afgelegen dorpje uit de titel omdat daar al een tijdje, net als in de Bermuda Triangle, mensen schijnen te verdwijnen. Vlak voordat de twee 's nachts arriveren bij een bouwvallig hotel, ziet de journalist het spook van een bruid in zijn koplampen opdoemen. Het spook zal zijn pad vaker kruizen. Twee zussen met perkamenten gezichten ontvangen de twee mannen in hun hotel. De mannen lijken de enige gasten en al op de eerste nacht raakt de fotograaf zoek. Regisseur Robin Aubert heeft tot dan toe in secuur gekaderd, breed Cinemascopebeeld een prettig raadselachtige omgeving geschapen waar dankzij het spel van hoofdrolspeler François Chénier tussen vette knipogen door naar gekeken wordt.

Helaas wordt in Saints-Martyrs-des-Damnés teveel uit de kast getrokken. De film wil tegelijk een thriller, een spookverhaal en science fiction en zowel komisch als naargeestig zijn. Naast de geest van de bruid en de twee vage hotelmedewerksters treffen we een eenzame sexy bardame met een geestelijk gehandicapt zoontje die praat met zijn helderziende beerpop, twee stereotiep agressieve lomperiken waarvan er eentje de zoon van de in een kerk residerende burgemeester is, een afgezonderd levende pompbediende met een masker voor zijn gezicht, een jongedame die slidegitaar speelt terwijl ze waakt over grazende koeien, een jongeman met precies hetzelfde uiterlijk als Flavien en een bonkige alien met tientallen ogen die is opgesloten in een oude fabriek. De raadsels en vraagtekens stapelen zich steeds meer op, wat op zich niet erg is, ware het niet dat de regisseur de minder gelukkige keuze maakt om alle geheimen te willen verklaren. Dat mondt in het slotdeel van de film uit in een overdaad aan dialogen waarin onder meer een poging wordt gedaan uit te leggen hoe ruimtemonsters en kloonexperimenten het dorpje in een wurggreep houden. De vaart en de lol verdwijnen resoluut uit de film en na afloop ben ik ondanks de vele explicaties weinig wijzer geworden.

The King (2005) van James Marsh

The King van James Marsh toont aan dat een film juist aan kracht wint wanneer weinig wordt uitgelegd, dialogen tot een minimum worden beperkt, de beelden voor zichzelf spreken en de kijker zelf de kans krijgt betekenis te geven aan het verhaal. The King prikkelt omdat de motieven van matroos Elvis, de King uit de titel, onduidelijk blijven. Zijn ware reden om de familie Sandow in Texas op te zoeken blijven in het ongewisse. Het lijkt er in eerste instantie op dat Elvis slechts kennis wil maken met vader David Sandow (William Hurt met foute snor), een populaire, streng gelovige prediker in het plaatsje Corpus Christi en Elvis' biologische vader. Of is zijn bezoek onderdeel van een voorbedacht plan en komt hij wraak nemen omdat David Elvis' moeder indertijd alleen en in armoede zwanger heeft achtergelaten in Florida? Na de eerste ontmoeting vraagt de vader dringend of Elvis hem met rust wil laten. De vader houdt geheim dat Elvis zijn zoon is en dringt er bij zijn gezin op aan uit de buurt te blijven van de jonge matroos. Elvis heeft voor de ontmoeting al een oogje laten vallen op dochter Malerie. Ze voelt zich aangetrokken door zijn avontuurlijk ogende leven dat stukken vrijer lijkt dan haar benauwende huis waar haar strenge vader heer en meester is. De twee gaan in het geheim met elkaar uit en krijgen een relatie. Malerie wordt zwanger. Broer Paul ontdekt de relatie. Hij is net als zijn vader een overijverige christen, spelend in de kerkband en zich op high school fanatiek kerend tegen de evolutietheorie. De in zijn ogen onchristelijke geheime verhouding moet stoppen en hij komt verhaal halen bij Elvis in diens hotelkamer, een actie die hem fataal wordt. De plotselinge verdwijning van Paul blijkt voor Elvis een onverwachte ingang in het leven van de Sandows. De verloren zoon wordt geleidelijk opgenomen in het gezin.

The King bevat meer religieuze verwijzingen, met name naar Kaïn en Abel. Elvis vertegenwoordigt het tegendeel van Pauls ideale christelijke wereldbeeld waarin de door God geschapen perfectie heerst. De wereld van de jonge matroos bestaat uit impulsieve menselijke handelingen die resulteren in chaos. De verzoening tussen biologische vader David en zijn teruggekeerde zoon moet wel verkeerd aflopen. Daar kan geen gebed tegenop. Religie biedt geen soelaas.

Elvis wordt sterk ambivalent vertolkt door de Mexicaanse acteur Gael García Bernal (bekend uit onder meer Amores Perros en The Motorcycle Diaries). Het broedende kwaad zit verborgen achter zijn engelachtige uiterlijk. De acteur laat zich geen moment verleiden tot geschmier. De hele film heeft een onderhuidse spanning die zich niet laat vergelijken met wat er verder op het programma staat van het 22ste 22nd Amsterdam Fantastic Film Festival. Ik vraag me af of The King eigenlijk wel op het festival past. Het enige surreële moment is het beeld van een bejaarde zwarte clown die vervuild en verdwaasd zonder doel over een zonovergoten snelweg wandelt.


Oorspronkelijk gepubliceerd op de site van De Subjectivisten.
[home] - [vido?] - [filmarchief] - [archief] - [email]