'DE AMBASSADEURS VAN ROTTERDAM'
Teun en Wim van Rij behoren tot de weinige Rotterdammers die wel eens gepersifleerd zijn door Van Kooten en De Bie. Omdat ze een Formule-1 race in de stad wilden houden. De broers bezitten een bescheiden stedelijk horeca-concern met discotheken als Le Bateau en Carrera. Ze worden daarnaast veelal in één adem genoemd met 'de coke'. Zelf zien ze zich echter als 'ambassadeurs van Rotterdam'.
De gebroeders Van Rij hebben het nog razend druk met de verbouwing
van hun - inmiddels heropende - zaak Duran aan de Wijnhaven. Dus loopt
het interview niet zoals gepland. Op het afgesproken tijdstip is geen van
beiden aanwezig. Een uur later is alleen Wim - de blonde helft - er. Hij
blijkt onwetend van de met zijn broer gemaakte afspraak.
Twee dagen later zit, ondanks de verzekering van Wim dat ze er
nu ècht allebei zouden zijn, alleen Teun in het kantoortje van discotheque
Carrera. Tijd voor een nieuwe afspraak is er niet want de deadline naakt.
"Maar dat geeft niet. Willem praat toch alleen maar wartaal. Ha ha!"
Vervolgens voltrekt zich in hoog tempo een vraaggesprek waarbij de onderwerpen
door elkaar krioelen, uitdrukkingen worden verhaspeld en vrijwel geen enkele
zin logisch is opgebouwd. Bevestigingen blijken vaak als ontkenningen bedoeld
te zijn en andersom. Om een idee te geven, letterlijk gaat dat dus zo:
"Je hebt natuurlijk ontzettend veel mensen wat... kijk en zeg nou
nooit ik weet alles eh... want binnen vijf minuten kun je er weer mee te
maken hebben." Het gebeurt regelmatig dat Teun begint met "zoals
een bekend spreekwoord luidt:" en vervolgens iets zegt waar de interviewer
nog nooit van gehoord heeft. Daartegenover staat Teun's aanstekelijke enthousiasme
en innemende onbevangenheid. Ook al zegt hij een paar maal dat hij op z'n
woorden moet letten. En maakt "lange verhalen kort" want hij
zou er "úúúren over door kunnen praten". Hij wordt door derden
de creatieve helft van het duo genoemd.
Teun (43) en Wim (41) lijken een onafscheidelijk duo. De mislukte
interviewafspraken daargelaten. "Ik ben met hem getrouwd," zegt
Teun. "Onze relatie is echt als een huwelijk. Compleet met alle conflicten."
Dat is reeds 23 jaar zo. Vanaf het begin met 't Kleine Stoofje in Crooswijk.
Toen waren ze al gehaaide zakenlui. Lieten ze bij de verbouwing de bierpomp
lopen en openden voor iedereen die mee kwam helpen een rekening. "Zodat
we meteen de eerste week al vijfhonderd gulden verdienden." Alleen
beschikten ze niet over de noodzakelijke diploma's en waren ze te jong
om een eigen zaak te hebben. "Dus pikten we gauw een dronken alcoholist
met papieren op en zetten hem er in."
Het café was een bouwval maar liep niettemin al snel als een
trein. Andere zaken werden geopend zoals De Grote Stoof, Superstoof en
een kledingzaak. "We begonnen toen ook met artiesten. Orkestjes weg
te zetten en zo." Inmiddels bezitten ze een artiestenbureau. 'Doen'
ze bijvoorbeeld het optreden van Engelbert Humperdink in Ahoy. Ze waren
jong, onervaren en beschikten over 'pakken geld'. De sportwagens wisselden
elkaar in hoog tempo af. "Iedereen zou dat doen." De wereld leek
niet stuk te kunnen. Totdat de belasting kwam. "En niemand kon ons
raad geven."
Teun kreeg uiteindelijk advies van een jongen die bij hem werkte.
"Hij was net advocaat. Heeft nu een groot kantoor. We zijn nog steeds
beste vrienden. Dankzij hem konden we de boel redden door een aantal zaken
af te stoten." Hij werd door de affaire min of meer wakker geschud
en ging nadenken over geldzaken. Leerde andere mensen kennen. "Bankmensen
bijvoorbeeld. Daar gingen we lekker mee stappen maar kwamen altijd met
resultaten terug." In de jaren daarop startten ze onder meer Voom-Voom
in de Berekuil op de Lijnbaan, Studio 54 en Le Bateau onder het Hilton.
"Bij die laatste namen we ons voor: we doen het nu eens tien jaar
rustig aan." Die periode is inmiddels voorbij. De boel wordt binnenkort,
als het casino verhuisd is, verbouwd. Er komt bijvoorbeeld een nachtrestaurant
in.
Dan is er nog het al eerder genoemde Duran aan de Wijnhaven.
Geflopt als grand-café. Eerst wilden ze het verkopen. "Het was eigenlijk
te sjiek voor Rotterdam. Er heerste drempelvrees. Terwijl ze zoiets in
bijvoorbeeld Parijs ineens prachtig vinden. We hadden hetzelfde probleem
aanvankelijk ook bij het Hilton. Durfde ook niemand naar binnen."
Daarnaast waren er andere moeilijkheden. Teun spreekt van de koks-maffia
en de nadelen van het restaurantbedrijf. Haalt weer een van zijn onnavolgbare
spreekwoorden aan: "Ze vreten je arm en drinken je rijk." Nu
wordt Duran een theatercafé met "goeie jazz als Rita Reys en Pim Jacobs.
Maar ook met pianisten uit de Verenigde Staten. En cabaret."
De nieuwe aanwinst discotheque Carrera is gevestigd in de ruimte
waar vroeger de Blue-Tiek In zat. Een gigantisch danspaleis dat oogt als
een filmstudio waar verschillende films tegelijk worden opgenomen. In een
grootformaat vogelkooi maakt een ingehuurde danseres wulpse bewegingen
op de dreun van techno-pop. Ergens anders bevindt zich het bruin café 't
Ambertje waar Johnny Jordaan aandacht vraagt voor de 'Glimlach van een
Kind'. Je loopt er zo wat een cultuur-shock van op. "We konden deze
zaak uit een faillissement overnemen en draaien eigenlijk alleen op de
zaterdagavond. De overige avonden zijn bijdagen."
De zaak is vernoemd naar het gelijknamige Porsche-type. Het statussymbool
van de snelle geldmakers. Treffender kon de naam niet bij de broers passen.
Als mensen auto's waren, zouden zij Carrera's zijn. Want bij de jongens
draait het om poen, P-O-E-N. Wat dat betreft is de jongensdroom vervuld.
Teun kocht zijn eerste Porsche twaalf jaar geleden. "Een man is nou
eenmaal altijd gek op leuke auto's." En de interviewer vraagt zich
in stilte af of z'n fiets er nog staat. "Maar Carrera klinkt ook lekker.
De mensen kunnen het tenminste uitspreken en schrijven. Dat was met Le
Bateau toch vaak een probleem."
Wat het succes van de disco betreft ziet Teun moeilijke tijden
in het verschiet omdat de concurrentie in Rotterdam op dansgebied groot
is. "De beste gaat winnen." Maar hij wil uit bijgelovigheid niet
zeggen of zij het zullen zijn. Wel hebben de gebroeders uit zakelijke overwegingen
eerst een rondje gemaakt langs de bestaande gelegenheden. Al gingen ze
bij sommige niet eens naar binnen. Zoals Nighttown: "Zij kweken de
verkeerde mensen. Je dochter kan er aan de pillen raken." Bij Tomorrowland
voelde hij zich een "pedofiel" vanwege de lage gemiddelde leeftijd.
Maar de klapper was Parkzicht. "Ik dacht: de wereld vergaat."
Hoezo dan? "Nou ja, dat je een meisje in de ontlasting ziet liggen
rollen..." Hij wil er verder niet over praten. Nog wel even sneren
naar De Danssalon. "Ze zeggen dat er 1100 man in kunnen. Nou mooi
niet. En er lopen meer criminelen rond dan er van mijn leven in Le Bateau
zijn gekomen. Die jongen (Ger Koedam, fvj) heeft altijd maar een cafeetje
gehad en krijgt ineens acht ton subsidie. Daar betaal ik dus via de belasting
indirect aan mee, aan mijn concurrenten. Dat is niet sportief."
Teun komt uit een gezin van zes kinderen. Groeide op in de legendarische
Crooswijkse Rubroekstraat. Wilde eigenlijk dokter worden maar moest op
zijn twaalfde al de hort op om te gaan werken. "Wij hebben nooit de
kans gehad om te studeren. Moesten alles uit de praktijk leren. In onze
situatie had je van jongs af aan geen tijd om na te denken. Alleen om te
doen. Als je 's ochtends te laat je bed uit stapte, was je boterham weg."
Hij is daarom allergisch voor mensen die niet willen werken.
En praat graag met mensen die gestudeerd hebben. Ze geven hem ook raad.
Zoals "een professor van het Sophia" die hem toevertrouwde evenmin
alles te weten. "Hij zei: 'Als ik maar weet waar ik het op moet zoeken.
Dat is het leven eigenlijk.' Nou, dat vind ik dus een hele goeie. Het is
me altijd bijgebleven. Nu heb ik ook eindelijk de tijd om dingen op te
zoeken. Het is rustiger geworden." Hij pikt daarnaast wel dingen op
van de zake nmensen die in Le Bateau komen. "De enige plek waar die
mensen 's nachts terecht kunnen."
Maar niet elke raad neemt hij automatisch aan. Zoals toen de Hilton-directeur adviseerde: 'Teun denk eens goed na want ik meen dat jij niet in Rotterdam thuishoort. Je hebt teveel ideeën. Daar krijg je hier alleen maar vijanden mee. Ga naar de Verenigde Staten waar ze op jouw soort mensen zitten te wachten.' Teun ging niet. En dus wordt zijn kop regelmatig bedreigd als hij deze boven het maaiveld uitsteekt. Hij somt dingen op die mislukt zijn omdat men hem tegenwerkte. Terwijl hij het juist zo leuk vindt om risico's te nemen. "Nieuwe uitdagingen aangaan. Mijn broer heeft ook dat ondeugende. Waarschijnlijk meegekregen van de straat."
De meest spraakmakende flop is ongetwijfeld het plan om ter gelegenheid
van het 650-jarig bestaan een Formule-1 race te houden. Ze hadden het zo
goed uitgedacht en voorbereid. Als Teun het parcours over de Maasboulevard
beschrijft en vergelijkingen maakt met de Grand Prix van Monaco glinsteren
zijn ogen. Hij schommelt mijmerend heen en weer in zijn bureaustoel. Maar
helaas: binnen twee weken was het plan van tafel geveegd. "Ik zie
die heren nog voor me, met van die leesbrilletjes op hun neus. En maar
mompelen: tja, tja, tja...."
De 'mensen van het milieu' waren tegen en men vreesde de geluidsoverlast.
Maar eigenlijk was het gewoon de Stichting 1990 die de boel saboteerde.
Een directeurenclubje waar geen echte Rotterdammers tussen zaten. "Ze
waren gewoon jaloers. En zo anders. Zo'n vrouw van die club zei elke keer
als ik haar belde: 'Kunnen we niet gaan lunchen en het dan bepraten?' Alsof
alles om vreten en zuipen draait. Belachelijk. Ik eet wel gewoon om zes
uur thuis."
Hij stelt dat hij nimmer zo'n stelletje zwakkelingen bij elkaar
heeft gezien. "Die jongen Ger Koedam had nog nooit een verjaardagspartijtje
georganiseerd en wilde nu ineens een popfestival gaan doen. Samen met top-ambtenaar
De Ruiter, die als penningmeester van het stadhuis natuurlijk wist hoe
hij het potje moest leeg halen." En hij verklaart - toenmalig - top-ambtenaar
Kees Bode nooit nuchter meegemaakt te hebben. Het zit hem allemaal nog
hoog. "Ik moet er over ophouden anders ga ik kotsen." Uiteindelijk
adviseerde Stads-TV-directeur Henk Tiesma hem er mee te kappen. "Henkie
zei: Teuntje laat gaan die handel en denk aan jezelf. Door hem ben ik er
eigenlijk mee gestopt."
Teun concludeert dat ze bang zijn voor de gebroeders Van Rij.
"Wij zijn een beetje de ambassadeurs van de stad. Ik heb wel tien
keer in De Telegraaf gestaan, toch een Amsterdamse krant." En op zijn
vingers noemt hij de beroemdheden en belangrijke mensen die hij naar Rotterdam
heeft gehaald.
De autoraceplannen waren voor Van Kooten en De Bie aanleiding
de broers te persifleren. Hun typetjes Jacobse en Van Es wensten een race
over het Binnenhof. "Dat stukje hebben ze bij Heineken wel veertig
keer gedraaid. Ik vond het prachtig." Zijn zij vrije jongens à la
Jacobse en Van Es? "Nee, we zijn weliswaar vrij maar ook serieus.
Want je draagt toch altijd met je mee dat je een jongen van de straat bent.
Ik heb met twee krachten te maken. De bovenkant kijkt op me neer en zegt:
'ach, hij heeft niet gestudeerd'. En de jongen uit de straat zegt: 'hij
heeft kapsones'." Die voortdurende dreiging om vermalen te worden
tussen de sociale klassen valt hen zwaar. Vooral Willem heeft er moeite
mee. Met mensen omgaan is immers hun lust en leven.
Over de gebroeders Van Rij doet het hardnekkige gerucht de ronde
dat ze in de coke-handel zitten, sneeuwschuivers zijn. Teun ontkent bedaard.
"Ik ben geen gebruiker en heb nooit iets met drugs te maken gehad.
Overigens in tegenstelling tot de meeste horeca-eigenaren. Tachtig procent
zit toch wel aan de rotzooi. Ze komen ook wel eens bij me: heb jij snuifje
voor mij? Waarop ik dan antwoord dat ik met die (forse, fvj) neus van mij
niet moet gaan snuiven want dan ben ik binnen een week failliet. Maar ja,
ik sta in de belangstelling, heb zaken, dan is het al gauw van 'die wast
coke-geld wit'." Maar hij kent ze wel, de drugsbaronnen. "Ik
heb met de grootsten van de coke-maffia staan praten. Je schrikt als je
weet wie daar allemaal in zitten. Ambassades bijvoorbeeld. Maar ik moet
over die mensen niks zeggen, want morgen kom ik ze tegen."
Teun heeft veel gezien van de 'ondeugende mensen' zoals hij ze
noemt. Hij zou er wel een boek over kunnen laten schrijven. Maar ja, dat
kun je niet maken. "We zijn in dit land zogenaamd niet corrupt. Maar
het spreekwoord is: als je rijk wil worden, moet je wel prakkizeren (ritselen,
fvj). Er zijn maar weinig mensen die met wit geld dingen waar kunnen maken.
Want om een miljoen wit geld in dit land te vergaren moet je er echt wel
een paar verdienen. Dat weet iedereen, ook de belasting." En hij klaagt
over het slechte fiscale klimaat "ook al zijn er nog steeds zijwegen."
Hij kent ook de zogenaamd nette mensen. Lubbers bijvoorbeeld. Ging hij
bij mevrouw Ria op de koffie. Een 'fijn wereldmens', noemt Teun haar. "Ze
zou een Crooswijker kunnen zijn." Het gesprek ging onder meer over
Ria's wens om een cafeetje ('t Orgeltje) te beginnen. "Ik zeg: dat
moet je nooit doen meissie. Niet zolang je man zo bekend is."
Over vijf jaar wil Teun er mee stoppen. Zich terugtrekken of zo.
Hij wil weg uit Nederland want "dan kan je hier niet meer leven."
Vanwege 'de buitenlanders'. Het is niet de eerste keer dat het onderwerp
ter sprake komt. Tijdens de vijf minuten durende ontmoeting met broer Wim
kwam het al naar boven. Maar de gebroeders hebben dan ook net een akkefietje
achter de rug met een verborgen camera van het tv-programma Crime Time
over hun toelatingsbeleid. Niettemin is Teun trots op zijn vriendschap
met Ruud Gullit. 'Rare jongens, die Van Rij', zou Obelix zeggen.
Nu we het toch over het buitenland hebben: Teun zou wel zoiets
als het Lido willen beginnen. Dan zou hij het gelukkigst zijn. Maar ja,
dat kost enorm veel geld, vereist subsidie. "Maar wij zijn de enigen
in Rotterdam die het zouden kunnen." Misschien iets met Arabische
buikdanseressen?
Francisco van Jole
Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco Jole. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.