de Volkskrant, 1 april 1995
HOMO LUDENS: RISE OF THE TRIAD
Moorden op de computer is niet leuk omdat het geen kwestie is
van `leven of dood` maar van `dood of dood`. Wie de tegenstander niet doodmaakt,
gaat er zelf aan. Daar is weinig bevrediging aan te beleven. Het aardigste
is immers om zelf de beslissing te kunnen nemen of de tegenstander blijft
leven. De mogelijkheid tot het schenken van genade. Als er een ultieme
overwinning bestaat op de vijand is dat het wel. Je kunt iemand doden maar
je doet het niet. Je bent immers niet zo slecht als hij. Genadig zijn is
de doeltreffendste vernedering die je kunt bedenken.
Groot was dan ook mijn vreugde toen ik het spel `Rise of the
Triad' in handen kreeg. Hier gebeurt precies waar ik zo naar verlangde.
Een vijand duikt op, ik schiet en hij stort niet dood ter aarde maar knielt
en smeekt om vergiffenis: `Don't shoot! Don't shoot!' Je loopt er heen
en richt je pistool op zijn voorhoofd om nog even extra duidelijk te maken
wie hier nu eigenlijk de winnaar is. De eerste paar keer kon ik de verleiding
niet weerstaan om toch maar te schieten. Het zijn immers niet voor niets
vijanden. Maar de derde keer liet ik me leiden door een vaag gevoel van
barmhartigheid. Ik draaide me om en liep weg. Dat moet je dus niet doen
met vijanden. Zo gauw ik een paar meter gelopen had, begon de zielepiet
weer op me te schieten. Dat had hij nou niet moeten doen.
`Rise of the Triad' lijkt in veel opzichten op het roemruchte
spel Doom maar de makers hebben er zoveel extra's aan toegevoegd dat opnieuw
van een doorbraak gesproken mag worden. Overigens is het spel afkomstig
van Apogee, de spelletjesmakers die voorheen met de auteurs van Doom samenwerkten.
Op een aantal punten zijn ze er in geslaagd hun voorbeeld te overtreffen.
Wie dacht dat Doom een extreem gewelddadig spel was, moet zijn mening herzien
na het aanschouwen van Rise of the Triad. Het blijkt namelijk nog veel
erger te kunnen. Zo vliegen de ledematen je om de oren en als je pech hebt
zijn ze van jezelf. De makers hebben overigens wel een beveiliging ingebouwd
om het spel ook nog `geschikt' te houden voor kinderen. De mate van bloederigheid
is instelbaar en de afgrijselijkste varianten kunnen door het ouderlijk
gezag afgeschermd worden met behulp van een wachtwoord. Het spel wordt
daarmee waarschijnlijk de leerschool voor een nieuwe generatie computerkrakers.
Een ander verschil is dat de tegenstander slimmer reageert. Zo
zijn er types die opzij springen als je op ze schiet en dat is iets wat
niet vaak vertoond wordt in spelletjes. Andere tegenstanders houden zich
dood en springen pas op als je ze gepasseerd bent. Met die vijand is overigens
een aardige grap uitgehaald. Het zijn deels gedigitaliseerde portretten
van de makers. Zelf heb je als speler de keuze uit een aantal karakters:
vrouw of man en verschillend van huidkleur. Die mogelijkheid komt overigens
vaker in spellen voor. Ook de omgeving is uitgekiender dan die van Doom
en vergeven van de booby traps. Uit de grond schieten plots vervaarlijke
spiezen omhoog. Uit muren komen automatische vlammenwerpers tevoorschijn.
Bovendien is er de mogelijkheid om echt alles wat in beeld komt kapot te
schieten. Bijvoorbeeld lampen waardoor ruimtes plots donkerder worden.
Die vijandigheid en gedeeltelijke beheersbaarheid van de omgeving is belangrijk
voor het eigenlijke doel van het spel: moord op je vrienden.
Rise of the Triad is helemaal gericht op het spelen via computernetwerken.
Er kunnen maar liefst 11 mensen tegelijk deelnemen. De onberekenbare omgeving
maakt het daarbij extra spannend. In Doom was het een kwestie van opsporen
en vernietigen, maar nu is het veel venijniger. De verraderlijkheid heeft
ook een psychologisch tintje gekregen omdat het spel je in staat stelt
te `fluisteren' naar een andere deelnemer: de boodschap komt alleen op
zijn scherm terecht. Dat geeft Rise het element dat bijvoorbeeld het bordspel
Risk ook zo aardig maakt: geheime bondgenootschappen waarvan de duur nooit
zeker is.
Ook het ontwerp steekt slimmer in elkaar. De wijze waarop games
gesaved kunnen worden. Niet alleen aan de hand van namen maar ook beelden
wat het terugvinden van een veilig gestelde positie makkelijker maakt.
Natuurlijk is het niet alleen maar beter dan Doom. De makers
zijn er niet in geslaagd het unheimische gevoel dat Doom oproept te reproduceren,
laat staan te verbeteren. De gebruikte grafische technieken zijn weliswaar
beter dan in Doom maar het effect is niet indrukwekkender. Rise of the
Triad is met de toegevoegde technieken een belangrijke nieuwe stap vooruit
naar het ultieme doel: Rollenspellen spelen in virtual reality met een
groot aantal spelers. Die medespelers zijn belangrijk omdat een computer
als tegenstanders nooit - of in ieder geval nog lang niet - in staat zal
zijn ingrediënten te leveren die het leven zo aardig maken: vriendschap,
vertrouwen, verraad en genade.
Deze vorm van amusement heeft voldoende potentie om een ongekende
grote vlucht te nemen. Toekomstbeelden van hele steden die slag tegen elkaar
leveren tekenen zich af. Net Ajax-Feyenoord maar dan zonder hooligans.
Of alleen maar. Het is maar hoe je het ziet. Een verhaal of scenario kent
het spel niet. Of om de makers letterlijk te citeren: `Rise of the Triad
is de ultieme stress bestrijder. Geen verhaal, geen plot, alleen maar urenlange
hersenloze, verslavende actie.' Het is inderdaad net voetbal.
Francisco van Jole
NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.