de Volkskrant, 4 februari 1995

HOMO LUDENS: LITIL DIVIL

 Humor is over het algemeen slecht bestand tegen herhaling. Wie de clou van een grap eenmaal kent zal daar wellicht nog een tweede en derde keer om lachen maar na pakweg de vijfentachtigste herhaling begint het humeur toch wel ernstig om te slaan. Daarom is het gebruik van humor in computerspelletjes hachelijk. Een spel is immers opgebouwd uit herhaling. Steeds weer moeten dezelfde handelingen herhaald worden om dat ene doel te bereiken. In een normaal niet-computer spel wordt dat vervelende principe opgeheven door twee andere factoren: de tegenspeler en geluk. Of het geluk lacht je tegemoet, o/f je medespeler. Dat is de humor van een spel. Maar helaas: Bij een computerspel is er meestal geen andere tegenspeler dan het apparaat zelf en dat is net zo inspirerend als de Tour de France fietsen op een hometrainer.
 Geluk is er evenmin. Wie dobbelt of kaarten schudt weet dat hij zich overgeeft aan de onvoorspelbare grilligheid van kans en zwaartekracht. De factor geluk in een computerspel is echter meestal niet meer dan een wiskundige formule die willekeurig een getal kiest als basis voor verdere berekeningen. Om de een of andere reden is dat niet leuk. Alleen al het gegeven dat het apparaat zelf de factor geluk bepaalt, geeft het gevoel van belazerij en oneerlijk spel. Het is alsof iemand weet welke kaart de volgende is, hoe de dobbelsteen valt of welk strootje het kortste is.
 Mutt, de hoofdpersoon uit het digitale spel Litil Divil, weet dat laatste in ieder geval niet. Bij de intro van het spel zien we hoe dit schattige exemplaar uit een groep monsters bij het loten om de uitvoering van een levensgevaarlijke opdracht steeds weer het kortste strootje trekt. De intro is opvallend omdat er geen tekst te zien is en er geen verstaanbaar woord gesproken wordt. Eindelijk een spel waarvan de makers begrepen hebben dat verhalen zijn om te vertellen en spellen geen andere functie hebben dan spelen. De intro is slechts nodig om duidelijk te maken dat Mutt een angsthaas is en er hem kennelijk vreselijke dingen te wachten staan. Kortom: bruikbare basisingrediënten voor een slapstick. Want Litil Divil is een animatie die doet denken aan het eindeloze kat-en-muisspel van de cartoonfiguren Tom & Jerry. De kluns die over het scherm beweegt, vertedert. Hij wordt platgeslagen, ver weg gemept en gebruikt tal van attributen om zijn tocht te voltooien. Aan het einde daarvan wacht zoiets absurd als de Mystic Pizza of Plenty. Om daar te komen moet hij door een doolhof die zo ingewikkeld is dat er bij het spel een ruitjespapier is gevoegd waar de speler zelf op moet bij houden welke route er wordt afgelegd. Dat toont meteen ook de zwakke kant van het spel. Het is als een versie van Monopoly die alleen maar te spelen is met een rekenmachientje.
 Onderweg door het doolhof komt Mutt tegenstanders tegen die hij moet verslaan. Daartoe moet hij echter eerst de hulpmiddelen zien te vinden. Het spel draait dan ook niet zo zeer om behendigheid maar om uit te vinden wat zich waar bevindt. Het is in de basis een met actie uitgebreide versie van het spel Memory waarbij de speler moet zien te onthouden waar de bij elkaar passende kaartjes zich bevinden.
 Uit de documentatie blijkt dat Franstalige epileptici moeten oppassen met het spelen van het spel. Zij krijgen bijvoorbeeld het dringende advies dat elk uur een pauze van tien a vijftien minuten moet worden ingelast. In alle andere talen ontbreekt een dergelijke waarschuwing. Fabrikant Philips maakt zich kennelijk alleen zorgen om de gezondheid van klanten als de wet dat voorschrijft. Litil Divil is beschikbaar in alle elektronische formaten van floppy disk, cd-rom en cd-i maar de laatste beschikt over superieure video- en geluidskwaliteit en heeft bovendien als voordeel dat het spel in de huiskamer gespeeld kan worden omdat daar immers het televisiescherm staat. Dat is wel zo comfortabel dus bekeken we gelegen op de sofa alleen de cd-i versie.
 Litil Divil is een komisch spel en het meest verbazende is dat de grappen na een paar uur nog steeds niet irriteren. Dat is niet alleen opvallend vanwege de destructieve werking van herhaling maar ook omdat elke grap tijd kost en die tijd steeds kostbaarder wordt naarmate de moeilijkheidsgraad stijgt. Wanneer steeds weer gewacht moet worden op komische gebeurtenissen voordat een nieuwe poging ondernomen kan worden om de sumo-worstelaar te verslaan, de spinnen dood te trappen en andere hobbels te nemen, is de lol van een spel er snel af. Dit keer dus niet. Om het de speler lastig te maken is het niet mogelijk om op elk gewenst moment de gemaakte vorderingen te bewaren. Dat is ronduit vervelend. In de praktijk is het vergelijkbaar met een boek waarin slechts op een beperkt aantal plaatsen een boekelegger aangebracht kan worden. Iedere keer moeten dan reeds gelezen delen opnieuw doorgenomen worden om het laatst bereikte punt te kunnen vinden. Makers van computerspelletjes bedenken wel vaker dergelijke onhandigheden. Ze dienen niet anders dan de verhulling van een gebrek aan creativiteit en inventiviteit. Daarom is dit nog het meest verbazende aan Litil Divil, het spel is met zoveel zorg en vindingrijkheid gemaakt dat de vraag rijst waarom die talenten niet in de basisontwerp van het spel zijn aangewend. Nu is Litil Divil niet meer dan een mix van reeds bestaande spelletjes. Een hele aardige mix weliswaar maar wat meer originaliteit in het bedenken van het spel zelf had geen kwaad gekund. Mutt moet zich door een doolhof heen vechten. Als spelgegeven is dat net zo origineel als een moordzaak in de gemiddelde bioscoopfilm. Misschien dat Mutt met dat medium ook meer tot zijn recht was gekomen.


Francisco van Jole


NB: Deze tekst bestaat uit ongecorrigeerde kopij en is eigendom van Francisco van Jole. Er is geen enkele garantie dat tekst en publikatiedatum overeenstemmen met de gedrukte versie. Gedrukte artikelen zijn op te vragen bij de documentatiedienst van de Volkskrant. Verdere verspreiding of gebruik niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Geraadpleegde bronnen

Home